Dubbele grappen

Ruben van der Meer en Tijl Beckand staan 27 november met De Grote Improvisatieshow op het toneel in Nijmegen. De voorstelling is gebaseerd op suggesties van het publiek, er wordt dan ook niets voorbereid. ‘Ik kom als een brok talent het podium op en Ruben dwarrelt er een beetje als een leeg blad achteraan.’ Tekst: Saskia Verheijden Foto's: Ilja van Hoek Dit artikel verscheen eerder in de november-ANS Ruben van der Meer is een kwartier te laat. Als hij eindelijk aan komt slenteren, is zijn prioriteit een kopje koffie, waarna hij bij ANS op de bank ploft. Gedurende het hele interview zit hij er onderuitgezakt bij. Van zijn kant komen dan ook niet de meest serieuze antwoorden. Tijl Beckand komt nog later dan Van der Meer vrolijk zijn kantoor uit gelopen. Zodra hij is gearriveerd, ontstaat de gezellige chaos waar het duo zo om bekend staat. Tijdens het interview geven de cabaretiers een mooi voorbeeld van razendsnelle improvisatie. Beckand antwoordt op de vraag welk dieptepunt ze samen hebben meegemaakt: ‘Dat is toch het moment dat Ruben bij mij in bed had gescheten.’ Van der Meer zegt, wanneer de heren naar hun politieke engagement wordt gevraagd: ‘Ik hou wel van politiek, maar alleen als dictator. Ik heb geen zin in stemmen en zo.’ Al snel volgen de flauwe grappen en onbegrijpelijke inside jokes elkaar op. Voordat een vraag beantwoord kan worden, moeten de heren namelijk eerst hun snel bedachte grap kwijt. Ruben van der Meer en Tijl Beckand hebben hun bekendheid voornamelijk te danken aan hun succesvolle tijd bij De Lama’s. Van der Meer was eerder al bekend als het gezicht van Hakkûhbar, een Nederlandse parodie op de gabber-scene die halverwege de jaren negentig en begin tweeduizend erg populair was. Sinds 2011 zijn Beckand en Van der Meer weer aan het improviseren geslagen in De Grote Improvisatieshow die bekend staat als onvoorbereide chaos. Iedere voorstelling is anders door de input van het publiek en verschillende bekende gasten. ANS ondervraagt de cabaretiers over dit moderne jasje van De Lama’s. ‘We vernieuwen onszelf door steeds nieuwe kleren te kopen.’ i-IMG_8962 tijl4 wazigTwintig schoppende vrouwen De Grote Improvisatieshow is volledig gebaseerd op suggesties van het publiek, waardoor iedere voorstelling anders uitpakt. Beckand en Van der Meer werken samen met bekende gastspelers. Gedurende de show worden er verschillende spellen gespeeld waarin het publiek bepaalt wat er gebeurt. Zij bedenken onder andere voorwerpen, locaties en personen die worden uitgebeeld. ‘Ik hoef nu tenminste niet avond aan avond scripts te schrijven’, grapt Beckand. ‘Het is niet te doen om van te voren grappen te bedenken omdat je niet weet welke suggesties het publiek je geeft.’ Aan een show valt dus niets te plannen. ‘Ik kom als een brok talent het podium op en Ruben dwarrelt er een beetje als een leeg blad achteraan.’ Doordat het verloop van de show niet is vastgelegd, kan het wel eens flink misgaan tijdens de uitvoering. Ter illustratie noemt Beckand een voorstelling in Almere: ‘Iemand had bedacht dat het grappig zou zijn als twintig vrouwen uit het publiek zich in een rij opstellen. Vervolgens moesten zij mij een voor een in het gezicht slaan of een schop geven. Dit duurde erg lang waardoor de hele vaart uit de show was. Ik ben toen gestopt, want die rij hield niet op en niemand vond het meer leuk om te doen. Het was echt verschrikkelijk.’ Van kuthoer tot vuurwerkramp Soms komt het duo met een grap die niet bij iedereen in de smaak valt. Zo maakt Van der Meer volgens Beckand het liefst grove vrouwengrappen: ‘Vrouwen zijn volgens hem allemaal hetzelfde, ze moeten schoonmaken en hun bek houden.’ Beckand daarentegen schuwt een grap over buitenlanders niet: ‘Ik ben gek op buitenlanders, vooral in het buitenland waar ze tot hun recht komen, de taal spreken en de weg weten. Ik heb ook wel eens in Den Bosch een meisje voor ‘kuthoer’ uitgescholden. Er zit altijd wel een vriend van zo’n meisje in de zaal die dat dan weer niet leuk vindt. Tja, de hele zaal moest anders wel lachen.’ i-IMG_8991 ruben2Volgens Beckand kun je in een zaal van achthonderd mensen niet iedereen blij maken. ‘Het is nooit zo dat iedereen een grap leuk vindt. Hoe harder er gelachen wordt, des te kleiner de groep toeschouwers is. Als iedereen lacht, hoe grappig is het dan? Je kunt het zien als een product: wanneer iedereen het koopt, is het niet bijzonder.’ In Enschede maakte Van der Meer bijvoorbeeld een grap over de vuurwerkramp die niet door iedereen in de zaal werd gewaardeerd. ‘Het was niet eens echt een grap over de vuurwerkramp. Ik speelde toen een krantenjongen die zei: ‘Hé, mijn hele wijk is weg!’ Je speelt in Enschede, het is dan gek om er helemaal niks over te zeggen. Een jongen op de eerste rij was vervolgens boos. In de pauze ben ik naar hem toe gegaan en heb ik het met hem uitgepraat.’ Hollandse humor In Nederland heerst vrijheid van meningsuiting. Toch moeten de heren oppassen met wat ze zeggen. Van der Meer maakte ooit een sketch over de Hamas, daar werd hij hevig om bekritiseerd. Het werd hem dan ook sterk afgeraden deze op het podium uit te voeren. Van der Meer lacht: ‘Ze schieten je anders gewoon dood’. Volgens het duo is Nederlandse humor vaak erg belerend; deze gaat over wat er wel en niet mag. Beckand heeft hier op zijn zachtst gezegd geen hoge pet van op: ‘Veel cabaretiers veranderen, wanneer ze grappig zijn geweest, in wereldverbeteraars. Als je de wereld wil verbeteren moet je in de politiek gaan of waterputten slaan in Afrika. Dit moet je niet willen doen op het toneel in Vught. Mensen komen daar voor een leuk avondje uit, niet om te horen hoe zij hun leven moeten leiden.’ Volgens hen moet humor een manier zijn om dingen te zeggen die je normaal niet kunt zeggen. -IMG_8983 bankpraten7 lachengoedOude lama’s, nieuwe tijden Over De Grote Improvisatieshow wordt vaak gezegd dat het teveel lijkt op De Lama’s. Is de nieuwe voorstelling dan ook niet een slap aftreksel van het vorige project van de heren? ‘Dit horen we wel vaker, maar hoe kun je een slap aftreksel zijn van jezelf?.’ In december zullen Beckand en Van der Meer samen met de rest van De Lama’s terugblikken op de negen seizoenen die zij samen maakten. In een eenmalige aflevering worden hoogtepunten en niet eerder vertoonde beelden uitgezonden. Volgens Beckand is het niet uitgesloten dat ze ooit weer met zijn vieren op het podium zullen staan, maar dat is nu nog niet in beeld. ‘Het is zes jaar geleden dat we zijn gestopt. Het was op dat moment meer dan genoeg. We hadden alles gewonnen wat er te winnen viel, alle records verbroken en in alle mogelijke zalen meerdere keren gestaan. We wilden allemaal graag nog andere dingen doen. Door de drukte en de vele shows was dit niet mogelijk.’ Beckand en Van der Meer zijn na hun Lamatijd drie jaar lang niet meer bezig geweest met improviseren. Naar eigen zeggen waren zij in deze tijd altijd meer bezig met nieuwe spellen bedenken en nieuwe bekende spelers zoeken dan Jeroen van Koningsbrugge en Ruben Nicolai dat deden. Van der Meer: ‘Wij vonden het erg leuk om te doen en hebben daarom na drie jaar besloten om het improviseren weer op te pakken. We hebben het programma nu wel meer in eigen hand. Bij De Lama’s had BNN meer te zeggen.’ Door steeds nieuwe spellen te bedenken, nieuwe gastspelers uit te nodigen en met de actualiteit mee te gaan proberen Beckand en Van der Meer hun show zo veel mogelijk te vernieuwen, soms op een shockerende manier. Van der Meer: ‘Dit seizoen beginnen we met ebolagrappen.’ Klik hier voor de overige artikelen uit de november-ANS.

 

Lees meer

Met een vingerknip

Je kijkt naar de man met het heen-en-weer zwaaiende horloge en bent in trance, of toch niet? Is ons beeld van hypnose vervormd en bestaat er bewijs voor het fenomeen? Een ANS-redacteur ging onder hypnose en besprak haar ervaringen met hypnotiseurs en wetenschappers. Tekst: Marit Willemsen Illustratie: Eva Bernsen Dit artikel verscheen eerder in de april-ANS ‘Wil je nog een deken over je heen?’ Ik lig onderuit in een zwarte leren stoel en wacht tot hypnotherapeut Eline de Man, een psycholoog die hypnose toepast in haar behandelingen, gaat zitten. Over een paar minuten word ik onder hypnose gebracht. Hypnose kennen de meeste mensen alleen maar van shows, waar een Hans Klok-achtig type vrijwilligers een citroen laat eten, omdat ze deze aanzien voor een zoete sinaasappel, waarna hij ze aanzet tot het imiteren van een kip. Met een simpele vingerknip worden de gehypnotiseerden vervolgens uit hun trance gehaald. De Man gebruikt hypnose echter voor praktische doeleinden. Het zou helpen bij fobieën, trauma’s, ziekten als het prikkelbare darmsyndroom en kan zelfs verdoving bij operaties vervangen. Is hypnose meer dan gewoon een goede truc? Bestaat er een wetenschappelijke basis voor het fenomeen? ANS onderging een hypnosesessie en besprak de belevenissen met wetenschappers en hypnotiseurs. Staat van bewustzijn ‘Doe je ogen maar dicht, zo kun je alles makkelijker laten voor wat het is’ Hypnotherapeut De Man vertelt me op rustige toon wat ik moet doen. Van tevoren waarschuwt ze dat ik waarschijnlijk geen diepe trance zal ervaren, hypnose vergt namelijk training. ‘Stel je voor dat je voeten in een warm bad zitten, ontspan ze.’ Zo gaat ze elk deel van mijn lichaam af. ‘Je zou je kunnen voorstellen, met al je droomkracht, dat wanneer je aan het slapen bent, je in die slaap droomt en in die droom fantaseert dat je net doet of je slaapt.’ Ik raak de draad behoorlijk kwijt. ‘Je hoeft dit niet te snappen, jouw onderbewuste weet wat nodig is. Je kunt je wel een wonderlijke omgeving voorstellen, je hoort in de verte een waterval.’ Ik moet in mijn gedachte naar het water toe en eronder stappen, om al mijn zorgen weg te laten spoelen. Als ik mijn ogen open mag doen, ben ik enigszins teleurgesteld. Was dit het nu? Had ik iets speciaals moeten voelen? ‘Bij hypnose bevind je je in een trance, een andere staat van bewustzijn. Je slaapt niet, maar bent ook niet helemaal wakker’, vertelt hypnotiseur Jos Claus, die onder andere elk jaar de introductielopers bij Psychologie aan de RU vermaakt met zijn hypnoseshow. Deze zogeheten trance valt volgens Claus goed te vergelijken met een situatie waarin je je omgeving even vergeet, tijdens het lezen van een boek of kijken van een film bijvoorbeeld. ‘Tijdens de trance gebruik je het onderbewuste van je brein, dat is heel creatief. Bovendien sta je meer open voor suggesties', aldus de hypnotiseur. De Man omschrijft een trance als de ‘staat waarom de deur naar het onderbewuste wat meer openstaat’ en vindt het niet gek dat ik dit niet meteen ervaar: ‘Hypnose is net als fietsen, iedereen kan het, maar je moet het wel even leren.’ Mijn teleurstellende ervaring kan ook aan iets anders liggen, meent Rick van Baaren, hoogleraar Gedragsbeïnvloeding aan de RU. ‘De kern van hypnose is volgens mij hoe gevoelig je ervoor bent. Jos Claus kijkt tijdens een hypnoseshow rond in de zaal wie er meedoet met bepaalde bewegingen als hij dat vraagt’, vertelt hij. ‘De mensen die meedoen zijn hoog gevoelig ofwel susceptible en die haalt hij naar voren.’ De gevoeligheid is volgens Matthijs van Leeuwen, universitair docent Sociale Beïnvloeding een persoonlijkheidstrek. ‘In welke mate je luistert naar suggesties van anderen en in hoeverre je opgaat in een verhaal zijn indicaties van hoe gevoelig je voor hypnose bent.’ Sociale druk hypnoseHoe zit het dan met de mensen die in shows na enkele minuten kakelend het podium over gaan? Tijdens mijn sessie heb ik continu het gevoel dat ik ermee kan stoppen. ‘Dat ik je uit het raam kan laten springen, is gewoon een indianenverhaal’, aldus Claus. ‘Als je het heel realistisch bekijkt, is er geen mens die een ander mens kan hypnotiseren. Ik ben in wezen alleen maar de instructeur. Ik zeg wat je moet doen en als je de bereid bent om te volgen, dan kom je in die andere bewustzijnstoestand.’ Dit sluit deels aan bij wat Van Baaren en Van Leeuwen vertellen. Hypnose bestaat volgens hen uit inductie en het gevolg daarvan, de trance. Van Baaren: Inductie is het stapsgewijs overdragen van de macht. Je doet de hele tijd wat de hypnotiseur zegt, maar tegelijkertijd zegt deze wat er al gebeurt: “Je zakt weg in je stoel”, wat je toch al doet. Langzaam aan denk je dan: “Ik doe het niet, hij doet het.”’ Geen fouten maken bij de inductie is cruciaal. ‘Je wilt niet dat de hypnotiseur zegt dat je het zand onder je voeten voelt, terwijl je schoenen aanhebt. Dan ben je eruit’, aldus Van Leeuwen. Voor de inductie gebruikt De Man verschillende methoden, het ingewikkelde verhaal over dromen was er een van. ‘Hierdoor geef je je gedachten makkelijker over omdat je denkt: “Laat maar, ik snap het toch niet”’, aldus De Man. De twee wetenschappers noemen de inductie ook wel een stappenplan dat iemand in een heel sterk sociaal contract duwt. ‘Als je eerst hebt gehoorzaamd bij kleine dingen, zoals het sluiten van de ogen en het optillen van de armen, wordt het heel moeilijk uit de hypnose stappen. Dan moet je voor jezelf toegeven dat je eigenlijk de hele tijd bewust hebt meegedaan’, lacht Van Baaren. Dat merk ik ook tijdens mijn hypnose. Ik kan gewoon opstaan en weglopen als ik dat wil, maar doe dat niet. Tijdens een handlevitatie, het laten ‘zweven’ van de hand, moet ik mij concentreren op mijn handen en schokkend komen mijn vingers omhoog. Ze voelen stijf en gespannen en het lijkt alsof ik het niet zelf omhoog beweeg, al kan ik mijn hand wel gewoon stil houden als ik echt wil. De Man benoemt steeds welke vingers bewegen, maar of zij noemt wat al is gebeurd of dat het andersom plaatsvindt, weet ik niet meer. ‘Het moeilijke aan hypnose is dat de hypnotiseur zal zeggen dat je niet onder hypnose was als je wegloopt. Als je achteraf zegt dat je gewoon op had kunnen staan, stelt de hypnotiseur dat je dat enkel dacht’, aldus Van Leeuwen. Koud kunstje? Het lijkt erop of hypnose gewoon een truc is, maar dat is zelfs volgens de wetenschappers wat kort door de bocht. ‘Die deur naar het onderbewuste kun je wat mij betreft in de prullenbak flikkeren’, aldus Van Baaren. ‘Een andere staat van bewustzijn dekt denk ik wel de lading. Op een EEG-meting zijn er verschillen te zien tussen het brein onder hypnose en het brein in “gewone” staat. Op andere momenten, waarin je op vakantie met een biertje voor je tent zit, kun je die state of mind ook bereiken. Die EEG bewijst alleen dat de trance bestaat, niet dat het magisch is of dat je daardoor rare dingen op commando gaat uitvoeren.’ Daar zijn de hypnotiseurs het zelf ook over eens. ‘Hypnose is geen tovermiddel, maar een hulpmiddel’, meent Claus. Wetenschappelijk onderzoek wijst, hoewel er absoluut geen consensus is, soms op positieve effecten van hypnose in bijvoorbeeld therapie, bij darmklachten of ter vervanging van anesthesie tijdens operaties. ‘Pijn zit immers in het brein. Waarschijnlijk is het een soort placebo-effect en wordt de pijn door zelfsuggestie onderdrukt’, legt Van Baaren uit. Een onderzoek uit 2012, keek naar de effecten van hypnotherapie onder 208 mensen met darmproblemen. Bijna de helft van de onderzochten bleek gevoelig voor hypnose, waarvan 75 procent verbeteringen voelde, ook na langdurige therapie over een periode van vier jaar. ‘Natuurlijk kan hypnose werken’, zegt Van Leeuwen stellig. ‘Maar dat geeft geen antwoord op de vraag hóe het nu precies werkt.’ Verdomhoekje Het grote probleem met hypnose blijft het gebrek aan hard bewijs. Van Baaren: ‘Je kunt niet in iemands belevingswereld kijken. Door hersengolven te meten, weet je nog niet wat iemand meemaakt. Hypnose kan effecten sorteren, maar dat wil niet zeggen dat dat per se aan die behandeling ligt.’ Het eerder genoemde onderzoek heeft bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van een controlegroep. Of het verminderen van darmklachten inderdaad aan hypnotherapie is toe te schrijven, blijft dus de vraag. Hypnose bevindt zich mede door het karige bewijs in het verdomhoekje van de medische wereld. Toch verwijzen sommige huisartsen door naar hypnotherapeuten. Het zweverige is er ook een beetje af als je weet dat De Man voor het eerst in aanraking kwam met hypnotiseren, toen ze een vak hypnose volgde tijdens haar studie Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Wetenschappers durven volgens Van Baaren de vingers niet echt te branden aan het publiceren over hypnose. ‘Dat is wetenschappelijke zelfmoord. Het helpt niet echt dat hypnose vaak in zo’n magisch sfeertje wordt gebracht.’ Ook Claus ziet een afbreuk aan de goede naam door ‘goochelhypnose’. ‘Het woord hypnose is zo beladen en verkracht dat je daar de meest waanzinnige ideeën over hebt gekregen, maar het is iets heel gewoons. Ik kan een lichaam helemaal stijf maken door iemand te hypnotiseren en vervolgens de schouders en voeten op stoel leggen. Trek je één stoel weg dan is dat geen hypnose, maar een magic act. Als ik een show geef, is dat geen goocheltruc en ik gebruik de gelegenheid om zowel aan het begin als het eind kort wat uit te leggen.’ Claus vertelt trots: ‘Het leuke aan hypnose is dat ook mensen komen kijken die het allemaal maar flauwekul vinden. Dat zal je bij een concert van Marco Borsato niet snel zien.’ Klik hier voor de...
Lees meer