'Kamernood neemt af'

De kamernood onder studenten zal de komende jaren iets afnemen. Verwacht wordt dat tot 2021 het aantal studentenkamers harder groeit dan het aantal uitwonende studenten. Vanaf 2016 zal de kamernood duidelijk afnemen, verwacht brancheorganisatie voor studentenhuisvesting Kences, waarbij de SSHN ook is aangesloten. Tot 2021 worden er in Nederland zo'n 18 duizend kamers bijgebouwd. 'We dachten dat de nieuwbouwproductie alleen de groeiende vraag zou kunnen bijhouden, maar er is nu zelfs kans op het wegwerken van tekorten. Goed nieuws voor toekomstige studenten', zegt Kences-directeur Vincent Buitenhuis tegenover de Volkskrant. De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) waarschuwt dat er moet worden opgepast met de cijfers uit het rapport dat Kences vandaag presenteert. LSVb-Vicevoorzitter Eduard Schmidt: 'Nog steeds zijn er tienduizenden studenten die geen kamer kunnen vinden. Daarom is het belangrijk dat het tempo erin blijft en er doorgebouwd wordt.' Daarnaast zijn de mogelijke afschaffing van de basisbeurs en ov-studentenkaart niet meegenomen in het rapport. Schmidt: 'Als het aan het kabinet ligt, krijgen studenten in de toekomst geen basisbeurs en ov-studentenkaart meer. Dit zal zeker ook zijn effect hebben op de studentenwoningmarkt.' De LSVb verwacht dat afschaffing van de basisbeurs een run op betaalbare, onzelfstandige kamers zal veroorzaken omdat studenten moeten besparen op hun maandlasten. Tot 2016 is er een structureel tekort, zo melde LSVb eerder deze maand.

 

Lees meer

[UPDATE] Steeds minder geld voor onderzoek

Het Rijk geeft in de aankomende jaren een fors bedrag minder uit aan wetenschappelijk onderzoek. Dat concludeert het Rathenau Instituut in haar Voorpublicatie Totale Onderzoek Financiering. De voorpublicatie werd openbaar gemaakt vanwege mogelijke extra bezuinigingen van het kabinet. In 2016 zal het potje voor wetenschappelijk onderzoek 4,4 miljard euro bedragen, ruim 700 miljoen euro minder ten opzichte van 2010. Op de ministeries van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) en Infrastructuur en Milieu (I&M) vallen de hardste klappen. Zo is er voor EL&I in 2016 slechts 570 miljoen euro aan onderzoeksgeld beschikbaar waar dat in 2012 nog 862 miljoen is. Bij I&M is het budget in 2016 zelfs gehalveerd ten opzichte van 2012 (van 118 miljoen naar 58 miljoen). In een eerdere inventarisatie in 2011 was het Rathenau Instituut nog positiever over de bezuinigingen, maar toentertijd waren de gevolgen van het Regeerakkoord nog niet meegerekend. Nu zijn de cijfers minder rooskleurig en blijkt dat er nog meer wordt bezuinigd op onderzoek dan gedacht. De overheid tracht de bezuinigingen enigszins te beperken door een belastingverlaging in te stellen van 500 miljoen euro vanaf 2014. Oorzaken voor de daling van het budget voor wetenschappelijk onderzoek zijn volgens het Rathenau Instituut het aflopen van veel onderzoeksprogramma's en de bezuinigingen op instellingen waar toegepast onderzoek wordt verricht. En laten dat nu net de instellingen zijn die het kabinet meer wil stimuleren en begeleiden. Het hele rapport is hier te lezen. Update: Volgens de regering was de berekening van het Rathenau Instituut incorrect, er werd namelijk niet gekeken naar het extra belastingvoordeel dat bedrijven zullen krijgen bij investeringen in onderzoek. Inmiddels zijn er completere gegevens bekend: in totaal zal er jaarlijks 200 miljoen euro minder worden geïnvesteerd in wetenschap, in tegenstelling tot de 700 miljoen euro die eerder naar buiten was gebracht.

 

Lees meer

13 procent RU-studenten gebruikt harddrugs

45 procent van de RU-studenten gebruikte ooit drugs en 13 procent waagde zich wel eens aan harddrugs. Dat blijkt uit onderzoek van ANS onder 800 Radboudianen. Illustratie: Josse Blase Cannabis is de drug die het meest in de smaak valt: 42 procent nuttigde deze plant als genotsmiddel, waarvan meer dan de helft op regelmatige basis. 19,5 procent van de studenten zette wel eens een ballonnetje met lachgas aan de mond. Van de in Nederland verboden middelen blijkt XTC het populairst: 12,5 procent ging wel eens hard na het slikken van een pilletje. Met deze cijfers lijken de Nijmeegse studenten een stuk braver dan recente berichtgeving over toenemend xtc-gebruik doet vermoeden. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van Folia Magazine dat ongeveer tweederde van de Amsterdamse studenten vaker dan twee keer xtc slikte. Credo Magazine ondervond dat een derde van de studenten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam ervaring heeft met harddrugs. De Nijmeegse resultaten lijken deze hoge aantallen te relativeren. Hoewel het mogelijk is dat het er in de Randstad simpelweg wilder aan toegaat, kan de oorzaak van de discrepantie ook liggen bij de onderzoeksmethode. ANS deelde ongeveer zeshonderd enquêtes op papier uit en kreeg tweehonderd keer online respons, terwijl de andere onderzoeken enkel online werden verspreid. Zo is een mogelijke bias, waarbij drugsgebruikende studenten eerder geneigd zijn de enquête op internet in te vullen, voorkomen. Verder bleek uit het ANS-onderzoek onder andere dat aan de Faculteit der Managementwetenschappen het grootste aandeel drugsgebruikers te vinden is: 55 procent van deze studenten gebruikte ooit drugs en 20 procent harddrugs. Bij de medische faculteit en onder de rechtenstudenten wordt het minst gerookt, geslikt en gesnoven: 32 respectievelijk 37 procent van de studenten daar probeerde wel eens drugs. Verdere bevindingen over bijvoorbeeld de motivaties om wel of geen drugs te gebruiken, bizarre tripplekken en de wegen waarlangs studenten aan hun verdovende middelen komen, vind je in de juni-ANS, die vanaf morgen in de bakken ligt.

 

Lees meer

Aantal studenten met bedrijf verdubbeld

Ondernemen naast een studie is sinds 2012 aanzienlijk populairder geworden. Het aantal studenten met een eigen bedrijf naast hun voltijdopleiding is verdubbeld tot 6 procent. Het Erasmus Center for Entrepreneurship van de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft dit onderzocht als onderdeel van de Global University Entrepreneurial Spirit Student Survey. Dat meldt Nultweevier op haar website. Het onderzoek werd vandaag gepubliceerd. De enquête is afgenomen onder tienduizend Nederlandse studenten, waarvan twee derde bestaat uit universitaire studenten en een derde uit HBO-studenten. Het grootste deel hiervan is tussen de 20 en 24 jaar. Meer dan 70 procent zit in de bachelorfase en een ruime 25 procent volgt de master van zijn of haar studie. Bijna een derde van de ondervraagden volgt één of meerdere vakken bij Managementwetenschappen. Marc Thewissen (23) is een typisch voorbeeld van een student met eigen onderneming. Hij heeft naast zijn studie Rechten aan de Radboud Universiteit een bedrijf voor de bedrukking van T-shirts. 'Natuurlijk loop je wel wat studievertraging op, maar het werk is flexibeler dan een bijbaan met vaste tijden. Wanneer ik even tijd heb kan ik bijvoorbeeld even mijn administratie doen of wat T-shirtjes drukken',  vertelt hij. Ondanks de stijging van het aantal student-ondernemers, is het aantal studenten dat direct na hun opleiding een eigen bedrijf wil beginnen gedaald van 10 tot 6 procent. Na vijf jaar is die ambitie echter weer een stuk groter: 30 procent wil dan alsnog een bedrijf beginnen.

 

Lees meer

Bier is de nieuwe wijn

Onze bourgondische zuiderburen deden baanbrekend wetenschappelijk onderzoek en concluderen dat bier dus echt wel net zo gezond is als wijn. Wijndrinkers houden er over het algemeen gewoon een gezondere levensstijl op na dan de bierdrinkers. Twee onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel, Patrick Mullie en Peter Clarys, vroegen zo’n tweeduizend Belgische mannen naar hun alcohol- en voedselconsumptie en hun bewegingspatroon. Ook factoren als opleiding, inkomen en algemene gezondheidstoestand werden in het onderzoek meegenomen. De opvatting dat rode wijn gezonder zou zijn dan bier kan hiermee de das worden omgedaan. De wetenschappers zijn van mening dat bier dezelfde gezonde eigenschappen heeft als wijn. Het probleem zou meer bij de bierdrinkers zelf liggen die een minder gezond voedingspatroon hanteren dan de wijndrinkers. Een minder vernieuwende mededeling van de twee is dat beide alcoholische dranken slechts gezond zijn bij gematigd gebruik. Zo mogen vrouwen een glas per dag en mannen zo'n twee glazen per dag.

 

Lees meer

De gevolgen van de 'shutdown' voor studenten

De shutdown van de federale overheid in de Verenigde Staten zorgt voor een aantal kleine problemen voor studenten en onderzoekers. Dinsdagochtend is er geen overeenstemming bereikt over de federale begroting, waardoor de overheid nu veel minder geld mag uitgeven. Alleen de meest cruciale onderdelen van de federale overheid blijven functioneren. Onderzoekers kunnen problemen ondervinden wanneer zij gebruik willen maken van federale archieven, musea en bibliotheken voor hun onderzoek, die zijn namelijk gesloten. De Library of Congress is, zoals de website aangeeft, tot nader order gesloten. Studenten die stage lopen bij de federale overheid hoeven nog even geen koffie rond te brengen aan dorstige ambtenaren totdat er overeenstemming is bereikt. Ook worden visumaanvragen niet behandeld, wat voor studenten die naar de VS willen reizen problemen kan opleveren. De laatste keer dat er geen overeenstemming over de begroting gevonden werd, was in december 1995, toen duurde het drie weken.

 

Lees meer

Dikker maakt dommer?

Na het eerste semester op de universiteit komt 70 procent van de studenten gemiddeld een kilo aan. Na drie jaar tijd is het gewicht van sommige studenten vaak met maar liefst 6 kilo toegenomen. Hierbij gaat het vooral om studenten op kamers en mannelijke studenten. Dit blijkt uit een onderzoek van voedingsexpert Patrick Mullie aan de Vrije Universiteit Brussel. Waar het aantal studenten met overgewicht in het begin van het jaar nog op 14 procent ligt, kan dit na vier maanden al gestegen zijn naar 20 procent. 'Gemiddeld neemt het gewicht van de studenten de eerste drie jaar van hun studies toe met drie à vier kilo', aldus Mullie. Niet alleen overmatig zuipen, maar ook het gebrek aan gezonde voeding en lichaamsbeweging en minder slaap zorgen ervoor dat de riem een gaatje losser moet. Ruim 65 procent van de studenten wil wel gaan sporten, maar heeft hier geen tijd voor en maar liefst 58 procent vindt koken te veel werk. Verder blijkt uit de studie van Mullie dat studenten met deze slechte levensstijl gemiddeld ook nog eens slechtere punten halen dan hun medestudenten. Als je het onderzoek mag geloven, kun je voorlopig dus maar beter geen nachtelijke bezoekjes aan de Febo brengen.

 

Lees meer

Doceerbonus?

Docenten lijken soms net zo weinig zin te hebben in het college als de zaal met gapende studenten. Op Nederlandse universiteiten wordt het geven van goed onderwijs immers nauwelijks beloond en ligt de prioriteit bij het doen van onderzoek. Waarom wordt kundig doceren niet gestimuleerd?

Tekst:Tijs Sikma
Illustratie:
Sascha Wijnhoven

Dit artikel verscheen eerder in de februari-ANS

De wereldvreemde introverte bolleboos en de enthousiaste extraverte leermeester zijn zowel qua persoonlijkheid als kwaliteiten tegenpolen. Op een universiteit moeten docenten echter zowel onderzoek doen als onderwijs geven. De prioriteit ligt meestal bij het onderzoek: zoveel mogelijk publiceren en het binnenhalen van financiering. Hoogleraren die intensief en cruciaal onderzoek doen, ervaren onderwijs soms als een last. Studenten worden daardoor vaak opgezadeld met docenten die plichtmatig hun colleges afraffelen of niet in staat zijn stof helder over te brengen en studenten bij de les te betrekken. Elke student krijgt wel eens te maken met dit kaliber docent: de ongemotiveerde droogkloot die nasaal zijn powerpointje voorleest. Het geven van goed onderwijs vormt echter de basis van een universiteit en zou ook als zodanig beloond moeten worden.

Onderwijsverplichtingen
Het is niet zo gek dat docenten vaak zo weinig bevlogen zijn bij hun colleges. Op de Radboud Universiteit worden docenten nauwelijks veroordeeld voor het geven van slecht onderwijs, maar vooral ook niet gestimuleerd goed onderwijs te geven. De enige verplichte kwalificatie die docenten op de RU moeten hebben, die garandeert dat ze goed onderwijs geven, is de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). Bizar genoeg heeft ongeveer een kwart van de vaste medewerkers deze kwalificatie niet. Cristel Claas, Coördinator BKO op de RU, vertelt dat “een meerderheid hiervan bestaat uit hoogleraren die bijna met pensioen gaan, maar dat ook een deel hiervan bestaat uit onderzoekers die voor het behalen ervan worden vrijgesteld.” Daarnaast heb je deze kwalificatie voor altijd. Een docent kan dus na het behalen ervan de kwaliteit van zijn onderwijs straffeloos laten verwateren. Een docent kan daarnaast vrijwillig nog extra cursussen volgen om diens onderwijs te verbeteren. Maar deze zijn niet verplicht. Nadat een docent het BKO heeft behaald wordt hij ook niet opnieuw hierop getoetst. Naast dat er voor docenten geen verplichtingen zijn, die een constante kwaliteit van hun onderwijs garanderen, worden zij hierop ook niet beloond. In Eindhoven en Groningen zijn de universiteiten bezig met het ontwikkelen van een apart carrièrepad voor onderwijsdocenten. Claas laat echter weten dat de RU hier in het algemeen nog geen stappen in heeft gezet. bizhubC554-31-20150121105754 Een last
Docenten zien onderwijs geven vaak zelf ook als een last, doordat het doen van onderzoek veel belangrijker is voor hun loopbaan. Volgens Bas van de Meerakker, molecuulfysicus aan de RU, is onderzoek bijna altijd doorslaggevend voor een universitaire carrière, al is de situatie de laatste jaren wel verbeterd. ‘Bij benoemingen wordt wel degelijk gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs. Ik weet dat er ook wel eens benoemingen niet door zijn gegaan, doordat het onderwijs onvoldoende was, terwijl het onderzoek goed ging. Toch kan men niet ontkennen dat er een zekere asymmetrie in het systeem zit: mensen die heel goed zijn in onderzoek, maar niet in het geven van onderwijs, kunnen ver komen op een universiteit. Andersom geldt dit niet.’

Uit een rapport van het Rathenau Instituut, een onderzoeksorganisatie die zich bezighoudt met wetenschapsbeleid en innovatie, blijkt dat verreweg de meeste docenten op de universiteit voorrang geven aan het doen van onderzoek. Onderwijs geven vinden ze veel minder belangrijk. Laurens Hessels, onderzoeker van het Rathenau, denkt dat dit vooral komt doordat onderzoek veel meer beloond wordt. Het talentbeleid op de universiteit kijkt volgens Hessels nauwelijks naar onderwijsprestaties, maar is vooral gekoppeld aan hoeveelheid publicaties, citaties en het binnenhalen van financiering. Daarnaast denkt hij dat onderzoek binnen de universiteitscultuur meer prestige geeft. ‘Wetenschappelijk personeel is ook lid van een internationale wetenschappelijke gemeenschap. Daar gaat het natuurlijk vooral over het onderzoek en niet over onderwijs.’

Een universitair docent doorloopt volgens Hessels ook een opmerkelijk carrièrepad: ‘Je begint met promoveren, waar je vooral onderzoek doet en als postdoc ook. Pas als universitair docent krijg je met veel onderwijstaken te maken. Als promovendus of postdoc ben je vaak eerst heel gemotiveerd geraakt en heb je een onderzoekslijn bepaald, waarna je plotseling heel veel onderwijs moet geven.’ Volgens Van der Meerakker ervaren daarom vooral promovendi, die zich meestal volledig op hun onderzoek willen richten, de onderwijsbelasting als erg hoog. Zeker als je dit vergelijkt met het buitenland. ‘Af en toe heerst de indruk dat promovendi worden gebruikt om goedkope docenten voor de klas te hebben staan.’

Hessels denkt dat universitaire onderzoekers meer belang zullen hechten aan het geven van onderwijs, als de beloningsstructuur hierop wordt aangepast. Ook Claas ziet hier mogelijkheden: ‘Ik kom vaak docenten tegen die zeggen dat ze eigenlijk het liefste alleen maar onderwijs willen geven.’ Deze mensen worden hierin echter geremd. Wanneer het geven van goed onderwijs meer wordt gestimuleerd, zullen docenten colleges geven minder snel als een last ervaren en zich er meer voor inzetten. Aan de Radboud Universiteit zou een apart carrièrepad voor onderwijsdocenten, zoals in Groningen en Eindhoven hiervoor een oplossing kunnen zijn. Op dit moment wordt de docent namelijk nauwelijks door de universiteit gecontroleerd en gestimuleerd om zich in te zetten voor het geven van beter onderwijs. Het doen van onderzoek heeft uiteindelijk weinig zin als de kennis niet wordt doorgegeven.

 

Lees meer

Docenten met tijdelijke aanstelling presteren beter

Recent onderzoek heeft aangetoond dat docenten met een tijdelijk contract beter presteren dan hun collega's met een aanstelling voor onbepaalde tijd. De resultaten van dit onderzoek werpen een nieuw licht op de discussie die wordt gevoerd over tijdelijke contracten in de wetenschappelijke wereld. In de Verenigde Staten werd voor het eerst gebruik gemaakt van de zogeheten tenure track, een systeem dat ervoor zorgt dat docenten ontslagbescherming krijgen en voor onbepaalde tijd worden aangenomen. De laatste jaren is het aantal docenten en wetenschappers met een dergelijke aanstelling drastisch afgenomen, wat heeft geleid tot ophef binnen de academische wereld. Zo ziet de Vakbond voor de Wetenschap (VAWO) deze ontwikkeling als een bedreiging voor de wetenschap. Toch blijkt uit de resultaten van bovengenoemd onderzoek dat wanneer puur naar de kwaliteit van docenten wordt gekeken, deze tijdelijke contracten geen probleem vormen. Het tegendeel lijkt waar te zijn: docenten die niet in vaste dienst zijn weten meer studenten te overtuigen om aansluitende vakken in hetzelfde vakgebied te volgen dan docenten met een vaste aanstelling. Hoewel de uitkomsten zorgen voor een interessante kijk op de zaak, zijn er een aantal kanttekeningen te plaatsen bij het onderzoek. De wetenschappers keken naar ruim vijftienduizend studenten die tussen 2001 en 2008 studeerden aan de Northwestern University. Ondanks dit enorme aantal zijn de uitkomsten moeilijk te generaliseren. Er werden alleen eerstejaarsvakken meegenomen in de analyse, waardoor geen uitspraken gedaan kunnen worden over de effecten bij meer gevorderde cursussen. Bovendien is Northwestern een prestigieuze universiteit, wat het makkelijker maakt capabele docenten aan te trekken. In Nederland is een soortgelijk grootschalig onderzoek nog niet uitgevoerd, de precieze effecten van tijdelijke contracten aan de RU zijn dan ook niet vast te stellen.

 

Lees meer

Driekwart van studenten wil traineeship volgen

Traineeships zijn in trek: maar liefst 75 procent van de studenten wil na de studie een traineeship volgen. Dat blijkt uit een onderzoek van YSE. Omdat veel studenten na hun universitaire carrière een traineeship willen doen, spelen bedrijven hier slim op in door het aanbod te vergroten. Niet alle programma's zijn echter even goed. 'De inrichting loopt uiteen van het aanbieden van enkel variërende opdrachten tot een volledig ontwikkelingsprogramma met persoonlijke coaching, intervisie en diverse trainingen, aldus Simon Klop, talentmanager bij YSE tegen Consultancy.nl. Aan het onderzoek deden driehonderd werkzoekenden en hbo- en wo-studenten mee. Niet alleen de inhoud van de opdracht en de extra begeleiding die je krijgt als trainee zijn belangrijk voor de huidige studenten, ook de positie op de arbeidsmarkt na het volgen van het ontwikkelingsprogramma weegt zwaar mee. Een ideaal programma duurt volgens het onderzoek twee jaar.

 

Lees meer

Eeneiige tweeling promoveert tegelijkertijd

Het komt bijna nooit voor, maar eeneiige tweeling Riëlle en Jolet Ruiter (28) promoveerden afgelopen woensdag allebei aan de Universiteit Twente. De tweeling doorliep samen alle fasen van het onderwijs, van de kleuterschool tot een studie levensmiddelentechnologie aan de Wageningen University en nu dus hun promotieonderzoek. Het constante samenzijn werkt de zussen niet op de zenuwen, in tegendeel. 'Het is niet makkelijk om ervoor te kiezen opeens allebei iets compleet anders te gaan doen', verklaarden de zussen gisteren tegenover het AD. Voor de toekomst staat er wellicht een postdoctoraat in het buitenland op het programma, uiteraard ook samen.

 

Lees meer

Europese Commissie wil 30 miljard extra voor onderzoek

De Europese Commissie (EC) heeft het voornemen om 80 miljard euro beschikbaar te stellen voor onderzoek en innovatie in de periode 2014-2020. Dat is maar liefst 30 miljard meer dan de vorige begroting over de jaren 2007-2013. Het pakket aan maatregelen is gepresenteerd onder de naam 'Horizon 2020' en brengt alle Europese uitgaven voor onderzoek en innovatie onder één dak. Dit moet ervoor zorgen dat er minder administratieve rompslomp komt en dat het wetenschappelijk onderzoek en innovatie nog beter aansluit op het bedrijfsleven. De Europese onderzoeksraad ECR, die gaat over het vergeven van beurzen aan toponderzoek, krijgt 13,2 miljard extra tot haar beschikking, wat een stijging van 77 procent inhoudt ten opzichte van de huidige begroting. Juist dat voorstel van de EC is koren op de molen van minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Nederland is namelijk goed in het binnenhalen van dergelijke subsidies, omdat in ons land de onderzoeksgelden op dezelfde manier worden toegewezen als door de ECR. Onderzoekers doen in Nederland een aanvraag bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, waarbij een panel van deskundigen bekijkt of er daadwerkelijk steun komt. Mede door de ervaring met dit systeem wisten Nederlandse wetenschappers de laatste jaren veel geld weg te slepen uit Brussel. Of de stijging van de onderzoeksuitgaven er daadwerkelijk komt, is nog niet duidelijk. Het voorstel moet nog worden goedgekeurd door de lidstaten en het Europees Parlement. De verwachting is dat er tegen het einde van 2013 een beslissing valt over de begroting.

 

Lees meer

Financiering onderzoek minder afhankelijk van kwantiteit

De kwaliteit van onderzoek aan Nederlandse universiteiten wordt niet langer mede beoordeeld op basis van het aantal wetenschappelijke publicaties. Uit nieuwe regels (.pdf) van universiteitskoepel VSNU, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) blijkt dat de nadruk meer op kwaliteit dan op productiviteit komt te liggen. In het nieuwe Standard Evaluation Protocol 2015-2021 (SEP) wordt 'productiviteit' niet meer als apart criterium genoemd. Verder wordt expliciet aandacht besteed aan de maatschappelijke relevantie van onderzoek en de integriteit van wetenschappers. Dit laatste punt lijkt te maken te hebben met recente schandalen in de academische wereld. Het SEP vormt de basis voor zesjaarlijkse onderzoeksvisitaties aan universiteiten door panels van binnen- en buitenlandse experts en vakgenoten. Onder andere de financiering van onderzoek is van deze beoordeling afhankelijk. Onlangs hebben de VSNU, de NWO en de KNAW het herziene stuk aangeboden aan minister Bussemaker.

 

Lees meer

Fraudesneeuwbal rolt verder

Een nieuwe dag, een nieuw fraudeonderzoek. Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft een onderzoek ingesteld naar het rapport over Don Poldermans, de frauderende hoogleraar uit Rotterdam. De corpsuniversiteit is bang dat ook Leidse onderzoekers die met de onderzoeker gewerkt hebben hun handen niet kunnen wassen in onschuld. De Erasmus Universiteit Rotterdam ontsloeg Poldermans vorige maand, nadat verschillende onregelmatigheden wezen op fraude. Ondertussen heeft het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) gepleit voor een onafhankelijk vertrouwenspersoon voor iedere promovendus. De PNN vindt de promovendus nu te afhankelijk van diens promotor en spreekt met de Onderwijsinspectie over mogelijke oplossingen hiervoor. De inspectie onderzoekt de kwaliteitsaspecten van promotietrajecten en zal hier een rapport over publiceren.

 

Lees meer

Keelkanker door orale seks toegenomen

Naast roken en veel alcohol, blijken ook orale seks en veel verschillende sekspartners een risicofactor voor keelkanker. De oorzaak hiervan is het humaan papillomavirus (HPV). Dit virus is seksueel overdraagbaar en kan baarmoederhals- en keelkanker veroorzaken. Uit onderzoek van Michelle Rietbergen, die vandaag promoveert aan de VU, blijkt dat 30 procent van de meer dan 550 jaarlijkse keelkankergevallen werd veroorzaakt door het HPV-virus, terwijl dit in 1990 nog maar 5 procent was. Volgens Rietbergen kan deze stijging worden verklaard door het toenemende aantal bedpartners. In de Verenigde Staten blijkt zelfs 70 procent van de keelkankerpatiënten HPV-positief. Een geruststelling is dat de keelkankergevallen door HPV beter geneesbaar blijken dan de andere vormen. Rietbergen vergeleek het overlevingspercentage van duizend keelkankerpatiënten en kwam tot de conclusie dat deze vorm vaker geneest. Wellicht heeft deze vorm dan ook een minder zware behandeling nodig. De onderzoeker pleit voor meer onderzoek naar vaccinatie, dit zou besmetting kunnen voorkomen.

 

Lees meer

Koeien leveren alternatieve Nobelprijs op

Gisteravond zijn de alternatieve Nobelprijzen uitgereikt. Hierbij is ook een Nederlandse wetenschapper in de prijzen gevallen. De zogenaamde Ig Nobelprijs wordt vergeven aan de wetenschappelijke studie die eerst aan het lachen maakt en vervolgens aanzet tot denken. Bert Tolkamp, verbonden aan Scotland's Rural College, deed onderzoek naar het gedrag van koeien. Samen met zijn collega's kwam hij er achter dat hoe langer een koe heeft gelegen, des te groter de kans is dat die koe snel zal opstaan. En als een koe eenmaal staat, dan is het moeilijk te voorspellen hoe snel die weer zal gaan liggen. Voor dit onderzoek werden 73 koeien uitgerust met sensoren en werden de beesten in de gaten gehouden met camera's. Sinds 1991 wordt de prijs vergeven en zijn er al veel opmerkelijke onderzoeken de revue gepasseerd. Zo heeft de latere Nobelprijswinnaar André Geim in 2000 de prijs gekregen voor een onderzoek naar het laten zweven van kikkers met magneten. In 2003 werd de alternatieve Nobelprijs door een andere Nederlander opgehaald, Cees Moeliker werd beloond voor zijn onderzoek naar homoseksuele necrofilie bij de eend. Over een maand worden de echte Nobelprijzen uitgereikt.

 

Lees meer

Mannelijke student heeft behoefte aan structuur

Dat mannen achterlopen in het onderwijs is al langer bekend. In collegejaar 2010/2011 was slechts 44 procent van de afgestudeerden in het hoger onderwijs van het mannelijk geslacht. Hoogleraar onderwijs Jos Claessen stelt in een recent onderzoek (.pdf) naar dit 'jongensprobleem' dat dit komt door gebrek aan structuur tijdens de studie. 'Jongens lopen achter in hun ontwikkeling op het gebied van planning en organisatie', aldus Claessen. 'Als zij vervolgens in het diepe worden gegooid na de middelbare school, presteren zij vaak slechter. Dit in combinatie met maatregelen als het bindend studieadvies, maakt dat een kwart van de mannelijke studenten binnen een jaar afhaakt.' Als het aan de onderzoeker ligt wordt de student in zijn begintijd bij hbo of universiteit meer bij de hand genomen en wordt er minder tijd vrijgelaten voor zelfstudie. Dit klinkt wel erg als verschoolsing. Doet dit volgens Claessen geen afbreuk aan het academisch klimaat? Het lijkt de eerste keer te zijn dat Claessens deze vraag voorgelegd krijgt. 'O, dat is een goede. Natuurlijk is het belangrijk een zelfstandige werker op te leiden. Gedurende de studie moet er meer vrijheid komen. Ruimte voor eigen initiatief is ook erg belangrijk.' Verder benadrukt hij dat gegevens over de reden waarom studenten uitvallen beter verzameld moeten worden. 'Universiteiten hebben schatten aan informatie liggen, maar dit is nooit centraal verzameld.' In deze grafiek is te zien dat ook aan de RU de vrouwen overheersen. Enkel bij de bèta's en de Managementfaculteit overheerst het testosteron.

 

Lees meer

Minder mannen is meer ambitie

Onderzoek van de Universiteit van Minnesota en de Universiteit van Texas in San Antonio doet vermoeden dat als er minder mannen op een universiteit rondlopen, vrouwen ambitieuzer worden. De wetenschappers trachtten dit op twee manieren aan te tonen. Ten eerste bleek dat in Amerikaanse staten waar relatief weinig vrijgezelle mannen waren, het percentage van vrouwen in hoge functies steeg. Daarnaast vonden ze in een experiment dat, na het lezen van een nep krantenartikel waarin werd vermeld dat er minder mannen dan vrouwen op de campus waren, studentes liever een degelijke carrière dan een eigen gezin ambieerden. Dit was niet het geval als ze net hadden gelezen dat er meer mannen waren. Dit doet vragen rijzen over de Nederlandse situatie. Beginnen bij Nederlandse meisjes aan een Technische Universiteit sneller de eierstokken te klappen? Zijn studentes Pedagogische Wetenschappen in feite monsterlijke carrièretijgers? Wij betwijfelen het.

 

Lees meer

Nederlanders hebben vertrouwen in wetenschap

Door commotie over frauderende wetenschappers en valse onderzoeken de afgelopen tijd, rees het vermoeden dat de Nederlander het vertrouwen in de wetenschap had verloren. Dit blijkt echter allemaal wel mee te vallen, zo blijkt uit een onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (.pdf). In het onderzoek onder 801 Nederlanders moesten van acht instituties aangegeven worden hoeveel vertrouwen de respondenten erin hadden. Naast de wetenschap werd er ook gekeken naar grote ondernemeningen, de Tweede Kamer, vakbonden, rechtspraak, televisie, kranten en de regering. Hierbij kwam de rechtspraak op een tweede plaats na de wetenschap. De regering geniet het minste vertrouwen onder de groep ondervraagden. Het was de eerste keer dat de wetenschap bij dit onderzoek als een van de instituten is gebruikt en er valt dus niet veel te zeggen of het vertrouwen groter of kleiner is geworden.

 

Lees meer

Nevenactiviteiten belangrijker dan cijfers

Een geweldige cijferlijst is minder belangrijk voor werkgevers dan een bestuursjaar of een commissie. Dat blijkt uit een onderzoek van Magnet.me, een soort Linkedin dat bedrijven in contact brengt met afstudeerders. Bij de zoektocht naar de geschikte kandidaat voor een bepaalde functie, weegt het type studie het zwaarst met 18,9 procent. Op de tweede plaats staan de nevenactiviteiten met 17,8 procent. Ook stage-ervaring wordt gewaardeerd door toekomstige werkgevers, volgens het onderzoek is het lopen van een stage voor 12 procent bepalend. Aan de cijferlijst wordt beduidend minder waarde gehecht, maar 8,2 procent. Tijd besteden aan commissie- of bestuurswerk is dus beter voor je baankansen dan dezelfde tijd steken in het halen van hoge cijfers. Dit geldt echter alleen voor de bachelor, in de master telt de cijferlijst zwaarder mee met 11,9 procent. Werkgevers die bij het platform zijn aangesloten, vullen in wat de selectiecriteria zijn voor een toekomstige werknemer en kennen gewichten toe aan de CV-onderdelen die zij belangrijk vinden. Volgens Vincent Karremans, mede-oprichter van Magnet.me, zijn inmiddels ongeveer vijfhonderd bedrijven aangesloten bij de netwerksite. De ingevulde gegevens van deze bedrijven vormen de data van het onderzoek.

 

Lees meer