Dikker maakt dommer?

Na het eerste semester op de universiteit komt 70 procent van de studenten gemiddeld een kilo aan. Na drie jaar tijd is het gewicht van sommige studenten vaak met maar liefst 6 kilo toegenomen. Hierbij gaat het vooral om studenten op kamers en mannelijke studenten. Dit blijkt uit een onderzoek van voedingsexpert Patrick Mullie aan de Vrije Universiteit Brussel. Waar het aantal studenten met overgewicht in het begin van het jaar nog op 14 procent ligt, kan dit na vier maanden al gestegen zijn naar 20 procent. 'Gemiddeld neemt het gewicht van de studenten de eerste drie jaar van hun studies toe met drie à vier kilo', aldus Mullie. Niet alleen overmatig zuipen, maar ook het gebrek aan gezonde voeding en lichaamsbeweging en minder slaap zorgen ervoor dat de riem een gaatje losser moet. Ruim 65 procent van de studenten wil wel gaan sporten, maar heeft hier geen tijd voor en maar liefst 58 procent vindt koken te veel werk. Verder blijkt uit de studie van Mullie dat studenten met deze slechte levensstijl gemiddeld ook nog eens slechtere punten halen dan hun medestudenten. Als je het onderzoek mag geloven, kun je voorlopig dus maar beter geen nachtelijke bezoekjes aan de Febo brengen.

 

Lees meer

Kerstverhaal: Niemand zei dat het leuk zou worden

Besneeuwde daken, knapperende haardvuren en huisdieren die eindigen als kerstmaaltijd: Rond deze tijd krijg je genoeg clichématigheid voor je kiezen. Hanneke Hendrix en Lotte Lentes schreven ieder voor ANS een verhaal over een kutkerst. Vandaag lees je het kerstverhaal van Lotte Lentes: Niemand zei dat het leuk zou worden. Dit artikel verscheen eerder in de december-ANS Junior trok de trui van zijn moeder nog iets verder omhoog om er goed bij te kunnen. Op tafel lagen zoals iedere zaterdagmiddag twee tubes verzachtende crème, een washandje, zeep zonder parfum en een kommetje lauw water. ‘Is het erg?’ Vroeg ze toen Junior de eerste plooi omhoog tilde. Zijn moeder was al 27,8 kilo afgevallen, maar Junior telde nog altijd vier rollen tussen de beugel van haar BH en het elastiek van haar spijkerbroek. Hij keek naar de plekken waar de huid door het schuren rood was uitgeslagen en schudde zijn hoofd. Het was in ieder geval niet erger dan vorige zaterdag. Vandaag, Eerste Kerstdag, zat de familie Mijntjes precies op de helft van het programma. Wendy en haar cameraploeg waren vorige week al geweest om te doen alsof het Eerste Kerstdag was. Juniors moeder had toen dezelfde trui aan gehad. Een rode met een hert erop ter grootte van een verkeersbord, op de plek van de neus een dot pluizige wol. Zoals iedere draaidag sprak Wendy eerst met de familieleden apart. Junior was als laatste, na zijn oudere zus Franceska. Op de vraag hoe het ging op school, antwoordde Junior dat hij blij was met de kerstvakantie. ‘Wat zeggen de andere kinderen dan tegen jou?’ Het zitvlak van de bank deukte door Juniors gewicht zo erg in, dat het leek alsof Wendy op een heuveltje zat en ieder moment in zijn schoot kon rollen. ‘Gewoon. Dikke, bolle, dat soort dingen.’ Ze had een schrikgeluidje gemaakt en haar hand op Juniors elleboog gelegd. Daarna zei ze dat dat heel erg gemeen was en dat hij zich daar maar niet teveel van aan moest trekken. Ze gaf de cameraman een knikje en was toen opgestaan. ‘Maar het is toch zo?’ Zei Junior na een moment stilte. ‘Ik ben toch ook heel dik.’ Wendy keek niet op van haar telefoon. De cameraman had, tegen niemand in het bijzonder, zijn schouders opgehaald. Na de interviews zette iemand van het productieteam een laptop op tafel met een boodschap van personal trainer Marek. Hij sprak de familie Mijntjes toe vanaf een aprés-skilounge in Hinterglemm, zoals altijd gekleed in een singlet en een joggingbroek. Zijn gespierde, mokkabruine armen glommen, Junior zag de aders lopen. ‘De weg naar succes gaat nooit vanzelf omhoog’, had Marek grijzend gezegd, ‘niemand zei dat het leuk zou worden, zet ‘m op.’ Toen het filmpje was afgelopen, bleek Wendy al naar huis. Tijdens de draaidag hadden de voorgeschreven kerstmenu’s nog wel oké geleken, maar nu het daadwerkelijk Eerste Kerstdag was, zagen de drie kilo groenten en vier piepkleine stukjes kalkoenfilet er behoorlijk troosteloos uit. Toen Juniors moeder met schorre stem vroeg of iemand haar wilde helpen met het snijden van de komkommers, barstte Franceska in snikken uit. Ze stormde zo goed en zo kwaad als ze kon de trap op en gooide de deur van haar kamer met een klap dicht. ‘Met Kerst mag ik toch wel één keer gewoon eten wat ik lekker vind’, riep ze. Ze wierp zich op bed, het vervaarlijke gekraak van haar verstevigde lattenbodem was tot in de keuken hoorbaar. Juniors moeder keek niet op van de uitgestalde paprika’s, wortels en uien op het aanrecht. Zijn vader staarde naar de deur van de koelkast waarop een foto van Marek was geplakt, die zijn duimen omhoog stak en knipoogde. ‘It’s never too late for change’, stond eronder. Franceska kwam pas naar beneden toen het eten klaar was. Als ze inademde, maakte het slijm in haar keel een knetterend geluid waar Junior bijna van moest kokhalzen. Junior keek naar de vier paar worstige handen op tafel, de plaat met walmende wortels, de kom met sla-zonder-dressing. Niemand at. Niemand stelde voor om te gaan eten. Na een minuut of twee klapte Juniors vader plots met zijn vlakke hand op tafel. ‘Kom, we gaan’, zei hij met een besluitvaardigheid die Junior niet van hem gewend was. ‘Waarheen?’, vroeg Junior, maar niemand antwoordde. Zijn moeder en Franceska liepen doelbewust richting kapstok. Zowel de snelweg als de drive-through waren uitgestorven. Junior drukte zijn oor tegen het raam zodat hij precies langs het hoofd van zijn vader kon kijken. Op de parkeerplaats stond één auto. De bestuurder leunde tegen de deur, zijn McFlurry op de motorkap. Juniors vader gaf met monotone stem de bestelling door ervan uitgaande dat niemand in die drie maanden zijn voorkeuren had veranderd. Junior keek naar zijn zus, die haar handen gevouwen voor haar buik hield, haar ogen groot en verwachtingsvol. Hij dacht aan hoe hij na de draaidag vorige week naar haar kamer was gegaan voor de nietmachine. Aan hoe hij toen in een van haar bureaulaatjes tientallen lege wikkels had gevonden, Snickers, Mars, Milky Ways, Twix, allemaal leeg en zonder een splintertje chocola, alsof ze zelfs de verpakking schoongelikt had. In het afhaalloket zaten vier jongens te kaarten. Ze schrokken toen de auto onder hun raam verscheen, deden gauw hun petjes op, riepen de bestelling tegen elkaar, bleven de auto in kijken. De jongens zeiden niets, maar toen Juniors vader de laatste zak had aangenomen, stak de langste zijn hoofd uit het loketraampje. ‘Ben u niet, van televisie, die…?’ ‘Nee, dat ben ik niet’, onderbrak Juniors vader hem stuurs. Hij draaide zich om, de auto schudde, en gaf twee van de vier zakken door aan Franceska. ‘Vrolijk Kerstfeest’, zei hij grijnzend, maar Franceska hoorde hem al niet meer. Lotte Lentes is redacteur bij literair tijdschrift Das Magazin en maakt deel uit van het schrijversduo Arts en Lentes. In 2014 werd ze tweede bij de schrijverswedstrijd WriteNow. Klik hier voor de overige artikelen uit de december-ANS.

 

Lees meer