Column: Verdomd Veel Vrijheid

Bij alles wat je doet, doe je duizend dingen niet. Met elke keuze die je maakt, sluit je honderd andere uit. Alles is mogelijk: reden tot een depressie of een feestje? Over het algemeen raad ik niemand aan bij mij in de auto te stappen, want besluiteloosheid is ook in het verkeer een weinig behulpzame eigenschap. Toch vond ik mij een aantal weken terug achter het stuur met mijn vader naast me en mijn broer achterin, onderweg naar de verjaardag van mijn oma. Zachte muziek kwam uit de radio. Als mijn vader rijdt, draait hij hard The Rolling Stones en andere rocknummers uit zijn tijd, waarbij hij de gitaarsolo’s meetrompettert, maar zo’n filmische autoscene is niet voor mij weggelegd. Als ik alleen mijn mond maar opentrek om iets te zeggen, laat ik de auto al onbedoeld uitzwenken. Bij oma was het druk. Op haar verjaardag zijn altijd weer veel onbekende oudooms en oudtantes die allemaal Kees en Jannie lijken te heten en zich allemaal nog herinneren dat ik zo – dan houden ze een hand op heuphoogte – groot was. Ik ontweek ze en ging op zoek naar mensen die dat niet meer weten. Mijn twee nichtjes zijn allebei een jaar jonger dan ik, dus dat bood uitkomst. De ene heeft al vijf jaar een vriend, woont samen en vertelde me op het feest enthousiast over hun nieuwe strijkplankhoes. De relatie van mijn andere nichtje was een aantal weken daarvoor uitgegaan, zo had Facebook mij verteld, maar ze had nu de ware gevonden. Vijf dagen geleden. Op de kermis. Hij werkt bij de Octopus. Toen het gesprek even stilviel vroegen ze mij waar ík heen ga met mijn leven. ‘Weet ik niet, fijn he?’ zei ik. Zij wisten het wel. In ieder geval in hun Brabantse geboortestad blijven, dat was zeker. Gelukkig, met man, kinderen en strijkplank/octopus. Ik werd er stil van. Op de terugweg in de auto vroeg ik me af hoe het kwam dat zij wilden blijven en ik altijd weg wil, ook van de plekken waar ik heen ben gevlucht om weg te raken van andere plekken. Is het uit angst voor het onbekende, luiheid, beperkt inzicht in alle andere mogelijkheden of zijn ze simpelweg tevreden? Hoe komt het dat zij zich willen vastleggen terwijl ik het grote vraagteken omarm en er tegelijkertijd paniekerig van word. Ík ben degene die bang is, bang voor de verkeerde keuze. Het stoplicht wordt oranje en ik twijfel. Stoppen of doorgaan. Stoppen of doorgaan. Hoe weet je ooit wat goed is? Stoppen of doorgaan. Ik begin af te remmen, maar niet genoeg en rijd in omatempo door het ondertussen rode licht over het enorme kruispunt. Getoeter. Dit was niet goed. Volgende keer beter.

 

Lees meer

Column: Verdomd Veel Vrijheid

Bij alles wat je doet, doe je duizend dingen niet. Met elke keuze die je maakt, sluit je honderd andere uit. Alles is mogelijk: reden tot een depressie of een feestje? Twee dingen in het leven geven mij een uitermate apocalyptisch, ik-sta-aan-het-randje-van-de-afgrond-gevoel en dat zijn ziek zijn en oud en nieuw. Je zou denken dat ziek zijn uitkomst biedt bij mijn moeite met het maken van keuzes. Je kunt dan immers niets anders doen dan mandarijntjes eten en ijlen als je met 39,5 graden koorts op bed ligt. Jippie. Maar zo werkt het niet, anders had ik mezelf allang een ongeneeslijke ziekte aangemeten. Ik probeer juist alle opties open te houden, zodat ik, zodra ik een verkeerde keuze heb gemaakt, ook weer terug kan. En dat terwijl de hoeveelheid aan keuzes soms mijn strot dichtknijpt als ik eraan denk. Ziek hè? Als ik ziek ben, wil ik het liefst naar mama, om daar onder een dekentje met een kop thee naar Junglebook te kijken. De jaarwisseling brengt mij in een zelfde soort stemming. Een nieuw jaar, dat betekent nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden, nieuwe ervaringen, maar op 1 januari lijkt alles toch weer verdacht veel op 31 december. En als er op 1 januari niets verandert, wanneer dan wel? Mijn bubbel van volwassenheid spat uit elkaar door de hulpeloosheid, de onmacht waarmee ik geconfronteerd word, wanneer bacillen mijn lichaam overnemen én wanneer het einde van Bohemian Rhapsody door de speakers knalt. Die zwakte is niet meer toegestaan als je binnenkort een arbeidsmarkt in crisis gaat betreden met een letterendiploma op zak. Stilstaan is niet meer toegestaan. Dit jaar vielen de twee helse gebeurtenissen samen en ging ik 2014 in met een hoofd vol snot, hoestend als een zeehond, om om half één alweer rillend van de koorts in mijn bed te liggen. Gek genoeg was het niet eens verschrikkelijk. Dit jaar veranderde er namelijk wel iets op 1 januari. Ik kon weer door mijn neus ademen. En dat was meer dan ik had durven verwachten.

 

Lees meer

Column: Verdomd Veel Vrijheid

Bij alles wat je doet, doe je duizend dingen niet. Met elke keuze die je maakt, sluit je honderd andere uit. Alles is mogelijk: reden tot een depressie of een feestje? We lagen naast elkaar, de Ex en ik, naakt, toen hij het zei: ‘Laten we het over schaamhaar hebben. Ik vind het kaal mooier.’ Op dat moment wilde ik het liefst door het bed zakken, door de vloer, door de verdiepingen onder me, door de grond. Grafsteentje erop en klaar. We waren al drie maanden samen en in die tijd had ik mijn voortuintje redelijk bijgehouden. Ik trok niet dagelijks al het onkruid uit de grond, maar het gras was zo goed als gemilimeterd en de rozen gesnoeid. Ik vond het prima zo, was me bewust dat veel vrouwen er een andere schaamstreeksituatie op na hielden, maar vond het mijn goed recht zelf te beslissen over de haargroei daar beneden. Nu was echter alles veranderd, want de twee dingen die ik wilde waren onverenigbaar. Aan de ene kant, wilde ik dat de Ex me onweerstaanbaar vond, aan de andere kant vond ik het creëren van een kinderkut op een volwassen vrouw bijna misselijkmakend. Bovendien is het tijdsverspilling en krijg ik van scheren altijd nare rode bultjes en ingegroeide haren, iets waar een man ook niet graag met zijn neus bovenop zit bij het beffen, denk ik zo. Ik moest denken aan de Sex and the City film, die ik ooit keek met een vriendin die op dat moment ernstig liefdesverdriet had. Dit leek ons, op de een of andere manier, de beste keuze. In die film ligt die lange roodharige (Miranda– ik moest dit opzoeken) op een gegeven moment in een badpak en onder haar broekje komt een waar oerwoud tevoorschijn. Haar vriendinnen vinden dit uitermate schokkend en naast het onmiddellijk plannen van een wax-afspraak maakt het hen ook duidelijk waarom haar man vreemd is gegaan: met haar wollige poes heeft ze seks immers uitgesloten. Het niet scheren van je doos is blijkbaar een legitieme reden voor ontrouw. Bedankt SATC, voor deze wijze les. ‘Wat vind jij?, vroeg de Ex. Hij trimde zijn schaamstreek en had me een paar dagen eerder trots aan zijn stekelscrotum laten voelen. Dat was natuurlijk een hint geweest. Het interesseerde mij persoonlijk geen zak wat hij met zijn balhaar deed. Daarbij vond ik het oneerlijk dat bijna kaal wel goed genoeg was in zijn geval, maar niet in het mijne. Ik zei niets van dit alles, lag alleen naast hem, erger vernederd dan die keer dat ik buikgriep kreeg bij een logeerpartijtje, hopend dat God of welke hogere macht dan ook mijn schaamhaar op miraculeuze en pijnloze wijze zou wegschroeien, voor altijd en eeuwig. Want verblind door liefde zag ik voor één keer in mijn leven níet dat ik een keuze had. Dat ik kon kiezen voor mezelf.

 

Lees meer

Column: Verdomd Veel Vrijheid

Bij alles wat je doet, doe je duizend dingen niet. Met elke keuze die je maakt, sluit je honderd andere uit. Alles is mogelijk: reden tot een depressie of een feestje? Vijf jaar geleden besloot ik om in Nijmegen te gaan studeren, de stad waar ik al sinds mijn tweede woon. De angst om het ouderlijk huis op mijn zeventiende al te verlaten om in een kamer van 8m2 in de Bijlmer te gaan wonen bleek groter dan mijn lust voor avontuur en dus bleef ik hier. Ondanks dat angst een slechte raadgever schijnt te zijn, ben ik nog steeds blij met mijn keuze. Al heb ik over één ding nooit goed nagedacht, totdat ik een baantje kreeg in de horeca: Nijmegen is klein, dus overal zijn bekenden. Ik werk in een café dat voornamelijk wordt bezocht door (semi-)intellectuelen, geitenwollensokkenmensen die Bionade en verse zoethoutthee bestellen en wifi-slurpers met laptops en volgekalkte agenda’s. Nu blijken al mijn oudklasgenoten en docenten van de middelbare school hieronder te vallen. Geen probleem, zou je zeggen, dat is toch juist leuk? Nou nee. Toen ik een brugpieper was droeg ik een klein vierkant brilletje, pluizige haarbanden, en trainingsbroeken van C&A. Met deze binnenkomst stond mijn imago voor de komende zes jaar vast. Ik verliet de middelbare school een halve meter langer, met lenzen, spijkerbroek en laagjes in mijn haar, maar populair was ik er nooit mee geworden. Buiten mijn vaste vriendengroepje, had ik dus op niemand een blijvende indruk achtergelaten, maar dat was nooit iets waar ik van wakker lag. Tot nu. Elk weekend word ik met minstens vier bekende gezichten geconfronteerd, die ik vervolgens weifelachtig glimlachend, op zoek naar een teken van herkenning, hun cappuccino’s voorschotel. Dit teken blijft meestal uit, en dus hou ik mijn mond. Maar laatst was daar mijn lerares Grieks, bij wie ik vier jaar in de klas had gezeten, en nu besloot ik het roer om te gooien. Ze zat alleen achter een waldkornbol met biologische oude kaas: dit was mijn kans. 'Hoi', zei ik, terwijl ik een nieuw glas melk op haar tafeltje zette. 'Geeft u nog steeds les op het Gym?' ‘Uhm, ja. Jij kent mij dus. Maar ik heb jou nooit in de klas gehad toch?’ Zelfs nu ze me recht in de ogen keek, kon ze me niet plaatsen. ‘Jawel hoor’, zei ik vrolijk, ‘Ik ben Loes’. Niets. ‘Loes van Bart’, zei ik, mezelf vervloekend dat ik dit gesprek begonnen was en hopend dat er door de naam van mijn broer te noemen een belletje zou gaan rinkelen. ‘Ooooh, natuurlijk. Loes van Bart. Je bent wel veranderd zeg!’ Wat moet je daarop zeggen? Bedankt, vroeger was ik lelijk en nu niet meer? Ik knikte een beetje en we babbelden nog even verder, waarna ze me beloofde me voortaan te groeten. Whooptidoo! Ik wilde het niet toegeven, maar ergens was ik opgelucht: misschien waren ze me allemaal niet vergeten en ben ik in vijf jaar gewoon ontzettend geëvolueerd. Daar hou ik het maar bij.

 

Lees meer

Verdomd veel vrijheid

Bij alles wat je doet, doe je duizend dingen niet. Met elke keuze die je maakt, sluit je honderd andere uit. Alles is mogelijk: reden tot een depressie of een feestje? ‘Wat wil je?’ De geblondeerde kapster kijkt mijn spiegelbeeld vragend aan en ontbloot een rij hagelwitte tanden in een verveelde glimlach. ‘Goeie vraag’, denk ik, terwijl ik een losse lok terug achter mijn oor stop. ‘Wat denkt ú dat leuk is?’ De vrouw houdt haar hoofd schuin. ‘Een beetje bijpunten?’ Ik knik en vervloek mezelf in stilte. Geen keuze is ook een keuze, maar wel een zonder noemenswaardig resultaat. De kapster gaat ondertussen mijn haar te lijf met kam en plantenspuit. Een nummer van Beyoncé klink zacht uit de radio en de muziek vermengt zich met het geklets van de andere klanten. Mijn gedachten dwalen af naar de rugzak die ik daarstraks heb zien hangen: bruin nepleer, redelijk geprijsd, hip maar niet té. Ik had hem al van het haakje gepakt en in mijn hoofd vormde zich een beeld van een rots met prachtig uitzicht, de wind in mijn haren en de tas op mijn rug. Onoverwinnelijk, maar ondergeschikt aan overweldigende natuur. Een perfect Kodak-momentje, totdat mijn oog op een ander, vergelijkbaar, exemplaar viel. Meteen maakte twijfel zich van mij meester. Rationele overwegingen over prijs, kwaliteit of simpelweg schoonheid vergaan in het geweld van zo’n allesverzwoegende onzekerheid. Nadat ik me een kwartier had verscholen in een pashokje met beide tassen, ze een voor een had omgedaan en uitgebreid had gecontempleerd hoe ze zouden staan met elk paar schoenen in mijn kast, hing ik ze beide terug en begaf me in de richting van de kappersstoel. De tweestrijd om de rugzakken woedt voort achter mijn niets verradende ogen en ik hoop dat de kapster geen gesprek begint. ‘En wat doe jij zoal?’ Ik lach vriendelijk in de spiegel. ‘Jeweetwel. Studeren, sporten, soms stappen.’ Ze knikt begrijpend. ‘En heb je een vriendje?’ ‘Nee, nee. Niet meer.’ ‘Ach.’ De kapster kijkt me meelijwekkend aan. ‘Zo’n mooie meid als jij komt snel weer aan de man, hoor.’ De eerste dode puntjes dwarrelen op de grond. Ik denk aan mijn ex, die ik ook de keuzes liet maken, aan het begin en aan het eind. Ik denk aan de rugzak. Hopelijk is er straks eentje uitverkocht.

 

Lees meer

Verdomd veel vrijheid

Bij alles wat je doet, doe je duizend dingen niet. Met elke keuze die je maakt, sluit je honderd andere uit. Alles is mogelijk: reden tot een depressie of een feestje? ‘Ziet dit er oké uit?’ Ik draai een rondje. ‘Je lijkt wel lesbisch’, zegt Rosa, die zich even omdraait om vervolgens haar hoofd weer naar de spiegel te keren. Ze smeert een tweede laag mascara op haar wimpers. ‘En dat hoeft helemaal niet, want je hebt echt een goede kont.’ Ik probeer me in een positie te wurmen om bovenstaande voor mezelf te bevestigen, maar krijg geen goed zicht op de situatie. Ik doe iets anders aan. In de kroeg bestellen we bier en we dansen. Ofja, Rosa danst, ik wiebel heen en weer en steek af en toe een vuist in de lucht. Twee jongens in pak komen naar ons toe. Ik strijk mijn haar uit mijn gezicht en glimlach naar de grond. Twee minuten later praat Rosa geanimeerd met Henk, het gesprek begeleid door lichte aanrakingen en onnodig veel gelach. Michiel en ik staan naast elkaar en drinken. Hij is tien centimer kleiner dan ik en heeft een vunzig snorretje. ‘Toffe snor’, zeg ik. ‘Dankje.’ ‘Wat studeer je? ‘Niks, ik wil een eigen bedrijf beginnen. Ik geloof niet in diploma’s.’ ‘Aha.’ ‘En jij?’ ‘Ik wel. Denk ik.’ Terwijl Michiel zijn hoofd even wegdraait naar zijn vriend, die zijn hand op Rosa’s heup heeft en voorovergebogen iets in haar oor fluistert, vraag ik me af waarom ik daar ben. Niemand verplicht me hier te zijn en toch voelt het alsof het moet, en vooral alsof ik moet genieten. Dit is immers de tijd van mijn leven. ‘Weetje,’ zeg ik, ‘ik neem altijd sociaal geaccepteerde, verstandige beslissingen. Misschien moet ik daarmee stoppen.’ Ik doe een suggestief stapje naar voren. ‘Ik denk niet dat je kunt besluiten impulsief te worden’, zegt Michiel. Ik neem een te grote slok bier terwijl ik probeer te knikken en knoei. ‘Nee. Nee, misschien niet.’ Na een tijdje gebaar ik naar Rosa dat ik ga en marcheer naar de uitgang voordat ik kan zien of ze zich schuldig voelt of niet. Thuis wacht een kamer waarin je na vijf koprollen nog steeds niet tegen de muur aanknalt. Er staat een bank die ik heb aangeschaft om mijn eigen volwassenheid te benadrukken, maar die voornamelijk een gat in mijn spaarrekening heeft achtergelaten. Ik schop mijn schoenen uit en maak een handstand tegen het meubelstuk, zoals vroeger bij Rosa thuis. Bij ons kon dat niet, want de tafel stond in de weg. Terwijl het bloed en de alcohol naar mijn hoofd stromen vult de rest van mij zich met hoop voor Michiel en zijn eigen bedrijf, voor Rosa en haar scharrels en vooral voor mijzelf en mijn gewonnen bewegingsvrijheid.

 

Lees meer