Op blind vertrouwen

De gemiddelde campusdag biedt heel nieuwe perspectieven zonder zicht. Om te ervaren hoe het met de voorzieningen aan de RU is gesteld, ging een ANS-redacteur samen met een blinde gids de campus over gewapend met een blindenstok en een doek voor de ogen. Tekst: Aniek Hikspoors en Kim Saris Foto: Joep Dooper Lucas de Jong (20) is al sinds zijn vijfde blind. Inmiddels zit hij in zijn derde jaar Bedrijfskunde aan de RU. Zijn trouwe viervoeter Okie leidt hem iedere collegedag over het terrein van de RU. In zijn vrije tijd is Lucas gids in het MuZIEum te Nijmegen, waar hij mensen rondleidt in verduisterde kamers. Dit maakt hem de perfecte gids voor vandaag. Lucas zal mij, geblinddoekt en wel, over het universiteitsterrein leiden om een beeld te geven van een collegedag als blinde student. ‘Het is leuk om te merken hoe bijzonder en interessant de mensen het vinden om voor een uurtje blind te zijn.’ Een verhelderende blik De dag begint met een blind busritje. Voor het instappen vraag ik de buschauffeur of hij bij de universiteit stopt. Met een lichte spot in zijn stem beaamt hij dit en een grinnik verraadt dat mijn zelfgeknutselde ‘blindheid’ er komisch uitziet. Ik onderdruk de neiging om mijn telefoon te pakken, in de wetenschap dat ik de tijd toch niet kan lezen. Lucas, die ons bij de bushalte opwacht, heeft daar een snufje voor. ‘Elke keer als ik mijn telefoon pak leest een stem de tijd voor’, vertelt Lucas. ‘De weg raak ik ook niet snel kwijt, want mijn gps-app vertelt me hardop waar ik me bevind.’ Na een snelcursus ‘hoe gebruik je een blindenstok’ zijn we klaar om de tocht naar het Collegezalencomplex te wagen. Al in de eerste minuut schrik ik van een karretje dat over de tegels ratelt. Lucas merkt mijn nervositeit en geeft me een goede raad: ‘Je moet in ieder geval niet spastisch van links naar rechts zwaaien met je stok.’ Snelcursus blindtypen Tijdens colleges kan Lucas tot op de letter volgen wat de docent vertelt. ‘Mocht me iets zijn ontvallen, dan kan ik altijd nog even met speciale software de PowerPoint doornemen.’ Op zijn laptop heeft Lucas een screenreader die hem de leesstof voorleest. Hij krijgt dezelfde lectuur voorgeschoteld als de andere studenten, maar de boeken moeten eerst speciaal voor hem toegankelijk worden gemaakt. ‘Ik stuur de boeken die ik moet lezen op naar de blindenbibliotheek en zij zorgen voor een digitale versie.’ Zonder speciale laptop probeer ik toch een college blind te volgen. De inhoud is opmerkelijk goed te volgen, ook zonder PowerPoint. Het videomateriaal dat wordt getoond gaat aan me voorbij, maar het grootste obstakel is het maken van aantekeningen. Blind typen blijkt ondanks vroegere typecursussen moeilijker dan gedacht. Navigatie op gevoel Ze zeggen dat het verlies van het ene zintuig ervoor zorgt dat de andere zintuigen op volle toeren gaan werken, daarom ben ik benieuwd of de Reftermaaltijden nu anders smaken. Eerst moet de draaideur worden getrotseerd, die houdt namelijk geen rekening met ons tempo. Als een kip zonder kop achter medestudenten aanlopen zit er niet in vandaag. Eenmaal binnen is het zoeken naar een zitplaats lastig vanwege stoelpoten die de weg blokkeren. Als we gaan zitten, gelukkig niet op iemands schoot, bekent Lucas dat hij niet zo’n fan is van de Refter. ‘In de Refter is het altijd druk. Ik ken er de weg niet en moet constant om hulp vragen’, zegt Lucas. ‘Veel liever maak ik in tussenuren een wandeling met Okie en eet onderweg mijn zelfgemaakte lunch op.’ Hij heeft gelijk, de Refter heeft geen voorzieningen voor blinde mensen en dit maakt eten hier zeer lastig. Het moeilijkst vindt Lucas het leggen van sociaal contact. ‘Ik vind het niet eng om mensen aan te spreken, maar ik kan me moeilijk aansluiten bij een groepje mensen’, legt Lucas uit. ‘Mensen communiceren veel met elkaar door middel van oogcontact, daarnaast is het lastig iemand terug te vinden na een leuk gesprek.’ Gelukkig heeft blind zijn ook zijn voordelen. ‘Ik hoef nooit hondenpoep op te ruimen.’ Kukelgevaar Lucas vermijdt de lift in de Erasmustoren zo veel mogelijk, toch ben ik benieuwd of we met de ijzeren takelbak daadwerkelijk bij de goede verdieping kunnen komen. Hoopvol druk ik op een van de liftknopjes. Er is slechts een lift waarin een stem je vertelt welke verdieping je hebt bereikt, maar om überhaupt in een lift te komen is hulp vereist. ‘Je kunt met geen mogelijkheid weten bij welke lift je moet gaan staan, aangezien er zes vlak naast elkaar zijn. Daarnaast sluiten de deuren veel te snel’, aldus Lucas. Met trappen hebben Okie en hij geen problemen, met een vaart snelt hij even later de trappen in de UB af. De collectie brailleboeken is hier minimaal. Kopieën maken is ook lastig voor een blinde. Lucas’ laptop is niet aangesloten op de universiteitsprinters en dan heb je ook nog de vele knopjes. Printen doet hij daarom thuis op zijn kamer. Blik op oneindig en gaan Aan het einde van de dag is het tijd voor de meest spannende beproeving: de straat oversteken. Okie is getraind om zebrapaden op te zoeken, gelukkig zijn die rondom de universiteit alom aanwezig. Hoewel de campus niet onveilig is, zijn de voorzieningen nog niet optimaal. Eten in de Refter, gebruik maken van de liften en even snel een opdracht printen blijken onmogelijke taken zonder een helpende hand. Soms sluit Lucas een collegedag af met een fitness-sessie in het sportcentrum. ‘Net als bij mijn colleges gaat Okie gewoon mee naar binnen. Hij leidt me naar een vast hoekje met fitnessapparaten.’ Vandaag gaat hij rechtstreeks terug naar zijn ouderlijk huis. ‘Het leven als blinde student is niet altijd even makkelijk, toch heb ik niet het idee dat ik iets mis.’ Bekijk hier de overige artikelen uit de december-ANS.

 

Lees meer