Blijf hier!

Terroriseerde onze aartsvijand eerder nog de deeltijdstudenten, buigt Halbe Zijlstra zich nu over de buitenlandse student. Hij stuurt een brief naar de Tweede Kamer over de kosten en baten van internationalisering in het hoger onderwijs. Uit onderzoek van het Centraal PlanBureau (CPB) blijkt dat als een op de vijf buitenlandse studenten na zijn studie in Nederland blijft wonen en werken het financiƫle voordeel kan oplopen tot 740 miljoen. De hamvraag is natuurlijk: hoe houden we ze hier? Het CPB oppert de geniale oplossing om buitenlanders aan ons landje te binden. Zijlstra wil dit bereiken met behulp van betere voorlichting. Zo zouden veel studenten bijvoorbeeld niet op de hoogte zijn van zogenoemde zoekjaren waarin ze binnen een jaar een baan als kenniswerken in ons land kunnen vinden. Ook een beter contact met Nederlandse bedrijven en extra onderzoek naar de blijfkansen van deze studenten zijn noodzakelijk. Daarnaast zorgen de buitenlandse studenten voor een open markt en een internationale samenstelling van studentenpopulatie die leiden tot beter ontwikkelde interculturele vaardigheden en dus een hogere productiviteit. Als klap op de vuurpijl presteren ze ook nog eens beter dan de gemiddelde Nederlandse student. De Rijksuniversiteit Groningen draagt met de speciale fietslessen in ieder geval zo haar steentje bij aan de cultuuroverbrugging.

 

Lees meer

Hoger opgeleiden verdienen steeds meer

De een zijn dood is de ander zijn dik belegde boterham. Terwijl vooral mbo'ers door de crisis hun baan verliezen neemt de vraag naar hoger opgeleiden toe. Deze bevolkingsgroep verdient daarom steeds meer. Dat blijkt uit het rapport 'Loonongelijkheid in Nederland stijgt' van het Centraal Planbureau (CPB). Volgens het CPB is de vraag naar hoger opgeleiden toegenomen, ondanks de absolute stijging van het aantal personen met minstens een hbo- of wo-opleiding. Dit heeft consequenties voor het salaris: in 2009 verdient een universitair geschoold persoon gemiddeld 67 procent meer dan iemand met slechts een vmbo-diploma en krijgt een mbo'er zo'n 18 procent meer: een verschil van bijna 50 procentpunten. In 1995 was dit verschil slechts 35 procentpunt. De verklaring die het CPB geeft is een inkoppertje: automatiseringsprocessen. Het werk van mbo-geschoolden is makkelijk vervangbaar, terwijl er steeds meer nadruk komt te liggen op zowel communicatie en interactie als analytisch vermogen. Het een vraagt laag opgeleiden, zoals bewakers en kappers, het ander hoger opgeleiden. De inkomensongelijkheid neemt dus toe. Wat is volgens Bas ter Weel, schrijver van het rapport, de oplossing? Zorg voor goed onderwijs, zodat het aanbod van goed opgeleide werknemers groeit. Tja, dat roepen wij al jaren.

 

Lees meer

Schoothondjes van het CPB

Wetenschap en onderwijs worden benadeeld door doorberekeningen van het Centraal Plan Bureau (CPB). Dat moet anders, vindt Hans Clevers, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Hij geeft aan dat alle politieke partijen in principe willen investeren in wetenschap en onderwijs. Doordat het CPB echter alleen kijkt naar wat een investering binnen vier jaar oplevert lijkt investeren in onderwijs weggegooid geld. Een kind van acht levert namelijk vier jaar later economisch nog steeds niets op. Je zou denken dat onze politieke leiders dit zelf hadden kunnen bedenken. Toch wordt hierdoor al twintig jaar te weinig geld gestopt in onderwijs. Het CPB maakt wel vaker fouten als het om onderwijs gaat, zo werd de toegankelijkheid van het hoger onderwijs bij invoering van het sociaal leenstelsel ook veel te rooskleurig geschetst. De politiek loopt er als een mak lammetje achteraan. Een politieke partij die zijn plannen niet laat doorberekenen staat immers meteen bekend als geldverspiller. Clevers heeft nu een commissie ingesteld die wetenschappelijk gaat bewijzen dat het onderwijzen van een kind nut heeft voor de economie. Over geldverspilling gesproken.

 

Lees meer