ANS luistert: De Staat - Vinticious Versions (2014)

Iedere week belicht ANS-Online een plaat die op kantoor wordt grijsgedraaid. De ene keer een golden oldie, de andere keer überhippe kutmuziek. De Staat - Vinticious Versions (2014) De nieuwe EP van de Nijmeegse band De Staat is uit. Op Vinticious Versions worden de oude nummers van de band in een nieuw jasje gestoken, over de oorspronkelijke nummers is een jaren zestig en zeventigsausje gegoten. Zo is het nummer Sweatshop een stuk minder up-tempo door een vertraging. Ondanks dat blijft de muziek dansbaar, wel zijn andere bewegingen vereist om het er niet gek uit te laten zien. Ook het lied Get It Together klinkt wat liever en softer dan de originele versie. Wanneer je de acht nummers van de EP achter elkaar luistert, lijk je in een soort trance te komen. De plaat klinkt heerlijk terwijl je onderuitgezakt op een stoel bijkomt van de drukke dag.

 

Lees meer

ANS luistert: Project Bongo - Dancing Monkey (2014)

Iedere week belicht ANS-Online een plaat die op kantoor wordt grijsgedraaid. De ene keer een golden oldie, de andere keer überhippe kutmuziek. Project Bongo - Dancing Monkey (2014) Deze veelbelovende band stond eerder dit jaar op Sziget, maar is nog niet echt doorgebroken in Nederland. De muziek van het kwintet ligt goed in het gehoor, maar is niet veel nieuws onder de zon. Op het ANS-kantoor wordt meerdere keren gezegd, zonder dat mensen het van elkaar weten, dat de muziek lijkt op die van de Crystal Fighters. De dansbare Indie Pop helpt ook voor de concentratie tijdens het studeren, de herkenbare sound verandert door de nummers nauwelijks waardoor je amper merkt dat er een nieuw nummer is gestart. Op het album staan zes nummers, kwaliteit boven kwantiteit. Het eerste nummer, Noëlle, vind ik zelf het leukst. Het is een wat zwaarder nummer wat het unieker maakt dan de rest van het album. Het titelnummer van de plaat is voor mij iets te vrolijk maar heeft wel hitpotentie. Evy van der Aa. Donderdag speelt de band op Popronde. Klik hier voor het archief van de ANS luistert.

 

Lees meer

ANS luistert: Sväva - We Have Just The Life We Want (2014)

Iedere week belicht ANS-Online een plaat die op kantoor wordt grijsgedraaid. De ene keer een golden oldie, de andere keer überhippe kutmuziek. Sväva - We Have Just The Live We Want (2014)' De kans is niet heel groot dat je deze band uit het hoge noorden - lees Leeuwarden - kent, aangezien ze nog niet lang in actie zijn. Wat ik voor het eerst op het Stukafest Nijmegen zag, is echter veelbelovend, net als de debuut-EP We Have Just The Life We Want dat in 2014 uitkwam. Sväva maakt muziek van het genre dreampop: prachtige melodieuze klanken en gitaarrifs worden ondersteund door heerlijke roffelende drums en de aparte stem van leadzangeres Bente. Ik kan bij de liedjes echt wegdromen, maar het album is absoluut niet zweverig of saai te noemen. Van 'achtergrondmuziek' is ook geen sprake. Zo eist Halycon Days echt de aandacht op en kun je het zoals elk nummer op de plaat steeds opnieuw luisteren om nieuwe dingen te ontdekken. Jammer dat de EP maar vier nummers bevat, dit voorproefje smaakt zeker naar meer.

 

Lees meer

Automatic Sam: 'Winterdepressie doen we niet aan'

In het kader van het Wintertuinthema ‘licht’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Ditmaal: Automatic Sam. De jongens van Automatic Sam timmeren al een tijdje aan de weg. Na hun eerste album Texino uit 2011 is er dit jaar de opvolger Sonic Whip. Tussendoor hebben de heren niet stil gezeten, ze traden op bij onder andere de Zwarte Cross en De Affaire. Gisteravond brachten ze een psychedelische show op het Wintertuinfestival: voor Poetracks hebben ze het gedicht 'Wildverband' door Joke van Leeuwen vertaald naar muziek. Vijf vragen in het thema van dit festival: 'Het leven is al zwaar genoeg, laat de literatuur licht zijn.' Tekst: Loren Brouwers en Janna Gerrits Foto: Anouk van Tiel Hebben jullie liever licht of donker? Pieter: 'Dan ga ik toch voor donker, voor de muziek.' 'Soms doen we het licht uit als we repeteren. We kunnen bepaalde liedjes blind spelen. Je zit er soms een vakje naast, maar dat is ook wel leuk,' vult Erik aan. Pieter gaat door: 'Het zou ontzettend leuk zijn om op te treden als het volledig donker is. Aan de andere kant is licht ook wel onmisbaar nu de dagen zo kort zijn.' Toch verpest het donker de sfeer volgens Erik niet. 'Winterdepressie doen we niet aan, dat is de weekendroker onder de geestesziekten.' Wat kan volgens jullie het licht niet verdragen? 'Geen idee eigenlijk. Racisme? Of donker, dat kan het licht ook niet verdragen! Natuurlijk ook dat geouwehoer over Zwarte Piet,' zegt Jim. Erik is het daarmee eens: 'Dat zijn we helemaal zat, ook al beginnen we er nu wel weer over.' 'Camouflagebroeken, daar kan je echt niet mee naar buiten,' stelt Rense. Als laatste heeft ook Pieter een mening: 'Oneindigheid, daar word je helemaal naar van. Als je daar een avond over nadenkt, dan kan je de slaap niet meer vatten.' Waarom verdient jullie werk het om in de spotlights te staan? Pieter: 'Het is niet echt aan ons om daarover te oordelen. Wij maken gewoon muziek en het is leuk als het in de spotlights komt te staan.' Erik knikt. 'Zelf vinden we ons werk mooi, maar dat kunnen we niet van een ander eisen,' zegt hij. 'Ons werk is wel oprecht ofzo, we zitten hier niet de stoere rockband uit te hangen,' gaat Pieter verder. 'Het is echt wie we zijn en je hoort ons vieren samenwerken.' Dat is volgens Erik ook terug te zien in het optreden bij Poetracks: 'Vanavond wilden we ter plekke kijken wie wat zou spelen. Zo hadden we het gedicht ook geïnterpreteerd, daarvan is de laatste regel: "En bijna paste alles bijna prachtig." Dat hebben we in klank proberen te vertalen.' Wanneer tastten jullie voor het laatst in het duister? 'Rense tast compleet in het duister als hij naar Arnhem moet rijden. Eigenlijk niet eens per sé naar Arnhem, maar Rense weet nooit de weg. Hij moet wel de chauffeur zijn, want hij komt helemaal uit Zwolle,' aldus Erik. Pieter vult aan: 'In het duister tasten doen we verder niet zoveel, het boeit ons gewoon niet als het een rotzooi is. Rommel is leuker dan structuur. Als we op tour gaan moeten we vaak op de dag van vertrek nog de bus regelen. Soms denk je: "Wat een teringzooi", maar dat denken we eigenlijk elke week.' Waar hebben jullie een zwaar hoofd in? Pieter kijkt moeilijk. 'Ouderdom, omdat je dan zo weinig hebt om naar uit te kijken. Je zit gevangen in de tijd en je kunt het roer op een gegeven moment niet meer omgooien. Als het je supervet lijkt om te leren schilderen dan ben je de pijp uit voor je er goed in bent,' zegt hij. Erik: 'Ik snap ook geen hol van oorlog. Het is van alle tijden en het lijkt nooit meer weg te gaan, maar ik vind het onzin dat mensen een acht meter hoge muur bouwen zoals bij de grens van Israël en Palestina. Het is daar een dikke teringzooi. Je moet niet aan iemands vrijheid zitten, laat elkaar gewoon met rust.' Pieter is het daarmee eens. 'Volgens mij zijn we te liberaal voor de rest van de wereld,' zegt hij. 'Je moet kunnen doen waar je zin in hebt. Die interviews worden we trouwens ook wel zat.'

 

Lees meer

Help Bertus aan een platencontract!

Opeens wist ik het. Ik word muzikant. Muziek maken met scherpe teksten en dan op Pinkpop staan, of in Hyde Park. Optreden voor duizenden mensen die mij allemaal geweldig vinden. En dan doen alsof ik heel normaal ben gebleven terwijl het natuurlijk keiharde autofellatio is; iedereen krijgt een hard plassertje van een groot publiek dat je naam scandeert. ‘Ber-tus, Ber-tus, Ber-tus!’ ‘We’ve got a ‘Huid’, we’ve got a ‘Schuiver’, Huid-schuiver!’ Brrr, kippenvel. Ik speel in een bandje. We coveren vooral nummers van de Red Hot Chili Peppers en de bandleden zijn allemaal piloten, op mij na. Ik vlieg niet maar ik ben wel een laagvlieger, ik doe een rare studie en ik schrijf stukken waar ik niet voor betaald krijg. Zij zijn hoogvliegers, zij verdienen bakken met geld en mogen de meerderheid van de tijd een beetje naar buiten gluren als ze boven de de grote plas vliegen. Als we niet spelen, serveer ik de jongens bier in de kroeg. Eigenlijk ben ik de keiharde outsider van de band, en ook nog eens de gitarist. Gitaristen zijn over het algemeen lui, aandachtvragerig en ze forceren ruzies. Bovendien hebben ze vaak één of andere verslaving. John Frusciante van de Peppers, Jimi Hendrix en Stevie Ray Vaughn zijn mijn muzikale voorbeelden.  Zij scoorden op het gebied van verslavingen een ruime voldoende. Een illuster gezelschap waar ik mij ook onder mag scharen als ik eenmaal bekend ben, mits ik wat vaart maak met mijn drugs en alcoholverslaving. O, en misschien moet ik nog iets aan mijn gitaarspel schaven. Ooit, ooit sta ik daar in Hyde Park of op Pinkpop. Nu ik vakantie heb, heb ik de tijd om een en ander te overdenken. Introspectie, zelfreflectering en dat soort gare termen. ‘Wat wil ik eigenlijk met mijn leven?’ Wil ik nog een jaar studeren, nu ik de bachelor heb afgerond? Of ga ik als één van de 800 reageren op een vacature, voor een leertraject van een jaar? En daarna? Introspectie, ik begin er niet meer aan. Man, wat werkt dat verlammend op je keuzegedrag. Toen ik gisteren ging oefenen met m’n bandje dacht ik: eigenlijk is dit het leven. Bier drinken met de jongens, slap ouwehoeren over zaken waar we geen verstand van hebben en een beetje rammen op instrumenten. In een schuur. Als ik dat nou betaald kan doen, optreden over de hele wereld terwijl alles voor je wordt geregeld en ik lekker bier mag drinken, dat zou fantastisch zijn. Lange termijn plannen maak je niet, want een creatieve artiest overlijdt op z’n 27eaan een cocktail van drank, pijnstillers en heroïne. Wat een heerlijk vooruitzicht: ik word in no time steenrijk maar ik geniet er niet van en dan ik ga veel te vroeg dood. Dat mensen op m’n begrafenis zeggen: ‘Zo zonde. Hij had nog zo veel te geven’, terwijl dat natuurlijk volstrekte onzin is. Misschien was ik wel gewoon  klaar op m’n 27e en ging ik mezelf daarna alleen maar herhalen. Wereldfaam dus. Kinderlijk naïef zegt u? Vergeleken met de baankansen voor pas afgestudeerden in mijn vakgebied is het een heel weloverwogen keuze. Tot ziens op Pinkpop. Als ik dat eenmaal bereikt heb, dan hang ik mijn pen voorgoed aan de wilgen. Alle reden dus om mijn toekomstige platen tegen betaling te downloaden!

 

Lees meer

Kaf en Koren #3: de techniek voor het talent

Negen bands strijden in de negentiende editie van Kaf en Koren voor de titel ‘Beste studentenband van Nijmegen’. ANS brengt je alle ins and outs van het festival. Vandaag: Wie draait er aan de knoppen? Drie bandjes moesten gisteravond nog laten zien wat ze in huis hadden bij de laatste voorronde van Kaf en Koren. Vlak voor aanvang stond het Cultuurcafé nog niet helemaal vol, maar de organisatie was er wel helemaal klaar voor. Organisator Maartje van Merwijk: ‘Bij deze derde voorronde weten we precies hoe alles werkt. Het is erg jammer dat we al over de helft van deze wedstrijd zitten terwijl we er al zo veel maanden mee bezig zijn. Maar het voelt goed vanavond en wij hebben er zin in!’ De technici lijken te hebben geleerd van de harde muziek van de vorige rondes, of hebben irriterende koppijn aan hebben overgehouden. Het geluid klinkt dit keer een stuk zachter. Prettig voor onze oren, minder voor de kwaliteit van de stevige rockband Local Clown. Een goed instrumentaal spel laten ze horen, maar ze weten niet de totale aandacht van het publiek voor zich te winnen. De band die dit wel kan en uiteindelijk de titel van Kaf en Koren 2013 wordt gegeven, zal naast een microfoon, een fotoshoot en een optreden 3voor12 Clubavond in Merleyn ook een bandcoaching ontvangen onder leiding van muziekcoach Martijn Crama. Hij staat de jonge talenten met groot genoegen op te wachten: 'Wat ik ga doen met de winnaar is ze eens goed bij de kloten pakken. De vraag waarop ik antwoord wil hebben van de band is: waar zijn jullie godverdomme helemaal mee bezig?' Naast tips over de aanpak, zal Crama ook ervaringen delen en ze helpen een release plan op te zetten. Ondertussen begint The Sausage Party aan hun onontkoombare optreden. Een dildo dient als microfoon en de zanger trekt van leer in een roze morphsuit. Verrassend voor het publiek, maar ook de organisatie staat verwonderd aan de zijlijn. ‘De demo’s die per band worden ingestuurd zijn goed beluisterd, maar er is dan nog geen gezicht gevormd bij de band. Op het podium zien wij ze voor het eerst in het echt’, verklaart Maartje. Na een lange en nonchalante soundcheck van Juicy Flavour, maken ze hun houding goed door een lekker en warm optreden te geven. Wanneer het publiek als een saamhorig gezelschap met elkaar gaat dansen, mogen de heren zich dan ook verdiend scharen naast Wolves Dressed in Sheep, Rectum Raiders en Sane als de vier grote finalisten. De aankomende Roos van Nijmegen zorgt ervoor dat we nu een pauze van twee maanden moeten overbruggen voordat de finale plaatsvindt. ‘Kan er nog even goed geoefend worden’, zegt organisator Lotte Hoving knipogend. Op naar het echte werk op woensdag 22 mei in Doornroosje. Foto's: Felix Wagner

 

Lees meer

Straatklinkers

Vluchtende vrouwen en stijve tepels, een kleine greep van wat je tegenkomt als je in Nijmegen straatmuziek maakt. ANS volgt de studentenband Lippu en ontdekt zo het straatmuzikantenleven in Nijmegen. Tekst: Bas Dikmans en Annemarie Verschragen Illustratie: Sanne Reckman

Dit artikel verscheen eerder in de december-ANS

‘Tering, het is koud’, roept Ruutger Lenzen (26), zanger van de studentenband Lippu. In het centrum van Nijmegen, op de kruising tussen de Marikenstraat en de Burchtstraat, maakt de band zich klaar voor een middag straatmuziek. Op zaterdag is het primetime in Nijmegen, de straatmuzikanten variëren van studenten die een zakcentje willen bijverdienen tot een accordeonist van middelbare leeftijd uit Macedonië. Vandaag is het echter een grauwe vrijdag en op twee verkleumde vioolmuzikanten op Plein ’44 na is het rustig in de stad. Zelfs het welbekende tamboerijnvrouwtje is thuis gebleven. Met de donkere dagen op komst gaat ANS op zoek naar de doorgewinterde straatmuzikanten in Nijmegen. Hoe ervaren zij het spelen op straat en worden ze gewaardeerd door het Nijmeegse publiek? Met Lippu neemt ANS de proef op de som. Hoe klinkt onze binnenstad?

Vluchtende vrouwen
Lippu is een vijfkoppige Nijmeegse studentenband, bestaande uit bassist Anton de Hoog (23), gitaristen Sebastian Tiesmeyer (24) en Ralf Kooken (19), drummer Tuur van den Eijnde (20) en frontman Lenzen. De groep maakt energieke nederpop met teksten die variëren van zoetsappig vrolijk tot superserieus. Bij de Marikenstraat wordt het bandlogo op de grond gelegd en begint het inspelen. De kou heeft duidelijk effect op de muzikanten. ‘Ik krijg er stijve tepels van’, roept Lenzen terwijl hij in zijn handen wrijft. Het plan wordt opgevat om bij de overvolle bushalte van de Burchtstraat een serenade te brengen aan wachtende vrouwen. ‘Ik wil je hebbe, hebbe’, zingt Lenzen. Dit is geen succes: binnen 10 seconden is het bushokje leeg. De 2 meter lange zanger blijkt iets te imposant voor de gemiddelde buspassagier. Ondanks de vluchtende vrouwen is het gewoon toegestaan om bij de bushalte te spelen. ‘Een paar jaar geleden moest je bij het politiebureau een vergunning aanvragen om op straat te spelen, dat is nu niet meer nodig’, vertelt doorgewinterd straatmuzikant Jaron Tripp (30). Elke week speelt hij de hang, een soort steeldrum. Muziek maken is zijn beroep, naast gewone optredens verdient hij vooral geld door het spelen en het verkopen van cd’s op straat. Het feit dat je geen vergunning nodig hebt, betekent echter niet dat je overal kunt spelen. Je mag bijvoorbeeld niet langer dan een half uur op dezelfde plek of bij de ingang van een winkel vertoeven. Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen, benadrukt dat deze regels bedoeld zijn om overlast te beperken, maar hij is wel blij met de muzikanten. ‘Straatmuziek hoort bij een stad van onze grootte, het geeft kleur en levendigheid aan het centrum.’ Tripp staat wel bij een winkel, desondanks krijgt hij veel positieve reacties en ligt er minimaal 50 euro in de koffer voor hem. Lippu trekt zich dan ook niet zoveel aan van de regels en begeeft zich, in de hoop om nog wat geld te verdienen, naar de grootste winkelstraat.

Straatklinkers

Hang naar echtheid
Volgens Vincent Meelberg, universitair docent Algemene Cultuurwetenschappen, is de interesse voor straatmuziek niet vreemd: ‘We hebben in onze samenleving een hang naar echtheid, je hoort tijdens het winkelen vooral ingeblikte muziek uit de radio. Straatmuziek is dan een welkome afleiding.’ In de Broerstraat blijven inderdaad veel mensen staan kijken, opvallend genoeg vooral pubermeisjes. ‘Ik merk dat vooral meiden tussen 15 en 22 jaar en vrouwen in de menopauze blijven staan,’ zegt Lenzen verwonderd. Als de muzikanten het nummer Wil ze me nou wel of wil ze me nou niet zingen, roept een meisje grappend: ‘Natuurlijk willen wij mannen die zulke muziek maken.’ Door de afwezigheid van Floris Gravendaal (33) heeft Lippu alle ruimte in de Broerstraat. Hij laat hier elke zaterdag klassiekers als Malle Babbe uit zijn draaiorgel klinken en beaamt dat hij veel waardering krijgt van het winkelend publiek. ‘Doordat steeds meer mensen online winkelen of alleen een pinpas bij zich hebben, wordt het wel steeds moeilijker om rond te komen’, zegt hij enigszins teleurgesteld. Helaas moet ook de band concluderen dat de mensen de hand op de knip houden. De inkomsten in het centrum: 0 euro.

Pianoplezier
De recentelijk verschenen piano op het station biedt een goede mogelijkheid om warm en droog te jammen. Volgens Meelberg is deze plek ideaal: ‘Mensen voelen hier minder gêne om te luisteren, omdat ze toch staan te wachten en niet het gevoel hebben dat ze geld moeten geven.’ Het publiek bestaat hier dan niet alleen uit meiden, maar varieert van dansende dronkenlappen tot chagrijnige conducteurs, die het ook niet kunnen laten om met de heupen te wiegen. Lenzen leeft op door de enthousiaste reacties van het publiek: ‘Het is geweldig om te zien wat onze muziek met mensen doet, op straat sta je veel dichter bij het publiek.’ Dat ze al een halfuur worden gevolgd door twee aangeschoten mannen werkt bij de band vooral op de lachspieren. Om de dag compleet te maken springt bij het laatste nummer iemand vanuit het publiek naast de zanger en begint luidkeels mee te zingen. Op het einde van de dag houdt Lenzen semi trots een euro omhoog, ‘de interactie met het publiek is het belangrijkst, nu maar hopen dat dit likes oplevert.’

In dit filmpje van de Facebookpagina Buiten Spelen speelt de band Lippu op het station van Nijmegen.

Klik hier voor de overige artikelen uit de december-ANS.

 

Lees meer

Wie zijn het kaf en het koren? - Ohlsen

Eind mei vindt de finale van de Nijmeegse studentenbandwedstrijd Kaf en Koren plaats. ANS maakt kennis met de vier finalisten in aanloop naar het slotstuk in poptempel Doornroosje. De muzikale formatie Ohlsen, een van de vier finalisten, bestaat uit Jens van de Meulenhof (21), Jurian ter Horst (22) en Tjeu Mutsers (21). ANS sprak met zanger en gitarist Jens van de Meulenhof. Tekst: Evy van der Aa Foto: Nadia ten Wolde Hoe is Ohlsen ontstaan? ‘We kennen elkaar al vanaf groep 3 en in groep 8 bleek dat we dezelfde muziek leuk vonden. Toen was dat punkrock á la Blink 182 en Sum 41. De band is in 2006 opgericht, dus inmiddels spelen we alweer bijna 10 jaar samen. De eerste jaren speelden we covers van onder andere Greenday, maar kregen op zeventienjarige leeftijd meer interesse in Britse muziek Die muziekstijl gaat meer de indiekant op en wijkt dus af van de tienerachtige emotionele poppunk die we daarvoor maakten. Nu spelen we vooral eigen nummers.’ Beschrijf jullie muziekstijl eens. ‘Ik zou onze muziek omschrijven als een combinatie van warme, catchy indie-rock en pop. Het is voor ons belangrijk dat de muziek dansbaar is. Je moet los kunnen gaan, dat hoort bij Britse indie. Dat proberen we in onze muziek uit te dragen, omdat dat ons alle drie aanspreekt. Hoe komen jullie nummers tot stand? ‘Soms zit ik op de fiets en heb ik ineens een melodielijn in mijn hoofd. Helaas lukt het me bijna nooit om dat te onthouden. Nieuwe nummers komen dan ook vrijwel altijd voort uit repetities, als we samen spelen of wanneer ik gewoon mijn gitaar oppak. Dan zijn we gewoon aan het jammen en zegt een van ons ineens dat het vet klinkt. Daar proberen we dan iets uit op te bouwen. De teksten schrijven we er later bij. In principe zorgt de rest van de band dat zij de week na de jamsessie de melodielijn onder de knie hebben en verzin ik de teksten. Onze nummers zijn meestal licht, want we hebben geen last van liefdesverdriet, waar de meeste muzikanten over schrijven. Ik ga geen zware verhalen zingen, dat pas ook helemaal niet bij ons. We zingen over de basisdingen in het leven, zoals over een fucking vette tijd met vrienden op vakantie.’ Wat is het gekste dat jullie op het podium hebben meegemaakt? ‘Laatst zat er een man met een gekleurde poncho en een sombrerohoed bij ons op het podium. Volgens mij had hij zelfs klompen aan. Ik weet niet waarom hij daar zat, maar hij bleef daar een kwartier zitten en verliet daarna het podium. Dat was wel heel opmerkelijk.’ Jullie muzikantenleven zal niet alleen over rozen gaan? ‘Het is moeilijk om als onbekende band optredens te krijgen. Wij komen uit de buurt van Eindhoven. Deze stad wordt ook wel eens Rockcity genoemd, maar dat valt voor ons tegen. Je moet veel spelen om boekingen te krijgen en dat lukt niet altijd, omdat we alle drie veel tijd kwijt zijn aan school, stages en hobby’s. Hier in Nijmegen gaat het ons een stuk beter af. Doordat we meedoen aan de Roos van Nijmegen en Kaf en Koren, hebben we meer optredens kunnen regelen. Daarnaast blijft het opbouwen en afbreken van je spullen een kutklus, maar dat hoort er helaas bij.’ Via deze linkkun je luisteren naar de muziek van Ohlsen.

 

Lees meer

Wie zijn het kaf en het koren? - The Mothmen

Eind mei vindt de finale van de Nijmeegse studentenbandwedstrijd Kaf en Koren plaats. ANS maakt kennis met de vier finalisten in aanloop naar het slotstuk in poptempel Doornroosje. De muzikale formatie The Mothmen, een van de vier finalisten, bestaat uit Erik Muijsenberg (27), Peter Muijsenberg (31) en Mike Peeters (22). ANS sprak met de zanger en gitarist Peter Muijsenberg. ‘Onze songteksten gaan allemaal over spookverhalen, cryptozoölogie en ufo’s.'

Tekst:Tijs Sikma
Foto:
Jeffrey van Poppel

Hoe is The Mothmen ontstaan?
‘Tijdens een verjaardagsfeestje van onze drummer besloten we spontaan een band te beginnen. De andere gitarist is mijn broertje. Ik mag eigenlijk geen broertje meer zeggen, want hij is al 27. De drummer is een vriend van mij. Geen van ons wou basgitaar spelen en we wilden ook niet nog iemand erbij zoeken. We spelen daarom nog steeds met twee gitaren, drums en zonder bas. Nu is het ook een soort gimmick, want mensen kennen ons als ‘die band zonder bas’. Daarnaast is dit muzikaal ook een leuk experiment, omdat je het gemis van de bas moet compenseren. Dat doen we onder andere door een baritongitaar te gebruiken. Deze zit qua hoogte precies tussen een bas en een normale gitaar in.’

Beschrijf jullie muziekstijl eens
‘Dat is een heikel punt, veel muzikanten willen niet in een vakje worden geduwd. Dat vind ik bullshit, maar ik weet niet zo goed in welk vakje wij passen. Aan de ene kant zou ik ons plaatsen binnen de muziek van de jaren tachtig door onze post-punk, new wave-achtige stijl, maar aan de andere kant passen we ook bij de jaren vijftig. Eerst dachten we dat we garagerock maakten. Afterpartees - een andere band uit de gemeente Horst aan de Maas, waar wij ook vandaan komen - die de koningen van garagerock in Nederland aan het worden zijn en een beetje de bewakers van de garagerock in Nederland, zeiden: “Jullie zijn geen garagerock, jullie zijn garagepunk.” Een ander bijzonder kenmerk van onze band is dat alle songteksten gaan over spookverhalen, cryptozoölogie en ufo’s, dat soort dingen. Dat is een mooie manier om je te presenteren, dan heb je als band meteen een duidelijk concept.’

Het muzikantenleven zal niet alleen maar over rozen gaan?
‘We moesten in een bar in Hasselt, België, spelen. De eigenaar wist niet eens dat er een band kwam. Toen moesten we zelf de lichten ophangen, het podium opbouwen en zelf bij de deur zitten voor de inkomsten. Dat was echt te bizar voor woorden. We hadden een vast bedrag afgesproken, maar het leek er even op dat we zelfs dat niet zouden krijgen. In België is het of gigantisch goed geregeld of totaal niet goed geregeld. Het publiek is daar wel altijd goed. In België laten ze hun waardering meer blijken. Wij komen uit Noord-Limburg en als je het publiek daar kunt beroeren, kun je dat overal. Daarnaast vind ik het muzikantenbestaan sowieso soms wel zwaar. Ik heb een gezin en had ook met mijn dochter kunnen gaan wandelen in het bos. Dan moet je om drie uur 's nachts na twee uur rijden je spullen uitladen en alle spullen weer de trap op naar boven sjouwen. Mijn schoonmoeder zegt ook altijd: “Waarom doe je dit in vredesnaam nog?”’

Waarom doe je het dan nog?
‘Omdat dit het leukste is wat er is. Op het podium staan is gewoon ontzettend leuk. Liedjes maken uit het niets is geweldig, die zijn van jou en op een gegeven moment leren andere mensen het dan ook kennen. In de studio werken is ook fantastisch, dan heb je zoveel vrijheid. Ons grootste doel is nog om een soundtrack voor een James Bond-film te maken. Hopelijk is het dan de remake van Moonraker, dan kunnen we het mooi combineren met een science-fictionthema.’

 

Lees meer