Blootgewoon

Volledig naakt door het leven gaan, voor sommigen een nachtmerrie, voor de naturist een levenswijze. Wat is een naturist precies en klopt het vooroordeel van jeu de boulende bejaarden? ANS ging op onderzoek uit in de wereld van vrijheid blijheid.

Tekst:Annemarie Verschragen
Illustratie:
Eva Bernsen

Dit artikel verscheen eerder in de juni-ANS

In de sauna, op het strand of op je kamer, naakt lopen we allemaal wel eens. Recreëren doen volgens de Nudisten Federatie Nederland (NFN) zo’n twee miljoen mensen naakt, waarvan zestigduizend naturisten zich hebben aangesloten bij de federatie. Hoewel naaktlopen enkel wettelijk is toegestaan op daarvoor aangewezen plekken, zijn er rond Nijmegen mogelijkheden genoeg. Zo wordt het bijvoorbeeld op delen van het Waalstrandje gedoogd. Sanne, student aan de Radboud Universiteit, is al haar hele leven naturist en vertelt: ‘Bloot zijn geeft een gevoel van vrijheid. Mensen denken vaak dat het om iets seksueels gaat, zo vragen vriendinnen of mijn vakantievrienden en ik niet de hele tijd naar elkaar kijken. Ik heb het gevoel dat juist op textielcampings naar elkaar wordt gekeken. Ik heb al zoveel soorten borsten en piemels gezien dat ik daar echt geen fuck om geef.’
Naturisme is iets anders dan nudisme, wat puur naaktlopen is. Het is een levensstijl waarbij respect voor de natuur centraal staat. Volgens Sanne heeft naturisme meer grenzen dan nudisme: ‘Zwemmen doe je naakt, maar tijdens het eten draag je een omslagdoek. Met naturisme gaat het om waar je je fijn bij voelt.’ Om erachter te komen wat de ware naturist drijft, loopt ANS mee met John Aarts, de beheerder van de naturistencamping Elsendorp. Wat is er zo bevrijdend aan het verruilen van je driedelige pak voor je adamskostuum?

naturisten3Tieten en tenten
Elsendorp is één van de drie grote naaktcampings in Nederland waar geen verenigingslidmaatschap voor nodig is. Buiten een tactisch geplaatste rotonde die de rest van de camping uit het zicht onttrekt, is het er vrij toegankelijk. ‘Iedereen hoeft zich alleen even te melden bij de receptie, wel moeten mannen die alleen komen een pas van de federatie hebben’, lacht Aarts. Dit klinkt seksistisch, maar volgens Aarts zijn de weinig voorkomende incidenten altijd met mannen geweest. Logisch is het wel dat ze geen pottenkijkers dulden, boven de 18 graden is het in Elsendorp namelijk de vuistregel om ongekleed te gaan.

Seniorenreis
De camping ligt er opvallend verzorgd bij en herbergt voornamelijk ouderen. De jeugd gaat volgens Aarts liever naar het buitenland: ‘Ze zijn bang hun buurman tegen te komen.’ Hoewel de ouderen het heerlijk vinden om naakt te zijn, is het onwennig om daar zelf tussen te lopen, zelfs met kleding aan. Het is dan ook een hele opluchting dat de tennisbaan er ongebruikt bij ligt. Bij een stacaravan staat wel iemand in de tuin te werken.
Hans (64) vertelt over wat naturist zijn voor hem inhoudt: ‘Het gaat om vrijheid, blijheid en respect voor mens en natuur. We gooien zelfs onze peuken niet op de grond. Annie (65) en Aart (72) benadrukken vooral de gelijkheid die op de camping heerst. ‘Je kunt zonder kleding niet zien of iemand directeur van Shell of vuilnisman is’, vertelt Annie. Juist omdat naakt de standaard is, wordt er volgens haar anders naar gekeken. ‘Wees eerlijk, met kleding aan zien mensen er mooier uit. Als ik al eens denk dat een man een mooi lichaam heeft, is dat bij iemand die gewoon een broek aan heeft.’ Aart grijnst: ‘Ik denk dat als Doutzen Kroes langskomt dat wel meevalt.’
Wel ervaren beiden naturisme als een taboe, wat volgens Annie waarschijnlijk door opvoeding komt. ‘Vroeger was het bijvoorbeeld heel normaal om als meisje samen met je vader te douchen. De jongere generatie groeit op met het idee dat naakt raar is. Jongeren gaan naar de sauna, maar vinden een camping een stap te ver. Je ziet ook vaak dat pubers een aantal jaar niet komen. Dat is niet zo raar, je moet zeker zijn over je lichaam en als er van alles groeit, is het vrij normaal dat niet te zijn.’

Samen poepen
Alle idealen ten spijt vinden de naturisten naaktlopen ook gewoon handig. Zo vertellen Ans (61) en Jan (63): ‘Het is heerlijk vrij, je loopt zo naar de douche, je hoeft je niet om te kleden en je hebt geen was.’ Ans en Jan trokken hun kleding uit tijdens een open dag op een naturistencamping omdat ze zich juist met kledij ongemakkelijk voelden. Ook in Elsendorp ben je een uitzondering met kleding aan. Toch blijft de drempel om jezelf uit te kleden bestaan. Hoewel het spreken met naakte ouderen na enkele gesprekken heel gewoon is geworden, blijft het vreemd om te zien hoe mensen naakt langs komen fietsen of staan te jeu de boulen.
De sfeer van vrijheid wordt op de camping ver doorgetrokken. Zelfs de sanitaire gebouwen hebben geen deuren en zijn ook niet onderverdeeld tussen mannen en vrouwen. Aarts: ‘We hebben wel een aantal wc’s met deuren wanneer mensen moeten poepen, dat is wel zo aangenaam.’ Deze openheid is dan ook veilig, van pottenkijkers hebben ze geen last. Aarts: ‘Als er wel iemand de camping op loopt die hier niet hoort, hebben we dat in twee minuten door, je valt gewoon op omdat je anders kijkt’. Toch komen gluurders aan het eind van de rondleiding uit onverwachte hoek. Als het geluid van een legerhelikopter klinkt, grapt Aarts: ‘Ah, de soldaten komen ook weer even kijken.’

Hoewel de NFN wel degelijk een jongerenafdeling heeft die evenementen organiseert, zijn het in Elsendorp voornamelijk senioren die naturist zijn. Naakt is tegenwoordig meer een taboe dan vroeger, iets dat Sanne beaamt. Volgens haar zijn meiden in haar omgeving haar heen ontevreden over hun lichaam en vinden ze het eng om naakt te gaan. ‘De grens om bloot te gaan, ligt voor mij veel lager. Ik doe daar niet lacherig over en ervaar het als iets fijns, niet als iets vies. Naaktzwemmen is bijvoorbeeld echt chill. Ik zou nog steeds rustig naturistisch gaan kamperen.’ Op verzoek zijn de achternamen van de campinggangers weggelaten en is de voornaam Sanne gefingeerd. 

 

Lees meer

Column: Verdomd Veel Vrijheid

Bij alles wat je doet, doe je duizend dingen niet. Met elke keuze die je maakt, sluit je honderd andere uit. Alles is mogelijk: reden tot een depressie of een feestje? Vijf jaar geleden besloot ik om in Nijmegen te gaan studeren, de stad waar ik al sinds mijn tweede woon. De angst om het ouderlijk huis op mijn zeventiende al te verlaten om in een kamer van 8m2 in de Bijlmer te gaan wonen bleek groter dan mijn lust voor avontuur en dus bleef ik hier. Ondanks dat angst een slechte raadgever schijnt te zijn, ben ik nog steeds blij met mijn keuze. Al heb ik over één ding nooit goed nagedacht, totdat ik een baantje kreeg in de horeca: Nijmegen is klein, dus overal zijn bekenden. Ik werk in een café dat voornamelijk wordt bezocht door (semi-)intellectuelen, geitenwollensokkenmensen die Bionade en verse zoethoutthee bestellen en wifi-slurpers met laptops en volgekalkte agenda’s. Nu blijken al mijn oudklasgenoten en docenten van de middelbare school hieronder te vallen. Geen probleem, zou je zeggen, dat is toch juist leuk? Nou nee. Toen ik een brugpieper was droeg ik een klein vierkant brilletje, pluizige haarbanden, en trainingsbroeken van C&A. Met deze binnenkomst stond mijn imago voor de komende zes jaar vast. Ik verliet de middelbare school een halve meter langer, met lenzen, spijkerbroek en laagjes in mijn haar, maar populair was ik er nooit mee geworden. Buiten mijn vaste vriendengroepje, had ik dus op niemand een blijvende indruk achtergelaten, maar dat was nooit iets waar ik van wakker lag. Tot nu. Elk weekend word ik met minstens vier bekende gezichten geconfronteerd, die ik vervolgens weifelachtig glimlachend, op zoek naar een teken van herkenning, hun cappuccino’s voorschotel. Dit teken blijft meestal uit, en dus hou ik mijn mond. Maar laatst was daar mijn lerares Grieks, bij wie ik vier jaar in de klas had gezeten, en nu besloot ik het roer om te gooien. Ze zat alleen achter een waldkornbol met biologische oude kaas: dit was mijn kans. 'Hoi', zei ik, terwijl ik een nieuw glas melk op haar tafeltje zette. 'Geeft u nog steeds les op het Gym?' ‘Uhm, ja. Jij kent mij dus. Maar ik heb jou nooit in de klas gehad toch?’ Zelfs nu ze me recht in de ogen keek, kon ze me niet plaatsen. ‘Jawel hoor’, zei ik vrolijk, ‘Ik ben Loes’. Niets. ‘Loes van Bart’, zei ik, mezelf vervloekend dat ik dit gesprek begonnen was en hopend dat er door de naam van mijn broer te noemen een belletje zou gaan rinkelen. ‘Ooooh, natuurlijk. Loes van Bart. Je bent wel veranderd zeg!’ Wat moet je daarop zeggen? Bedankt, vroeger was ik lelijk en nu niet meer? Ik knikte een beetje en we babbelden nog even verder, waarna ze me beloofde me voortaan te groeten. Whooptidoo! Ik wilde het niet toegeven, maar ergens was ik opgelucht: misschien waren ze me allemaal niet vergeten en ben ik in vijf jaar gewoon ontzettend geëvolueerd. Daar hou ik het maar bij.

 

Lees meer

Enerzijds Anderzijds

De stelling van deze maand: universitaire docenten mogen relaties aangaan met studenten.

Tekst:Tijs Sikma

Dit artikel verscheen eerder in de april-ANS

Steeds opnieuw dwaalt de blik van de docent af naar de mooie jonge vrouw op de eerste rij. Het is duidelijk dat ze elkaar zien zitten. Is het voor hen ethisch om aan hun gevoelens toe te geven? Onlangs verbood Harvard studenten en professoren een romantische of seksuele relatie met elkaar aan te gaan. In Nederland is dit op geen enkele universiteit verboden. In 2013 meldde het universiteitsbestuur van de RU dat docenten zich hebben te houden aan regels van goed werknemerschap, zoals vastgelegd in de wet. Een relatie tussen een student en een docent verbiedt de RU echter nergens expliciet. Is het kwalijk wanneer een docent en een student een relatie aangaan? Of mag niks hen hierbij in de weg staan?

Tim Houwen, universitair docent Bedrijfsethiek aan de RU
‘Een relatie tussen een docent en een student is niet per se verwerpelijk. Iedereen heeft de vrijheid zelf te bepalen met wie hij of zij een relatie aangaat. De voorwaarden zijn natuurlijk wel dat het een gelijkwaardige verhouding is en dat de student meerderjarig is. Docenten moeten er ook open over zijn, maar het is aan de betrokkenen zelf om te kijken hoe ze daarmee omgaan. Dit moet je niet gaan dichtspijkeren met regels. Voor de relatie tussen docent en student zijn er volgens mij voldoende mogelijkheden (studentenpsychologen, vertrouwenspersoon, klachtenprocedure voor seksuele intimidatie, agressie en geweld) om aan de bel te trekken indien er zich ontwikkelingen voordoen die duiden op machtsmisbruik. Als een student een relatie heeft met een docent, zou een andere docent ook de student of het vak bijvoorbeeld kunnen overnemen. Het is immers belangrijk dat de docent een zekere distantie van de student moet kunnen houden. ‘Mijn principiële punt is dat de vrijheid van een individu om zijn levensgeluk achterna te gaan, belangrijker is dan de functie die hij heeft in een organisatie. Als een student en docent beiden verliefd worden is daar niets op tegen. Of dit nou veel of weinig voorkomt, maakt in die zin ook niet uit. Ik vind dat universiteiten terughoudend zouden moeten zijn bij het opstellen van regels bij een privéaangelegenheid. ‘Het is ook niet per se verkeerd als een docent bijvoorbeeld probeert een student te versieren. Het is inherent aan een liefdesrelatie dat mensen elkaar proberen te verleiden. Ik vind niet dat de universiteit hierbij als zedenmeester moet optreden. ‘Een liefdesrelatie hoeft er niet per definitie voor te zorgen dat een werknemer minder goed gaat functioneren. Als een werknemer zijn werk niet goed uitoefent, heb je als werkgever een goed argument om maatregelen te treffen. Dit kan echter door verschillende redenen komen. Of een docent slecht functioneert staat los van de vraag of dit komt doordat hij een relatie met een student heeft.’

Marin Terpstra, universitair docent Praktische Filosofie aan de RU
‘Een docent zou principieel geen relatie aan mogen gaan met een student. Natuurlijk zou je kunnen zeggen dat een specifieke student die een verhouding met zijn docent heeft, overgeplaatst kan worden. Ik vind echter dat een docent zich daar überhaupt niet mee bezig moet houden, net zoals hij niet overmatig gericht moet zijn op geld verdienen of media-aandacht. Dat corrumpeert. ‘Het problematische aan een liefdesrelatie is dat deze exclusief is. Dat tast de onafhankelijke status van de docent aan, doordat de docent extra aandacht geeft aan een student. Als ze openlijk zouden flirten bij een college of hand in hand over de campus zouden lopen, voelen we aan dat daar een grens wordt overschreden. Een universiteit moet erop kunnen vertrouwen dat studenten hetzelfde worden behandeld. ‘Als docenten met studenten een relatie aangaan, levert dit voor de universiteit imagoschade op. De universiteit heeft er belang bij dat ze wordt gezien als een plek waar docenten en studenten een louter functionele relatie hebben. Ik denk ook dat een hoop ouders het niet prettig vinden als docenten en studenten openlijk een relatie aangaan. ‘Een docent verliest aan gezag als iedereen weet dat hij een relatie heeft met een student; dan wordt hij een gewoon mens. Gezag betekent dat je op een bepaalde manier niet benaderbaar bent. Een docent heeft binnen de universiteit niet de rol van zomaar een mens en kan zich ook niet zo gedragen. ‘Heftige emoties zijn niet goed voor het uitoefenen van je vak. Iedere docent moet beseffen dat als hij liefde voelt voor een student er iets problematisch aan de hand is, niet omdat die liefde problematisch is maar omdat die liefde zijn rol als docent problematisch maakt. Relaties tussen studenten en docenten gebeuren nooit openlijk. Dit bewijst al dat het eigenlijk niet de bedoeling is.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de april-ANS.

 

Lees meer

Enerzijds Anderzijds

De stelling van deze maand: Vrijheid in Nederland is een illusie Tekst: Auke van der Veen Dit artikel verscheen eerder in de juni-ANS In Nederland mag je vinden en schrijven wat je wil. Zo plaatste hoogleraar Marcel Wissenburg naar aanleiding van een vleesvrije maandag laatst op Facebook dat hij vond dat de universiteitskantine van de Radboud Universiteit (RU) was overgenomen door nazi’s. De grondwet stelt dat wij dit soort vrijheden hebben en dit recht wordt door velen met hand en tand verdedigd. Aan de wet zitten echter grenzen, want mensen moeten zich ook aan regels houden. Zo werd Wissenburg na zijn opmerking nog op het matje geroepen door de universiteit omdat het bericht schadelijk zou zijn voor het imago van de RU. Andere vrijheidsbeperkingen in Nederland zouden bijvoorbeeld de recente afluisterpraktijken van de AIVD en de verhoogde alcoholleeftijd zijn. Hoe vrij zijn we eigenlijk in onze samenleving? Bepalen we ons eigen leven, of is vrijheid een illusie? Nico van Eijk, hoogleraar Informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam ‘Vrijheid is altijd een illusie. De grondwet geeft heel nauwkeurig aan waar de rechten van burgers en instituten beginnen, maar ook waar deze eindigen. Je kunt bijvoorbeeld niet zomaar iemand vermoorden. Wij hebben in de samenleving dan wel afspraken met elkaar gemaakt waarin we onze vrijheden hebben vastgelegd, maar daar zitten simpelweg beperkingen aan. ‘Op het gebied van privacy kunnen we nog veel vrijer worden dan we nu zijn. Veel Nederlanders denken dat in ons land vrijheid volop aanwezig is, omdat we zoiets als censuur of journalistieke onvrijheid weinig tegenkomen. Toch is er in vergelijking met het buitenland nog veel ruimte voor verbetering. Het is verontrustend dat bijvoorbeeld de privacygevoelige informatie ook direct naar de woningbouwvereniging gaat wanneer iemand anoniem zijn buurman aangeeft omdat deze een cannabisplant op zolder zou hebben. Vandaag de dag zijn dankzij technologische ontwikkelingen zelfs alleen maar meer mensen bezig met het doen van dit soort anonieme aangiftes, ook al zouden we sinds de Tweede Wereldoorlog moeten weten dat dit vrijheidsbeperkende NSB-praktijken zijn. ‘De vrijheid van denken en bewegen in Nederland wordt beperkt doordat je weet dat je permanent wordt gemonitord. Dit komt doordat in Nederland met mass surveillance grootschalig ongericht data mag worden verzameld. Het gaat dan vrijwel uitsluitend om data van onschuldige burgers, zoals bij cameratoezicht op straat. Het feit dat ieders gegevens op elk moment mogen worden verzameld en gebruikt, leidt ertoe dat mensen in de praktijk bepaalde dingen niet meer willen zeggen of doen. Dat zijn zogenaamde chilling effects. Iemand is dan minder vrij omdat diegene bijvoorbeeld geen gevoelige e-mail naar een collega durft te sturen of het idee heeft dat iedere beweging op straat wordt gevolgd en daarom zijn gedrag gaat aanpassen.’ Jean-Pierre Wils, hoogleraar Praktische Filosofie aan de RU ‘Vrijheid is geen illusie. Een illusie zou betekenen dat we in een soort vrijheidsdroom zitten die niets met de realiteit te maken heeft. Dat is niet zo, want je kunt niet zomaar de regering omver werpen. Als zoiets gemakkelijk mogelijk zou zijn, wordt leven in een samenleving totaal onmogelijk. Door de externe beperkingen, die bestaan uit wetten en regels, kunnen we juist een vrij leven leiden, ondanks bijvoorbeeld de toenemende controle van geheime diensten. ‘Burgers onderschatten vaak de vrijheden die ze hebben. Ook al zijn er in Nederland beperkingen die ons niet direct vrijer maken, we wonen niet in China of Rusland. Bijna iedereen zal zeggen dat we in een maatschappij leven waarin de vrijheid van het individu in het algemeen wordt gerespecteerd. In Nederland bestaat er namelijk geen autoritaire, sanctionerende macht die mensen ervan weerhoudt hun dagelijks leven in te richten zoals ze willen, mits ze natuurlijk geen misdaden plegen. ‘Het is niet zo dat wij vandaag de dag minder vrij zijn dan in de jaren twintig of dertig. Toen werden burgers nog volop in hun vrijheid beperkt door controlerende sociale instituties en maatschappelijke rollen. Wij zijn tegenwoordig vrijer, omdat de invloed van bijvoorbeeld religieuze tradities is afgenomen. Ook hebben we veel beter onderwijs gehad en zijn daardoor beter ontwikkeld, waardoor we meer mogelijkheden hebben in ons leven. ‘Zoiets als de NSA beperkt misschien de vrijheid indirect, maar zulke controle weerhoudt je er niet van om vanavond televisie te kijken of morgen te staken als reactie op een besluit van de overheid. In onze samenleving bestaan er namelijk zogenaamde zones van overleg waarin burgers op basis van beargumenteerde communicatie besluiten kunnen nemen. Het bestaan van deze overlegstructuren in Nederland bewijst het bestaan van vrijheid.’ Klik hiervoor de overige artikelen uit de juni-ANS.

 

Lees meer

Gevonden voorwerp

Wie: Jorian (20), derdejaarsstudent Psychologie en reservist bij de Landmacht
Voorwerp: Reservistenbaret

Tekst: Dennis van der Pligt en Annemarie Verschragen
Foto: Mike Ruth

Dit artikel verscheen eerder in de juni-ANS Loop je vaak in je uniform rond?
‘Sinds de verhoogde terreurdreiging geldt er een verbod op het dragen van het uniform buiten dienstverband. Ik draag het dus enkel nog tijdens onze trainingen, ongeveer twee avonden en een zaterdag in de maand. Speciaal voor het interview heb ik vrijstelling aangevraagd.’

gv jorianWaarom ben je reservist geworden?
‘Mijn jongensdroom was om helikopterpiloot bij de Luchtmacht te worden. Tijdens mijn rijlessen ontdekte ik mijn gebrek aan ruimtelijk inzicht. Bovendien was ik terughoudend omdat ik door documentaires die ik over het leger zag, dacht dat ik het werk nooit aan zou kunnen. Uiteindelijk heb ik gesolliciteerd bij het Korps Nationale Reserve, waar je parttime militair wordt. De opleiding ging me goed af. Het meenemen van 60 kilo bagage naar de basis vond ik nog het zwaarst.’

Was dienen in het leger ook een idealistische keuze?
‘Ja. Ik ben christen en moet er niet aan denken dat ik vanwege mijn geloof zou worden vervolgd. Vrijheid is een groot goed dat soms te weinig wordt gewaardeerd en als vanzelfsprekend wordt gezien. Hierdoor krijgen militairen die in Afghanistan alles geven te weinig waardering.’

Hoe rijm je oorlog voeren met je christelijke waarden?
‘Mijn idealen botsen niet. Als reservist bewaken en beveiligen we voornamelijk in Nederland en worden we ingezet bij bijvoorbeeld rampen en ceremonies. De kans is klein dat we daadwerkelijk ons wapen moeten gebruiken. Grappig genoeg noem ik mezelf tot op zekere hoogte een pacifist. Ik ben echter ook realistisch, de opkomst van de Islamitische Staat laat zien dat het hebben van een krijgsmacht noodzakelijk is.’

Moet actieve dienstplicht daarom weer ingevoerd worden?
‘Ja, niet eens zozeer vanwege het defensieve aspect, maar het zou goed zijn voor de samenleving. Als iemand van ons peloton te laat is, wordt iedereen daar op afgerekend. De rest heeft hem dan te weinig gemotiveerd. Op die manier benadrukt het leger structuur, discipline en samenwerking. Dienstplicht zou de samenleving als geheel wat saamhoriger maken. Het zou dan voor zowel mannen als vrouwen moeten gelden.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de juni-ANS.

 

Lees meer