[Ingezonden] Veel onduidelijkheden over tentamenweek

Daan Verwaaij (20), student Geschiedenis, pleit in deze ingezonden brief voor een betere oplossing voor het afschaffen van de onderwijsvrije week bij de letterenfaculteit. 'De student die niet op buitenlandverblijf gaat, hoeft niet te lijden onder zij die dat wel doen.' Op de letterenfaculteit is er het nodige veranderd rondom de tentamenperiodes in de eerste en tweede periode. De collegevrije week van de eerste periode verdween en de tentamenperiode die normaal helemaal in januari valt, krijgt een extra week in het midden van december. De reden hiervoor is dat de cursusprogramma’s van de RU zo beter aansluiten op internationale programma’s voor de studenten die vanuit de RU naar het buitenland vertrekken. Internationalisering is een speerpunt van de RU. Dat er geëxperimenteerd wordt om cursusprogramma’s beter aan te laten sluiten op een eventuele internationalisering, is dan ook logisch. De uitvoering van deze nieuwe maatregel laat echter te wensen over. Voor iedereen, maar met name voor de eerstejaars- en masterstudenten, betekent het verdwijnen van de onderwijsvrije week een flinke verzwaring van de studielast. Onderwijsdirecteur Odin Dekkers benadrukte op de site van VOX op 20 oktober dat er van iedereen, dus ook eerstejaars, verwacht mag worden dat zij het niveau aankunnen, ook zonder onderwijsvrije week. Ik vraag me echter af of het opofferen van deze week het resultaat oplevert wat men voor ogen heeft. De afgelopen weken kwamen er signalen van studenten die door hun geplande vertrek naar het buitenland in de knoop komen met hun tentamens. In deze gevallen bleek dat de studenten niet op de hoogte waren gebracht van de extra week in december. Docenten zijn verantwoordelijk voor de planning van hun tentamens en blijken niet verplicht tot het gebruik maken van deze optie. Het inlichten van studenten is misschien geen procedurele noodzaak, maar het zou wel zorgen voor meer duidelijkheid. Het veranderen van de planning blijkt niet zo soepel te verlopen als vooraf werd gedacht, de communicatie hierover is in ieder geval naar de studenten toe niet duidelijk genoeg geweest. Uit de ervaringen van de afgelopen weken bij onder andere een campusronde waar ik bij was, blijkt dus dat zowel studenten als docenten rondom de internationalisering vaak slecht of niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid die docenten hebben om tentamens te plannen in de extra week in december. Het is natuurlijk zonde dat de oplossing die je biedt, pas tot stand komt als daar een opleidingscommissie, examencommissie of assessor voor ingeschakeld wordt. In dit geval gaan we er nog gemakshalve vanuit dat studenten de weg naar al deze organen moeiteloos weten te vinden, de praktijk wijst uit dat dit vaak niet zo is. Als meedenkende student, pleit ik ervoor om tot een oplossing te komen waarbij iedereen erop vooruit gaat. De student die niet op buitenlandverblijf gaat, hoeft niet te lijden onder zij die dat wel doen, en zij die naar het buitenland gaan hoeven geen strobreed in de weg worden gelegd door de RU. Tot slot, aan alle studenten die op buitenlandverblijf gaan en problemen hebben rond de planning van hun tentamens van vakken uit de eerste en tweede periode, luidt het advies: overleg met je docent, ga daarna naar je opleidingscommissie en examencommissie. Als je er echt niet uitkomt, ga naar je assessor en licht je FSR (Facultaire Studentenraad) in. Volgend jaar komt de onderwijsvrije week mogelijk weer terug. Voor dit jaar is dat te laat, de week in oktober is al voorbij, maar de extra tentamenweek moet nog komen. De Faculteit der Letteren heeft nu nog de kans om zowel docenten als studenten beter op de hoogte te stellen van de mogelijkheden. Ook kan de faculteit studenten informatie geven over de stappen die zij kunnen nemen, mochten ze er niet uitkomen. Als de RU internationalisering als speerpunt wil handhaven, kun je het niet maken om studenten dusdanig te hinderen. Met dank aan Britt Jennissen, assessor van de Faculteit der Letteren voor haar op- en aanmerkingen.

 

Lees meer

[Update] ISON haalt uit naar AKKUraatd

Studentenfractie AKKUraatd loopt flink achter de feiten aan, vindt de koepel van internationale studentenorganisaties in Nijmegen (ISON). In een ingezonden stuk haalt ISON flink uit naar de USR-fractie van AKKU. De voorstellen over internationalisering die de studentenpartij de afgelopen tijd heeft gedaan, zouden bestaand beleid negeren en geen rekening houden met maatregelen die al op de planning staan. Svenja van der Tol, voorzitter van ISON, laat weten dat de brief vooral is bedoeld om het ongenoegen te uiten over de manier waarop de AKKU-fractie ideeën heeft gepresenteerd. ‘De Notitie Internationalisering 2014 – 2018, die begin dit jaar in de Universitaire Gezamenlijke Vergadering werd behandeld, is opgesteld door het International Office', stelt Van der Tol. 'Ook daar waren ze niet blij met de gang van zaken vanuit AKKU, er werd een beeld geschetst alsof er niet genoeg aan internationalisering wordt gedaan. Dit terwijl het International Office al hard werkt aan een aantal zaken die onder andere door AKKU wordt genoemd.' Huguette Poolen, fractievoorzitter van AKKUraatd, wil op dit moment nog niet reageren op de beschuldigingen van ISON. Update 16.45 uur: Inmiddels heeft AKKUraatd op het stuk van ISON gereageerd. De reactie is hier te vinden.

 

Lees meer

[Update] Twan van Erp lijsttrekker asap

Twan van Erp wordt de lijsttrekker van studentenpartij asap. Dat maakt de partij vandaag bekend. Over een maand mogen RU-studenten naar de stembus om de nieuwe leden van de Universitaire Studentenraad (USR) te kiezen. Aan Van Erp is de taak om zijn partij door de verkiezingen te slepen. Van Erp studeert Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de RU en loopt inmiddels al vier jaar rond op de Nijmeegse campus. Na een jaar in het bestuur te hebben gezeten bij Babylon, de studievereniging voor de communicatiestudenten, zet hij zich nu in als secretaris van SOFv, de koepel voor studieverenigingen. ANS schotelt de kersverse lijsttrekker drie vragen voor. Wat wil jij volgend jaar voor de Nijmeegse student bereiken? ‘Op de gebieden internationalisering en ondersteuning van de actieve student valt nog een hoop te winnen, dus dat zijn onze belangrijkste speerpunten. Om meer te internationaliseren, willen we dat de campus tweetalig is, het personeel goed Engels spreekt en integratie van buitenlandse studenten wordt gefaciliteerd. Voor uitgaande studenten willen we extra mogelijkheden om naar het buitenland te gaan en standaard uitwisselingsprogramma's aanbieden. Voor mij was het bijvoorbeeld onduidelijk wat ik in het buitenland zou leren. Dat is door een hapklaar vakkenpakket te verhelpen. Wat betreft de actieve student staan wij voor het afschaffen van rendementsmaatregelen en verplichtingen – door de huidige regels worden studenten gedwongen om snel een diploma te behalen en blijft er weinig ruimte voor bestuurswerk. Ook willen we betere faciliteiten voor de actieve student, zoals meer en betere bestuurskamers.’ Foto Twan van ErpHoe willen jullie dit bereiken? ‘Om goede uitwisselingsprogramma’s te realiseren, moet goed gekeken worden naar de contracten die de RU heeft met universiteiten in het buitenland. Welke vakken studenten volgen, wordt nu opengelaten, maar het moet haalbaar zijn om dit aan te passen en een vast vakkenpakket samen te stellen. Uit eigen ervaring weet ik dat al jaren wordt gelobbyd voor betere bestuurskamers op de letterenfaculteit. Hoewel het regelen van deze ruimtes de taak is van faculteiten, kun je daar als USR wel invloed op uitoefenen door het te steunen.’ Wat ga je anders doen dan de huidige USR? ‘Ik wil dat de medezeggenschap meer gaat leven. Hoewel de USR veel terugkoppelt via NU!Medezeggenschap en de sociale media, moet de raad zichtbaarder zijn op de campus. Dat verbetert de positie van de medezeggenschap en zorgt ervoor dat meer mensen gaan stemmen. Dan heb je als USR ook een steviger mandaat, dus daar moet aankomend jaar meer op worden ingezet.’ Update: donderdag 16 april, 15.20 uur Inmiddels heeft asap de hele kandidatenlijst gepubliceerd. Foto: Anne Gerritsma, asap

 

Lees meer

Actiepunten Algemene Studentenenquête stellen teleur

Je hebt er waarschijnlijk tienduizend mails over ontvangen die meteen de prullenbak in zijn gegaan, maar de Algemene Studentenenquête is weer afgenomen. Met de dank aan de helden die toch de kleine moeite hebben genomen hem in te vullen, kan de RU weer vooruit met een hoop actiepunten. Wat voeren de studenten toch in hemelsnaam uit? Studenten van de RU besteden volgens de enquête in 2014 minder tijd aan zowel studeren en werken. Toch lijken de studenten er niet financieel op achteruit te zijn gegaan - qua inkomsten dan. Het gemiddelde maandinkomen van studenten was in 2014 902 euro; bij de vorige meting was dit €835 euro. Om toch aan genoeg geld te komen, leent een derde van de respondenten. De doelstelling dat 50 procent van de studenten over enkele jaren een  studie- of stageverblijf in het buitenland heeft doorgebracht, lijkt zo gek niet te zijn: 17 procent van de studenten is al naar het buitenland geweest en 43 procent heeft het nog op de planning staan. RU-studenten lijken het helemaal niet zo slecht te hebben, maar de vragen waren dan ook niet enorm kritisch. De actiepunten zijn verder niet bijster revolutionair en meestal zo algemeen dat je er niet heel veel mee opschiet. Punten zoals 'Uitwerking van de vraag of de RU ook verantwoordelijk is voor ergonomisch goed uitgeruste faciliteiten om met laptops te werken' helpen studenten niet veel verder. Ook eerder aangekondigde maatregelen, zoals de extra werkplekken in de UB, raadt de RU zichzelf nog eens aan. Een serieus middel voor medezeggenschap voor de RU-student, kun je de studentenenquête in ieder geval niet noemen, blijkt maar weer.

 

Lees meer

Dubbele boodschap

Voor een internationaler imago, wil de RU de komende jaren naar de buitenwereld toe een herkenbaardere naam hanteren. Om het merk Radboud nadrukkelijker te profileren, wordt Nijmegen uit de naam gehaald. Levert de universiteit zo een deel van haar identiteit in? Tekst: Daan van Acht Illustratie: Sascha Wijnhoven Dit artikel verscheen eerder in de december-ANS Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, benadrukte afgelopen maand het belang van internationalisering. Het begrip zou de kwaliteit van het onderwijs verhogen en daarnaast ‘Nederlandse studenten een internationaal perspectief leren zien’. Ook de Radboud Universiteit lijkt internationalisering hoog in het vaandel te hebben staan, met het stokpaardje Change Perspective als belangrijk onderdeel van de toekomstvisie. Het uitgangspunt: de RU moet zich de komende jaren nadrukkelijker gaan positioneren om zich staande te houden tussen het geweld van de grote, internationale universiteiten. Een van de aspecten uit het plan die zou moeten bijdragen aan het internationale karakter van de RU, is een verandering van naam. De komende jaren wil de universiteit zich gaan presenteren als Radboud University, in tegenstelling tot de huidige naam Radboud Universiteit Nijmegen. De universiteit zegt hiermee een voorbeeld te willen nemen aan gerenommeerde instellingen die niet bekendstaan om hun locatie, zoals het Amerikaanse Harvard University. Gevaren liggen echter op de loer. Naast de nodige onkosten, verliest de RU juist een deel van haar identiteit. openings grootMaak een keuze Na in 2004 al te zijn overgestapt van Katholieke Universiteit Nijmegen naar Radboud Universiteit Nijmegen, is de volgende doelstelling van de RU om de naam van de universiteit internationaal aantrekkelijker te maken. Om dit te bereiken, is volgens Gerard Meijer, voorzitter van het College van Bestuur, een kortere naam essentieel. Martijn Gerritsen, woordvoerder van de RU, geeft aan dat de universiteit volledig achter de nieuwe naam staat: ‘De verkorte naam maakt het makkelijker om te communiceren naar de buitenwereld en draagt bij aan de naamsbekendheid van de universiteit.’ Gerritsen zegt het onnodig te vinden om bestaande eetborden, folders en andere items waarop de naam Radboud Universiteit Nijmegen te vinden is, direct te vervangen. Merkwaardiger is de bewuste keuze om de huidige, volledige naam opzettelijk te gebruiken op formele documenten, waaronder bullen en diploma’s. De RU kiest hiermee moedwillig voor het gebruik van twee verschillende namen, wat onnodig veel verwarring kan veroorzaken. Verkeert de RU in een identiteitscrisis en kan ze Nijmegen toch nog niet loslaten? Nog geen Harvard Het College van Bestuur lijkt de waarde van de stad Nijmegen als verbindende factor te onderschatten. Imagodeskundige Rudy van Belkom, van Imagobureau TINK!, beaamt dit: ‘De verbindende factor van de universiteit is de locatie. De naam van de vestigingsplaats bepaalt de authenticiteit en identiteit van de universiteit.’ Ook Mark Vlek de Coningh, voorzitter van de Universitaire Studentenraad, benadrukt dat de band met Nijmegen niet verloren mag gaan. ‘De stad en de universiteit zijn onderhand zo verweven met elkaar, dat het zonde zou zijn als Nijmegen door deze naamsverkorting niet meer met de Radboud Universiteit geassocieerd wordt.’ Ook de eerdergenoemde vergelijking met Harvard, in lijn met de toekomstplannen van de RU, is volgens Van Belkom merkwaardig. ‘Harvard vormt eerder een uitzondering op de regel. De World Reputation Rankings van de Times Higher Educationworden voornamelijk bezet door universiteiten waarin de naam van de vestigingsplaats gewoon wordt vermeld.’ De vergelijking met befaamde internationale universiteiten is volgens Van Belkom sowieso overtrokken, en hij vraagt zich af in hoeverre een naamsverandering daadwerkelijk bijdraagt aan de internationale positie van de RU. ‘De onderbouwing voor de naamsverandering is erg “van binnen naar buiten” gedacht. Profileer jezelf eerst als een Harvard, voordat je daadwerkelijk je naam erop gaat aanpassen. Daarnaast komt de vergelijking enigszins pretentieus op me over.’ Dan resteert er nog een belangrijke vraag: wat kost dit grapje? Daarover is vooralsnog geen duidelijkheid. Woordvoerder Gerritsen zegt geen weet te hebben van de precieze kosten voor de naamswijziging en de profilering van het merk Radboud, aangezien de naamsverandering verschillende onderdelen van de universiteit aangaat, waaronder het Radboud Sportcentrum en de Radboud Docenten Academie. Wel ziet Gerritsen de eventuele kosten van de naamsverandering als investering in de toekomst, al kunnen hier sterke vraagtekens bij worden gezet. Geld en aandacht kunnen beter worden gestoken in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Klik hier voor de overige artikelen uit de december-ANS.

 

Lees meer

Veel studentenzaken besproken in UGV

Terwijl de rest van de campus van de zon kon genieten, vergaderden de Universitaire Studentenraad (USR), Ondernemingsraad (OR) en het College van Bestuur (CvB) in de Senaatszaal over onder andere de toekomst van de RU. Tijdens de 93e Universitaire Gezamenlijke Vergadering (UGV) werd het Strategisch Plan 2015-2020 besproken. Hierin staan de toekomstplannen van het CvB. De komende jaren wil de RU meer de nadruk leggen op internationalisering, onderzoeksprofilering en wil ze haar reputatie in binnen- en buitenland verbeteren. De RU wil meer goede studenten binnenhalen. Dat wil zij doen door zich te richten op 'goede' scholen voor het werven van nieuwe studenten, maar door ook buiten Nederland op zoek te gaan naar topstudenten. De RU ziet zichzelf als een campusuniversiteit waarbij moet worden gezorgd dat studenten zich meer verbonden voelen met de RU, ook in de hoop dat ze hier een master zullen gaan volgen na hun bachelor. De universiteit wil ook (nog steeds) studenten van andere universiteiten naar Nijmegen lokken voor het volgen van een masteropleiding. Verder is een van de speerpunten het verbeteren van de Engelse taalvaardigheid van docenten. Collegevoorzitter Gerard Meijer sprak zich ook duidelijk uit over massive open online courses (MOOCs): 'Voor een universiteit als de onze is dat moeilijk, als we met Nederland als geheel aan de slag gaan is het een andere situatie'. Collegelid Wilma de Koning sprak met lof over de notitie diversiteitsbeleid (.pdf) van de USR. Een aantal van de genoemde aanbevelingen wordt al tijdens de introductie ingevoerd. Zo moeten mentoren diversiteit bespreekbaar maken in de introgroepjes. In de toekomst wordt ook gekeken naar een mogelijke kerkdienst tijdens de intro. Daarnaast wordt onderzocht of een keer per week een halalmaaltijd kan worden geserveerd in de Refter. Verder werd de studentenenquête besproken. Dit jaar werd deze door minder studenten ingevuld dan het jaar daarvoor. Rector Kortmann zegt dat de representativiteit niet in gevaar is gekomen en vindt dat de USR andere studenten vooral enthousiast moet maken om hem in te vullen. Als laatste punt stond de notitie studeren op de campus op de agenda. In de notitie wordt gepleit voor meer studentenbanen. De OR noemt deze werkzaamheden 'klusjes' en wil niet dat reguliere banen worden overgenomen door studenten. Kortmann reageerde hier na een korte discussie op door te stellen dat studenten het in de toekomst met minder geld vanuit de overheid moeten doen en het gevaarlijk is als ze geen werk kunnen vinden. Het is te hopen dat tenminste een aantal van de voorgenomen campus- en onderwijsverbeteringen wordt ingezet.

 

Lees meer

Verbouwing, verhuizing en internationalisering tijdens de UGV

Gisteren vergaderden de Universitaire Studentenraad (USR), de personeelsgeleding en het College van Bestuur (CvB) tijdens de Universitaire Gezamenlijke Vergadering (UGV). Tijdens deze middag kwamen voor studenten een aantal relevante onderwerpen aan bod. ANS was erbij en deed verslag. Collegevoorzitter Gerard Meijer begon de vergadering met een presentatie over de toekomst van campus Heyendaal. Dat er veel gaat veranderen op de campus was al bekend, zo kocht de RU het klooster Berchmanianum en gaat het Spinozagebouw tegen de grond. Dat er is gekozen voor nieuwbouw in plaats van renovatie is vooral een financiële afweging. Volgens Meijer kost de sloop van het Spinozagebouw 1,5 miljoen euro, daar komt nog eens 8,5 miljoen euro bij voor de nieuwbouw. Renovatie van het gebouw zou nog geen miljoen euro minder kosten. De Faculteit der Sociale Wetenschappen zal tot eind 2019 of 2020 in Spinoza blijven. Dat is zo'n drie jaar langer dan gepland. Verder verhuist in 2016 de Faculteit der Managementwetenschappen naar de noordvleugel van het Gymnasion. Hier wordt, volgens het oorspronkelijke plan van de architect, een stuk bijgebouwd. Op dit moment is de HAN gevestigd in deze vleugel, zij zullen in eerste instantie gedeeltelijk verhuizen. In 2018 is de verhuizing van de Faculteit der Managementwetenschappen voltooid en is de HAN volledig uit het Gymnasion vertrokken. Ook werd er gesproken over internationalisering, een van de paradepaardjes van rector magnificus Bas Kortmann. Zo wil het CvB dat de helft van de afgestudeerden in 2018 minimaal vijftien studiepunten in het buitenland heeft gehaald. 'Vrijblijvendheid maakt plaats voor inbedding en kwaliteit', zo stelt de notitie waarin dit idee bekend wordt gemaakt. Verder moeten er in 2018 vijf volledig Engelstalige Bachelorprogramma's zijn. De concrete invulling van de internationalisering laat het College van Bestuur over aan de faculteiten en opleidingen. Zij krijgen echter geen extra geld om deze ambitieuze doelen te kunnen halen, Kortmann stelt dat het structureel vrijmaken van extra financiële middelen niet nodig is. Ook is hij van mening dat een buitenlandverblijf voor iedere student een verrijking vormt: 'Ik kan mij geen enkele universitaire studie voorstellen waarbij dat niet geldt.' Voor opleidingen bestaat de mogelijkheid om een buitenlandverblijf te verplichten. De USR is tegen deze verplichting en vindt dat de universiteit zo'n verblijf slechts zou moeten faciliteren. Over de koers die de RU wil varen is Kortmann duidelijk: 'We willen geen Engelstalige universiteit worden, maar een tweetalige universiteit.' Hierna werd kort het Bindend Studieadvies (BSA) in het eerste jaar geëvalueerd. Meer studenten dan ooit behaalden binnen een jaar hun propedeuse en minder studenten dan voorheen stopten in het tweede jaar alsnog met hun studie. De rector magnificus stelt dat het nog te vroeg is om stellige uitspraken te doen: 'Als goede wetenschappers moeten we voorzichtig zijn met interpretaties, het is de vraag of deze cijfers het directe resultaat zijn van het BSA.' Opvallend is de discussie die volgt over zogenaamde herbeginners. Studenten die zich nog voor 1 maart uitschrijven, hebben het recht om in het daaropvolgende collegejaar met dezelfde studie te starten. Zij moeten dan in dat jaar wel hun propedeuse behalen, terwijl het tweede semester voor hen net zo nieuw is als voor eerstejaars studenten. Kortmann vindt dit geen strenge eis: 'We moeten niet vergeten dat een studielast van 60 EC in een jaar normaal is.' De personeelsgeleding en de USR hebben zo hun twijfels: 'Er zijn situaties denkbaar waarin een uitzondering wenselijk is.' Over een BSA in het tweede jaar wordt aan de RU niet eens gesproken. Tijdens de rondvraag kwam de 'herfstvakantie' ter sprake. Op een vraag van de USR over de beperkte openingstijden van voorzieningen in week 42 antwoordt Meijer onduidelijk. Hij lijkt niet geheel op de hoogte te zijn van de aangepaste openingstijden van onder andere het Cultuurcafé tijdens die week. Hier zal hij nog eens goed naar kijken. Ook zal erop worden toegezien dat de UB langer open is in tentamenweken. De volgende keer wordt de USR betrokken bij het maken van de agenda voor de UB.

 

Lees meer