Geloven in de RU

Het katholieke karakter van de Radboud Universiteit werd afgelopen maand op scherp gesteld dankzij de uitspraken van priester Antoine Bodar over studentenpastor Theo Koster. Volgens Bodar is het van belang dat de Studentenkerk de eenheid binnen het katholicisme uitdraagt, aanleiding voor ANS om vier betrokken personen naar de relatie tussen de Studentenkerk en de RU te vragen.

Tekst:Daan van Acht

In 2004 werd, in het kader van onderlinge verbondenheid tussen de universiteit en het destijds genaamde UMC St Radboud, afstand gedaan van de naam Katholieke Universiteit Nijmegen en de naam Radboud Universiteit Nijmegen omarmd. Met de naamswijziging verdween de directe verwijzing naar de katholieke wortels van de Nijmeegse universiteit, al werd door het College van Bestuur beweerd dat met de invoering van de naam Radboud de banden met de katholieke gemeenschap juist bevestigd werden. In welke mate is er daadwerkelijk nog sprake van een binding tussen kerk en wetenschap en in hoeverre wordt de Studentenkerk hierbij als waardevol gezien binnen de RU? ANS legt de volgende vraag voor aan de volgende vier personen:

Wat is de relatie tussen het geloof en de RU en op welke manier draagt de Studentenkerk hieraan bij?

Patrick Chatelion Counet, vicevoorzitter van het parochiebestuur van de Studentenkerk en bijzonder hoogleraar De Bijbel in de Nederlandse cultuur aan de UvA:
‘Ik denk dat geloof altijd en overal de leidraad van menselijk en wetenschappelijk handelen is. Wetenschap moet door geloof in goede banen worden geleid. Als geloof geen plaats heeft aan een universiteit, ziet het er niet goed uit voor de gemeenschap. De universiteit is steeds meer een afspiegeling van de samenleving, een los verband van richtingloos functionerende individuen. Enige richting zou wenselijk zijn. Hierop oriënteert de Studentenkerk zich, in al haar religieuze breedte.’

Mark Vlek de Coningh, voorzitter van de Universitaire Studentenraad:
‘De Studentenkerk staat voor vrijzinnigheid, waar alle geaardheden welkom zijn. Het is iets dat typisch hoort bij de RU, bij andere universiteiten is dit concept minder sterk. De katholieke kerk loopt leeg en weet jongeren niet te winnen. Juist de vrijere geloofsopvatting die heerst binnen de Studentenkerk is goed en daarom ontzettend waardevol binnen de RU. Wat betreft de wetenschap en het geloof, we moeten natuurlijk wel reëel blijven en ons realiseren dat dit soms snijdt.’

Joline Boudewijns, voorzitter van de christelijke studentenvereniging NSN:
‘Mijn uitspraken staan los van de situatie met Antoine Bodar en Theo Koster. Ondanks dat NSN niet gekoppeld is aan de Studentenkerk, vind ik het positief dat het gebouw de ruimte biedt aan verschillende geloofsgroepen en er geen sprake is van een inkadering van geloof. Geloof is niet van een bepaalde tijd en speelt daarom niet minder bij studenten. De universiteit moet zich niet aanpassen aan de tijd.’

Loubna Es-Safraouy, voorzitter van de moslimstudentenvereniging MSV Nijmegen:
‘De geloofssfeer op de universiteit is naar mijn mening neutraal. Ik moest bijvoorbeeld lang zoeken voordat ik de Studentenkerk vond en wist dat de vereniging MSV bestond. Dat soort dingen springen niet meteen in het oog wanneer je op de RU bent. Het katholieke karakter van de RU staat voor mij daarom erg op de achtergrond. Ik heb wel het gevoel dat ik mezelf kan zijn als volwaardige moslimstudent; het bestaan van MSV, het vrij kunnen bidden in de Studentenkerk en bijvoorbeeld het feit dat de Refter aan halalmaaltijden heeft gedacht, zorgen ervoor dat ik mij hier thuis voel.’

 

Lees meer

Gevonden voorwerp

Wie: Joanne (26), bachelorstudent Theologie
Voorwerp: Zakbijbel

Tekst: Tijs Sikma
Foto: Mike Ruth

Dit artikel verscheen eerder in de mei-ANS

Wat is dit voor geinig boekje? ‘Toen mijn vader op komst was, dacht mijn opa veel na over het geloof. Op zee bij de rots van Gibraltar heeft hij zich laten dopen en heeft hij de geloofsbelijdenis afgelegd. Op het schip kreeg hij deze Bijbel van een aalmoezenier. Mijn vader heeft hem van mijn opa gekregen en deze schonk hem weer aan mij toen hij merkte dat ik veel met het geloof bezig was. Net als mijn vader wil ik dominee worden. Ik gebruik de Bijbel nu bij mijn studie Theologie en zal hem zeker aan mijn kinderen doorgeven.’

Bijbel 2Dus jij gelooft in het bestaan van een oude man op een wolk? ‘Voor mij is God niet iemand die boven de wereld staat, maar een kracht. Voor mij is Hij de bron van het leven en de liefde: de energie die mensen bij elkaar brengt en waardoor mensen voor elkaar willen zorgen. Mijn vader zegt altijd: “God is een verlegenheidswoordje: daar waar je verlegen bent om woorden, daar gebruik je God.” God is juist het ongrijpbare en onbegrijpelijke.’

Je ziet er niet uit als iemand die dominee wil worden.
‘Vrienden noemen mij ook wel een kroegtheoloog. Ik interpreteer de tien geboden op mijn eigen manier. Ik vind bijvoorbeeld dat je als student best van het leven mag genieten. Zondagmorgen naar de kerk gaan, is voor mij niet ideaal omdat ik zaterdag vaak ga stappen. Als je alleen maar de regels volgt en niet geniet, doe je het geschenk van het leven geen eer aan. Het is alleen verkeerd als je bijvoorbeeld drank, seks of drugs tot afgodsbeelden maakt.’

Wat voor dominee wil je zijn?
‘Ik zou bijna een agnostische dominee willen zijn. Ik wil over de vraag van het bestaan van God heen stappen en kijken “hoe vinden we elkaar?” De kerken lopen leeg, maar mensen zijn wel met spiritualiteit bezig. We worden steeds individualistischer en dat vind ik jammer. Een kerk is een plek waar je elkaar kunt vinden. Het leven is al ingewikkeld genoeg en het is fijn als je eeuwenoude wijsheid, maakt niet uit van welke religie, kunt zien en als inspiratie kunt gebruiken. Ga met mij of met elkaar eten en drinken en praat over zingeving. Ga verder dan alleen maar het leuke en het lekkere.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de mei-ANS.

 

Lees meer

Niet over één kam

RU-onderzoeker Martijn de Koning houdt zich bezig met de islam, een religie die steeds vaker in één adem wordt genoemd met geweld en terreur. Onzin, vindt De Koning: ‘Als de islam als geheel het issue was, zaten we pas echt in de shit.’

Tekst: Saskia Verheijden
Foto's: Bastiaan Buurman

Dit artikel verscheen eerder in de februari-ANS

Het is een rommel op het kantoor van Martijn de Koning, docent en onderzoeker Islamstudies aan de RU. Met een verontschuldigende ‘let niet op de rommel’ laat hij ANS binnen. De islamoloog doet onderzoek naar onder andere identiteitsvorming van jonge Marokkaans-Nederlandse moslims. De website GeenStijl bestempelde hem als bedreiging voor de Nederlandse samenleving. Hij zou aanzetten tot geweld omdat hij zich in kringen van extreme moslims bevindt. De Koning trekt zich hier niets van aan: ‘Als ik had gewild dat iedereen me lief en aardig zou vinden, had ik een ander beroep of onderzoeksthema moeten kiezen.’

Dat hij zou sympathiseren met de vijand, vindt hij onzin. ‘Sommige radicale moslims ken ik al tien jaar. Zij hadden toen nog niet deze extreme denkbeelden. Voor mij zijn het slechts de mensen met wie ik onderzoek doe’, verklaart De Koning. ‘Niet alle moslims zijn terroristen, maar wel alle terroristen zijn moslim’, reageerde Wilders na de aanslagen in Parijs de afgelopen maand. De Franse president Hollande reageerde juist tegenovergesteld: ‘We moeten weigeren alle moslims over een kam te scheren.’ De islam komt vaak in het nieuws in de context van aanslagen en terreur door groeperingen als de IS en Al Qaida. Hoe staat het precies met de beeldvorming over de islam in Nederland?

Het lijkt alsof er een kloof is ontstaan tussen moslims en Wilders-aanhangers binnen de Nederlandse samenleving. Hoe is deze ontstaan?
‘De problemen zijn ontstaan na de Rushdie-affaire. Schrijver Salman Rushdie bracht in 1988 het boek The Satanic Verses uit. Elementen uit dit boek konden uitgelegd worden als godslasterlijk richting de islam en de profeet Mohammed. De toenmalige leider van Iran verklaarde dat Rushdie en iedereen die had meegewerkt aan het boek moest worden gedood. Als reactie hierop ontstonden, onder andere in Nederland, demonstraties. De Nederlandse overheid realiseerde zich dat sommige moslims het niet eens waren met een van onze kernwaarden: de vrijheid van meningsuiting. Rond die tijd startte Nederland met het integratiebeleid.

Het draaide niet alleen om de achterstand die migranten en hun kinderen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs hadden, maar ook om de grote culturele verschillen. Alle politieke partijen, behalve de SP, zetten vraagtekens bij de hoeveelheid culturele diversiteit die je in een land kan hebben zonder aan sociale cohesie te verliezen. Daardoor ontstond een soort blokvorming tussen wat Nederlands was en de cultuur van “de allochtoon”. Pas na de aanslag in New York op 11 september 2001 werd de nadruk op de islam gelegd en werd dit geloof voor het eerst als veiligheidsprobleem gezien.’

© Bastiaan BuurmanDe aanslag op 11 september werd gepleegd in Amerika, waarom is daarna ook in Nederland verdeeldheid ontstaan?
‘In 2004 werd Theo van Gogh vermoord door een Marokkaans-Nederlandse moslim. Dat deed de verdeeldheid die er op dat moment al heerste niet veel goeds. Bovendien beriepen de meeste terroristen die in de tussentijd aanslagen pleegden, zich op de islam. In die zin is het dus niet verwonderlijk dat veel mensen zich zijn gaan afvragen hoe dit zat binnen het geloof en bang zijn geworden.’

Naar aanleiding van de aanslagen in Parijs verklaarde rechtsgeleerde en blogger Afshin Ellian dat wij in oorlog zijn met de islam. Bent u het hiermee eens?
‘Ik kan me voorstellen dat mensen dat denken. De islam wordt gezien als iets dat van buitenaf komt en niet van ons is. Daar ligt denk ik het probleem. Als je het hebt over dé islam, suggereer je dat je het hebt over alle moslims. Dat is de reinste flauwekul. Volgens mij hebben mensen namelijk geen oorlog met moslims die gaan bidden, halal eten of een hoofddoek dragen. In Nederland werken er bovendien meer moslims bij de politie, AIVD en het leger dan bij gewelddadige bewegingen zoals Al Qaida. Na iedere gebeurtenis is er daarnaast een hele lijst van moslimorganisaties die afstand doen van het geweld dat terroristen gebruiken.’

Toch zie je moslimbewegingen die afstand nemen van de gebeurtenissen niet vaak op tv. Vindt u dat de media een verkeerd beeld schetsen?
‘Ja en nee. Het is natuurlijk erg makkelijk om de media de schuld te geven. Ik vind over het algemeen dat de Nederlandse berichtgeving redelijk genuanceerd is. Men probeert de situatie van verschillende kanten te bekijken en laat ook vaak moslims zelf aan het woord. Helaas is dit altijd in de context van een geweldsdaad. Toen het over de economische crisis ging, zag je geen enkele moslim op tv, terwijl er binnen het ministerie en banken genoeg moslims werken die hun zegje hadden kunnen doen.’

Staan de aanslagen en de islam dan helemaal los van elkaar?
‘Ik zou niet zeggen dat het helemaal niks met elkaar te maken heeft. De daders opereren wel degelijk vanuit een islamitische overtuiging of inspiratie, die overigens sterk afwijkt van de mainstream. Als de islam als geheel het issue zou zijn, zaten we echt in de shit. Dan zouden alle een miljard moslims een gevaar zijn. Zo zien mensen het helaas wel. ‘De legitimatie om geweld te plegen is vaak ideologisch, dus in die zin speelt de islam wel degelijk een rol. De echte aanleiding is vaak echter veel pragmatischer. De reden dat de IS en Al Qaida aanslagen plegen in Europa is wraak. Zij nemen wraak op het ingrijpen van het Westen in Irak en Syrië. Geloof geeft mensen een gevoel van urgentie, inspiratie en een doel waarvoor wordt gevochten.’

Ligt de angst die veel mensen voelen aan die gewelddadige groepen, aan onze houding ten opzichte van de islam of stellen wij ons gewoon aan?
‘Ik denk dat het allemaal het geval is. Dat mensen bang zijn, is logisch maar je moet wel de juiste vijand kiezen. Waar we voor uit moeten kijken, is een soort interne strijd van moslims tegen niet-moslims. Het gaat om de strijd tegen groepen als IS. Het kan zijn dat je met andere moslims duizend-en-één andere issues hebt, zoals integratie en onderdrukking van de vrouw, maar die hebben we met wel meer groepen in Nederland.’

Zouden debatten over integratie en terreur beter van elkaar moeten worden gescheiden?
‘Ja, ik denk sowieso dat deze twee zaken teveel door elkaar lopen. Veel moslims hebben het idee dat mensen hen allemaal als terroristen beschouwen. Laatst legde een vrouw me een lijstje voor met vragen als: “Sympathiseert u met de IS beweging? Wat vindt u van andersdenkenden? Waarom draagt u een hoofddoek? Hoe belangrijk is de islam voor u?” Deze vragen kreeg zij tijdens een sollicitatiegesprek als anesthesist. Iets minder paniek zaaien door niet-moslims zou dus ook wel goed zijn.’ © Bastiaan Buurman
Het lijkt alsof veel moslims weer strenger zijn gaan geloven. Klopt dit beeld?

‘Ja, in het Midden-Oosten zag je al in 1990 een heropleving binnen de islam. Tal van islamitische bewegingen kwamen op, sommige gewelddadig, sommige geweldloos. Zij probeerden de samenleving te islamiseren en de islam te hervormen. Vooral na 11 september kregen veel moslims op hun werk of op school te maken met mensen die zich van alles afvroegen: hoe zat dat nou in de Koran? Mogen onschuldige burgers zomaar worden vermoord? Dit wisten veel moslims zelf ook niet, zij hadden ook nog nooit een Koran opengeslagen. Hierdoor zijn zij zich gaan verdiepen in de islam om antwoord te kunnen vinden op dit soort vragen.’

Stellen moslims zich niet aan als het aankomt op het portretteren van de profeet?
‘Voor moslims is het afbeelden van de profeet Mohammed iets speciaals, hierop rust zelfs een afbeeldingsverbod. Daarbij proberen de illustratoren in die afbeeldingen de islam zo slecht mogelijk neer te zetten. Als je mensen vraagt om op een foto van een geliefde te spugen en vervolgens in de fik te steken, zal niemand dat doen. Ook al is het maar een stukje papier, zo zien moslims het bespotten van hun profeet. Degenen die negatieve filmpjes of cartoons over de islam op internet verspreiden, zijn trouwens vaak de moslimorganisaties zelf. Zij kunnen daarmee mensen mobiliseren en duidelijk maken hoe bepaalde landen over hen denken en laten zien dat zij er iets tegen proberen te doen.’

Zou het volgens u verboden moeten worden om spotprenten of cartoons te maken over de islam?
‘Dat vind ik een lastige vraag. Ik zou nooit zeggen dat we dit vooraf moeten gaan verbieden. Ik zou er wel voor willen pleiten dat mensen terughoudend moeten zijn en dat, als je claimt terroristen aan te vallen, je niet de profeet Mohammed of de Koran moet gebruiken. Je

...
Lees meer

Ondertussen bij: Ichthus

Wie bier wil drinken gaat naar Carolus, roeifanaten stappen bij Phocas in de boot, maar waar kan de Nijmeegse student met een minder mainstream hobby eigenlijk terecht? ANS gaat in de uithoeken van het sportcentrum en in donkere kantoortjes op zoek naar de kleine, onbekende studentenorganisaties. Dit keer bezoekt ANS de christelijke studentenvereniging Ichthus, een kleine vereniging die dertig leden telt. Adna Bliek (20), student Kunstmatige Intelligentie, en Mark Beijer (20), student Natuurkunde, beantwoorden onze vragen. Moet je streng gelovig zijn om lid te mogen worden van Ichthus? Adna: ‘Het gaat er niet zozeer om hoe streng je gelooft. Studenten kunnen net begonnen zijn met het geloof of hier hun hele leven al mee bezig zijn. Niet-gelovigen kunnen ook deelnemen aan de activiteiten, alleen hebben zij volgens de statuten geen stemrecht binnen de vereniging.’ Mark: ‘In principe delen we allemaal dezelfde kernwaarden binnen de vereniging, maar hier zijn veel verschillende christenen. Zo heeft Ichthus leden die rooms-katholiek zijn en mensen die naar de pinkstergemeente gaan.’ Hoe staan jullie tegenover het nuttigen van alcohol? Adna: ‘Dat zijn moeilijke vragen wanneer je naar de Bijbel kijkt, dat staat er namelijk niet duidelijk in. Alcohol drinken doet niet iedereen, maar we borrelen bij Ichthus wel met bier en wijn.’ Mark: ‘Bij de islam is alcohol verboden, bij het christendom niet. In de tijd dat de Bijbel geschreven is, kon je beter alcohol drinken dan iets dat verontreinigd is. Bier en wijn was destijds normaal, zolang maar niet teveel gedronken werd, want dan gebeurden rare dingen.’ En seks voor het huwelijk? Mark: ‘Ik denk dat de opvatting daarover per persoon verschilt. Ik zou het zelf liever niet doen, maar dat is een eigen keuze. Daarnaast denk ik daar ook nog niet over na.’ Adna: ‘Zolang het goed voor jezelf is, dus niet iedere dag met iemand anders, lijkt seks voor het huwelijk me prima. Als je nog niet getrouwd bent, maar denkt dat je later wel met die persoon zult trouwen, vind ik seks voor het huwelijk oké.’ Krijg je rare reacties omdat je lid bent van een christelijke studentenvereniging? Mark: ‘Ik heb nog nooit meegemaakt dat mensen hier problemen mee hadden of raar op reageerden.’ Adna: ‘Wanneer iemand vloekt tijdens het basketballen, zeggen ze altijd "sorry" tegen mij omdat ze weten dat ik christelijk ben. Dat is het enige.’ Hoe kijken jullie tegen het uiten van het geloof op de RU aan? Mark: ‘Ik vind het mooi dat de RU een Studentenkerk heeft, waar activiteiten worden georganiseerd. Dat de universiteit zelf katholiek is, merk ik weinig van. Ze eindigden op de ouderdag met een vers uit de Bijbel, daarin komt het katholieke terug.’ Adna: ‘De universiteit is van oorsprong katholiek, maar door de naamsverandering is daar weinig aandacht meer voor. Dat vind ik ook niet erg, omdat niet iedereen op de RU christelijk is.’ Mark: ‘De RU staat ook open voor moslims, door de gebedsruimte in de Studentenkerk. Dat vind ik goed omdat de universiteit open moet staan voor alle mensen, ongeacht hun geloof.’ Wat voor soort activiteiten organiseren jullie? Adna: ‘Eens in de twee weken organiseren we een Bijbelkring, waarmee je met een groep van vijf tot zeven personen eet en een Bijbelstudie doet. De kring gaat over een thema uit de Bijbel, ook zingen we liederen en wordt afgesloten met een gebed. De weken waarin geen Bijbelkring wordt georganiseerd, hebben we verenigingsavond. Dan doen we met de hele vereniging een workshop, wordt een lezing gegeven of iets anders leuks georganiseerd.’

 

Lees meer