[Ingezonden] Meerkeuzetentamens pure gemakzucht

Wat is een complicatie voor obesitas? a.) Pseudofolliculitis barbae (irritatie door scheren) b.) Infertiliteit (onvruchtbaarheid) c.) Priapisme (langdurige erectie zonder seksuele prikkel) d.) Pigmentatie van de iris Een fictief voorbeeld, maar toch het had zo in een geneeskundetentamen kunnen staan. Een meerkeuzevraag waarvan je een of meer antwoorden al direct kunt afstrepen omdat ze nergens op slaan. Obesitas heeft natuurlijk geen enkel effect op de pigmentatie van je iris, dat kun je ook zonder de stof te kennen wel bedenken. Volstrekt onlogisch, vooral kijkende naar de andere antwoordmogelijkheden. Dit is natuurlijk mooi, want de kans op een goed antwoord door te gokken is dankzij dit geintje geen 25 maar 33 procent. Wel jammer dat je nu misschien het tentamen haalt zonder de stof voldoende te kennen. Meerkeuzevragen zijn niet meer weg te denken uit tentamens. Sommige vakken worden volledig met meerkeuzevragen getentamineerd. Fijn, zul je waarschijnlijk denken – met een meerkeuzetentamen ben je sneller klaar, krijg je geen kramp in je polsen en het is vaak nog makkelijker ook. Ware het niet dat we ook iets willen leren aan de universiteit. En leer je nu daadwerkelijk iets van filosofie en theoretische onderwerpen door niet meer te doen dan letterlijk kennis te reproduceren? Meerkeuzetentamens zijn vaak geen adequate academische toetsing. Om te laten zien dat je een theorie kent moet je deze in een schriftelijk antwoord correct kunnen toepassen op een casus. Dat kan niet via meerkeuzevragen. En al helemaal niet als deze zo banaal simpel zijn dat je de helft van de antwoordmogelijkheden op basis van algemene kennis al kunt negeren. Zo stond er onlangs een meerkeuzevraag over cookies in een tentamen Communicatiewetenschap, waarbij één van de antwoordmogelijkheden was dat je er dik van wordt. Wat leert een student nou precies van dit soort vragen? Een veel betere test van zijn kennis is het voorleggen van een casus en vervolgens vragen deze vanuit diverse theoretische invalshoeken te bekijken. Dat vereist écht denkwerk en een diepere kennis van de stof. Dat meerkeuzetentamens onwenselijk zijn weet de universiteit ook wel. Maar wegens tijdsgebrek kan het niet anders, aldus een hoogleraar in de laatste ANS. Een meerkeuzetentamen nakijken gaat nu eenmaal sneller dan het doorlezen van vijf A4’tjes per student. Gezien de groeiende studentenaantallen is het niet onbegrijpelijk dat er minder nakijkuren per student beschikbaar zijn, maar is dit een acceptabel excuus? In de hoge werkdruk die docenten ervaren spelen natuurlijk nog meer zaken mee, zoals de beschikbaarheid van (ondersteunend) personeel en de tijd die verdeeld moet worden over onderwijs en onderzoek. De kwaliteit van tentaminering mag echter niet lijden onder de werkdruk. AKKUraatd vindt dat financiële overwegingen geen invloed mogen hebben op de kwaliteit van onderwijs en tentamens. Zijn meerkeuzetentamens dan per definitie fout? Nee. Er zijn best vakken denkbaar waarbij meerkeuze een logische en geschikte vorm van toetsing is. Maar dan moet dát ook het criterium zijn, en niet de vraag hoeveel tijd of geld je ermee kunt besparen. Dat dit wel gebeurt, is het zoveelste voorbeeld van hoe de doorgeslagen focus op rendement ten koste gaat van de kwaliteit van onderwijs. En áls er dan meerkeuzevragen worden gesteld moeten ze ook daadwerkelijk nadenken vereisen. Merk je dat bij jouw opleiding te makkelijke meerkeuzententamens worden gebruikt, laat het dan weten! Zet het in de onderwijsevaluatie, laat het je opleidingscommissie (OLC) weten, of meld het aan ons! AKKUraatd zet zich in voor een goede tentaminering, waarbij kwaliteit voorop staat. Yurre Wieken en Rolf de Rode zijn lid van studentenfractie AKKUraatd

 

Lees meer

AKKUraatd en asap over onderwijskwaliteit

Vorige week lieten studenten in de Volkskrant hun mening horen over het hoge aantal studenten, luie studenten en de zesjescultuur. Allemaal zijn ze het over één ding eens: de onderwijskwaliteit is onvoldoende. Wij vroegen de twee medezeggenschapsfracties van de Radboud Universiteit, AKKUraatd en asap, naar hun mening over het hoge aantal studenten. 'Er moet iets gedaan worden aan het aantal studenten om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.' AKKUraatd: De kwaliteit van onderwijs ligt aan andere factoren dan het aantal studenten en bovendien moet juist zo’n belangrijk goed als onderwijs toegankelijk blijven voor iedereen. Dat de toegankelijkheid van het onderwijs ook zorgt voor ongemotiveerde studenten zullen we niet ontkennen, evenmin dat de druk om snel af te studeren steeds groter wordt. De rendementsmaatregelen die vanuit Den Haag worden opgelegd, maken het voor studenten vooral belangrijk om het BSA te halen en te ontkomen aan de belemmeringen van de harde knip of de torenhoge schulden. Dit komt vooral de extrinsieke motivatie ten goede en vraagt van docenten om hun vakken zo vorm te geven dat studenten in hapklare brokken voorgeschoteld krijgen wat zij moeten leren. Dit vormt een aanslag op de studielast en moeilijkheidsgraad van de opleidingen. Kwalitatief goed onderwijs komt tot stand door een wisselwerking tussen docent en student. Het passief opnemen van feiten is immers niet motiverend en zal ook niet de actieve, competente en kritische studenten voortbrengen die een universiteit tot doel heeft. Studenten dienen een onderzoekende en vragende rol te spelen en het onderwijs moet daartoe uitdagen en stimuleren. Alleen op die manier kunnen we volwaardige academici voortbrengen die hun titel verdienen. asap: Maartje ter Horst stelt in de Volkskrant dat de kwaliteit van het universitair onderwijs achteruit holt. Onderwijsscores van Nederlandse universiteiten liggen ver onder het Europese gemiddelde. Oorzaak hiervoor is volgens haar het explosief gestegen aantal studenten. Volgens asap ligt het probleem niet in het aantal studenten, maar in de nieuwe trend van verschoolsing. Dit betekent dat universiteiten, zoals de Radboud Universiteit, steeds meer verplichtingen invoeren voor studenten. De invoering van het Bindend Studieadvies (BSA) en verplichte aanwezigheid bij colleges zijn voorbeelden hiervan. Dat leidt ertoe, dat studenten minder zelfstandig worden. Verschoolsing zorgt voor een lagere kwaliteit van het onderwijs, omdat dit soort maatregelen studenten ervan weerhoudt een academische grondhouding aan te leren en studenten niet stimuleert om vanuit intrinsieke motivatie alles uit zichzelf te halen. Daarbij worden ze ook nog als middelbare scholier behandeld. Het resultaat: studenten studeren in minimale tijd af, maar komen vervolgens niet aan een baan. Universiteiten zouden stappen terug moeten nemen in deze trend, zodat een meer academisch klimaat kan ontstaan, wat uiteindelijk zal leiden tot een kleinere omvang van het aantal studenten. Wanneer er geen tijd meer wordt verspild aan de naleving van deze regelgeving, kan de universiteit zich weer meer richten op de inhoud van het onderwijs.

 

Lees meer