[UPDATE] Gij zult niet spijbelen

De verschoolsing slaat definitief toe aan de RU. Ieder college verplicht aanwezig zijn en anders uitgesloten worden van deelname aan het tentamen, dat lijkt tot de mogelijkheden te gaan behoren aan de Faculteit der Letteren. Het faculteitsbestuur wil de aanwezigheidsplicht voor alle werkcolleges ophogen naar 100 procent. Bij het missen van een van die bijeenkomsten kunnen studenten fluiten naar een eindcijfer, aangezien ze uitgesloten kunnen worden van deelname aan het tentamen. Dit plan staat op de agenda voor de volgende Facultaire Gezamenlijke Vergadering (FGV) bij Letteren. Hoe het faculteitsbestuur het precies wil gaan vormgeven is nog niet duidelijk, de stukken worden morgen openbaar. Als het aan het bestuur ligt wordt de regeling zo snel mogelijk opgenomen in de facultaire Onderwijs- en Examenregeling (OER), zodat de volledige aanwezigheidsplicht per 1 september 2012 in kan gaan. Het betreft alleen de werkcolleges, de aanwezigheid van studenten bij hoorcolleges blijft een aangelegenheid van de opleidingen zelf. De Facultaire Studentenraad (FSR) vindt het idee van het faculteitsbestuur veel te streng. 'Dit soort maatregelen werkt langstuderen in de hand. We moeten juist voorkomen dat studenten onnodige vertraging oplopen', aldus Marjolein Verstraten, voorzitter van de FSR. Verstraten verwacht dat de medewerkers in de facultaire medezeggenschap ook negatief tegenover het voorstel staat en hoopt een blok te kunnen vormen in de komende FGV. Of er uitzonderingen mogelijk worden gemaakt met bijvoorbeeld aanvullende opdrachten is nog niet duidelijk. Student die door ziekte een college kunnen missen, hoeven in ieder geval niet te vrezen dat ze uitgesloten worden van deelname. Voor hen zal in de OER wel een uitzondering worden gemaakt. Op 23 maart wordt het voorstel besproken in de FGV. Update: Vandaag zijn de documenten met het voorstel van het faculteitsbestuur openbaar gemaakt. Het plan is een facultaire aanwezigheidsplicht vast te leggen van 100 procent. Wanneer een student hier niet aan voldoet, maar wel minimal 80 procent van de colleges van een cursus heeft bijgewoond, wordt hij uitgesloten van deelname aan de eerste kans van het tentamen of een andere toetsingsprocedure. Bij minder dan 80 procent aanwezigheid wordt de student van beide toetsingsmogelijkheden uitgesloten. De cursus wordt in dat geval doorgeschoven naar het volgende studiejaar. De opleidingscommissies (OpCo’s) hebben verschillend op het voorstel gereageerd. Zo spreken de OpCo’s van Geschiedenis en Engelse taal en cultuur zich sterk uit tegen het plan, terwijl men bij Kunstgeschiedenis de 100 procent aanwezigheidsplicht onderschrijft, maar pleit voor andere sancties in de vorm van compensatieopdrachten. Udate: De 100 procent aanwezigheidsplicht gaat er niet komen. Later vandaag volgt meer, de FGV is nog aan de gang. Het faculteitsbestuur van Letteren heeft in de FGV aangegeven het voorstel niet haalbaar te achten. Doordat de opleidingscommissies en zowel de medewerkers als de studenten in de facultaire medezeggenschap grote zorgen hadden bij het invoeren van een 100 procent aanwezigheidsplicht is het bestuur met een ander voorstel gekomen. Ze willen een 80 procent aanwezigheidsplicht uniformeren voor de hele faculteit. Bij de meeste opleidingen geldt al een dergelijke regeling en de verwachting is dat dit voorstel op minder weerstand zal stuiten. FSR-voorzitter Marjolein Verstraten was zichtbaar opgelucht dat het faculteitsbestuur inzag dat een 100 procent aanwezigheidsplicht geen goed idee was. 'Het is nu even afwachten wat het nieuwe voorstel wordt, maar met een duidelijke hardheidsclausule kunnen we met een verplichte aanwezigheid van 80 procent wel leven.' Op 19 april wordt het in de FGV besproken. Naast het omstreden voorstel werd vandaag ook de eventuele ophoging van het bindend studieadvies (bsa) in stemming gebracht. Doordat twee van de medewerkers samen met de FSR tegen het voorstel stemden om het bsa van 40 naar 45 EC op te hogen, werd het niet aangenomen en overheerst blijdschap bij Verstraten. 'Ik denk dat het faculteitsbestuur had verwacht dat er vandaag anders zou zijn besloten. Er zijn allerlei redenen te bedenken waardoor eerstejaars niet alle studiepunten halen. Een bsa van 40 EC kan voor veel studenten een groot verschil maken. We zien dit als een belangrijke overwinning.'

 

Lees meer

Beste Decanen,

Als hoofd van het faculteitsbestuur ligt de beslissing voor het invoeren van aanwezigheidsplicht in uw handen. In plaats van de colleges interessant en aantrekkelijk te maken, gebruikt u dwang om de zalen vol te krijgen. Stop alstublieft deze schoolse aanpak en geef studenten hun keuzevrijheid terug. Tekst: Marit Willemsen Illustratie: Carmen Groenefelt Dit artikel verscheen eerder in de juni-ANS U zult er inmiddels wel achter zijn dat de aanwezigheidsplicht een impopulaire maatregel is onder studenten. Het is daarom niet gek dat alle studentpartijen op de RU het afschaffen van de plicht expliciet in hun verkiezingsprogramma noemen. Een reden voor de grootse invoer van de verplichte aanwezigheid is simpel. De opgelegde aanwezigheid zou volgens het universiteitsbestuur het studiesucces bevorderen en dus de slagingspercentages van de RU verhogen. In maart 2013 bracht het College van Bestuur (CvB) het rapport Kwaliteit, Binding en Duidelijkheid uit, waarin ook de aanwezigheidsplicht sterk werd aanbevolen. Vraag uzelf echter af of een rendementsregel als deze opweegt tegen de schoolsheid die u afroept over de universiteit. Zie in dat deze maatregel slechts een symptoomaanpak is van het werkelijke probleem: slechte, onaantrekkelijke colleges. De opleidingen en faculteiten kunnen deze ophokplicht stoppen en u bent daarin als hoofd van het faculteitsbestuur een sleutelfiguur. aanwezigheidsplicht Het verplicht bijwonen van colleges en werkgroepen wekt bij menig student op zijn zachtst gezegd irritatie op. Ervoor kiezen om thuis te blijven, ook met goede redenen, heeft namelijk vervelende gevolgen. Is een student te vaak afwezig voor een verplicht vak, dan mag deze de herkansing van het tentamen of het tentamen zelf simpelweg niet maken. Daarmee wordt het alleen maar lastiger om te slagen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van een maatregel die bedoeld is om het rendement te verhogen? U negeert de protestgeluiden door studenten en studentpartijen en inmiddels kent elke faculteit aanwezigheidsplicht bij de werkcolleges. Deze ‘trend’ lijkt bovendien verder door te zetten naar de hoorcolleges. Bij de Faculteit der Letteren geldt al voor een verbazingwekkende 96 procent van alle vakken, ook bij hoorcolleges, een verplichting tot aanwezigheid. Hetzelfde CvB dat de aanwezigheidsplicht zo propageert, heeft gek genoeg geen goed woord over voor verschoolsing op de universiteit. ‘Duidelijkheid is iets anders dan schoolsheid, voorkauwen en teveel bij de hand nemen van studenten’, wordt in het eerder genoemde rapport gesteld. Verder staat er dat een student verantwoordelijk hoort te zijn voor het eigen leerproces en dat studenten samen met docenten afspraken moeten maken over de stof en de verwachtingen van beide partijen, zoals het hoort in een academische omgeving. Het is ongelooflijk dat dit soort uitspraken worden gevolgd door een aanbeveling om de aanwezigheidsplicht in te voeren. Kunt u een dergelijk rapport werkelijk serieus nemen? Een student heeft als volwassen individu een eigen verantwoordelijkheid voor zijn academische vorming en deze wordt door aanwezigheidsplicht compleet teniet gedaan. Het CvB stelt: ‘Uitdrukkingen als ‘school’ en ‘les’ – symbolen voor schoolsheid – horen niet thuis op een universiteit.’ Hoort het afroepen van namen tijdens een werkcollege daar wel bij denkt u? We snappen best dat rendement belangrijk is. Vanuit de overheid is er steeds meer druk op universiteiten en dus ook op u, om studenten snel en succesvol hun studietraject te laten doorlopen. De aanwezigheidsplicht lijkt in eerst instantie een goede oplossing, meer aanwezigheid zou in principe moeten leiden tot hogere slagingspercentages bij tentamens. Denk echter na wat u het liefste op uw conto wil schrijven: 100 procent van de studenten die binnen de voorgeschreven tijd keurig met een diploma de deur uit wandelt of kritische studenten die niet alleen op kwamen dagen omdat het moest. U weet daarnaast heus wel dat verplichte aanwezigheid absoluut niet tot meer betrokkenheid of meer binding leidt, wat het CvB in haar rapport ook beweert. Dergelijke dwang veroorzaakt alleen maar weerstand en een negatieve associatie met de opleiding. Het is daarom de vraag of de student er harder van gaat studeren en of de resultaten daadwerkelijk beter worden. De collegezalen zijn voller, dat klopt. Zijn ze echter gevuld met gemotiveerde en actief participerende studenten? Hoe vaak zien studenten niet iemand die zich beter lijkt te vermaken met Facebook of een complete speelfilm dan met de lesstof? Een student die zich tijdens het college verveelt of meent zijn tijd beter te kunnen besteden, is anderen alleen maar tot last. De sluwere student laat een studiegenoot bovendien gewoon een kruisje achter zijn naam zetten, zodat de schijn van aanwezigheid makkelijk is gewekt. U kunt dit wellicht kinderachtig vinden, maar uw kinderachtige maatregelen werken gelijksoortig gedrag in de hand. De zaken zouden eens moeten worden omgedraaid. Het feit dat een werkgroep of hoorcollege telkens wordt bezet door een handjevol studenten, wil wellicht zeggen dat de stof niet interessant of uitdagend genoeg is. U zou in plaats van een belerende druk opleggen, eens goed moeten kijken naar het desbetreffende college en daarmee de intrinsieke motivatie verhogen. Zorg dat studenten wíllen komen, niet dat ze moeten komen. Beste decanen, de aanwezigheidsplicht doet niets goeds voor de student, de academische vorming, de binding met de opleiding of de intrinsieke motivatie tot studeren. Hopelijk stopt u deze vergaande vorm van betutteling en behandelt u studenten weer als de volwassen mensen die zij zijn. Mensen die de keuzevrijheid hebben of zij hun college bijwonen, of niet. Met vriendelijke groet, ANS Klik hiervoor de overige artikelen uit de juni-ANS.

 

Lees meer

USR: bestuursfunctie is een legitiem excuus

Geen 'Sorry, de brug stond open', maar 'Helaas, ik heb bestuursverplichtingen'. Als het aan de Universitaire Studentenraad (USR) ligt, wordt het vervullen van een bestuursfunctie universiteitsbreed een legitieme reden om aanwezigheidsplicht te ontlopen. Bovendien moet het voor bestuurders makkelijker worden om te wisselen tussen werkgroepen. Dat stelt het medezeggenschapsorgaan in een korte, adviserende notitie. Het is voor studenten vaak lastig om tijdens hun bestuursjaar de nodige EC te halen binnen het eigen curriculum: door aanwezigheidsplicht en vaste werkgroepen, moeten zij vaak uitwijken naar flexibelere vakken met minder relevantie voor hun eigen studie. Om onduidelijkheid te voorkomen, adviseert de USR bovendien om een bestuursfunctie in Osiris zichtbaar te maken voor de docent. Met de notitie wil de USR haar visie duidelijk maken op de interpretatie van Regeling FOndS - waarin de bestuursbeurzen worden geregeld. Binnenkort moeten het College van Bestuur en de USR weer in onderhandeling: de huidige regeling loopt dit collegejaar af en dus moet er een nieuwe regeling komen. Daarnaast zou er nog wel wat meer waardering mogen komen voor bestuurswerk, aldus de USR. Studieadviseurs moeten ambitieuze studenten stimuleren en de Week van het Studentbestuur moet niet enkel vanuit de studenten zelf komen. Je hoort het: dit jaar mogen de hoogleraren en docenten de windmolentjesover de campus verspreiden.

 

Lees meer