In het kader van het Wintertuin-thema ‘het leven is al zwaar, laat de literatuur licht zijn’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Ditmaal; Mustafa Stitou.
Mustafa Stitou (39) debuteerde in 1994 op twintigjarige leeftijd met de dichtbundel
Mijn vormen. Na het winnen van een aantal prijzen en een rol als stadsdichter van Amsterdam, kwam hij dit jaar met zijn vierde bundel
Tempel. Uit dit werk droeg hij een aantal gedichten voor op het Wintertuinfestival.
Tekst: Kiki Kolman en Guusje van den Ouweland
Foto: persoonlijk archief Mustafa Stitou
Heeft u liever licht of donker?
‘Mijn antwoord is denk ik ook door anderen gegeven: beide. Licht alleen lijkt me heel vermoeiend en enkel donker lijkt me erg zwaar. Letterlijk genomen: ik ben meer een avond- dan een ochtendmens. Ik heb de nacht nodig om te kunnen lezen, denken en schrijven. Mijn verbeelding lijkt dan verder te reiken. Toch is mijn concentratievermogen en helderheid 's ochtends ook goed.’
Wat kan volgens u het licht niet verdragen?
‘De leugen. Er zijn weinig dingen die ik mezelf met succes heb afgeleerd, maar liegen is er een van. Dat doe ik niet zo snel.’
Waarom verdient uw werk het om in de spotlight te staan?
‘Wat ik vaak hoor is dat mijn werk toegankelijk is, maar toch complex. Daar kan ik mij wel in vinden. In een gedicht, gericht aan een vogel, schreef ik dat eens: “Regen drinken, zingen met een bek vol mieren”. Zingen, dat is licht, en die bek vol mieren, dat is donker. “O niet minder duister en licht dan die van jou, holenbroeder, is de bron waaraan ik ben ontsprongen!” De bron waar zowel dichter als vogel uit voortkomen is tegelijkertijd licht en duister en dat geldt natuurlijk voor de hele natuur.’
Wanneer tastte u voor het laatst in het duister?
‘Net onderweg van het station hiernaartoe. Ik hoorde geschreeuw en iemand huilen. Een vrouw werd geslagen door een man. Wat doe je dan? Doorlopen kan niet, dat zou die leugen zijn die het licht niet verdraagt. Dus ik merkte dat ik een paar stappen zette in de richting van de man. Hij begon tegen me te schreeuwen en mijn hart ging enorm tekeer. Ik zei niets, keek hem rustig aan en terwijl hij mij uitschold, pakte zij haar tas en sloop weg. Toen keerde langzaam het licht weer terug en liep ik door.’
Waar heeft u een zwaar hoofd in?
Net als Hanna Bervoets eerder deze avond, kost het beantwoorden van deze vraag Stitou grote moeite. ‘Ach, laten we het simpel houden. Ik heb er een zwaar hoofd in dat Frankrijk ver komt op het WK.’