Column: Barmhart

“En het mag ook wel iets minder pretentieus!” Zo luidde een der commentaren op mijn schrijfsels van het afgelopen halfjaar in dit blad. En direct in de tweede zin van dit nederige stukje vergrijp ik me er weer aan: “een der commentaren” had gemakkelijk “een commentaar” of “een opmerking” of “iemand zei die shit tegen me” kunnen zijn. Maar zo schrijf ik dus niet. En dat vindt men niet leuk. Men – en ik hoop zo dat u niet men bent – wil het iets simpeler. Iets meer “in yo face”.

Het punt is niet dat ik dat niet zou willen. Eerder is het zo dat ik het afgelopen halfjaar een aantal andere dingen aan mijn hoofd heb gehad. Geen zorgen, onvoldoende om een psycholoog er door de verzekering kostendekkend onderzoek naar te laten doen, maar toch. Die andere dingen aan mijn hoofd en de ‘verbeterpunten’ voor deze column hebben iets gemeen: ze gaan over een stem. Mijn stem om precies te zijn.

Iedereen is op een bepaald moment in zijn leven op zoek naar zijn stem. De vraag hoe jouw stem in andermans oren klinkt is een fascinerende. Je weet het namelijk nooit precies. Een spiegel verraadt je zelden, maar de stem die je in je eigen hoofd hoort als je praat is het mooiste bedrog dat er op deze wereld plaatsvindt.

Inmiddels ken ik mijn eigen stem een beetje. Hij zingt, hij slaat soms over en hij is volstrekt niet in staat een gemeend harde g uit te spreken. Dat is wat ik weet van mijn stem. En het afgelopen halfjaar heb ik ook geweten wat ik met die stem wilde. Mijn stem moest leiden tot zoveel mogelijk stemmen bij een tamelijk belangrijke verkiezing. Ik wilde uitleggen, ik wilde verklaren, ik wilde laten zien dat ik een sympathieke kerel ben die heel goed u (en als ik u zeg, mevrouw, bedoel ik uiteraard ook uw kinderen en al die generaties na ons) zou kunnen vertegenwoordigen.

Mijn project van het afgelopen halfjaar ging over uw stem. Om daar te komen moest de mijne soms anders klinken dan mijn hoofd wilde. Deze columns waren een mooie uitvlucht, een soort melancholie naar een verloren stem. Als u dit leest, is mijn zoektocht naar uw stem bijna voorbij. Maar in de hitte van de strijd heb ik de mijne gevonden. En die is heel anders dan ik in september gedacht had. Men zal blij zijn.

Tekst: Mark Buck

Bekijk hier de overige artikelen uit de maart-ANS.