[INGEZONDEN] 'Linkse indoctrinatie?' is een onjuiste vraag

Yernaz Ramautarsing (student politicologie aan de UvA) stelt dat universiteiten aan linkse indoctrinatie doen. Dit laat hij onder andere weten bij Pauw en Witteman en op een Facebookpagina. Ik vind de stelling dat universitaire docenten en hoogleraren indoctrineren een zwaar verwijt. Zij zouden dus met opzet studenten willen overtuigen van linkse ideeën door systematisch een eenzijdige weergave van de werkelijkheid te geven. Naast het feit dat ik denk dat deze schoffering een verkeerd beeld van de werkelijkheid is, strookt het beeld ook niet met het doel van een universitaire opleiding in de politicologie. Ten eerste is een wetenschappelijke opleiding niet primair gericht op kennisoverdracht, universitaire studenten weten niet per se meer ‘feitjes’ dan studenten van andere opleidingen. De kerntaak van een universiteit is het voorbereiden van studenten op het doen van zelfstandig onderzoek. Hiervoor wordt kennis overgedragen over theorieën, dus geen algemene waarheden, en worden studenten getraind in verschillende onderzoeksmethodes. Een belangrijke eigenschap voor het doen van onderzoek is een kritische houding. Een kritische houding ten opzichte van andermans onderzoek, bijvoorbeeld van je docenten, en ten opzichte van je eigen onderzoek. Je eigen opleiding typeren als indoctrinatie noem ik dan ook zelfonderschatting van het eigen kritische vermogen. Ten tweede bestaan er verschillende onjuistheden over de politicologie. Met een opleiding politicologie word je niet opgeleid tot politicus. Je leert niet debatteren, je leert niet hoe je een Kamervraag stelt en je leert geen achterkamertjespolitiek. Een politicoloog bestudeert politieke machtsprocessen in de breedste zin van het woord. Deze processen bestudeer je aan de hand van theorieën over actoren (bijvoorbeeld partijen, parlementariërs en kiezers) en systemen (bijvoorbeeld kiessystemen en wetten, maar ook de rol van culturele normen en waarden). De dagelijkse politiek, bijvoorbeeld de debatten in de Tweede Kamer, speelt hierbij zelden een rol. Politicologie gaat niet over welke ideologie het beste is, of populisme iets goeds of slechts is of welke economische theorie waar is. De politicologie bestudeert de rol van ideologieën, het effect van populistische partijen op de democratie en rol van de politieke economie. Hierbij worden verschillende theorieën naast elkaar behandeld. Of zoals een docent in mijn eerste jaar stelde: 'per college zetten we een andere theoretische bril op waarmee we de werkelijkheid bekijken'. Natuurlijk kunnen de ideeën en het frame van de docent een rol spelen. Ik denk dat het belangrijk is om hier een onderscheid te maken tussen het frame dat de docent neerzet in een collegereeks en losse uitspraken. Op de Facebookpagina staan losse uitspraken die docenten maken in een college. Vaak geven deze een duidelijk persoonlijke mening of een grap weer. In de context van een college begrijpen studenten heel goed dat dit een mening of een grap is. In de uitzending gaf Ramautarsing tevens aan hoe docenten op hem reageren. Een UvA docent stelt: 'Ik wil dat jullie heel kritisch op me zijn'. Dit is de houding die ik ook herken bij mijn eigen docenten. Politicologen houden juist van debat en discussie, indoctrinatie past hier niet bij. Of zoals een universitair docent afgelopen week in college stelde: 'please disagree, because that is fun'. Willem van Sermondt is masterstudent Politicologie

 

Lees meer

[INGEZONDEN] 'Onderschat direct contact tussen studenten en docenten niet'

Tom Hoven is voorzitter van studentenvakbond AKKU en vindt volledig online studeren geen goed idee. Jan Derksen, hoogleraar Klinische Psychologie aan de Radboud Universiteit, stelt dat hoorcolleges vervangen moeten worden door online studeren. Hierbij worden de colleges opgenomen zonder dat studenten de mogelijkheid krijgen aanwezig te zijn. Studenten zijn tijdens college vooral druk hebben met gapen, eten en drinken. Ook kost het zowel docenten als studenten veel energie zichzelf hier elke dag naar toe te slepen, aldus Derksen. Toch moet het directe contact tussen studenten en docenten niet onderschat worden. Immers, studenten hebben bij enkel online studeren geen mogelijkheid meer tot het persoonlijk stellen van vragen aan de docent. Ook zal er geen ruimte meer zijn voor discussie, studeren wordt weer eenrichtingsverkeer waarbij de docent informatie verschaft aan de student. Het is naïef om te denken dat de kwaliteit van het onderwijs omhoog gaat door studenten op hun kamer achter een laptop colleges te laten beluisteren. Juist de ruimte voor vragen en discussie is belangrijk in het huidige academische klimaat waarin studenten bij elkaar komen om kennis met elkaar te delen. In dit opzicht is het online studeren van Derksen verre van revolutionair. De academische gemeenschap zou juist teruggaan naar de tijd dat de leermeester vertelt en de studenten enkel meeschrijven. Natuurlijk is het goed om het onderwijs te moderniseren. Een beter idee zou echter zijn om hoorcolleges, zoals ze in de huidige vorm worden gegeven, op te nemen en online beschikbaar te stellen voor studenten die door persoonlijke omstandigheden zoals ziekte een keer niet lijfelijk aanwezig kunnen zijn. Op deze manier krijgen de afwezigen niet alleen het college maar ook de gestelde vragen mee. Daarnaast kunnen studenten de colleges voor het tentamen nog eens doornemen of als naslagwerk gebruiken. De opnames zijn op die manier een mooie aanvulling, maar mogen nooit dienen als vervanging van de reguliere hoorcolleges.

 

Lees meer

[Ingezonden] AKKUraatd: maak de USR toegankelijk en transparant

Studentenpartij AKKUraatd vindt dat studenten meer inzicht moeten krijgen in wat de Universitaire Studentenraad doet. De vijf lijsttrekkers van de partij pleiten voor meer toegankelijkheid en transparantie in deze ingezonden brief. De Universitaire Studentenraad (USR) is de vertegenwoordiging van alle studenten op het hoogste niveau. Toch hebben maar weinig studenten een goed beeld van de USR. Dat moet anders vindt AKKUraatd. Daarom pleiten de vijf lijsttrekkers voor een toegankelijke en transparante USR. Dit kan volgens ons op verschillende manieren worden gerealiseerd. Ten eerste zouden de vergaderstukken van de USR openbaar moeten worden. De notulen van de Gezamenlijke Vergadering zijn al openbaar, maar dat moet met de notulen van de interne USR vergaderingen net zo zijn. Hierdoor kunnen studenten zien of partijen het opgestelde verkiezingsprogramma ook daadwerkelijk naleven. Het wordt zo duidelijker waar de USR concreet mee bezig is en studenten kunnen beter inschatten welke partij aansluit bij hun eigen ideeën en standpunten. Daarnaast moeten ook de vergaderingen openbaar worden gemaakt. Studenten moeten vergaderingen van de USR kunnen bijwonen om inzicht te krijgen in de vergaderingen en de vorming van het beleid. De vergaderingen en de beslissingen die daaruit volgen zijn namelijk van direct belang voor de student. AKKUraatd vindt het vreemd dat je geen inzicht kunt krijgen in de manier waarop universitair beleid vorm krijgt. De USR vertegenwoordigt de student, maar de studenten niet hoe zij worden vertegenwoordigd. Tenslotte moet de USR toegankelijk worden voor alle studenten. Momenteel is het voor studenten van de medische faculteit in zowel de bachelor- als masterfase vrijwel onmogelijk om plaats te nemen in de USR. In het huidige curriculum heeft deze groep geen tijd om bij de verplichte vergaderingen te zijn. Voor coschappers en stagelopers is het al helemaal onmogelijk om overdag deel te nemen aan activiteiten en vergaderingen. Op deze manier wordt een hele faculteit ondervertegenwoordigd binnen de USR, wat natuurlijk niet bijdraagt aan de transparantie. Een kleine aanpassing, zoals het verplaatsen van vergaderingen naar de avonduren, zoals nu al bij de UMC-raad gebeurt, zou de USR toegankelijker maken voor alle studenten. AKKUraatd wil graag dat de vergaderstukken en vergaderingen inzichtelijk worden voor iedere student en dat ook iedere student kan deelnemen aan de USR. Een toegankelijke en transparante USR is wat wij willen bereiken voor jou, zodat jij kan zien welke ideeën werkelijkheid worden.

 

Lees meer

[Ingezonden] De medezeggenschap is simpelweg machteloos

Gino Praat (20), eerstejaarsstudent Psychologie en actief bij De Nieuwe Universiteit Nijmegen (DNUN), vindt dat de kritiek op de RU-medezeggenschap makkelijk aan de kant is geschoven. 'De tijd van discussies over stopcontacten en Blackboard-problemen is voorbij. De dialoog over fundamentele vraagstukken moet ook op de RU worden gestart.'

Sinds de gebeurtenissen in het Bungehuis en het Maagdenhuis is de discussie over het verbeteren van het hoger onderwijs losgebarsten. Uit alle hoeken van de academische gemeenschap is kritiek geuit op de universitaire democratie. Ook hier in Nijmegen had men bezwaar op het gebrek aan rechten dat de medezeggenschap bezit. Maar is die kritiek op de RU wel terecht? Volgens sommigen niet.

Op verschillende manieren kreeg ik vooral sussende uitspraken te horen: Het is een Amsterdams probleem. Weliswaar zijn er verbeteringen mogelijk, maar hier is alles goed geregeld. De Nieuwe Universiteit is in Nijmegen niet nodig. Voor oplossingen moet je in Den Haag zijn. De student heeft hier het laatste woord. De medezeggenschap heeft immers een goede relatie met het College van Bestuur (CvB).

Kon ik maar zeggen dat het zo democratisch is gesteld op de Radboud Universiteit. Blijkbaar is de ‘goodwill’ van het CvB voldoende reden om een ondemocratisch systeem te rechtvaardigen. Een systeem waarbij bisschoppen het stichtingsbestuur benoemen, dat op haar beurt weer het CvB kiest. Bovendien staat hetzelfde stichtingsbestuur boven de medezeggenschap. De inspraakorganen kunnen immers worden gepasseerd bij besluiten waar deze het niet mee eens is. Het is dus slechts een illusie dat de medezeggenschap door middel van haar instemmingsrechten daadwerkelijk het laatste woord heeft.

Waar ik me ook over verbaas, is het feit dat de medezeggenschap het initiatiefrecht niet heeft en niet met eigen voorstellen kan komen. De medezeggenschap kan het CvB wel adviseren om een beleidsvoorstel te doen, maar op deze manier blijft de medezeggenschap afhankelijk van de ‘goodwill’ van het CvB. Voorzitter van de Universitaire Studentenraad (USR) Mark Vlek de Coningh gaf in een eerder artikel van ANSde situatie goed weer: 'Als er een College zit dat niet bereid is om naar studenten te luisteren, zijn we vleugellam.' Zelfs relatief kleine democratische veranderingen die (een gedeelte van) de USR al jarenlang wil - zoals een studentenassessor in het CvB of het aanpassen van de 60/40-regeling - kan na jarenlang pleiten niet gerealiseerd worden. De medezeggenschap is simpelweg machteloos.

Samen met andere betrokkenen van DNUN speuren we deze problemen op en willen we ze aanpakken. De Nieuwe Universiteit moet niet als een stelletje ‘CvB-slachters’ worden gezien die tegen alles en iedereen aan wil schoppen, maar als een beweging die strijdt voor echte democratie en meer transparantie in het hoger onderwijs. Ik roep studenten, wetenschappers en de rest van de academische gemeenschap op om met een gezonde kritische blik naar het hoger onderwijs te kijken en mee te doen met het debat dat gaande is. De tijd van discussies over stopcontacten en Blackboard-problemen is voorbij. De dialoog over fundamentele vraagstukken zoals democratie en transparantie moet ook op de Radboud Universiteit worden gestart.

 

Lees meer

[INGEZONDEN] De Nacht van de UB

Studenten hebben uiteenlopende studieritmes. Er zijn vroege vogels, maar ook veel nachtbrakers. Veel studenten studeren het liefst in de UB en zeker in tentamenperiodes zijn er een hoop studenten die behoefte hebben aan een Universiteitsbibliotheek (UB) die 24 uur open is. Het is echter begrijpelijk dat financiële argumenten ten grondslag liggen aan beperktere openingstijden van de UB, evenals daluren in de bezoekersaantallen. Zeker in de huidige tijden van bezuinigingen moet er begrip zijn dat er geen oneindige geldstroom naar de bibliotheek kan gaan. Asap pleit desondanks voor zo ruim mogelijke openingstijden. Een jaar of tien geleden was de bibliotheek bijvoorbeeld überhaupt niet op zondag open en na herhaaldelijk pleiten door de Universitaire Studentenraad (USR) is die openstelling er uiteindelijk toch gekomen. Die zondagopening is stapsgewijs uitgebreid wegens de grote bezoekersaantallen op de zondagen. De vraag is echter of opening tot in het holst van de nacht nog rendabel is, maar dat zou onderzocht kunnen worden. Feit is wel dat juist omdat studenten in deze tijden worden geconfronteerd met een grotere druk om sneller af te studeren, de faciliteiten om te studeren zeker in deze tentamenperiodes goed moeten zijn. Misschien is het vandaag nog niet mogelijk of te duur om de UB 24/7 open te laten zijn in tentamenperiodes, maar misschien is het morgen wel noodzakelijk. Om het statement dat verruiming van de openingstijden gewenst is kracht bij te zetten, kan de UB een voorbeeld nemen aan de UB van de Rijksuniversiteit Groningen. Daar werd afgelopen januari gevierd dat de openingstijden werden verruimd met een zogenaamde Slapeloze Nacht: de UB bleef op feestelijke wijze de gehele nacht open en kwam studenten in de tentamenperiode éénmalig tegemoet. Er werd gezorgd voor energiedrank, gratis koffie en een gratis ontbijt voor de volhouders. Bovendien was er een rondleiding door de UB. De foto’s sluiten aan bij de meningen van de bezoekende studenten: de Nacht was een groot succes. Het zou een goed initiatief zijn als een Slapeloze Nacht ook op de RU zou worden georganiseerd: misschien wel als jaarlijks evenement in de tentamenperiode van januari. Bovendien kunnen de reacties van Nijmeegse studenten omtrent een 24/7 geopende bibliotheek gepeild worden en kan er bij de studenten begrip ontstaan voor het feit dat ruimere openingstijden ook offers vragen van medewerkers. Daarom heeft asap contact opgenomen met de Universiteitsbibliotheek om de mogelijkheden hiervan te bespreken: inmiddels is toegezegd dat het idee van de 'Nacht van de UB' besproken gaat worden in de klankbordgroep van de UB. Idealiter zou deze Nacht natuurlijk gepaard gaan met ruimere openingstijden voor de UB. Of dat gaat lukken is de vraag. Echter, een eenmalig initiatief zou mogelijkheden en knelpunten in kaart kunnen brengen, een mooi statement zijn en bovendien bijdragen aan het begrip tussen de studerende student en de UB. We houden jullie op de hoogte over de voortgang van dit initiatief. Jelko Dijkman, Wouter Exterkate, Reint-Jan Groot Nuelend, Renske ter Maat en Mart Waterval zijn allen actief voor studentenpartij asap.

 

Lees meer

[INGEZONDEN] Halbe, luister eens naar geneeskundestudenten

Vanmorgen kregen wij, net als Halbe Zijlstra, een brief van een bezorgde geneeskundestudent in onze brievenbus. Coschappers zouden namelijk onevenredig hard worden geraakt door het afschaffen van de masterstufi. Dat stelde het Landelijk Medisch Studenten Overleg vorige maand. Marije Weidema is derdejaars geneeskundestudent en deelt deze mening. Omdat ze denkt dat Zijlstra de gevolgen voor geneeskundestudenten niet snapt, stuurde ze Halbe onderstaande brief.



Nijmegen, 21 maart 2012 Geachte Excellentie, Mijn naam is Marije Weidema en ik ben derdejaars student geneeskunde. U heeft het vast erg druk, dus ik zal mijn best doen deze brief zo compact mogelijk te houden. Allereerst wil ik mijn begrip tonen voor de geplande bezuinigen. Het zijn economisch moeilijke tijden en iedereen zal daar zijn of haar steentje aan bij moeten dragen. Waar ik echter wel moeite mee heb, is dat er weinig aandacht is voor verschillen in de groepen die nu worden geraakt. Dan bedoel ik specifiek de maatregel betreffende het afschaffen van de studiefinanciering in de master. Verreweg de meeste masters duren één jaar, dit gaat dus om een extra investering van ruim 3000 euro. Op zich nog te overzien en dit zou (gedeeltelijk) kunnen worden opgevangen door een bijbaan. Bij Geneeskunde is de situatie echter radicaal anders. Deze master duurt ten eerste drie jaar, waardoor er een gat van zo’n €9400,- ontstaat. Bovendien bestaat de master geheel uit stages in het ziekenhuis, ook wel coschappen genoemd. Daar word je gemiddeld 48 uur per week bezig gehouden, plus nog reistijd en voorbereiding thuis. Er is onderzoek gedaan naar het aantal coschappers met een bijbaan, 91 procent had voor aanvang van de coschappen een bijbaan en maar liefst 60 procent heeft die op moeten zeggen omdat het niet te combineren valt. Het is dus erg lastig om naast de coschappen tijd en energie te vinden om geld te verdienen. Elk jaar staan er zo’n 2000 studenten klaar die bereid zijn om deze investering te maken, om zoveel tijd in het ziekenhuis door te brengen met als doel zoveel mogelijk te leren. Het is een investering om uiteindelijk een goede arts te worden en medemensen die het moeilijk hebben bij te kunnen staan. Mijn vraag aan u is of u nog eens goed zou willen kijken naar de mogelijkheden om de bezuinigingen eerlijker te verdelen. Een optie zou bijvoorbeeld zijn, om alle masterstudenten één studiejaar zelf te laten betalen. Daarmee betaalt het gros van de studenten de gehele master zelf, en zouden studenten geneeskunde wat minder onder druk worden gezet. Niet alleen ik, maar vele bange geneeskundestudenten met mij, zouden het zeer waarderen als u deze kleine aanpassing zou overwegen. Hoogachtend, Marije Weidema

 

Lees meer

[INGEZONDEN] Hoe komt AKKUraatd aan mijn studentenmailadres?

Om mensen zover te krijgen om vanmiddag te gaan protesteren, stuurde AKKUraatd een mail naar alle studenten. Op Twitter ontstond daarop een discussie over hoe de roodbroeken aan de digitale adresgegevens van de gehele Nijmeegse studentenpopulatie kwam. Thijs van Reekum, student filosofie en politicologie, voormalig SIAM-fractievoorzitter en portefeuillehouder onderwijs van de Jonge Democraten (D66), maakt zich kwaad over deze gang van zaken. In principe ben ik niet tegen protesteren. Sterker nog, het democratisch recht op protest is een zeer belangrijk recht tegen mogelijke totalitaire regimes. Het helpt onderdrukking voorkomen. De student wordt door het huidige kabinet in zijn belang geraakt met de komende bezuinigingen en een tegengeluid is daarom begrijpelijk. De mail van AKKUraatd om de student op te roepen om zich te manifesteren tegen de komende bezuinigingen is dan ook niet verwonderlijk. Echter, hoe komt AKKUraatd aan mijn studentenmailadres? De enige die daartoe beschikking heeft, is de universiteit. Toen ik vanmiddag op de universiteit kwam, bleek iedereen die mail te hebben gehad. De universiteit heeft AKKUraatd dus toestemming gegeven om haar boodschap naar alle e-mailadressen te versturen. Buiten dat dit volstrekt tegen alle privacyregels ingaat, ben ik ook gewoon boos dat de universiteit mijn persoonlijke gegevens doorgeeft aan derde partijen. En wat het allemaal nog erger maakt is dat de mail verzonden is van het gmailadres van AKKUraatd. Dit betekent dat zij toegang heeft gekregen tot de e-mailadressen van alle studenten en dat het dus niet om een eenmalige mail gaat die vanuit de universiteit zelf is verzonden. Hoe haalt de universiteit het in haar hoofd om de e-mailadressen van alle studenten door te geven aan een (subjectieve) partij! Het moge duidelijk zijn: ik protesteer tegen deze actie van AKKUraatd en de universiteit. Noot van de redactie: De mail is, zoals in de discussie hieronder wordt besproken, inderdaad door Dienst Studentenzaken zelf verstuurd. AKKUraatd heeft dus geen toegang gekregen tot de persoonlijke e-mailadressen van studenten.

 

Lees meer

[Ingezonden] Leenstelsel: geen reden om te juichen

In deze ingezonden brief gaat Yurre Wieken (24), masterstudent Geschiedenis, in op de ingezonden brief van Karl Kouki, die het leenstelsel zo slecht nog niet vindt. 'We kennen het type dat hij omschrijft allemaal wel in onze kenniskring, maar we kennen ook veel andere types, waarvoor dit absoluut niet opgaat.' Ik houd van recalcitrante meningen. Iemand die een dag na de invoering van het leenstelsel van de daken schreeuwt dat het fantastisch is, verdient zeker mijn waardering. Daarmee doel ik natuurlijk op het stuk Karl Kouki van gisteren. Wel is het jammer dat het stuk sterk uitgaat van aannames en generalisaties. Kouki schildert zijn studiegenoten af als wellustige levensgenieters die massaal op vakantie gaan, duur shoppen, stappen, lid zijn van verenigingen en smartphones hebben. Studenten hebben het prima en moeten niet zeuren dat ze geen 'gratis geld' meer krijgen. Waar baseert hij dat op? We kennen het type dat hij omschrijft allemaal wel in onze kenniskring, maar we kennen ook veel andere types, waarvoor dit absoluut niet opgaat. Wie even kritisch nadenkt, komt vooral met vragen. Hoe weet Kouki dat al die studenten dit betalen van hun studiefinanciering en niet van een bijbaan of ouderbijdrage? Leuk dat hij zelf grotendeels zelfvoorzienend is, maar is hij representatief of maatgevend voor iedere student? Daarnaast gebruikt hij meer aannames om zijn mening te ondersteunen die vooral vragen oproepen: hoeveel studenten shoppen er bij de AH? 'Ik zie er veel', is geen argument. Kopen ze A-merken of AH Basic? Is zo’n vereniging wel zo duur? Nijmeegse studieverenigingen vragen doorgaans tien euro contributie per jaar. Hoeveel zegt een incidentele uitgave aan bijvoorbeeld een festival over iemands maandelijkse bestedingsvermogen? Dan de inhoud. Over 'investeren in jezelf' kan ik kort zijn: dat doen studenten al, met gemiddeld 15000 euro aan studieschuld. Studeren is in Nederland al veel duurder dan in omringende landen – zoals België, Duitsland en Scandinavië. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat alleen de student zelf iets aan zijn studie heeft. Volgens mij is de hele maatschappij gebaat bij een goed opgeleide beroepsbevolking, publieke en private bestuurders met kennis van zaken, wetenschappers, et cetera. Studeren is meer dan slechts iets waarmee je later een vet salaris krijgt. Voor sommigen misschien niet, maar dat zal door het leenstelsel alleen maar sterker worden. Studeren wordt immers eerder een financiële afweging, waarbij studies waarmee je later waarschijnlijk een dik betaalde baan hebt in populariteit toenemen. Het gaat steeds meer om instrumentele in plaats van intrinsieke doelen, zoals jezelf ontwikkelen. Funest voor minder sexy en lucratieve wetenschapsgebieden – het gebeurt nu al aan de Faculteit der Geesteswetenschappen aan de UvA, waar fors wordt bezuinigd en studies worden samengevoegd. De aanvullende beurs wordt behouden en stijgt zelfs, aldus Kouki. Dat klopt, maar hij vertelt er niet bij dat ook voor mensen met een aanvullende beurs de basisbeurs verdwijnt. Netto is dat nog steeds een achteruitgang van zo’n 8600 euro over vier jaar studeren. Ook komen door het leenstelsel minder mensen voor de aanvullende beurs in aanmerking. Het is minder erg dan het verdwijnen van de aanvullende beurs, maar daarmee is ook wel alles gezegd. Gunstige aflossingsvoorwaarden voor de lening? Langer aflossen betekent langer rente betalen, waardoor je op termijn duurder uit bent. De rente voor studieleningen is nu laag, 0,8 procent, maar stijgt naar 1 procent doordat deze aan andere staatsobligaties wordt gekoppeld. Daarnaast wordt met deze cijfers uitgegaan van het huidige economische klimaat – wanneer de economie weer aantrekt, stijgt de rente verder. En ja, het is mooi dat er geïnvesteerd wordt in het onderwijs. Maar daar is geen leenstelsel voor nodig. De meeste afgestudeerden leveren door inkomensbelasting meer op dan ze als student ooit gekost hebben. Dit zie je alleen niet op de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap terug, wat voor mij de fundamentele legitimatie van het leenstelsel in twijfel trekt. Los van de fundamentele vraag óf je in crisistijd moet bezuinigen (dat is ook maar een economische visie), is de vraag wáárop je bezuinigt altijd een kwestie van politieke keuzes en prioriteiten. Goed, dat is een andere discussie. Maar hoe zeker is de overheid dat het geld echt terugkomt? 35 jaar is heel lang en in Engeland ontstond een groot gat in de onderwijsbegroting doordat leningen massaal niet werden afbetaald. De Raad van State waarschuwde daarom dat het onduidelijk is of de opbrengsten echt terugvloeien naar het onderwijs. Ik geloof best dat er studenten zijn die eigenlijk niets te klagen hebben en in deze discussie minder recht van spreken hebben. Het gaat hier echter ook over de studenten die dat wel hebben, die nu al tot over hun oren in de schulden zitten, een bijbaantje hebben, hard studeren en nu te horen krijgen dat ze 'meer moeten investeren in zichzelf'. Het gaat over studenten die zelf allang geen recht meer hebben op de basisbeurs en zich volledig belangeloos inzetten voor de generatie ná hen. Ik ben ook tegen dat leenstelsel, en mij wordt niets 'afgepakt' – ik studeer deze zomer namelijk af. Karl Kouki mag van het leenstelsel vinden wat hij wil, maar vertel dan wel het hele verhaal. Zet de minder jubelende studiegenoten niet weg als kortzichtig en verwend.

 

Lees meer

[Ingezonden] Meerkeuzetentamens pure gemakzucht

Wat is een complicatie voor obesitas? a.) Pseudofolliculitis barbae (irritatie door scheren) b.) Infertiliteit (onvruchtbaarheid) c.) Priapisme (langdurige erectie zonder seksuele prikkel) d.) Pigmentatie van de iris Een fictief voorbeeld, maar toch het had zo in een geneeskundetentamen kunnen staan. Een meerkeuzevraag waarvan je een of meer antwoorden al direct kunt afstrepen omdat ze nergens op slaan. Obesitas heeft natuurlijk geen enkel effect op de pigmentatie van je iris, dat kun je ook zonder de stof te kennen wel bedenken. Volstrekt onlogisch, vooral kijkende naar de andere antwoordmogelijkheden. Dit is natuurlijk mooi, want de kans op een goed antwoord door te gokken is dankzij dit geintje geen 25 maar 33 procent. Wel jammer dat je nu misschien het tentamen haalt zonder de stof voldoende te kennen. Meerkeuzevragen zijn niet meer weg te denken uit tentamens. Sommige vakken worden volledig met meerkeuzevragen getentamineerd. Fijn, zul je waarschijnlijk denken – met een meerkeuzetentamen ben je sneller klaar, krijg je geen kramp in je polsen en het is vaak nog makkelijker ook. Ware het niet dat we ook iets willen leren aan de universiteit. En leer je nu daadwerkelijk iets van filosofie en theoretische onderwerpen door niet meer te doen dan letterlijk kennis te reproduceren? Meerkeuzetentamens zijn vaak geen adequate academische toetsing. Om te laten zien dat je een theorie kent moet je deze in een schriftelijk antwoord correct kunnen toepassen op een casus. Dat kan niet via meerkeuzevragen. En al helemaal niet als deze zo banaal simpel zijn dat je de helft van de antwoordmogelijkheden op basis van algemene kennis al kunt negeren. Zo stond er onlangs een meerkeuzevraag over cookies in een tentamen Communicatiewetenschap, waarbij één van de antwoordmogelijkheden was dat je er dik van wordt. Wat leert een student nou precies van dit soort vragen? Een veel betere test van zijn kennis is het voorleggen van een casus en vervolgens vragen deze vanuit diverse theoretische invalshoeken te bekijken. Dat vereist écht denkwerk en een diepere kennis van de stof. Dat meerkeuzetentamens onwenselijk zijn weet de universiteit ook wel. Maar wegens tijdsgebrek kan het niet anders, aldus een hoogleraar in de laatste ANS. Een meerkeuzetentamen nakijken gaat nu eenmaal sneller dan het doorlezen van vijf A4’tjes per student. Gezien de groeiende studentenaantallen is het niet onbegrijpelijk dat er minder nakijkuren per student beschikbaar zijn, maar is dit een acceptabel excuus? In de hoge werkdruk die docenten ervaren spelen natuurlijk nog meer zaken mee, zoals de beschikbaarheid van (ondersteunend) personeel en de tijd die verdeeld moet worden over onderwijs en onderzoek. De kwaliteit van tentaminering mag echter niet lijden onder de werkdruk. AKKUraatd vindt dat financiële overwegingen geen invloed mogen hebben op de kwaliteit van onderwijs en tentamens. Zijn meerkeuzetentamens dan per definitie fout? Nee. Er zijn best vakken denkbaar waarbij meerkeuze een logische en geschikte vorm van toetsing is. Maar dan moet dát ook het criterium zijn, en niet de vraag hoeveel tijd of geld je ermee kunt besparen. Dat dit wel gebeurt, is het zoveelste voorbeeld van hoe de doorgeslagen focus op rendement ten koste gaat van de kwaliteit van onderwijs. En áls er dan meerkeuzevragen worden gesteld moeten ze ook daadwerkelijk nadenken vereisen. Merk je dat bij jouw opleiding te makkelijke meerkeuzententamens worden gebruikt, laat het dan weten! Zet het in de onderwijsevaluatie, laat het je opleidingscommissie (OLC) weten, of meld het aan ons! AKKUraatd zet zich in voor een goede tentaminering, waarbij kwaliteit voorop staat. Yurre Wieken en Rolf de Rode zijn lid van studentenfractie AKKUraatd

 

Lees meer

[INGEZONDEN] Moeilijk, een masterdag

Wat liet de universiteit mij schrikken. 600 Radboudianen vertrekken na het halen van hun bachelordiploma naar een andere universiteit? Een verdriedubbeling in drie jaar? En slechts 289 studenten die naar Nijmegen komen voor hun master? Dit heeft de RU niet verdiend. Collegevoorzitter Gerard Meijer, hoogste werknemer van de universiteit, is hier ook niet blij mee. Er verschenen berichten over de oorzaken, gevolgen en gelukkig ook over de oplossingen. Een belangrijke stap zou het organiseren van een veelbelovende masterdag zijn. Goed plan. Ook voor een Nijmeegse bachelorstudent een welkome voorlichting, want eerlijk is eerlijk, die masterkeuze kan een lastige opgave zijn. Zeker gezien het grote aantal hoogstaande masters die onze en andere universiteiten aanbieden. De website over de voorlichting heb ik weten te vinden en de ‘direct aanmelden’-button was niet te missen. Gelukkig was deze via Google makkelijk te vinden (want ik bleek niet tot de doelgroep van ru.nl/studereninnijmegen te behoren en www.mastersinnijmegen.nl kon mijn browser niet vinden). Het ‘direct aanmelden’ was een groot feest. Ik ben namelijk nogal een studiebol, nog lang niet uitgeleerd en van plan meerdere masters te gaan volgen. Geen probleem voor de voorlichtingsdag, want ik kon mij voor zoveel voorlichtingen aanmelden als ik wilde. RU, you made my day! Als voorbereiding op de masterdag besloot ik eens een overzicht van alle Nijmeegse masters te bekijken. Dat had ik niet moeten doen. Ik kwam terecht bij een lange, nietszeggende lijst van masters. De website vertelde me dat ik was beland bij een ‘overzicht van alle masters en specialisaties’. Dat overzicht mis ik, net als ook maar een vermoeden wat welke master inhoudt. Gelukkig bestaat de lijst uit linkjes waar vast iets moois onder vandaan zal komen. Helaas. Wat rondklikken brengt mij van de ene link naar de andere en weer naar dezelfde. Waar ik ook kom, met geen woord wordt gerept over de hoogstaande kwaliteit van de masters of Nijmegen als studentenstad. Wel kan het mij niet ontgaan dat de RU de beste brede universiteit is, dat logo wordt overal met trots getoond. Nu weet ik natuurlijk hoe goed en fijn onze universiteit is, maar stel je eens voor dat ik dat niet zou weten. Nee, de website zou mij niet naar de masterdag of überhaupt naar een master trekken. Tip voor de RU: bezoek de masterwebsites van je concurrenten eens. Vijf dagen voor de dag der dagen ontving ik van de medewerkers van studievoorlichting een nette mail, vier keer dezelfde mail zelfs.
Beste (naam), Je hebt je aangemeld voor de Masterdag van zaterdag 13 april van de Radboud Universiteit Nijmegen. De meeste voorlichtingen starten om 14.30 uur, de voorlichtingsrondes van de opleidingen Psychologie, Sociologie, North American Studies, Taalwetenschappen/Linguistics starten om 15.00 uur. Je kunt je een half uur van te voren melden bij de balie in de Aula, Comeniuslaan 2. Vanuit daar word je verder verwezen naar de juiste locatie. Als je je hebt aangemeld voor een voorlichting van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica of de Faculteit der Medische Wetenschappen, dan word je om 14.00 uur verwacht in het Huygensgebouw, Heyendaalseweg 135. De campus van de Radboud Universiteit is goed te bereiken per openbaar vervoer en de auto. Vanaf station Nijmegen rijden gratis pendelbussen naar de campus. Voor meer informatie over de route naar de campus kun je kijken opwww.ru.nl/bereikbaarheid/. Mocht je nog vragen hebben dan kun je ons telefonisch bereiken op 024 – 3612345, mailen naar studievoorlichting@ru.nl of met ons chatten. Wij zijn bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur. Tot zaterdag! Met vriendelijke groet, Studievoorlichting Radboud Universiteit Nijmegen
Ik word bij naam genoemd, fijn! Wel jammer dat men vergeten is waarvoor ik me heb aangemeld. En weet je dat ik zelf eigenlijk niet helemaal zeker weet aan welke faculteit mijn voorkeursmasters gegeven worden? Waar moet ik dan heen? Gelukkig werd mij verteld dat ik om 14.00 uur niet lang bij de Aula moest wachten. Dat bijna iedereen zich daar moet melden is geen enkel probleem, want er hebben zich toch maar 200 studenten aangemeld. Hé Radboud, er gaan er wel 600 weg. Moeten er dan niet wat meer komen? Drie dagen voor de masterdag mocht ik nog een mailtje ontvangen.
Beste student, Bedankt voor je aanmelding voor de Masterdag van 13 april aanstaande. Je ontvangt deze e-mail omdat je je hebt aangemeld voor meer dan één voorlichtingsronde. Door een fout in het systeem was het mogelijk dat je je kon aanmelden voor meer dan één voorlichtingsronde. Dit is niet correct, de voorlichtingsrondes vinden allemaal ongeveer tegelijk plaats. Je kunt dus maar één ronde volgen. Op http://www.ru.nl/studereninnijmegen/voorlichting/masterdag-13-april/programma/, vind je het correcte programma met de juiste tijden, zodat je kunt zien hoe laat de ronde plaatsvindt die jouw voorkeur heeft. Bij de registratie wordt er dan voor gezorgd dat je verwezen wordt naar de juiste locatie. Een half uur voordat jouw voorlichtingsronde start kun je je aanmelden in het betreffende gebouw: Aula, Comeniuslaan 2: alle faculteiten m.u.v. Faculteit der Medische Wetenschappen, Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica). Huygensgebouw, Heyendaalseweg 135: Faculteit der Medische Wetenschappen, Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica). We vinden het erg vervelend dat deze fout is ontstaan, we hopen je alsnog te mogen begroeten aanstaande zaterdag 13 april op de Masterdag! Met vriendelijke groet, Radboud Universiteit Nijmegen, Dienst Studentenzaken Afdeling Voorlichting
Foutje, kan gebeuren. Gelukkig kan ik me online opnieuw aanmelden voor alle rondes. Dat heeft echter niet zoveel zin, want alle voorlichtingsrondes worden tegelijk gegeven. Dan maar een keuze maken. Tot mijn verrassing kreeg ik nog een mailtje. Gelukkig wist men nu wel weer voor welke voorlichting ik me had aangemeld. Ik had gekozen voor voorlichting over een aantal specifieke masters van een faculteit. De afdeling voorlichting vertelde mij dat ook dit niet door kon gaan. Er zou één voorlichting komen voor alle masters tegelijk. Ik wil helemaal niets weten over master X, want ik wil master Y of Z gaan doen, dus zo'n opzet heeft voor mij geen zin. Ach, misschien is het wel goed dat er niet al te veel mensen op deze eerste masterdag, of dit masteruurtje, zijn afgekomen. De naam van de RU-student die dit artikel instuurde is bekend bij de redactie.

 

Lees meer

[INGEZONDEN] Nijmegen plofstudentvrij

Al voor de poort begint het proces van selectie. Studenten krijgen een stempel op het hoofd gedrukt met de markering ‘risicostudent’, ‘langstudeerder’ of ‘hbo-instromer’. Tijdens elke stap van het proces worden studenten straks als kuikens geselecteerd. Is je propedeuse wel op tijd binnen? Haal je het bachelordiploma wel binnen de nominale studieduur? Breng je wel voldoende uren door in de collegezaal? Studenten schuiven in moordend tempo over de fabrieksband onder het streng toeziend oog van de rendementscontroleurs. Zodra je niet aan de norm voldoet, kun je vertrekken. Studenten worden door de bachelor heen gejaagd zonder om zich heen te kunnen kijken. Het product van de fabriek ‘universiteit’ is uiteindelijk een smakeloze plofstudent die in een nominaal tempo volgestouwd is met kennis, maar een blik heeft die niet verder reikt dan de UB waarin die plofstudent is gekweekt. Gisteren maakte minister Bussemaker bekend dat universiteiten en hogescholen ook in latere jaren, met uitzondering van het laatste jaar, een negatief studieadvies mogen geven. Volgens het voorstel van de regering zouden onderwijsinstellingen ook na het eerste jaar studenten nog mogen wegsturen, uitsluiten van vakken of de geldigheidsduur van behaalde tentamens beperken. Waar het bindend studieadvies in het eerste jaar vooral bedoeld is als selectiemiddel om te toetsen of studenten op de juiste plek zitten, is de nieuwe maatregel bedoeld als snelstudeermaatregel. Studenten worden gedwongen ieder jaar een minimum aan studiepunten te behalen en krijgen op deze manier geen enkele ruimte meer in hun studie voor zelfontwikkeling. De combinatie met andere maatregelen, zoals de harde knip, de afschaffing van de studiefinanciering en de afschaffing van de OV-kaart zorgt ervoor dat studenten tijdens hun studie geen risico’s meer kunnen nemen. Een nuttige stage van vier dagen in de week? Een half jaar vakken volgen in het buitenland? Niet doen, want dat verhoogt de kans op studievertraging. Wederom is het voorstel van de regering een maatregel die duidelijk niet bijdraagt aan een goede studie. Het binnentikken van studiepunten wordt nog meer het motto, terwijl extra activiteiten totaal niet meer aantrekkelijk zijn. In plaats van de keuzevrijheid van studenten te beperken zien Studentenvakbond AKKU en AKKUraatd graag dat studenten zeggenschap blijven behouden over de invulling van de eigen studententijd. Gelukkig is de plofstudent nog verre van realiteit in Nijmegen. De Radboud Universiteit geeft tot op heden blijk van welwillendheid tegenover studenten. De focus wordt op onderwijskwaliteit gelegd. Toch heeft ook het College van Bestuur een boekwerk met prestatieafspraken moeten ondertekenen. De bezuinigingsdrang en het rendementsfetisjisme van kabinet-Rutte II raken dus zowel studenten als onderwijsinstellingen. Natuurlijk kosten studenten die langer studeren meer geld en uiteraard moeten er normen worden gesteld, maar deze opstapeling van maatregelen draaft te ver door. Het streven naar kwalitatief goed onderwijs wordt hierbij uit het oog verloren en universiteiten worden enkel afgerekend op rendementen en percentages. Bussemaker toont een totaal gebrek aan visie op het gebied van onderwijs en onderwijskwaliteit. Ze heeft slechts oog voor bezuinigingen en efficiëntie. Studentenvakbond AKKU en AKKUraatd vertrouwen erop dat de Radboud Universiteit de focus blijft leggen op onderwijskwaliteit en ruimte blijft voor activiteiten naast de studie. Tot nu toe heeft het College van Bestuur dit ook getoond door te laten blijken geen voorstander te zijn van selectie aan de poort en zich uit te spreken tegen het leenstelsel. Tom Hoven is voorzitter van Studentenvakbond AKKU. Nienke Aangenendt is fractievoorzitter van AKKUraatd.

 

Lees meer

[INGEZONDEN] Nijmegen, een stad voor iedereen

Dit artikel is een reactie op het opiniestuk ‘Wij zijn geen verloedering’, dat maandag verscheen op ANS-Online. We streven als Partij van de Arbeid in Nijmegen naar de ongedeelde stad, waarin eenieder, ongeacht welke achtergrond, een prettige woonomgeving verdient. Nijmegen is een aantrekkelijke stad, nog steeds trekken meer mensen ernaartoe dan dat er weg gaan. Daar zijn we echt trots op. Daarnaast is Nijmegen een studentenstad waar we eveneens met veel trots over kunnen spreken. Ook willen we graag dat nog meer Nijmeegse studenten de stad zo aantrekkelijk vinden, dat ze zelfs na hun studie hier passend werk en woonruimte kunnen vinden. Daar staan wij voor als PvdA. Om in een stad te willen wonen zijn een aantal zaken belangrijk zoals onder andere passend werk, een leuke studie, geschikte en betaalbare woonruimte en een goed bereikbare stad. Daarbij is natuurlijk de leefbaarheid van immens belang, want een onprettig leefklimaat stoot mensen af. Als we spreken over leefbaarheid, brengt dit natuurlijk met zich mee dat de gemeente ook de bewaker is als het gaat om leefbaarheid en sociale samenhang in onze stad. Dit is een heel belangrijke voorwaarde voor een prettige leefomgeving en daarom zal je als gemeente serieus moeten kijken naar signalen van overlast. Niet meer en niet minder. Het stadscentrum is bijvoorbeeld redelijk dichtbevolkt, met verschillende mensen en verschillende achtergronden. De signalen maken duidelijk dat er gebieden zijn waar bijna 50 procent van de huizen uit studentenwoningen bestaat. In Tilburg is de verlening van een omzettingsvergunning teruggedraaid door de rechter, aangezien de gemeente de leefbaarheidsituatie verkeerd heeft ingeschat. Ik verwijs graag naar deze case. De rechter stelt met zijn uitspraak de vergunning terug te draaien, de norm voor dat gebied betreffende een ‘kwetsbare leefsituatie’. Dat wil zeggen dat leefbaarheid in deze kwestie prevaleert als er nog een studentenhuis bij komt. Door publicatie van de omzettingsvergunningen, wat overigens ook zo zou moeten zijn, krijgt men in ieder geval de mogelijkheid om aan te kunnen tonen of er een kritiek punt is bereikt wat betreft de leefsituatie. Marijn van der Gaag is lid van de Nijmeegse gemeenteraad voor de PvdA. Hij gaat graag in gesprek met studenten over het onderwerp. Hier vind je zijn contactgegevens.

 

Lees meer

[INGEZONDEN] Online colleges: graag!

Gisteren verscheen op ANS-Online een artikel over massive open online courses (MOOC): online colleges die voor iedereen toegankelijk zijn. Uit het artikel bleek dat er binnen de Radboud Universiteit niet zoveel enthousiasme is. Het College van Bestuur heeft hier zelfs nog geen standpunt over ingenomen en dat vindt asap zorgelijk. Andere universiteiten binnen en buiten Nederland zijn al bezig met het uitvoeren van deze MOOC’s en de RU lijkt deze slag nu te missen. asap is groot voorstander van massive open online courses en heeft vorig jaar samen met de Universitaire Studentenraad al gepleit voor zogenaamde weblectures: het opnemen van colleges zodat deze later teruggekeken kunnen worden. Maar als er toch al colleges worden opgenomen: waarom dan niet meteen delen met de rest van de wereld? Het is een mooi middel om te laten zien dat de RU goed onderwijs aanbiedt. Nu niet investeren in massive open online courses, maakt dat de Radboud Universiteit snel zal achterlopen op andere universiteiten. Elders worden online colleges al lange tijd ingezet, bijvoorbeeld op de TU Delft. Zowel studenten als personeel zijn hier erg tevreden over. Verder zijn de Universiteiten van Amsterdam, Leiden en Groningen ook druk bezig met de MOOC’s. Daarnaast is het ook voor studenten van de Radboud Universiteit een mooie manier om extra vakken te volgen. Nu is het niet altijd mogelijk om een vak buiten je curriculum te volgen aan een andere faculteit, vanwege roosterproblemen. Door online een cursus aan te bieden, geef je studenten de kans zich naast hun studie verder te verdiepen in interessante vakken. Ook als je voor een periode in het buitenland zit en de studievertraging zoveel mogelijk wilt beperken, bieden open online courses een mooie uitkomst om gewoon de vakken uit je eigen curriculum te blijven volgen. Met investeringen kan de RU aansluiten bij de ontwikkelingen op het gebied van onderwijsverbetering. Deze investering is niet alleen goed voor het onderwijs en onderzoek, ook draagt het bij aan maatschappelijke dienstverlening en profilering. Daarnaast is asap altijd al groot voorstander geweest van openheid en meer inzicht geven in de eigen organisatie. Het is belangrijk om nu aan de toekomst te denken en mee te gaan met de ontwikkelingen in het onderwijs. Er kan beter vandaag dan morgen worden begonnen met het ontwikkelen van MOOC’s op de RU. Jelko Dijkman en Wouter Exterkate zijn lid van de Universitaire Studentenraad namens asap.

 

Lees meer

[INGEZONDEN] Red het ASN!

Merle Bonefaas is lid van de Universitaire Studentenraad en vindt samen met haar fractie AKKUraatd dat het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen moet worden behouden. Een artikel schrijven, dat valt niet altijd mee. Een wetenschappelijk onderbouwd artikel, nog meer ellende. Wat nou als je een scriptie moet schrijven? Bij veel studenten een periode van vertraging, angstzweet, slapeloze nachten en ellenlang naar een beeldscherm staren. Een academische tekst is dan ook radicaal anders dan dat kattenbelletje naar je huisgenoten dat ze eindelijk hun afwas eens opruimen. Of de uitwerkingen van je werkgroepopdrachten die je in allerijl voor het college typt. Stel je eens voor dat er een plaats is waar je heen kan als je vastloopt met het schrijven van teksten. Een plaats waar ze ervaring hebben met individuele begeleiding. Een plaats waar tweeduizend gesprekken per jaar plaatsvinden. Waar studenten gratis terecht kunnen voor individuele ondersteuning bij schrijfstijl, argumentatie en formulering. Een plaats die waanzinnig goed beoordeeld wordt door de studenten die langs zijn geweest. Zeg dat 78 procent van de studenten aangeeft dat de teksten (veel) beter zijn geworden door een gesprek en 96 procent de feedback (zeer) duidelijk vindt. Een plaats waar maarliefst 88 procent van de studenten zijn motivatie voor het afronden van de tekst terugvindt. Andere universiteiten likken hun vingers af bij het zien van zoiets prachtigs. Wat doe je met zo'n geweldige plaats? Koesteren? Ophemelen? Mee pronken? Nee. Per 1 januari 2013 verliest het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN) zijn subsidie. Tot op heden is nog geen passende oplossing gevonden. Het schrijven van academische teksten is een belangrijk onderdeel van je opleiding aan de universiteit. De grote lijnen worden in vakken binnen je opleiding uitgelegd, maar veel studenten hebben ook behoefte aan individuele ondersteuning. Docenten hebben vaak te weinig tijd voor deze begeleiding. Als nu geen actie wordt ondernomen, verdwijnt het ASN. Studenten blijven hulpeloos achter, waar moeten ze nu heen? Het College van Bestuur draait de geldkraan dicht en ook faculteiten staan niet te springen om te steunen in de financiering. Daarom roept AKKUraatd de bestuurders van de universiteit op om snel met een goede oplossing te komen. Doordat het ASN goed getrainde studenten inzet voor de gesprekken is het een relatief goedkope vorm van begeleiding. Facultaire schrijfcentra oprichten of de taak naar docenten verplaatsen zal niet goedkoper zijn. Volgend jaar lijkt nog ver weg, maar zes weken vliegen voorbij. Als er nu geen oplossing komt, zijn studenten hier de dupe van. Voor veel studenten is het ASN hun rots in de branding. Nog wel. Laten we zorgen dat het ASN blijft bestaan. Parels moet je koesteren.

 

Lees meer

[Ingezonden] Vrijwilligerswerk: voor wie doe je het eigenlijk?

Teuntje Dijcks (27), student Bestuurskunde, stelt in deze ingezonden brief de problemen die vrijwilligerswerk in een ontwikkelingsland met zich meebrengt. 'Hoe kon de man die zich belangeloos zou inzetten voor deze kansarme kinderen van mijn geld honderden vissen kopen voor in de vijver van zijn riante huis, terwijl de kinderen niet eens allemaal een bed hadden om in te slapen en zich moesten wassen bij een waterput?' Het zat al heel lang in mijn hoofd: Als ik klaar ben met studeren wil ik de wereld gaan ontdekken, me laten onderdompelen in andere culturen en genieten van al het moois dat de wereld te bieden heeft. In vrijwilligerswerk zag ik een geschikt middel om te voorzien in mijn reisbehoefte en een kans om bij te dragen aan een mooiere wereld. Een kleinigheidje: om vrijwilligerswerk te mogen doen, moet je wel erg diep in de buidel tasten. Het blijkt heel normaal te zijn om 2000 euro te betalen om twee weken te mogen werken voor een vrijwilligersorganisatie. Zoveel geld had ik niet, maar via een plaatselijke NGO in Sri Lanka kon ik voor slechts 300 euro in de maand aan de slag in een groot meisjesweeshuis. Ik kon me goed voorstellen dat een extra paar handen en ogen nooit kwaad zouden kunnen en bovendien had ik het gevoel dat ik als kersverse pedagoog echt iets voor deze kinderen zou kunnen betekenen. In mijn ogen was dit een win-winsituatie. De kinderen en de medewerkers zouden extra hulp krijgen en ik mijn zo lang gewenste exotische avontuur. Vrijwilligerswerk als business Maar was het wel echt een win-win situatie? Wie is uiteindelijk beter geworden van mijn werkzaamheden in Sri Lanka: ikzelf, de baas van de NGO of toch de kinderen? Een ding kan ik achteraf met zekerheid zeggen: de baas van de NGO is er zeker beter van geworden. De 300 euro voor kost en inwoning zijn in onze ogen misschien een koopje, maar voor Sri Lankaanse standaarden is het een klein kapitaal. En nee, dat kapitaal besteedde deze ‘goede’ man niet aan de kinderen die het zo hard nodig hadden. Hij legde vooral zichzelf ermee in de watten. Ik was hier nogal verbaasd over. Hoe kon de man die zich belangeloos zou inzetten voor deze kansarme kinderen van mijn geld honderden vissen kopen voor in de vijver van zijn riante huis, terwijl de kinderen niet eens allemaal een bed hadden om in te slapen en zich moesten wassen bij een waterput? Helaas kwam ik er al snel achter dat deze situatie geen uitzondering is. Vrijwilligerswerk wordt steeds meer als een business gezien waarin veel geld verdiend kan worden en mensen zoals ik, die grote bedragen betalen om vrijwilligerswerk te mogen doen, zorgen voor de instandhouding van deze business. Het is juist deze geldmakerij die ervoor zorgt dat de situatie voor veel kansarme kinderen niet verbetert. Een schrijnende situatie trekt namelijk nieuwe betalende vrijwilligers en de plaatselijke vrijwilligersorganisatie zal daarom niet gemotiveerd zijn om daar verandering in te brengen. Ik vond het persoonlijk zeer schokkend om erachter te komen dat er in landen als Nepal, Cambodja en Vietnam blijkbaar zoveel vrijwilligers zijn die in weeshuizen willen helpen, dat het aantal weeshuizen daar groeit. Er worden dus weeskinderen gecreëerd om de toestroom van vrijwilligers aan te kunnen. Machteloos Ik heb alles geprobeerd dat in mijn macht lag om de situatie van deze kinderen te verbeteren en toch is daar na drie maanden weinig van terecht gekomen. Het geven van Engelse les en het organiseren van sport- en spelactiviteiten worden erg lastig door een enorme taalbarrière, grote cultuurverschillen en een gebrek aan medewerking vanuit de organisatie. Ik had genoeg ideeën om met minimale financiële middelen de situatie voor de kinderen te verbeteren; van financiële opvoeding tot het werken aan praktische vaardigheden zoals naaien, koken en tuinieren. In mijn ogen leken dit eenvoudige veranderingen, maar de organisatie dacht daar klaarblijkelijk anders over. Gaandeweg werd me duidelijk dat structurele verbeteringen alleen vanuit de organisatie zelf kunnen komen. Voor mij was het zeer frustrerend om in deze situatie te zitten. Je moet machteloos toekijken hoe de kinderen de kans wordt ontnomen om een goede toekomst op te bouwen. Kindertehuizen als dierentuin Toen ik me meer ben gaan verdiepen in vrijwilligerswerk, kwam ik erachter dat ik wellicht onbedoeld de situatie van de kinderen heb verslechterd. Steeds wisselende vrijwilligers kunnen namelijk een grote negatieve invloed hebben voor de kinderen in tehuizen. Ze kunnen hierdoor zelfs hechtingsproblemen ontwikkelen. Volgens Unicef zijn kindertehuizen geen dierentuinen en zouden vrijwilligers niet ongevraagd door hun huizen mogen lopen. Wanneer elke week nieuwe vrijwilligers met goede bedoelingen langskomen, wordt volgens hen het recht op privacy van deze kinderen geschonden. Met de kennis van nu denk ik dat Unicef hier groot gelijk in heeft. Herkansing Als ik alles nog eens over kon doen, zou ik, hele andere keuzes maken. Ik zeg niet dat ik dan geen vrijwilligerswerk was gaan doen, maar dan had ik hier niet voor betaald en had ik beter over het doel van mijn werkzaamheden nagedacht. Het hoofddoel van vrijwilligerswerk moet zijn dat je mensen helpt. Hier had ik, en waarschijnlijk velen met mij, vooraf veel beter over na moeten denken. Alleen goede bedoelingen helpen mensen niet. Als ik het nog eens zou doen, dan zou ik eerst onderzoeken of ik als vrijwilliger niet de baan van een local inneem. Ik zou ervoor zorgen dat de lokale economie niet verstoord wordt; ik zou werk zoeken dat aansluit bij mijn kennis en vaardigheden en het belangrijkste: ik zou er vooraf zeker van willen zijn dat degenen die ik probeer te helpen daar ook daadwerkelijk van profiteren. Ik ben door schade en schande wijs geworden en hoop dat toekomstige vrijwilligers door dit verhaal bewuster nadenken over de keuzes die ze maken. Juist in het belang van de mensen die we zo graag willen helpen.

 

Lees meer

[INGEZONDEN] Wij zijn geen verloedering

Stel je voor: in een doorsnee wijk in Nijmegen komt een pand leeg te staan. De lokale woningbouwcorporatie koopt het op en besluit het te gebruiken voor de verhuur van goedkope appartementen. Dit stuit op klachten van omwonenden, want de kamerverhuur leidt tot een instroom van allochtonen die de ‘traditionele sociale structuren’ van de wijk aantasten en zorgen voor overlast. Vervolgens pleit een lokale politieke partij ervoor om de buurtbewoners in de gelegenheid te stellen hiertegen bezwaar te maken. Van zo’n voorstel zouden bij iedere weldenkende Nijmegenaar die niet op de blonde Mozart uit Venlo stemt de haren overeind moeten gaan staan. Dit is echter precies wat De Nijmeegse Fractie en de lokale PvdA voorstellen. Het gaat alleen niet om allochtonen, maar om studenten. Studenten zouden te veel overlast veroorzaken en de ‘traditionele 19e-eeuwse schil’ van de stad aantasten. Dus moeten omwonenden een stokje kunnen steken voor plannen om een gezinswoning in hun buurt om te zetten naar een studentenwoning. Kennelijk wordt er al bij voorbaat van uitgegaan dat de introductie van studenten leidt tot overlast en verloedering. Over de aantasting van sociale structuren door studenten kan ik kort zijn. Studenten zullen zich inderdaad niet zo snel laten zien bij buurtfeesten, wijkcentra of de lokale kroeg – hun sociale leven bevindt zich op de campus en in het centrum. Maar het feit dat buurtbewoners elkaar tegenwoordig niet meer kennen, buren elkaar nooit spreken en dat we vreemden niet meer groeten op straat is, helaas, de moderne westerse cultuur zoals die zich de afgelopen veertig jaar heeft ontwikkeld. Daar kun je studenten moeilijk de schuld van geven. Dat studenten soms overlast veroorzaken zal ik niet ontkennen. Mensen die in het diepst van de nacht dronken op straat staan te schreeuwen, wildplassen of besluiten dat 6 uur’s ochtends een uitgelezen moment is om een luidruchtige afterparty te houden zijn een bron van ergernis. Dat hierover wordt geklaagd is terecht. In sommige studentenhuizen wordt inderdaad asociaal gedrag vertoond waar ook ik mij aan erger. Dat betekent echter niet dat het acceptabel is dat er nu op basis van generalisaties en vooroordelen beleid wordt voorgesteld wat richting andere bevolkingsgroepen absoluut niet door de beugel zou kunnen. Ik hoef niet te accepteren dat ik als student bij voorbaat word gezien als een bron van verloedering en overlast. Daarnaast werpen De Nijmeegse Fractie en de PvdA met dit voorstel een extra barrière op die het verhuren van studentenkamers zal bemoeilijken. Net nu het lokale aanbod van kamers weer wat lijkt aan te trekken dreigt het in de kiem te worden gesmoord. In plaats van maatregelen te treffen die het voor fatsoenlijke, rustige studenten moeilijker maken een kamer te vinden kan beter gezocht worden naar een effectievere aanpak voor overlast. Herhaalde klachten van ernstige overlast kunnen al leiden tot uitzetting en kennelijk kunnen studenten binnenkort ook bezoekjes verwachten van ambtenaren die hen vriendelijk doch dringend verzoeken hun voortuin te onderhouden. Laten we problemen aanpakken waar ze zich voordoen, in plaats van een hele groep Nijmegenaren als uitschot aan de kant te zetten. Studenten zijn geen verloedering. Yurre Wieken is student Politicologie en lid van de Facultaire Studentenraad Managementwetenschappen.

 

Lees meer

Begroting van 18 miljoen vereist kritische blik

Nijmegen is op zoek naar een visie over cultuur. Daarvoor is een platform in het leven geroepen waar burgers mee kunnen denken. Ook culturele autoriteiten laten hun licht schijnen op de culturele identiteit van de Keizerstad. Ditmaal Bas Broeder, zakelijk leider van de Popronde, projectleider van Festival De Oversteek en bestuurslid bij poëziefestival Onbederf'lijk Vers en Oranjepop Nijmegen. Het gaat in Nijmegen zeker niet slecht met de podiumkunsten. Wat opvalt in Nederland is dat het lokaal beleid van de gemeentes en provincies fors verschilt, voornamelijk in de wijze van toetsing. Er zijn ambtenaren die beslissen, er zijn commissies podiumkunsten die oordelen en soms is het volkomen ondoorzichtig hoe een lokaal cultuurbeleid vorm krijgt. De gemeente Nijmegen is tamelijk transparant en benaderbaar. Er is in Nijmegen veel aanbod voor een breed publiek en de opkomst bij vooral festivals en evenementen is over het algemeen goed. Onze stad huisvest een gretig publiek dat zich graag laat verrassen en voor veel openstaat. Het is een voorrecht dat iedereen die enigszins geïnteresseerd is het hele jaar door ergens terecht kan. Het siert de gemeente dat ze de ambitie heeft het beleid nader te beschouwen en aan te scherpen. Verandering hoeft echter niet per definitie verbetering in te houden. Nijmegen heeft een forse begroting voor Kunst en Cultuur en in een cultuurvisie hoort een kritische blik op de besteding van deze 18 miljoen euro. The Big Five Meer dan de helft van het huidige budget wordt vergeven aan The Big Five, bestaande uit LUX, Doornroosje, De Vereeniging, de bibliotheek en de Lindenberg. Door hen wordt een breed publiek bediend door het gezamenlijke aanbod. Getoetst mag worden of dit voldoende kwalitatief, onderscheidend en veelzijdig is in relatie tot hetgeen zij nu ontvangen aan subsidie. Is het aanbod wel voor iedereen toegankelijk? Wordt er door de betreffende instellingen voldoende inspanning geleverd om het toegankelijk te maken? Wie gaat er op toezien dat het niet alleen bij mooie woorden over 'toegankelijkheid en samenwerking' blijft? Hoe verhoudt de huidige subsidie zich tot het aanbod en de prestatie van vergelijkbare instellingen in andere steden? En hoe hebben de Nijmeegse instellingen de afgelopen jaren gefunctioneerd? Bakstenen en Bureaustoelen Voor individuele makers en gezelschappen wordt het lastig overleven door de nationale bezuinigingen, de systematiek van het kunstenplan 2013-2016 en het wegvallen van de productiehuizen. Een terechte vraag is daarom of het subsidiebudget in voldoende mate bij de artiesten, kunstenaars en auteurs terecht komt. Zeker nu is het niet te verantwoorden om onevenredig veel subsidie aan bakstenen of bureaustoelen te besteden. Aanvullende inkomsten Gemeentelijke gelden zullen altijd een belangrijke basis moeten vormen voor het mogelijk maken van cultuur. De andere kant wordt echter vaak vergeten. In hoeverre is een organisatie afhankelijk van lokale gelden en doet ze ook inspanningen om fondsen of gelden uit de markt te genereren? Als een instelling na verloop van tijd voldoende eigen middelen blijkt te kunnen genereren uit haar activiteiten dan zal de rol van de gemeente naast participerend en voorwaardenscheppend ook kritisch mogen zijn. Wellicht ligt er ook een taak bij de gemeente in de lobby van aansprekende lokale initiatieven met bovenregionale uitstraling naar de landelijke publieke fondsen. Trots op Nijmegen Menig festival en evenement met landelijke allure is ontstaan in Nijmegen. De projecten of festivals die op termijn de moeite waard blijken ontstaan hier bottum up, vanuit de bevlogenheid, de innerlijke en onafhankelijke drijfveren van individuen die de noodzaak van het project inzien. Niet zelden worden Nijmeegse initiatieven landelijk geëxporteerd, met landelijke bekendheid en reikwijdte tot gevolg. Blijkbaar is de Nijmeegse bodem vruchtbaar. De gemeente zou dit meer als Nijmeegse verdienste uit moeten venten in haar communicatie. De relatief kleinschalige maar artistiek hoogwaardige, onderscheidende en spannende producties vormen het DNA van de Keizerstad. Koester en steun de nieuwe kansrijke, onderscheidende initiatieven, juist ook die van nieuwe, frisse makers en producenten. De uiteindelijke doelstelling van een cultuurvisie is het behoud van een basisinfrastructuur waarin de rol van de grote instellingen en podia belangrijk is. Toegankelijkheid van kunst en cultuur voor alle inkomens en leeftijden moet een aandachtspunt blijven. Kies voor een veelzijdig en kwalitatief aanbod van alle kunstvormen. Een altijd toegankelijk breed aanbod past bij Nijmegen.

 

Lees meer

Festivals zetten Nijmegen op de kaart

Nijmegen is op zoek naar een visie over cultuur. Daarvoor is een platform in het leven geroepen waar burgers mee kunnen denken. Ook culturele autoriteiten laten hun licht schijnen op de culturele identiteit van de Keizerstad. Ditmaal Anke Koenraadt, die een scriptie schreef over hoe festivals een stad op de kaart kunnen zetten. In het onderzoek, getiteldEen festival is een vruchtbare manier om een stad op de kaart te zetten toetste ze theoretische concepten aan het beleid van de gemeente Nijmegen. Festivals schieten overal rondom ons als paddenstoelen uit de grond en vermenigvuldigen zich steeds sneller. Deze populariteit is niet zonder reden: de toegevoegde waarde van festivals is groot. Ze lijken te passen in onze tijd en bij de huidige generatie, voldoen aan veel behoeftes van de huidige cultuurconsument en daarnaast zijn ze zeer waardevol voor de cultuursector. Maar meer dan dit alles is een festival geschikt om een stad op de kaart te zetten, te profileren, nieuwe bezoekers aan te trekken en toerisme aan te zwengelen. Festivals maken een stad aantrekkelijk en een aantrekkelijke stad trekt een creatieve klasse aan, die vervolgens bedrijvigheid en werkgelegenheid verzorgt. Voor Nijmegen is dit potentieel er duidelijk met zo’n 33 evenementen per jaar. Er schort echter nog wel wat aan het beleid dat gevoerd wordt, waardoor het potentieel niet ten volle wordt benut. Zoals blijkt uit het onderzoek dat ik gedaan heb, wordt het belang van de aantrekkelijke stad en festivals erkend door de gemeente Nijmegen. Het beleid dat gevoerd wordt ontbeert het echter aan een meerjarige visie. Ik ben verzand in een berg aan notities, nota's en coalitieakkoorden. Het is stuitend dat zovele werkgroepen, instituten en organen zich hiermee bezig houden. Samenwerking of een overkoepelende visie lijken hierbij te ontbreken. Hemeltergend, omdat juist op dit beleidsterrein een goed gestuurd beleid zeer veel kan opbrengen. Cultuur mag überhaupt een belangrijkere rol opeisen in de citymarketing. Tot op heden is er nauwelijks samenwerking tussen deze twee afdelingen, terwijl samenwerking bijzonder veel voordelen kan hebben. Mijn onderzoek toont immers aan dat een festival een vruchtbare manier is om een stad op de kaart te zetten. Samenwerking tussen citymarketing en cultuurbeleid is daarbij van groot belang. Daarnaast is het van belang dat Nijmegen durft te kiezen voor een helder cultuurprofiel, waardoor citymarketing en cultuurbeleid de handen ineen kunnen slaan om Nijmegen door middel van festivals op een bepaald aspect te profileren en excelleren. Daarom is het zonde dat Henk Beerten, wethouder van Cultuur, de speerpunten in het Nijmeegs cultuurbeleid wil loslaten. Natuurlijk moet er een basis zijn van alle disciplines, maar in het profileren van de stad is het raadzamer om te kiezen voor het culturele profiel van Nijmegen. De potentie is er zeker om Nijmegen, door middel van festivals, als aantrekkelijke, culturele stad op de kaart te zetten. Maar dan moeten er wel keuzes gemaakt worden en een overkoepelende visie die verschillende beleidsterreinen samenbrengt ontstaan.

 

Lees meer

INGEZONDEN: 'De studie werd geleidelijk onstudeerbaar'

Drie studenten Natuurwetenschappen uitten gisteren forse kritiek op de naamswijziging van de studie Natuurwetenschappen. Decaan Stan Gielen van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica vindt de termen die de studenten gebruiken 'volstrekt ongepast'. In het voorjaar 2011 is het curriculum van de opleiding Natuurwetenschappen herzien. Deze herziening was nodig omdat de studie-eisen in de voorafgaande jaren waren verzwaard, waardoor de studeerbaarheid ernstig in het geding was gekomen. Feitelijk paste het curriculum niet bij de doelgroep waarvoor de opleiding was opgezet: studenten met een brede interesse in bètavakken, die een opleiding willen op het overlap gebied van verschillende disciplines en studenten, die na afronding van hun studie met een brede bètaopleiding de maatschappij in gaan. De zwaarte van het programma leidde ertoe dat 40 procent van de studenten die jaarlijks instroomde in het eerste jaar uitviel. Bovendien was het bachelor rendement (het percentage van de studenten dat overblijft na een jaar en dat het bachelordiploma, waar drie jaar voor staat, in vier jaar behaalt) slechts 35 procent. De studie werd zo geleidelijk onstudeerbaar. Van de twintig studenten, die jaarlijks begonnen, bleven er na het eerste jaar slechts twaalf over, en daarvan behaalde er slechts vier het bachelordiploma in vier jaar. Indien een middelbare school met deze resultaten zou komen, zou dit direct tot ingrijpen van de onderwijsinspectie leiden. Het is maatschappelijk niet te verantwoorden een dergelijke opleiding te blijven aanbieden. Niet vanwege het maatschappelijk leed dat ontstaat omdat studenten uitvallen, studievertraging oplopen en extra studiekosten moeten maken en ook niet vanuit financieel oogpunt. De vraag naar studenten met een brede bètaopleiding is echter groot en alle studenten, die afstuderen, konden snel een goede baan vinden. Daarom is besloten om het curriculum gedeeltelijk aan te passen en beter af te stemmen op de doelgroep van de studenten. In de nieuwe opleiding krijgen de studenten nog steeds de kernvakken van de Biologie, Scheikunde, Natuurkunde, Informatica en de benodigde wiskundevakken. Nieuw zijn de cursussen waarin de studenten leren om de verschillende disciplinaire onderdelen te integreren om belangrijke maatschappelijke problemen aan te pakken, zoals het energieprobleem, opwarming van de atmosfeer en forensisch onderzoek. Daarmee leren zij hun kennis toe te passen in een brede context. Tevens zijn cursussen ontwikkeld om de studenten goed voor te bereiden op de beroepspraktijk. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de opmerkingen in de enquête onder alumni, waarin zij aangeven dat zij vinden dat zij onvoldoende zijn voorbereid op de beroepspraktijk. De ingevoerde maatregelen blijken succesvol: de instroom is verdubbeld en de opleiding blijkt nu ook studeerbaar. Door de tijdsdruk om deze aanpassingen door te voeren, is de communicatie daarover naar de zittende studenten begin 2011 niet altijd goed geweest en dat betreur ik zeer. Dit heeft om begrijpelijke redenen tot onvrede geleid bij de zittende studenten. Het belangrijkste pijnpunt daarbij is dat de naam van de opleiding is gewijzigd van Natuurwetenschappen naar Science. De reden daarvoor was dat de opleiding verbreed is naar Informatica en Wiskunde, die niet onder de natuurwetenschappen vallen. Om daarom te spreken van ‘willekeur’, ‘loterij’ en ‘INHOLLAND’-situaties is volstrekt ongepast en doet ook geen recht aan het frequent overleg dat ik in het afgelopen jaar heb gevoerd met studenten en afgevaardigden van de studenten om hen te informeren.

 

Lees meer

INGEZONDEN: De Radboud Loterij

Mark Verleg, Koen van Benthem en Jasper Schadron studeren allen Natuurwetenschappen en zijn zeer ontstemd over de naamswijziging die de studie heeft ondergaan. De academie kent een nieuwe trend: willekeur. Waar eerder al een wildgroei aan studies gesignaleerd werd en ook het onderwijs bij INHOLLAND weinig structuur kende, kunnen we een nieuw punt aan dit lijstje toevoegen. Het verband dat nu nog tussen opleidingen en toegekende diploma’s bestaat, lijkt te gaan verdwijnen. De Radboud Universiteit start met een pilot bij de studie Natuurwetenschappen door bachelordiploma’s met een andere naam uit te gaan reiken. Wie weet hoe snel deze diplomaloterij campusbreed ingevoerd wordt. De studie Natuurwetenschappen bestaat sinds 2003 en richt zich op de overlap tussen de vakgebieden natuurkunde, scheikunde en biologie. Binnen de opleiding worden vakken gevolgd samen met studenten van de monodisciplinaire opleidingen, zodat het niveau gewaarborgd blijft. Studentenaantallen zijn nooit groot geweest, maar met de huidige cultuur van bezuinigen heeft het faculteitsbestuur de opdracht gekregen: “groeien of sterven”. Haastig werd een nieuw curriculum voor het eerste jaar gesmeed, met een allegaar aan vakken. Als parel op het werk verzonnen de heren bestuur ook een shiny new name: 'Science'. Ondanks constructief protest vanuit de opleidingscommissie (OLC) tegen de overhaaste werkwijze, werd deze wijziging binnen een half jaar doorgevoerd. De invulling van het tweede en derde jaar werd voor het gemak nog maar even “leeg” gelaten. Er is haast geen grotere wijziging in het curriculum mogelijk. De studenten Natuurwetenschappen werd toegezegd dat deze wijzigingen geen invloed zou hebben op het verdere verloop van hun studie. Blijkbaar hoort het diploma niet tot het verdere verloop van de studie. Sinds december 2011 staan ook wij namelijk geregistreerd als studenten Science, zo bleek per toeval. Bij navraag bleek dat deze naam ook ‘mooi’ op onze diploma’s zou prijken. Behalve dat “Bachelor of Science in Science” ronduit lelijk klinkt, is het ook niet de studie waar wij voor kozen. De opleiding is inhoudelijk veranderd en de nieuwe naam weerspiegelt niet het karakter van de oude opleiding. Waar Natuurwetenschappers meer abstracte vakken moeten volgen, is dit bij Science facultatief. De practica chemie en fysica, voorheen vergelijkbaar aan dat van de monodisciplinaire studies, zijn grotendeels vervangen door Panorama Science. Deze vakken hebben een inhoud zo divers als de gemiddelde Quest. Zeer interessant, er valt zeker iets van te leren, maar deze verbreding veroorzaakt natuurlijk wel een verlies aan diepgang. Soortgelijke ‘unieke’ opleidingen met soortgelijke namen kunnen gevolgd worden aan onder andere de Maastricht University, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam. Ook hier is de verscheidenheid aan vakken veel groter dan bij Natuurwetenschappen en is de link met de fundamentele wetenschap minder aanwezig. Nog een reden dat de naam Science niet bij Natuurwetenschappen past. De naam ‘Science’ impliceert daarnaast dat het onderwijs gevolgd is in het Engels. Hoewel dit misschien een doelstelling voor de toekomst is, zal dit nog jaren duren. Ook in dit opzicht is de nieuwe naam dus bepaald geen goede weerspiegeling van het programma. Direct nadat de geplande naamswijziging bij de studenten bekend werd, is de medezeggenschap aan de slag gegaan om uit te zoeken wat er nog te veranderen viel. Meerdere overleggen tussen de instituutsassessor en de decaan waren het gevolg. Ook beleidsmedewerkers werden geraadpleegd en de conclusie leek positief: de titel van het diploma is vrij te kiezen door het faculteitsbestuur. Eerder was ons vanuit datzelfde bestuur al toegezegd dat ze de naam op het diploma graag zouden corrigeren voor de Natuurwetenschappers. Toen bleek dat de naam daadwerkelijk eenvoudig aan te passen is, zowel in de officiele registratie bij DUO, als alleen de naam op het diploma, lieten ze die houding varen. Het zou namelijk problemen geven bij de werving van de nieuwe studenten Science. Wat zij te maken hebben met ons diploma werd niet geheel (lees: geheel niet) duidelijk gemaakt. Ook kan niet onvermeld blijven dat de masteropleiding Natural Science al jaren anders vermeld staat bij propaganda bijeenkomsten dan in de officiële papieren. Gelukkig heeft het College van Bestuur (CvB) dit achterstallig onderhoud zonder ons er mee ‘lastig’ te vallen gepoogd op te lossen, door ook de naam van de Master te veranderen in “Science”. In juli was deze beslissing nog niet genomen. Bij navraag in augustus bleek de aanvraag al in juni gedaan te zijn en definitief in te gaan per 1 september 2012. Helaas reikte de voorzienigheid van het CvB niet zó ver. De staatssecretaris moet hier namelijk eerst nog toestemming voor geven. Een ongewenst uitstel, aangezien het CvB blijkbaar van plan was dit geregeld te hebben alvorens de studenten op de hoogte te stellen. Het beeld dat hieruit ontstaat laat zien hoe er beslissingen over onze studie genomen kunnen worden zonder ons op de hoogte te stellen, hoe constructieve voorstellen met vage argumenten verworpen worden en hoe keer op keer tegenargumenten genegeerd worden. Als de inbreng van de studenten dus zo slecht gewaardeerd wordt, wat is medezeggenschap dan nog waard? Blijkbaar kan de medezeggenschap beter een lootje trekken bij de besturen dan hun zaak beargumenteren. Radboud University: Not a number. Voor wie alvast een idee wil krijgen over de toekomst van zijn/haar diploma: www.radboudloterij.nl

 

Lees meer