Groene kledinglijnen, biologische biertjes en het aanleggen van je eigen moestuin. We worden tegenwoordig ondergedompeld in beloftes over duurzaamheid, maar hoeveel waarde moeten we hier nog aan hechten?
Tekst: Anne van Veen
Illustratie: Carmen Groenefelt
Dit artikel verscheen eerder in de april-ANS
Eind april is het weer tijd voor de jaarlijkse Groene Week op de campus. Deze week gaat vooraf aan de wereldwijde Earth Day, een dag waarop mensen worden aangespoord na te denken over hun consumentengedrag. De laatste jaren komt duurzaamheid steeds vaker naar voren. Waar vroeger het begrip werd gekoppeld aan tuinbroeken en geitenwollensokken, noemen tegenwoordig alle bedrijven hun producten duurzaam. Zo staat er op de website van Douwe Egberts dat het bedrijf zich wereldwijd inzet om de koffieproductie duurzamer te maken. Rank a Brand (RaB), een merkenvergelijkingssite, geeft het koffiemerk op dit gebied echter een slechte beoordeling. Wat kan de consument hieruit opmaken? Wat betekent het begrip duurzaamheid tegenwoordig en wat kunnen wereldverbeterende types doen om hieraan bij te dragen?
Wereldvrede
Bas Eickhout is europarlementariër voor GroenLinks en door Trouw uitgeroepen tot nummer 1 van een lijst van 400 mensen die hebben bijgedragen aan een duurzamer Nederland. Hij vertelt dat de betekenis van het begrip duurzaamheid door de tijd heen aanzienlijk is veranderd: ‘Waar het twintig jaar geleden nog echt sciencefiction was, is duurzaamheid nu minder een onderwerp om over te dagdromen.’ Hij noemt de huidige vorm een levensstijl: ‘Ik ben blij dat duurzaamheid in tegenstelling tot vroeger niet alleen maar voor tuinbroekdragers is weggelegd, maar dat ook studenten veel te maken krijgen met dit begrip.’ Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen, vertelt dat duurzaamheid als vraagstuk wel hetzelfde is gebleven, maar dat het milieuaspect naar de achtergrond is verdwenen: ‘Mensen zijn een beetje milieumoe en langzamerhand is het vraagstuk opgeschoven naar de organisatievormen van duurzaamheid.’ Hiermee bedoelt Jonker dat er tegenwoordig meer wordt geworsteld met de vraag welke processen duurzaamheid bevorderen en hoe dit moet worden georganiseerd.
Een duidelijke kanttekening die Eickhout maakt bij de veranderingen in het duurzaamheidsthema, is dat het tegenwoordig net zoiets als wereldvrede dreigt te worden: ‘Niemand is er tegen, iedereen wil het zijn en iedereen zegt het ook te zijn. Zo is Shell, als je ze moet geloven, heel duurzaam, maar hiermee wordt het vraagstuk van de politieke agenda gehaald. Het is goed dat duurzaamheid veel breder is geworden dan het dragen van geitenwollensokken, maar politici moeten oppassen met de gedachtes dat alles groen is en dat we dansend in bloemetjesjurken door de wei gaan. Ze moeten vooral niet vergeten dat er bij al die bedrijven een keiharde belangenstrijd speelt en dat de bedrijven niet zo duurzaam zijn als ze zichzelf noemen. Grolsch of Hertog Jan?
Wat zou je als student kunnen doen om bij te dragen aan de duurzaamheid? Het kopen van zuinigere, biologische of groene producten zijn welbekende oplossingen, maar welke slogan kun je nog vertrouwen en hoe word je wijzer uit de brij van wereldreddende beloftes? Volgens RaB kunnen studenten bijvoorbeeld beter voor Grolsch dan Hertog Jan kiezen omdat het eerstgenoemde merk meer dan twee kilo CO2 minder produceert per hectoliter bier. Alfabiertjes kun je volgens de organisatie overigens beter laten staan. Zij krijgen een slechte beoordeling, omdat er geen informatie over het milieu- en klimaatbeleid is te vinden op hun website. Harry Meens, directeur van de Alfa Brouwerij, denkt dat de organisatie RaB geen zuivere koffie is: ‘Andere merken roepen van alles, maar wij zijn de meest energiezuinige middelgrote brouwerij van Nederland en daar heb ik een rapport van. RaB stelt alleen eisen aan de manieren hoe het op onze website moet staan en daar doe ik niet aan mee.’
Inmiddels heeft Meens besloten de informatie online te zetten. Het is nu wachten op de beoordeling van RaB. De organisatie RaB baseert de beoordelingen op informatie die te vinden is op de websites van de merken. Ze maken gebruik van onafhankelijke keurmerken en controleren dit bij de desbetreffende organisaties. Eickhout is van mening dat RaB toch wel een duwtje in de goede richting kan geven. ‘Ondertussen bestaan er zoveel verschillende labels, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Rank a Brand probeert hier helderheid aan te brengen en dient als leidraad voor de consumenten.’
Kort douchen is gepruts
Eickhout vindt dat studenten kunnen bijdragen aan duurzaamheid door het beeld over dit begrip te kantelen. De europarlementariër heeft zelf Milieukunde aan de RU gestudeerd en was altijd al geïnteresseerd in duurzaamheid, maar droeg hier destijds niet zozeer aan bij: ‘Studenten zijn vooral bezig met het omdraaien van hun centen en dat is hun grootste zorg, maar erover nadenken is al heel goed. Duurzaamheid moet de norm worden. Wij eten bijvoorbeeld echt teringveel vlees. Dat kan minder en dan heb je nog steeds prima eten.’ Jonker denkt dat veel studenten belangstelling hebben voor moderne duurzaamheid, dus vooral in de organisatorische kant waar ook de deeleconomie, een samenleving waarin mensen producten met elkaar delen, onder valt. ‘Studenten kunnen meedoen met de trend door een biologisch biertje te drinken, korter onder de douche te staan of wat vaker de fiets te pakken, maar dat is gepruts.‘ Volgens Jonker kunnen studenten moeilijk een significante bijdrage leveren. De enige opties waar hij mee komt, zijn het ontwikkelen van een bedrijf dat inspeelt op de nieuwe trend van duurzaamheid of een systeem bedenken dat de huidige problemen in de maatschappij kan oplossen. Het is voor de meeste studenten met duurzame idealen dan toch net wat makkelijker om de verwarming gewoon een graadje lager te zetten.
Klik hier voor de overige artikelen uit de april-ANS.