CvB doet mee: aangifte tegen Wilders

Het College van Bestuur (CvB) wil niet achterblijven en gaat ook aangifte doen tegen Geert Wilders. Rector magnificus Bas Kortmann en collegelid Wilma de Koning lopen vandaag samen met het Nijmeegse stadsbestuur van het Stationsplein helemaal naar het politiebureau naast het station. Daar gaan zij PVV-leider Wilders aangeven wegens discriminatie. Het college van burgemeester en wethouders (B&W) gaf afgelopen maandag aan dat zij aangifte gaat doen om zo een signaal af te geven dat het wat Nijmegen betreft te ver is gegaan. Het CvB toont dus sympathie en gaat met de burgemeester mee naar het politiebureau. Vanuit studenten is er al kritiek ontstaan op de gang van zaken. De JOVD Nijmegen meent dat het niet de taak van het college van B&W is om aangifte te doen. Bestuurslid Mart Vrieze: 'Als iemand in zo'n hoge functie aangifte gaat doen, wordt er een signaal afgegeven dat het namens de hele universiteit is. Dat kan niet de bedoeling zijn. Iedereen is in staat zelf aangifte te doen.' Op de vraag of Kortmann en De Koning namens de RU aangifte gaan doen, durfde woordvoerder Martijn Gerritsen niet veel te zeggen: 'Volgens mij doe je in Nederland juridisch gezien altijd op persoonlijke titel aangifte, zij gaan als leden van het CvB en doen dus namens het CvB aangifte'.

 

Lees meer

Enerzijds Anderzijds

De stelling van deze maand: Deurbeleid op basis van uiterlijke kenmerken is terecht Tekst: Gijs Hablous Tijdens een avond stappen met je vrienden wil je simpelweg van bar naar bar hoppen. In sommige gevallen wordt je komst echter niet gewaardeerd. Zichtbare tatoeages, sneakers of petjes kunnen redenen zijn om kroegbezoekers te weigeren. Door deze eisen kan een deel van het uitgaanspubliek niet beginnen aan zijn drankje in de club. Deze regels komen wellicht onterecht over, maar je kunt ook stellen dat de portier gewoon zijn werk doet en zich beroept op het huisreglement van zijn opdrachtgever. De wet staat toe dat horecaondernemers zelf hun deurbeleid bepalen, mits het beleid niet tot discriminatie op basis van etnische achtergrond, geslacht, religie of seksuele geaardheid leidt. Is het terecht dat kroegbazen zelf bepalen welke eisen zij aan hun gasten stellen of moet iedereen onbezorgd een avondje stappen kunnen beleven? Kortom: mag er door de uitsmijter geselecteerd worden op uiterlijke kenmerken? Michiel Menting, Veiligheidsadviseur bij Alpha Security ‘Ik ben van mening dat uitgaansgelegenheden beleid mogen voeren dat selecteert op uiterlijke kenmerken. De reden die café-eigenaren hiervoor hebben, is vaak dat er op die manier gevaarlijke situaties voorkomen kunnen worden. Veiligheid van de kroeggasten komt altijd op de eerste plaats. Als dat betekent dat mensen aan de deur moeten worden geweigerd op basis van de kleding die zij dragen, dan keur ik dat goed. ‘Zowel bij grote openbare evenementen als tijdens reguliere stapavonden is er sprake van risicogroepen. Een voorbeeld hiervan zijn voetbalhooligans, te herkennen aan clubkleding. Van tevoren wordt door beveiligingsbedrijven in samenwerking met de opdrachtgever, in dit geval een café, besproken welke regels die avond gelden. Hier kunnen kledingvoorschriften onderdeel van zijn, bijvoorbeeld een verbod op sportkleding of een eis om netjes gekleed te gaan. Als een individu niet de juiste kleding draagt en dus niet voldoet aan de gestelde eisen, kan diegene de toegang worden ontzegd - ook als de betreffende persoon nooit eerder voor problemen heeft gezorgd. Het uitsluiten aan de deur is rechtvaardig, zolang dit kan worden verantwoord met huisregels van de horecagelegenheid of op basis van een risicoverwachting. Voor de teleurgestelde gast in kwestie is het een kleine moeite om anders voor de dag te komen of om een andere bar te bezoeken. ‘Het is ook legitiem om mensen te weigeren die niet in het beeld van de avond passen. De sfeer die een eigenaar in zijn café wil creëren is volledig aan de kroegbaas zelf. Zo kunnen kledingmerken worden verboden die voor een grimmige sfeer zorgen. Hier geldt weer dat de deurwacht op de hoogte moet zijn van de regels en deze uit moet kunnen leggen aan de gasten. Met andere woorden: de beveiliger moet genoeg munitie hebben om alle mogelijke vragen te beantwoorden en twijfel weg te nemen.’ Dr. Peter Timmerman, ethicus aan de Rijksuniversiteit Groningen ‘Mensen uitsluiten op basis van uiterlijke kenmerken is wat mij betreft moreel onacceptabel. Iemand kan dan worden geweigerd omdat de portier voorspelt dat diegene zich zal misdragen. De uitsmijter veronderstelt bijvoorbeeld dat iemand met tatoeages zich agressief zal gedragen, omdat deze types vaak ruzie zouden zoeken. Wanneer je geen bewijs kunt aanvoeren, zoals eerder voorgevallen conflicten met die persoon, is een gast de deur wijzen niet te rechtvaardigen. Je maakt hem dan verantwoordelijk voor negatief gedrag van anderen. ‘Een horecaondernemer of beveiliger vindt dat de belangen van eenlingen die niet naar binnen mogen niet opwegen tegen het belang van de grote groep gasten die al binnen is. Veiligheid heeft volgens hen prioriteit en wie wordt weggestuurd, kan wel ergens anders terecht. Hier gaat het om een soort schijnveiligheid: het is namelijk niet bekend of de potentiële gasten die worden geweigerd zich zouden hebben misdragen. In zekere zin wordt mensen zo de vrijheid ontnomen om, net als degenen die wel binnen mogen, te laten zien dat zij zich netjes gedragen. ‘Selectie op de juiste manier en met de juiste redenen kan ik begrijpen. Zo ben ik niet tegen kledingvoorschriften in het algemeen, alleen er is wat mij betreft een grens. Deze is bereikt wanneer het voor een bepaalde groep, bijvoorbeeld mensen met minder financiële middelen, moeilijk wordt om aan de eisen, zoals chique kleding, te voldoen. In de praktijk is iets als een petjesverbod makkelijk te implementeren en hieraan kunnen gasten zich eenvoudig aanpassen, dat is minder problematisch. Bij tatoeages is deze aanpassing niet mogelijk. Uiteindelijk moet gelijke behandeling het uitgangspunt zijn. Dit weegt voor mij zwaarder dan het eventueel voorkomen van een mogelijk gevaarlijke situatie.’ Bekijk hier de overige artikelen uit de december-ANS.

 

Lees meer

Racistisch Oxford

De universiteit in Oxford laat structureel meer blanke studenten dan etnische minderheden toe tot haar opleidingen, ook al hebben ze dezelfde cijfers bij toelating. 25,7 procent van de blanke sollicitanten kreeg in 2010 en 2011 een plek aangeboden tegenover 17,2 procent van de studenten uit etnische minderheidsgroepen. Het onderzoek is uitgevoerd door The Guardian, die de cijfers van Oxford opvroeg onder de Freedom of Information Act. Dit is vergelijkbaar met de Wet van Openbaar Bestuur in Nederland, waarbij de overheid informatie moet geven over haar handelen. Cambridge wilde niet meewerken, maar uit oudere cijfers blijkt dat daar een vergelijkbare trend heerst. De twee prestigieuze universiteiten verklaarden het verschil voorheen met het feit dat studenten uit etnische minderheden vaker solliciteren voor de populairste opleidingen, waardoor meer studenten afvallen. Deze nieuwe cijfers waarbij voor het eerst gekeken is naar de verschillen binnen opleidingen, schoffelen dit argument volledig onderuit. Vooral bij geneeskunde zijn de aantallen dramatisch. Daar was het aantal blanke studenten dat werd aangenomen twee keer zo hoog. David Lammy, Labour MP voor Tottenham, spreekt van institutioneel falen. Rachel Wenstone, vice-voorzitter van hoger onderwijs in de National Union of Students zegt geschokt te zijn en noemt het structurele disciminatie.

 

Lees meer

UvA discrimineert toch niet

De rechter heeft geoordeeld dat de Universiteit van Amsterdam (UvA) geen fout heeft gemaakt bij de sollicitatie van Edith Kuiper. De vrouwelijke wetenschapper nam in 2008 deel aan de sollicitatieprocedure voor universitair docent aan de Amsterdamse instelling, maar werd gepasseerd. Volgens haar veranderde de sollicitatiecommissie - die alleen uit mannen bestond - tijdens de procedure de selectiecriteria, waardoor een mannelijke mededinger de voorkeur kreeg. Kuiper liet het er niet bij zitten en daagde de UvA met hulp van het Clara Wichmann Fonds voor de rechter. Nu blijkt dus dat de universiteit het vermoeden van discriminatie succesvol kan ontkrachten. Wel is het opvallend dat de rechter sprak over 'een vermoeden van discriminatie'. Volgens Gina de Graaff van het Clara Wichmann Fonds, dat zich inzet voor verbetering van de positie van vrouwen, is dit een unieke en geen onbelangrijke uitspraak. 'Deze jurisprudentie is belangrijk voor alle vrouwen die zich gediscrimineerd voelen door hun werkgever. Als zij een vergelijkbare situatie hebben meegemaakt, kunnen ze zich op deze uitspraak beroepen om hun zaak sterker te maken.' Het is afwachten of deze uitspraak daadwerkelijk zal leiden tot een verbetering van de positie van vrouwen. Voor Kuiper maakt dit in ieder geval niets meer uit, zij heeft de rechtszaak gewoon verloren. Wel gaat ze waarschijnlijk in hoger beroep.

 

Lees meer