[Ingezonden] Promovendi volgende slachtoffers Bussemaker

Het ministerie van Onderwijs komt weer met een nieuwe bezuinigingsmaatregel: promovendi worden student-promovendi, waardoor universiteiten niet meer voor de sociale lasten van promovendi betalen. Floor Albers van der Linden (23), student Onderwijskunde en voorzitter van Studentenvakbond AKKU, is het niet eens met het experiment dat per 2016 in zal gaan. 'Het is niets meer dan een netjes verpakte bezuiniging van de minister.' De Vereniging van Universiteiten (VSNU) komt met een nieuw plan: student-promovendi. In plaats van een salaris, zullen 2000 promovendi bij wijze van experiment een beurs ontvangen. Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, steunt dit experiment en zal daarom van start gaan in januari 2016. Hierdoor krijgt het hoger onderwijs een derde cyclus: bachelor, master en vanaf volgend jaar ook promotie. Dit experiment marginaliseert de positie van de promovendus. Hoewel het uitgangspunt van de VSNU is dat de beurs in principe gelijk zal zijn aan een netto salaris van de werknemer-promovendus, gaat de student-promovendus er toch op achteruit. Momenteel moeten universiteiten sociale lasten, ziekte- en andere verzekeringen en pensioenpremies betalen. Bij een systeem met beurzen voor student-promovendi is het niet meer de universiteit die voor deze voorzieningen moet zorgen, maar moet de student-promovendus hier zelf voor opdraaien. Het gevolg: promovendi houden minder geld over. Dit systeem levert de universiteit dus een besparing op die ten koste gaat van de promovendi. Het is niets meer dan een netjes verpakte bezuiniging van de minister. Dat je als promovendus wordt uitgekleed, zou geen enkel probleem zijn volgens de voorzitter van de VSNU, Karl Dittrich: 'Mensen die promoveren zijn sterk gemotiveerd. Die kiezen niet voor het geld.' Zoals Ilja Leonard Pfeijffer al aangaf in nrc.next afgelopen vrijdag, klopt de redenering van de voorzitter van geen kant. Wanneer je als promovendus vurig bent voor het doen van onderzoek, kun je dus wel minder betaald krijgen. Daarnaast kan deze maatregel tot gevolg hebben dat aspirant-promovendi gaan nadenken over het financiƫle aspect van het promoveren. Je moet namelijk ook je studieschuld nog afbetalen. Inderdaad, geld moet geen reden zijn om wel of niet te gaan promoveren, maar deze maatregel bewerkstelligt dat het wel een reden wordt. Een voordeel dat Bussemaker noemt, is dat student-promovendi zich enkel nog hoeven te richten op het doen van onderzoek en geen onderwijs meer hoeven te geven. Zo kunnen promovendi eerder klaar zijn. Zonde! Het is juist heel waardevol dat promovendi onderwijs geven. Op deze manier worden zij gedwongen om vaak ingewikkelde stof helder uit te leggen en zullen ze de stof van hun vakgebied moeten bijhouden. Promovendi profiteren juist van het geven van onderwijs en omgekeerd profiteert het onderwijs van promovendi. Het zijn vaak enthousiaste mensen, die met passie voor een bepaald vakgebied hebben gekozen. Dat maakt het onderwijs beter. Daarbij heeft ook de kwaliteit van het onderwijs profijt van promovendi. Een tweede argument dat aan dit experiment ten grondslag ligt, is dat er hierdoor ruimte zou ontstaan voor meer promovendi. De universiteit is immers minder geld kwijt aan dezelfde hoeveelheid promovendi, maar de minister lijkt daarbij vergeten te zijn dat daar helemaal geen vraag naar is. Er is geen tekort. Nu al is vaak niet genoeg plaats voor promovendi om door te stromen naar een vaste aanstelling bij een academische instelling. Daarnaast maak je promoveren op deze manier onaantrekkelijk. Het is nog maar de vraag of dit zal leiden tot meer promovendi. Kwalitatief goede promovendi zouden hier boven kwantiteit moeten staan. Het experiment zal acht jaar lopen. Onderwijs en onderzoek versterkt elkaar, dus laten we hier niet op gaan bezuinigen. Wij kunnen gelukkig met trots zeggen dat de Radboud Universiteit vooralsnog niet deel zal nemen aan dit experiment. Zij zien promovendi als volwaardige medewerkers. Zoals het hoort.

 

Lees meer

ANS bezocht: Actualiteitencollege 'Democratie aan de RU'

Vandaag vond in de overvolle zijzaal van de Refter het actualiteitencollege plaats over democratie op de RU. Sprekers Jan Brabers, Gerard Meijer, Matthias van Trigt en Floor Albers van der Linden, namen om de beurt het woord om hun visie op het democratische gehalte van de RU te delen. ANS bezocht het actualiteitencollege en doet verslag.         Brabers Universiteitshistoricus Jan Brabers krijgt als eerste het woord. Volgens hem zijn er meer verschillen met de studentenrevolutie uit de jaren zestig dan overeenkomsten met de beweging van De Nieuwe Universiteit. Brabers vindt dat we te maken hebben met een Amsterdams probleem binnen de medezeggenschap, geen Nijmeegs probleem.         DNUN Namens De Nieuwe Universiteit Nijmegen (DNUN) is Matthias van Trigt, student Politicologie, aanwezig. Hij houdt een betoog over de focus op rendementen in het onderwijs. De kerntaak van de universiteit moet volgens Van Trigt het voorbereiden van studenten op kritisch maatschappelijk functioneren zijn. Ondanks zijn kritiek op de RU, hoeven we nog geen bezetting van het Erasmusgebouw te verwachten: 'Ik ben hier niet gekomen om de oorlog aan het College van Bestuur te verklaren.' Aan het einde van Van Trigts betoog juichen de leden van DNUN, die met ongeveer tien man sterk achter in de zaal staan - inclusief vlag van DNUN.     Meijer Vervolgens krijgt Gerard Meijer, voozitter van het College van Bestuur (CvB) van de RU, het woord als 'voorzitter van de leerfabriek'. Meijer vindt dat debat en discussie floreren. Uit zijn reclamepraatje voor de Nijmeegse universiteit blijkt duidelijk dat hij de voorman van de universiteit is: de RU moet niet groter maar beter en we kiezen voor kwaliteit en persoonlijke binding met studenten. Meijer ziet echter het probleem van DNUN niet, want in Nijmegen wordt al geluisterd naar studenten. Via de democratische weg wil hij echter wel de discussie aangaan, wanneer studenten problemen zien.     Floor Floor Albers van der Linden, voorzitter van Studentenvakbond AKKU, houdt een kort maar bondig betoog, zonder hierbij echt inhoudelijk in te gaan op Meijer en Van Trigt: AKKU zal altijd blijven strijden voor een sterke positie van de medezeggenschap en een studentlid in het CvB. Daarnaast is het tijd voor een betere stemverhouding in de Facultaire Studentenraden, waar studenten slechts voor 40 procent meetellen als het op stemmen aankomt.         Het college eindigt met een debat, waarbij Van Trigt, Meijer en Albers van der Linden samen op het podium staan. Uiteindelijk gaat de discussie bijna alleen nog maar over het rendementsdenken. Een studentlid in het CvB en de weinige formele inspraak van de medezeggenschap - beiden belangrijk in de discussie over democratie - worden maar kort aangekaart. Marcel Becker eindigt het debat met een statement: hij hoopt dat er net zoveel mensen aanwezig zullen zijn als tijdens het debat vandaag, als er over de toekomst van de universiteit wordt gesproken.

 

Lees meer

ANS en Soeterbeeck: Democratie aan de Radboud Universiteit

Deze weken wordt het (studenten)nieuws gedomineerd door de studentenbezettingen in het Bungehuis en Maagdenhuis. De roep om meer inspraak in het universiteitsbestuur van de UvA bereikt langzamerhand zijn hoogtepunt. Hoe is het gesteld met het democratische gehalte van de Radboud Universiteit? Om hier achter te komen, organiseert ANS in samenwerking met het Soeterbeeck Programma een actualiteitencollege. Vanochtend berichtte ANS over de oprichting van De Nieuwe Universiteit Nijmegen, een groep studenten die binnen de RU ook genoeg bestuurlijke problemen voorzien. Jan Brabers, universiteitshistoricus, gaat tijdens het college dieper in op de recente ontwikkelingen. Daarnaast gaan Gerard Meijer, voorzitter van het College van Bestuur, en Floor Albers van der Linden, voorzitter van studentenvakbond AKKU, met elkaar in debat over de inspraak van studenten. Het college vindt aanstaande woensdag van 12.45 tot 13.30 uur plaats in de hal (onder de trappen) van het Erasmusgebouw.

 

Lees meer