[Update] Directeur SNUF gaat ijs verkopen

Jeroen Pohlmann, directeur van de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF), gaat ijsjes verkopen en legt zijn werkzaamheden bij de RU neer. De vergunning voor de ijssalon is geregeld, het pand is bijna klaar en de eerste recepten zijn uitgewerkt. In het diepste geheim volgde hij het afgelopen jaar al een cursus voor ambachtelijk ijsmaker. In april zal Pohlmann zijn ijszaak openen. Het is een opmerkelijke carrièreswitch voor iemand die al sinds 2009 pleitbezorger is van het actieve Nijmeegse studentenleven. Daarvoor was hij onder andere projectleider van de Introductie. Bij SNUF heeft Pohlmann zich bezig gehouden met de ondersteuning van studenten en studentenactiviteiten. Update 5 maart 09.30 uur: Gratis ijs voor iedere student! In mei krijg je in de ijssalon op vertoon van je studentenkaart (of medewerkerspas) een ijsje van Pohlmann. De ijszaak is in Gendt te vinden, Dorpstraat 30a. Komende maand zal ANS met Jeroen Pohlmann terugblikken op zijn tijd aan de RU. Hoe heeft het Nijmeegse studentenleven zich ontwikkeld, wat zal hij niet snel vergeten en hoe ziet het actieve studentenleven er over vijf jaar uit?  

 

Lees meer

De universiteit als goed doel (1)

Universiteiten als Harvard en Stanford halen jaarlijks miljoenen binnen door fondsenwerving. Niet alleen alumni, maar ook bedrijven en onderzoeksfondsen hebben veel geld over voor gerenommeerde Amerikaanse universiteiten. Hoe gaat het eigenlijk met het werven van fondsen in Nederland? In een drieluik besteedt ANS aandacht aan dit onderwerp. Vandaag deel één: wat is fondsenwerving en waarom is het nodig? Fondsenwerving duikt steeds vaker op sinds het in 2005 op de agenda van de Europese Commissie is geplaatst. Emeritus hoogleraar Geert Sanders heeft onderzoek gedaan naar verhoging van inkomsten door universiteiten. In zijn boek De Tien Geboden van Fondsenwerving benoemt hij vier modellen voor het werven van fondsen. Zo kan een universiteit zich richten op grote giften van rijke individuen, op alumni of externe onderzoeksfondsen. Tot slot kan een universiteit er ook voor kiezen om een gemengd model te hanteren. Corporate fundraising, fondsenwerving bij bedrijven, is lastiger en komt daarom veel minder voor. Het is namelijk niet eenvoudig om op die manier geld binnen te halen. Bedrijven geven immers niet uit gulheid, maar uit eigenbelang. Universiteiten hebben honderdduizenden oud-studenten die tijdens hun studietijd een band hebben gekregen met de instelling. Als iedere alumnus jaarlijks 5 euro zou geven, dan levert dat de universiteiten miljoenen op. Toch lijkt er nog niet veel geld binnen te komen via oud-studenten. Reinier Overtoom is projectmanager bij Formedia, een bedrijf dat onder andere kennisinstellingen adviseert over alumnibeleid. Overtoom heeft de activiteiten van Nederlandse universiteiten op het gebied van alumnirelaties geanalyseerd en is gespecialiseerd in fondsenwerving. ‘In het alumnimodel is het van belang over een lange periode van tijd de relatie met de oud-studenten en werknemers op te bouwen. Dit begint al tijdens de studie, na afstuderen moeten alumni op uiteenlopende manieren betrokken worden gehouden. Op een gegeven moment vraag je dan om een kleine gift, in de hoop dat later om een grotere gift kan worden gevraagd.’ Er moet dus flink wat tijd worden gestoken in relatiebeheer, om later te kunnen innen. Vanuit de overheid is steeds minder geld beschikbaar voor onderwijs, terwijl de kosten stijgen. Het werven van extra gelden is dus van belang. Dit beseft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap schijnbaar ook. Zo zijn er inmiddels belastingvoordelen wanneer je periodiek geld over hebt voor een universiteit en is nagedacht over het beleid rondom fondsenwerving. Op die manier kan niet alleen de Radboud Universiteit, maar ook de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) extra geld binnenhalen. Directeur Jeroen Pohlmann vindt fondsenwerving dan ook belangrijk. SNUF houdt zich bezig met de ondersteuning van studenten en studentenactiviteiten. Dat gebeurt door het verlenen van reisbeurzen, subsidies aan studentenorganisaties en renteloze leningen aan studenten met financiële problemen. Pohlmann: ‘Universiteiten worden door Nederlands niet als een goed doel gezien. Nu de overheid haar handen meer en meer terugtrekt, verschuift het financieringsmodel. De noodzaak voor universiteiten om donoren aan te spreken is er nu wel echt.’ Fondsen kunnen het gat vullen, dat de overheid achterlaat. Toch zullen donoren over het algemeen niet bereid zijn om op te draaien voor de basisbehoeften van een universiteit. Overtoom: ‘Geldschieters kiezen voor iets bijzonders, ze hebben geld over voor excellentie. Aan gebouwen en salarissen van een universiteit willen ze niet snel meebetalen.’

 

Lees meer

Geen 18? Geen ijsje!

Onder de achttien en geen ijs mogen: in Enschede komt het voor. Het daar ontwikkelde Grolsch Radler-ijsje is alleen te krijgen na het tonen van je identiteitskaart. Het ijs blijkt bijzonder populair in het oosten van het land. Eigenaresse Ike Westra laat tegenover de Weekkrant weten dat de verkoop al op de eerste dag een groot succes was. 'We zijn vorige week begonnen met de verkoop van Grolsch Radler-ijs en we hebben zelfs dagen gehad dat we 's middags al door onze voorraad heen waren.' Voorlopig zul je nog naar Enschede en Boekelo moeten reizen om dit ijs te kunnen eten. Jeroen Pohlmann, de oud-directeur van SNUF die afgelopen voorjaar een ijssalon opende, laat tegenover ANS weten voorlopig nog niet in het bierijs te stappen. 'Daarvoor heeft Gendt waarschijnlijk te weinig studenten.'  

 

Lees meer

Vertrekkend SNUF-baas: 'Het was een uitdagende tijd'

Jeroen Pohlmann, directeur van de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF), ruilt over een week zijn bureaustoel in voor een ijssalon. Na vijftien jaar verlaat hij de Radboud Universiteit en spreekt hij met ANS over zijn strijd tegen de 50 cent-feestjes, de status van het Nijmeegse studentenleven en een Ragweek XXL. Ook blikt hij terug op zijn botsing met Carolingers en zijn eigen studietijd. ‘Ik heb mijn propedeuse in drie jaar gehaald en ik ben afgestudeerd in tien jaar, dat is nu niet meer mogelijk.’ Je bent al in 1999, tijdens je studententijd, begonnen met werken op de Radboud Universiteit. Wat waren de hoogtepunten van de afgelopen vijftien jaar? ‘Als ik terugblik ben ik blij dat ik heel veel verschillende projecten heb gedaan. Ik ben projectleider van de introductie geweest en heb een hoop mogen doen bij de afdeling studievoorlichting. Doordat je zo verbonden raakt met de rest van de universiteit, geniet je ook van de successen van afgelopen jaren. Neem de bètafaculteit, dat is niet mijn eigen prestatie, maar ik kan wel trots zijn dat het daar zo goed gaat. Vooral omdat je ook weet dat het daar tien jaar geleden echt niet goed ging met bijvoorbeeld de instroom van studenten. Natuurlijk was ook het lustrumjaar van het universiteitsfonds erg geslaagd. We bestonden 50 jaar en hebben een hartstikke mooi programma neergezet.’ 20111006 Cursus Goed Bestuur-28 (1)Toch was het de afgelopen jaren niet alleen maar feest. In 2012 deed je de uitspraak dat ‘de universiteit zich niet wil verbinden aan feesten waar alcohol tegen stuntprijzen wordt aangeboden.’ Tot groot genoegen van menig student vloeit de alcohol nog steeds rijkelijk tegen stuntprijzen. Heb je je erbij neergelegd? ‘Dat ik die uitspraak toen deed, komt omdat wij verhuurder zijn van een aantal sociëteiten. Wat daar aan excessen plaatsvindt, heeft ook zijn weerslag op de universiteit. Als universiteitsfonds zijn wij daar primair verantwoordelijk voor. De verenigingen wilden zelf niet van de 50 cent-feestjes af en ook binnen de universiteit werkte niet iedereen mee. Ik kreeg de neuzen niet dezelfde kant op en daar heb ik me uiteindelijk bij neergelegd. We hebben de feesten niet kunnen verbieden, maar het is wel gelukt om goede afspraken te maken over verantwoord alcoholgebruik. Dat vind ik oprecht een resultaat van de discussie.' Niet alleen was er onenigheid over het bier, bij je aantreden was er ook een groot conflict met studentenvereniging Carolus Magnus over een huurverhoging. SNUF dreigde als verhuurder van de sociëteit de Carolingers eruit te zetten. ‘Het was een uitdagende tijd, maar ik heb daar niet wakker van gelegen. Uiteindelijk zijn we prima in het midden uitgekomen, al heb ik er wel van geleerd. Als je iets wilt met een bestuur, dan moet je dat met één bestuur afronden. Anders blijft de discussie maar doormodderen en blijkt een nieuw bestuur weer met nieuwe argumenten te komen. Uiteindelijk besloten we het huurcontract niet te verlengen. We hadden absoluut niet de intentie om Carolus om zeep te helpen, maar we wilden wel afdwingen dat er een knoop werd doorgehakt. Gelukkig kon het afgewend worden en bereikten we alsnog een akkoord. Met de studentenvereniging hebben we voor een prima regeling kunnen zorgen en zitten ze nog steeds in hetzelfde pand. Het prettigste is dat het uiteindelijk allemaal met goed fatsoen is afgerond en dat de verstandhouding hartstikke goed is met Carolus.’ Jarenlang ben je pleitbezorger geweest van het actieve studentenleven, maar de laatste jaren werd dat wel veel lastiger door allerlei rendementsmaatregelen. Neem de langstudeerboete, het bindend studieadvies, je Bachelor in 4 jaar tijd halen. Niet bepaald de gunstigste omstandigheden om een jaartje te gaan besturen. Heeft het actieve studentenleven daar niet teveel onder geleden? 'Dit beleid maakt het voor studenten wel moeilijk om verder te kijken dan hun eigen neus lang is. Het zou niet goed zijn om de rendementen nog strakker aan te trekken. Dan lever je mensen af op de arbeidsmarkt die 21, 22 zijn en die echt alleen maar met hun neus in de boeken hebben gezeten. Gelukkig sta ik in die opvatting niet alleen. Daarnaast zijn er nog steeds hele goede faciliteiten om een bestuursjaar te doen, zoals bestuursbeurzen en de ondersteuning die wij bieden. Wel zagen we afgelopen jaren een beweging dat het veel moeilijker werd om bestuurders te vinden, maar ik heb de indruk dat dat kwam omdat er veel aan het veranderen was. Het studentenleven heeft toen vooral door de onzekerheid onder druk gestaan. Dus mijn oproep is nu vooral om duidelijkheid te scheppen. In Den Haag hebben politici gewoon zitten rommelen, daar kan iedereen het over eens zijn. Ze weten nog steeds niet wat ze willen en dat is niet goed voor het studentenleven.’ 20111006 Cursus Goed Bestuur-57-02Zou je met de maatregelen die er nu zijn andere keuzes hebben gemaakt in jouw eigen studententijd? ‘Ik heb mijn propedeuse in drie jaar gehaald en ik ben afgestudeerd in tien jaar, dat is nu niet meer mogelijk. Mijn studieloopbaan zag er ook wel anders uit dan nu gebruikelijk is. Zo ben ik heel snel gaan werken, ik heb in de laatste vijf jaar van mijn studie wel 20-30 uur in de week er bij gewerkt op een serieuze baan.’ Het Nijmeegse studentenleven is volop in ontwikkeling. Wat wil je studenten nog meegeven? ‘Blijf vooral kritisch op wat je doet en blijf vooruit kijken. Studentbestuurders hebben nu de verantwoordelijkheid over de vereniging: pak die dan met beide handen aan. Besturen hebben veel moeite om die verantwoordelijkheid op te eisen, dat is één van de dingen waar ik me over heb verbaasd. Ik hoor vaak verhalen over ellendige ledenvergaderingen, waarbij leden zoveel mogelijk probeerden het bestuur te frustreren. Daar kan ik echt niet bij met mijn hoofd. Bestuurders die een grote verandering voor de komende vijf jaar in gang kunnen zetten, moeten ook wel echt de ruimte krijgen van hun vereniging om die stap te kunnen gaan zetten. Maar nee, dan worden ze verdorie door de oud-bestuurders op de ALV teruggefloten.’ Je hebt de afgelopen vijf jaar veel studentenactiviteiten gezien, die mogelijk werden gemaakt door SNUF. Wat voor activiteit moet écht nog een keer worden georganiseerd? ‘De universiteit organiseert een keer per jaar het Diesfestival, waarbij binding echt centraal staat. Ik zou het mooi vinden als er meer universiteitsbrede activiteiten worden georganiseerd. Dat het zo groot wordt, dat de hele universiteit ervoor uitloopt en dat het dus geen incrowdfeestje is van zeshonderd studentbestuurders. Iets als een “Ragweek XXL” bijvoorbeeld, dat zou een heel goed gevoel geven op de universiteit. We hebben er de campus voor, het zou iets kunnen zijn om studenten zich nog meer verbonden te laten voelen.’

 

Lees meer