Column: Een nieuwe pagina

Ik sta in een klam pashokje in de H&M. Om mij heen kirren moeders tegen tienerdochters, moeders tegen peuterdochters, tienerdochters tegen elkaar en een occasionele tiener tegen chagrijnig kijkende vriendjes. Aan mijn kledinghaakjes hangen wat overduidelijk bijzonder verantwoorde kledingstukken. Vanaf augustus loop ik stage, dus de batmanlegging wordt gedegradeerd tot weekendoutfit. Pastelkleuren en blousjes met en zonder mouwen, dat is de toekomst. Terwijl ik mezelf enigszins argwanend in een zalmroze blouse met streepjes werk hoor ik het meisje in het pashokje naast me met piepende stem de meest gemene dingen zeggen tegen haar kleine zusje. ‘Eigenlijk ben je helemaal niet mijn zusje hè, papa en mama hebben jou geadopteerd.’ Het blijft stil.

‘Ik wil dat je weg gaat. Waarom loop je niet de winkel uit? Dan vindt mama je nooit meer terug en dan zijn er vast andere mensen die je adopteren.’ Nog steeds geen huilende tweede stem. Het kleine zusje is de toespraak schijnbaar gewend. ‘Nou Tamara, dat is niet lief. Je zusje is gewoon je echte zusje hoor.’ Ik stop met mijn blouse dichtknopen. Moeder stond tijdens de hatelijke speech van haar oudste dochter ook in het hokje. Meteen grijp ik mijn agenda uit mijn tas. Die staat vol met halve zinnen en notities voor inspiratie voor columns. Terwijl ik begin met schrijven zie ik dat mijn vorige column ook al over moeder – kind relaties ging. En gluten, maar dat was een zijspoor. Sterker nog, als ik eens terugblader door mijn agenda zie ik dat een groot deel van de onderwerpen die ik zou kunnen behandelen op basis van mijn belevenissen in de H&M al een keertje behandeld zijn. Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Er staat een meisje met een te grote zalmroze blouse waarvan de knoopjes niet helemaal dicht zijn, op een beige broek, die eigenlijk ook te groot is. Twee jaar geleden kocht ik in datzelfde pashokje mijn batmanlegging. In die twee jaar is er heel veel, en ook eigenlijk heel weinig, veranderd. Ik neem een drastisch besluit. De pagina in mijn agenda die vol staat met Mensenkinderen krabbels scheur ik eruit. Het wordt tijd voor een nieuwe bladzijde en een nieuw verhaal. In het hokje naast mij is het kleine zusje inmiddels toch keihard gaan janken. Ik besluit het te negeren. Ik hoef dit verhaal niet te vertellen. In september mag iedereen genieten van een nieuwe insteek. Tot die tijd heeft Mensenkinderen lekker vakantie. Permanent.