Doceerbonus?

Docenten lijken soms net zo weinig zin te hebben in het college als de zaal met gapende studenten. Op Nederlandse universiteiten wordt het geven van goed onderwijs immers nauwelijks beloond en ligt de prioriteit bij het doen van onderzoek. Waarom wordt kundig doceren niet gestimuleerd?

Tekst:Tijs Sikma
Illustratie:
Sascha Wijnhoven

Dit artikel verscheen eerder in de februari-ANS

De wereldvreemde introverte bolleboos en de enthousiaste extraverte leermeester zijn zowel qua persoonlijkheid als kwaliteiten tegenpolen. Op een universiteit moeten docenten echter zowel onderzoek doen als onderwijs geven. De prioriteit ligt meestal bij het onderzoek: zoveel mogelijk publiceren en het binnenhalen van financiering. Hoogleraren die intensief en cruciaal onderzoek doen, ervaren onderwijs soms als een last. Studenten worden daardoor vaak opgezadeld met docenten die plichtmatig hun colleges afraffelen of niet in staat zijn stof helder over te brengen en studenten bij de les te betrekken. Elke student krijgt wel eens te maken met dit kaliber docent: de ongemotiveerde droogkloot die nasaal zijn powerpointje voorleest. Het geven van goed onderwijs vormt echter de basis van een universiteit en zou ook als zodanig beloond moeten worden.

Onderwijsverplichtingen
Het is niet zo gek dat docenten vaak zo weinig bevlogen zijn bij hun colleges. Op de Radboud Universiteit worden docenten nauwelijks veroordeeld voor het geven van slecht onderwijs, maar vooral ook niet gestimuleerd goed onderwijs te geven. De enige verplichte kwalificatie die docenten op de RU moeten hebben, die garandeert dat ze goed onderwijs geven, is de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). Bizar genoeg heeft ongeveer een kwart van de vaste medewerkers deze kwalificatie niet. Cristel Claas, Coördinator BKO op de RU, vertelt dat “een meerderheid hiervan bestaat uit hoogleraren die bijna met pensioen gaan, maar dat ook een deel hiervan bestaat uit onderzoekers die voor het behalen ervan worden vrijgesteld.” Daarnaast heb je deze kwalificatie voor altijd. Een docent kan dus na het behalen ervan de kwaliteit van zijn onderwijs straffeloos laten verwateren. Een docent kan daarnaast vrijwillig nog extra cursussen volgen om diens onderwijs te verbeteren. Maar deze zijn niet verplicht. Nadat een docent het BKO heeft behaald wordt hij ook niet opnieuw hierop getoetst. Naast dat er voor docenten geen verplichtingen zijn, die een constante kwaliteit van hun onderwijs garanderen, worden zij hierop ook niet beloond. In Eindhoven en Groningen zijn de universiteiten bezig met het ontwikkelen van een apart carrièrepad voor onderwijsdocenten. Claas laat echter weten dat de RU hier in het algemeen nog geen stappen in heeft gezet. bizhubC554-31-20150121105754 Een last
Docenten zien onderwijs geven vaak zelf ook als een last, doordat het doen van onderzoek veel belangrijker is voor hun loopbaan. Volgens Bas van de Meerakker, molecuulfysicus aan de RU, is onderzoek bijna altijd doorslaggevend voor een universitaire carrière, al is de situatie de laatste jaren wel verbeterd. ‘Bij benoemingen wordt wel degelijk gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs. Ik weet dat er ook wel eens benoemingen niet door zijn gegaan, doordat het onderwijs onvoldoende was, terwijl het onderzoek goed ging. Toch kan men niet ontkennen dat er een zekere asymmetrie in het systeem zit: mensen die heel goed zijn in onderzoek, maar niet in het geven van onderwijs, kunnen ver komen op een universiteit. Andersom geldt dit niet.’

Uit een rapport van het Rathenau Instituut, een onderzoeksorganisatie die zich bezighoudt met wetenschapsbeleid en innovatie, blijkt dat verreweg de meeste docenten op de universiteit voorrang geven aan het doen van onderzoek. Onderwijs geven vinden ze veel minder belangrijk. Laurens Hessels, onderzoeker van het Rathenau, denkt dat dit vooral komt doordat onderzoek veel meer beloond wordt. Het talentbeleid op de universiteit kijkt volgens Hessels nauwelijks naar onderwijsprestaties, maar is vooral gekoppeld aan hoeveelheid publicaties, citaties en het binnenhalen van financiering. Daarnaast denkt hij dat onderzoek binnen de universiteitscultuur meer prestige geeft. ‘Wetenschappelijk personeel is ook lid van een internationale wetenschappelijke gemeenschap. Daar gaat het natuurlijk vooral over het onderzoek en niet over onderwijs.’

Een universitair docent doorloopt volgens Hessels ook een opmerkelijk carrièrepad: ‘Je begint met promoveren, waar je vooral onderzoek doet en als postdoc ook. Pas als universitair docent krijg je met veel onderwijstaken te maken. Als promovendus of postdoc ben je vaak eerst heel gemotiveerd geraakt en heb je een onderzoekslijn bepaald, waarna je plotseling heel veel onderwijs moet geven.’ Volgens Van der Meerakker ervaren daarom vooral promovendi, die zich meestal volledig op hun onderzoek willen richten, de onderwijsbelasting als erg hoog. Zeker als je dit vergelijkt met het buitenland. ‘Af en toe heerst de indruk dat promovendi worden gebruikt om goedkope docenten voor de klas te hebben staan.’

Hessels denkt dat universitaire onderzoekers meer belang zullen hechten aan het geven van onderwijs, als de beloningsstructuur hierop wordt aangepast. Ook Claas ziet hier mogelijkheden: ‘Ik kom vaak docenten tegen die zeggen dat ze eigenlijk het liefste alleen maar onderwijs willen geven.’ Deze mensen worden hierin echter geremd. Wanneer het geven van goed onderwijs meer wordt gestimuleerd, zullen docenten colleges geven minder snel als een last ervaren en zich er meer voor inzetten. Aan de Radboud Universiteit zou een apart carrièrepad voor onderwijsdocenten, zoals in Groningen en Eindhoven hiervoor een oplossing kunnen zijn. Op dit moment wordt de docent namelijk nauwelijks door de universiteit gecontroleerd en gestimuleerd om zich in te zetten voor het geven van beter onderwijs. Het doen van onderzoek heeft uiteindelijk weinig zin als de kennis niet wordt doorgegeven.

 

Lees meer

Kermis

Maandagavond was het tweede ANSdebat in LUX, in samenwerking met Synergy en ESV. De avond werd door campusdichter Joep aan den Boom afgesloten met onderstaand gedicht. Hij gaf zijn literaire visie op bonussen.
Kermis Het is kermis in ’t durp. Ik woon er niet meer, Niemand van onze groep, maar wanneer de botsauto’s En de schiettent het kerkplein bezitten, reis ik af Naar het gat waaruit ik geboren ben. De kroeg die normaal alleen aan de kabouters serveert Stroomt nu over. Als warme boterhammen met kaas Scheuren de gele rakkers over de toonbank. Een zee van plastic bekertjes siert als een tapijt De houten vloer. Ik ben socioloog wat betreft zwetende massa’s. En Omdat de ellebogen tot aan de bar Mij slechts raken op schouderhoogte, wordt ik als Mozes Naar voren geschoven. Of, ‘biermanager’ grapt iemand. “Tien of twintig,” gooit Peter in de groep. We moeten Nog warmdraaien, dus synchroon knikken wij “twintig.” De lauwe briefjes passen precies in het reservevakje Van mijn portemonnee. Ik zorg ervoor dat iedereen dronken blijft: Vul de glazen sneller, dan mijn schaduw dat doet. En Hoewel ik plezier heb in het verzorgen van onze Collectieve beschonkenheid, Bestel ik af en toe een extra biertje voor mezelf. Of stop ik wat kleingeld in mijn achterzak. Dat heb ik wel verdiend. Als de kermis gedoofd is, in de patatzaak op hoek Een vreetfestijn ontstoken is, nemen we afscheid. We Lallen wat, en omhelzen elkaar. Dronken slenter ik naar huis. Na een eitje plof ik voldaan op de bank. De warmte van de na smeulende kachel Ontspant me. Toch Zit ik wat ongemakkelijk. Er steekt nog wat kleingeld in mijn achterzak.

 

Lees meer

Rector ziet af van bonus

Rector van de universiteit van Leiden, Paul van der Heijden, die onlangs in opspraak kwam doordat hij een een paar ton meepakte tijdens zijn sabbatical, ziet nu af van die bonus. Het argument van de rector om de bonus naast zich neer te leggen is de ontstane commotie. Zo stelde de vakbond er vragen over in de universiteitsraad en stelde de SP-fractie in de Tweede Kamer vragen over de kwestie. Van der Heijden zou tot zijn pensioen een verlof van veertien maanden nemen met behoud van zijn topsalaris van ruim twee ton. Normaliter geldt voor zo'n regeling het salaris dat iemand krijgt bij zijn volgende functie. Nout Wellink, voorzitter van de Raad van Toezicht van de Leidse uni en vrindje van Van der Heijden, vond de kwestie rond de rector echter een 'uitzondering', omdat hij al elf jaar rector is geweest. De rector mag dan af zien van de bonus, hij heeft wel een nieuw plan bedacht. Hij keert na de sabbatical, die nu negen maanden duurt, terug als hoogleraar Internationaal Arbeidsrecht en verdient daarmee een 'normaal' salaris voor een hoogleraar. In 2014 gaat hij vervolgens met pensioen.

 

Lees meer

Vanavond: ANSdebat: 'De ideale bonus'

Bestaat de ideale bonus? En zo ja, welke elementen moet deze bevatten? Samen met studieverenigingen Synergy voor Bedrijfskunde en de Economische Studentenvereniging zoekt het Algemeen Nijmeegs Studentenblad antwoord op deze vraag. Door de financiële crisis staat het huidige bonusbeleid meer dan ooit onder druk. Toch keren onder andere vele banken nog torenhoge bonussen uit aan hun topmensen. Is dit in de tijdsgeest van een crisis nog wel ethisch verantwoord? En welk soort bonus is het meest geschikt om uit te keren? Moet het bij geld blijven of zou een uitbetaling in aandelen of dergelijke misschien beter zijn? En wat voor invloed heeft het uitkeren van een bonus op de werkvloer en werkgever? Is dit bij de ICT-sector of bij verzekeringsmaatschappijen anders dan in het bankwezen? In het tweede ANSdebat worden deze vragen beantwoord door Kilian Wawoe, oud-bankier bij ABN-AMRO en schrijver van het boek ‘Bonus’, Marcel Becker van het Centrum voor Ethiek van de Radboud Universiteit en Ed Vosselman, hoogleraar Accounting aan de Radboud Universiteit. PvdA-Kamerlid Ed Groot heeft helaas af moeten zeggen. De zaal zal zoveel mogelijk betrokken worden bij het debat en de aanwezigen krijgen uitgebreid de mogelijkheid om vragen te stellen en hun mening te geven. Het debat wordt geleid door Eline Huisman en Henk Strikkers. Maandag 26 maart, aanvang 20.00 uur Entree: 2,50 euro inclusief consumptie voor leden van Synergy en ESV, 2,50 euro voor niet-leden Locatie Marienburg 38-39, Nijmegen Kaarten zijn te koop op de site van LUX, telefonisch via 0900-5894636 en aan de kassa. Meld je aan bij het Facebookevent voor actuele informatie.

 

Lees meer