Achterstand uit het buitenland

Ook dit jaar zijn er veel uitwisselingsstudenten aan de RU, elk met hun eigen niveau en vaardigheden. Als dit niveau ondermaats blijkt kunnen moeilijkheden ontstaan. Is dit een probleem en laat de RU te makkelijk Erasmusstudenten toe? Tekst: Redactie Illustratie: Sascha Wijnhoven Dit artikel verscheen eerder in de oktober-ANS Steeds meer mensen komen een paar maanden naar Nijmegen dankzij onder andere de Erasmusbeurs, die studeren binnen de EU betaalbaar maakt. Mensen uit een ander land kunnen met ideeën en initiatieven komen waar je zelf niet snel aan denkt, maar er zit ook een keerzijde aan. Zo kan er irritatie ontstaan binnen projectgroepen die voor een deel bestaan uit studenten die moeizaam Engels spreken en onverstaanbare presentaties geven. Kan iedereen zomaar een beurs krijgen? Zorgt diversiteit aan de RU voor ergernis tijdens colleges of juist niet? Lost in translation Zoek op internet naar ‘niveau Engels Erasmusstudenten’ en je vindt aardig wat voorbeelden van studenten die maar moeilijk konden communiceren met buitenlanders aan hun universiteit. Hoe zit dat hier? Marcel Wissenburg, hoogleraar Politieke Theorie aan de RU, heeft wisselende ervaringen met uitwisselingsstudenten: ‘Sommige van hen spreken slecht Engels, anderen perfect. Een deel heeft moeite met het schrijven van papers omdat ze een andere manier van werken gewend zijn. Ook zijn er verschillen in vakkennis. Een Aziatische student zal weinig weten van de EU.’ Chinezen zijn trouwens een categorie apart, aldus Wissenburg. ‘Ik heb ooit lesgegeven aan een groepje van vier studenten uit China die allemaal hun toets Engels hadden gehaald. Toch konden drie van hen helemaal geen Engels en hoorde ik de vierde zachtjes vertalen tijdens college.’ Een RU-student die liever anoniem wil blijven stuitte op problemen tijdens het schrijven van een groepsopdracht met onder andere een Spaanse en Italiaanse Erasmusstudent. ‘Hun Engels was bedroevend, alle communicatie moest in Jip-en-Janneke-taal. Gesprekken over de chat verliepen soepeler, maar ik had heel erg het idee dat ze alles eerst door een vertaalmachine gooiden. Hun deel van het essay was ook niet om over naar huis te schrijven: een dag voor het inleveren kwamen we erachter dat ze geen idee hadden wat bronvermelding was en dat ze grote lappen tekst letterlijk van Wikipedia hadden overgenomen. Het probleem ligt niet aan Erasmusstudenten op zich, want een Engelse jongen in dezelfde groep heeft het essay uiteindelijk goed helpen verbeteren.’ Ook al is niet elke buitenlandse student hetzelfde, door bovenstaande voorbeelden wordt wel duidelijk dat niet alle uitwisselingsstudenten op het gewenste niveau voor Nijmegen zitten. Marian Janssen, hoofd van het International Office aan de RU, zegt over dit soort Babylonische spraakverwarring dat er wel programma’s zijn waarbij mensen een taalbuddy krijgen. Ook zijn er deels gesubsidieerde cursussen Nederlands zodat buitenlandse studenten ook in de taal van het gastland een beetje mee kunnen komen. Toch zou in ieder geval het Engels bij aankomst in Nederland al van een redelijk niveau moeten zijn. Steenkolenengels De vorige voorbeelden zijn misschien extreem, maar ze komen wel degelijk voor. Hoe kan het gebeuren dat een buitenlandse student hier niet goed mee kan draaien? Volgens een procesbeschrijving die gemaakt is in opdracht van de RU gaan er gemiddeld maar liefst 145 dagen overheen voordat iemand die zich heeft aangemeld voor een Erasmusbeurs arriveert in Nijmegen en zijn of haar studentkaart ontvangt. Je zou bij zo’n tijdspanne verwachten dat er flink wordt geselecteerd. Toch is dit lange traject volgens Janssen niet gemaakt als ontmoediging voor de kandidaten: ‘Bijna iedere student die zich aanmeldt en de selectie doorstaat komt ook daadwerkelijk hier studeren. De faculteit kijkt bij de aanmelding zorgvuldig naar het niveau van de Erasmusstudent en naar het lespakket.’ Toch blijft de vraag hoe zorgvuldig de toelatingsprocedure werkelijk is. Toekomstige uitwisselingsstudenten moeten wel bewijzen dat hun Engels op niveau is door het aanleveren van een certificaat. Dit kan bijvoorbeeld een diploma van het Cambridge-instituut zijn, maar ook een cursus Engels aan een universiteit. Het resultaat hiervan moet uiteraard wel voldoende zijn, de minimale scores om op uitwisseling te mogen zijn echter vrij laag. Zo is het mogelijk om de niveautoets Engels te doorstaan met een score die goed is voor beperkte werkeisen, aldus de site van een van de betreffende tests. Verder wordt bij de bovengenoemde cursus Engels aan een universiteit niet duidelijk van welk niveau die lessen moeten zijn. Dat niveau kan aan de betreffende instelling hoger zijn dan hier, maar ook lager. Het is dus moeilijk in te schatten hoe goed buitenlandse studenten het uiteindelijk zullen doen met deze taaleisen. Ondanks het eerder genoemde voorval daarmee vindt Wissenburg uitwisselingsstudenten niet vervelend. ‘Problemen kunnen er uiteraard zijn, maar toch vind ik het waardevol om verschillende perspectieven bij elkaar te hebben. Een buitenlandse student kan iets in een heel ander licht zien en zo nieuwe inzichten genereren over zaken die in Nederland als vaststaand worden beschouwd. Zo word ik als docent ook gedwongen anders na te denken over mijn stof, en dat is alleen maar positief’. Erasmusstudenten kunnen dankzij hun verschillende culturele perspectieven dus nuttige bijdragen leveren aan een college. Toch vormt taal daarbij in sommige gevallen een barrière. Wellicht moeten daarom op zijn minst de eisen voor Engels aangescherpt worden. Als iemand niet voldoende kan communiceren en ook de academische vaardigheden niet op peil zijn, moet strenger worden gekeken naar de toelating van die persoon. Alleen als het basisniveau van uitwisselingsstudenten wordt gewaarborgd kan diversiteit een verrijking zijn. Klik hier voor de overige artikelen uit de oktober-ANS.

 

Lees meer

International Office verhuurt campusfietsen

Afgelopen augustus bleek dat de honderd Radboud-campusfietsen, die aanvankelijk ter beschikking werden gesteld voor cursisten van de Radboud Summer School, ook na de zomer een bestemming zouden krijgen. Inmiddels is bekend geworden dat de leenfietsen zullen worden verhuurd door het International Office. Uit een reactie van Wessel Meijer van het International Office, blijkt dat buitenlandse studenten en medewerkers voor 2 euro per dag een fiets kunnen huren. Meijer: 'Het idee achter het verhuren van de fietsen is dat we internationale studenten en medewerkers een extra service willen bieden, ook omdat zij in het begin wellicht nog geen fiets hebben. Op deze manier willen we ze wegwijs maken in dit stukje Nederlandse cultuur.' De fietsverhuur start op maandag 12 januari.

 

Lees meer

Nederlandse studenten blijven liever bij hun moeder

Het is een van de speerpunten van het beleid van de RU; zoveel mogelijk studenten naar het buitenland sturen. Nederlandse scholieren en studenten blijven echter meestal liever thuis. Vergeleken met onderwijsgenoten uit andere Europese landen, gaan Nederlandse studenten veel minder vaak naar het buitenland voor hun studie.

Dit blijkt uit een onderzoek van ResearchNed, waar 1830 studenten aan deelnamen. Het onderzoek werd gedaan in opdracht van EP-Nuffic, een organisatie die streeft naar internationalisering van het onderwijs. De reden die in het onderzoek het vaakst werd gegeven om thuis te blijven, was de afstand van familie, partner of vrienden. Jammer, want 'een buitenlandverblijf geeft namelijk een stimulans aan je persoonlijke ontwikkeling en is ook nog eens goed voor je carrièreperspectief.'  aldus de website van het International Office van de RU.

 

Lees meer

RU opent deuren Summer School

Komende zomer organiseert de Radboud Universiteit voor het eerst een Radboud Summer School. De universiteit wil zich uitdrukkelijker profileren. Het wordt namelijk een internationale summer school. Een van de doelen van de Radboud Summer School is dan ook de RU bekender te maken in het buitenland. Vanuit verschillende faculteiten worden 32 verschillende cursussen aangeboden. Gehoopt wordt op gemiddeld tien cursisten met een totaal van dus ruim 300 studenten. Wessel Meijer, projectleider van de Radboud Summer School: 'Wij verwachten dat de meerderheid van de studenten van onze partneruniversiteiten komt. De helft uit Europa, een derde uit Nederland en de rest uit de rest van wereld.' Wat wordt er aangeboden? 'Het aanbod is heel verschillend. Bijna alle faculteiten hebben een cursus in de aanbieding. Veel wordt er aangeboden vanuit het Radboudumc, zo worden onder andere cursussen healthcare, genomics, en over immuunsystemen aangeboden. Daarnaast worden talencursussen aangeboden voor het verbeteren het Engels en Nederlands. Ook staan chemie en organische chemie op het programma. Een van de cursussen vindt zelfs plaats bij het Nimar in Marokko', zegt Meijer. Toelatingseisen De Radboud Summer School heeft ook een aantal toelatingseisen. Het Engels van de cursisten moet van voldoende niveau zijn. Voor bepaalde cursussen zijn er ook nog vereisten zoals het volgen van een master of het zijn van een PhD student. Enige affiniteit met de gekozen richting is ook gewenst. Over hoe de summer school voldoende aanmeldingen gaat krijgen is men nog bezig. Meijer: 'Met behulp van de contacten met partnerinstellingen, zo'n vijf- tot zeshonderd, moeten we aan de slag. Alle aangeboden cursussen zijn zelf ook vrij specifiek, die hebben een eigen academisch netwerk. Zij gaan daarom ook binnen hun eigen netwerk werven.' Kosten Deelnemers betalen gemiddeld 500 euro voor een week. Voor studenten van partneruniversiteiten en van de RU is er een korting tussen de 20 en 25 procent. Huisvesting moet apart betaald worden, dit bedraagt 195 euro per week. Studenten komen dan te 'wonen' in de kamers die leeg staan waar normaal gesproken internationale studenten in gehuisvest worden. Het is een fors bedrag, maar valt volgens Meijer te rechtvaardigen doordat de summer school niet onder regulier onderwijs valt en dus niet door de overheid wordt gesubsidieerd.

 

Lees meer