Leenstelsel? Gevolgen onbekend bij aankomende studenten

Het Ministerie van Onderwijs heeft gisteren een rapport uitgebracht, waarin de bekendheid van de plannen voor het leenstelsel worden gecheckt. Weten de leerlingen uit het voortgezet onderwijs, studenten en ouders waar ze aan toe zijn? Het rapport biedt een tussenmeting, de nulmeting is voor de zomer uitgevoerd. In totaal zijn 303 leerlingen, 519 ouders en 304 studenten ondervraagd. Wat blijkt: de drie groepen zijn al iets meer op de hoogte van de plannen voor het leenstelsel dan in juli - ongeveer 77 procent van de aankomende studenten heeft van de plannen gehoord - , MBO-studenten zijn het minst goed op de hoogte van de plannen. In de onderstaande tabel is de bekendheid van de onderdelen van de plannen weergegeven zoals deze nu zijn. Het ministerie mag nog hard aan de bak om de Nederlanders op de hoogte te stellen. Een andere misvatting zijn de kosten van het studentenleven, een groot deel van de ondervraagden schat deze flink te laag in. 13 procent van de toekomstige studenten weet hoeveel een studentenkamer gemiddeld kost en 1 procent zit goed met de kosten voor levensonderhoud inclusief verzekeringen. Dit laatste cijfer wordt ongeveer 250 euro per maand te laag ingeschat. Conclusie: het Ministerie van Onderwijs heeft nog een lange voorlichtingsweg te gaan voor september. bekendheid leenstelsel

 

Lees meer

Vroege inschrijving omzeilt leenstelsel niet

Volgens meerdere nieuwsberichten kun je als masterstudent alsnog onder het leenstelsel uitkomen. Door je voor 1 september in te schrijven voor een master, zou je de wet van Jet kunnen omzeilen. Job Slok, woordvoerder van minister van Onderwijs Jet Bussemaker, ontkracht deze aanname. Slok zegt dat masterstudenten zich best eerder dan 1 september - de officiële start van het academisch jaar - kunnen inschrijven, maar dat je daarbij ook vóór september al colleges moet volgen, anders gaat de vlieger niet op. Kort gezegd: schrijf je je bijvoorbeeld in augustus in, dan moeten je vakken ook in augustus beginnen. 'Het gaat om de reguliere onderwijsprogramma's en die beginnen pas op 1 september. Een aantal universiteiten had dat verkeerd begrepen en die worden nu gebeld', zegt hij in Mare. Hoe de situatie in Nijmegen is, is onduidelijk. Ger Boonen, directeur van Dienst Studentenzaken, merkt op dat er naast de reguliere onderwijsprogramma's waar Slok naar verwijst, genoeg opleidingen zijn waar geen officiële instroommomenten gelden. In dat geval beslist de examencommissie per afzonderlijk geval of een student eerder dan gebruikelijk kan instromen. Boonen zegt dat het ministerie in een brief heeft aangegeven dat de RU de bestaande regels voor instroming vooral niet moet aanpassen. Wel zegt hij de directieve, sturende opmerkingen van Slok namens het ministerie - de inschrijving moet gelijk liggen aan de start van de colleges - verrassend te vinden, aangezien de RU hierover nog niet is ingelicht. In welke mate het ministerie bovenop de regels van de RU zal duiken, moet dus nog blijken.

 

Lees meer