De druk op de student wordt tegenwoordig steeds meer opgevoerd. Flexstuderen, oftewel de keuzevrijheid om per vak te betalen, moet dit volgens de bedenkers oplossen. Is dit optimisme terecht?
Tekst:Tijs Sikma en Annemarie Verschragen
Illustratie:Jurgen Tesselaar
Dit artikel verscheen eerder in de november-ANS
De huidige student is een magnetronstudent. Waar vroeger een studie van tien jaar niet uitzonderlijk was, is ‘langstudeerder’ tegenwoordig bijna een scheldwoord. Met de komst van het leenstelsel wordt langer studeren duurder en zal de druk nog verder opgevoerd worden. Wie meer tijd wil, kan nauwelijks nog terecht bij deeltijdstudies: in tien jaar tijd is de hoeveelheid deeltijdstudies in Nederland gehalveerd en bestaan er op de Radboud Universiteit nog slechts vier. Volgens de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) zou een nieuwe inschrijvingsvorm, het flexstuderen, de druk van de ketel kunnen halen. De student betaalt in dit nieuwe systeem geen collegegeld per jaar, maar per vak. Hierdoor kunnen studenten makkelijker bepalen op welke universiteit en in welk tempo ze vakken willen volgen. Flexstuderen moet deeltijd studeren een nieuwe impuls geven en zou volgens de LSVb in de toekomst ook het voltijd studeren grotendeels kunnen gaan vervangen. Inmiddels zijn er zelfs nog positievere geluiden - met in de voorhoede Volkskrant-columnist Aleid Truijens – die het flexstuderen bombardeerde tot dé nieuwe manier van studeren. Deze bejubeling is echter niet terecht. Dit is niet de oplossing voor de student die wat langer wil sudderen.
Goed werk vergt tijd
Betalen per vak in plaats van per collegejaar heeft volgens Tom Hoven, voorzitter van de LSVb, als belangrijkste voordeel dat er meer keuzevrijheid in het hoger onderwijs komt. ‘De student kan er niet alleen voor kiezen hoeveel vakken hij wenst te volgen, maar bepaalt zelf ook of hij deze vakken allemaal op dezelfde universiteit gaat doen.’ Als iemand meer gaat werken, stage wil lopen of ziek is, kan hij ervoor kiezen minder vakken te volgen. Het curriculum en de contacturen blijven bestaan zoals dat nu het geval is, alleen worden het collegegeld en de studiefinanciering op de hoeveelheid studiepunten afgestemd. Truijens schrijft in haar column dat je in de hoop op je 22ste een topbaan te vinden, snel kan studeren en daarmee jezelf diep in de schulden kan werken. Jarenlang genoegen nemen met een baantje in een café en daarnaast studeren in eigen tempo, zonder hier een lening aan over te houden, kan echter ook. Ook mensen met een gezin of werk, hebben in het huidige onderwijsmodel vaak niet genoeg mogelijkheden (tijd en aanbod) om een volledige opleiding te volgen. Flexibel studeren maakt het mogelijk de opleiding over een langere periode uit te spreiden en verbetert daarmee de toegankelijkheid van het hoger onderwijs.
Lekker sociaal doen
Het flexstuderen klinkt als een verlossing voor de tegenstanders van het magnetronstuderen. De studievorm heeft echter ook een hoop nadelen. Mark Vlek de Coningh, voorzitter van de Nijmeegse Universitaire Studentenraad, stelt dat flexstuderen een goed plan kan zijn, mits het een aanvulling blijft op de voltijd opleiding. ‘De inschrijvingsvormen zouden inwisselbaar moeten zijn, zodat je na twee jaar kunt besluiten een jaar flexibel te studeren. Als de meerderheid van de studenten flexstudent wordt, zullen zij waarschijnlijk minder betrokken zijn bij het studentenleven en loopt de campus leeg.’ Hoewel de LSVb benadrukt dat contacturen behouden moeten blijven, zal dit wel in wisselende groepen zijn. Ook Martijn Gerritsen, woordvoerder van de Radboud Universiteit, hamert op sociale binding binnen een studie. ‘Voor ons is de sociale component belangrijk. Samen een opleiding doorlopen draagt sterk bij aan het studiesucces. Mensen die flexibeler willen studeren, kunnen daarvoor al bij de Open Universiteit terecht.’ Miranda de Kort, woordvoerder van deze instelling, bevestigt dit. Hoewel De Kort voorstander is van flexibiliteit, waarschuwt zij voor de nadelen die daarmee samenhangen: ‘Bijna 90 procent van de nieuwe studenten aan de Open Universiteit haakt af, dit is mede te wijten aan het gebrek aan structuur en sociale binding.’ De instelling biedt daarom sinds 1 september ook een gestructureerd curriculum met vaste startmomenten en meer begeleiding.
Bureaucratische beperkingen
Het is nog maar de vraag of flexibel studeren administratief te regelen is. Alle flexstudenten die staan ingeschreven, kiezen individueel wanneer en waar zij vakken gaan volgen en hebben dus geïndividualiseerde programma’s. Voor elke student moet het collegegeld en de studiefinanciering apart worden geregeld, om nog maar te zwijgen over de aanpassingen van regelingen als het BSA en het verval van studiepunten. De extra administratieve kosten worden in het voorstel van de LSVb opgevangen door het collegegeld per studiepunt met 15 procent te verhogen. Het huidige financieringsstelsel is ook nog niet geschikt voor het flexibel studeren. Als studenten kunnen shoppen bij verschillende universiteiten, krijgt maar één instelling geld voor het diploma.
Onbekende prak
Hoewel meer keuzevrijheid en slechts betalen voor de vakken die je afneemt als muziek in de oren klinkt, bevat het voorstel over flexstuderen een hoop valse noten. Sterker nog, het roept vooral veel vraagtekens op. Het is onduidelijk hoe flexstuderen concreet moet gaan werken. Deeltijdstudies worden juist in de avonduren gegeven. Het flexibel maken van het gewone curriculum van alle studies kan niet zomaar fungeren als vervanging omdat deze colleges overdag zijn. Tevens is het onbekend of er wel genoeg vraag is naar deeltijd studeren en zijn de nadelen van flexstuderen als grootste onderwijsvorm onderbelicht. Voor het concept de hemel in te prijzen, is het verstandig eerst concreet onderzoek te doen. Liever een goede magnetronmaaltijd dan een onbekende half gare prak.