Ben je in eerste instantie gezakt op wiskunde, terwijl je toch allang weet dat je Grieks en Latijn wil studeren? Dat is verleden tijd als het aan Paul Rosenmöller, voorzitter van de sectororganisatie voortgezet onderwijs, ligt. Hij wil dat leerlingen op de middelbare school in de toekomst hun diploma kunnen behalen met vakken op verschillende niveaus.
Volgens hem is het idee dat leerlingen hun diploma halen op het niveau van hun slechtste vak niet meer van deze tijd. Hij stelt daarom voor om
maatwerkdiplomas te introduceren: een dyslectische leerling zou bijvoorbeeld taalvakken op havo-niveau kunnen halen en exacte vakken op vwo-niveau.
De grote vraag blijft natuurlijk wat voor invloed dit gaat hebben op de doorstroom naar de universiteit. Hoeveel en welke vakken moet iemand van de middelbare school dan op vwo-niveau gehaald hebben om toegelaten te worden tot een bepaalde bacheloropleiding? Moet een leerling per se Frans op vwo-niveau hebben gehaald om aan een bachelor Wiskunde te beginnen of is het voldoende als hij hele hoge punten binnen heeft gesleept voor wiskunde?
Het voorstel van de VO-raad is typerend voor de roep om flexibilisering in het onderwijs die steeds vaker klinkt. Denk maar aan die gekke Maurice de Hond-scholen, entrepenasiums voor ondernemende kinderen of Unesco-scholen met extra aandacht voor wereldoriëntatie. Ook voor universiteiten dreigt
flexibiliteit de nieuwe norm te worden.
