Voor eerst in 90 jaar vrouw in CvB van de RU

Sinds 1923 heeft er nog nooit een vrouw in het College van Bestuur (CvB) van de Radboud Universiteit gezeten, maar daar komt binnenkort verandering in: Wilma de Koning wordt lid van het Cvb en neemt daarmee de plaats in van de afgetreden Anton Franken. De Koning zit nu in het CvB van de Fontys Hogescholen en haar termijn werd in mei van afgelopen jaar nog verlengd met vier jaar. Daarvoor was de Koning werkzaam voor de Universiteit van Tilburg als algemeen directeur. De Koning zal op 1 december beginnen als lid van het College. Welke onderwerpen ze precies op haar bordje krijgt is nog onbekend, maar ze zal zich in ieder geval bezig houden met ICT. Wilma de Koning wordt overigens ook het eerste twitterende lid van het College van Bestuur.

 

Lees meer

Voorkeuren van een voorzitter

Het eerste academisch jaar van collegevoorzitter Gerard Meijer zit er bijna op. Hoe denkt hij over studenten en de Radboud Universiteit? ‘Ik ben hier niet gekomen om de boel op z’n kop te zetten.’

Tekst: Erik van Rein Foto's: Kiki Kolman

‘Om half zes moet ik weer in het Huygensgebouw zijn jongens.’ Gerard Meijer (50) maakt na krap een half uur interviewen duidelijk dat hij op tijd staat. De collegevoorzitter van de Radboud Universiteit heeft het tien dagen voor aanvang van het lustrum druk. Het is een lustrum waar hij tijdens de voorgaande dertig minuten met trots over spreekt. De RU wist met de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Nederlandse topwetenschapper Robbert Dijkgraaf twee internationale zwaargewichten aan te trekken. ‘Het feit dat zij zich met een eredoctoraat aan de universiteit willen verbinden is heel goed voor de reputatie van de RU.’ Laat reputatie het punt zijn waarvan Meijer denkt dat de universiteit beter verdient. Sinds hij van een functie als directeur van het prestigieuze Fritz Haber Institut in Berlijn overstapte naar de RU hamert hij erop dat de universiteit trotser mag zijn op wat er wordt gepresteerd. ‘Als je naar de getallen kijkt, het aantal winnaars van de Spinozaprijs, het oordeel dat studenten geven aan het onderwijs en de onderzoeksbeurzen die onderzoekers binnenhalen, dan doen we echt mee aan de top. Ik vind dat we dat ook best naar buiten duidelijk mogen maken.’ Behalve het imago geeft Meijer aan geen rigoureuze veranderingen te willen doorvoeren als voorzitter, hij is immers niet naar Nijmegen gekomen ‘om de boel op z’n kop te zetten’. Wat wil de collegevoorzitter wel? Vijf stellingen over de visie van Gerard Meijer op studenten, onderwijs en de Radboud Universiteit.

1. Studenten moeten weten wie de voorzitter van de universiteit is.
‘Nee, dat vind ik niet. Ik denk dat de mentor of studiecoördinator belangrijker is voor studenten. Het is goed dat de voorzitter en het College van Bestuur weten wat er onder studenten leeft, maar van dat College moeten studenten niet zoveel horen.’

U vindt het dus niet belangrijk om uw gezicht te laten zien op de campus?
‘Jawel, maar dat doe ik niet zodat studenten weten wie de voorzitter is, maar omdat ik zo studenten leer kennen en wil weten wat hun wensen zijn.’

2. De RU moet meer studenten aantrekken.
‘De RU moet beter worden, niet groter, dat is al jaren de norm. Het streven naar groei is een gek streven. Waarom zou je dat willen? We zouden wel meer instroom van internationale studenten kunnen gebruiken en als we van achttienduizend studenten stijgen naar twintigduizend is dat prima, maar je moet vooral de kwaliteit garanderen. Dat doe je door goede interactie tussen docenten en studenten en het aantrekken van goede onderzoekers. Daar valt of staat het mee.’

U stelt dat de reputatie van de universiteit achterblijft bij de prestaties. Kan de universiteit streven naar een hogere positie op bijvoorbeeld wereldwijde ranglijsten over de reputatie als de omvang hetzelfde blijft?
Stellig: ‘Op die ranglijsten moeten we ons niet blindstaren. Die kunnen vaak verschillend geïnterpreteerd worden en daar zie je heel gekke dingen in. Als de lijsten de werkelijkheid weerspiegelen zullen we de komende jaren stijgen op de lijsten. Zo niet, dan is de kans groot dat de lijsten de werkelijkheid niet weerspiegelen. ‘Als je echt wilt kijken naar de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek dan moet je dat vragen aan studenten en andere onderzoekers, bijvoorbeeld tijdens de onderzoeksvisitaties. Dat zijn de beoordelingen die tellen en we moeten zorgen dat we daarop sterk scoren.’

Als de RU een persbericht de deur uit doet als ze is gestegen op de lijsten is er opeens geen twijfel. De ranglijsten lijken een grotere maatschappelijke invloed te hebben dan onderzoeksvisitaties.
‘Dat weet ik niet, maar als je op Harvard zit, weet je van tevoren dat de universiteit op de eerste plaats gaat komen van welke ranglijst dan ook. Is de studie daar zoveel beter? Ik betwijfel het. ‘Het feit dat ze vaak veelal de reputatie als zwaarwegend beoordelingscriteria meenemen is een probleem, want je moet naar onderwijs en onderzoek kijken. Wij kijken in ieder geval niet alleen naar de ranglijsten.’

3. De prestatieafspraken met het ministerie zijn een noodzakelijk kwaad.
‘Kijk, de overheid moet verantwoorden waaraan het geld wordt uitgegeven. Bovendien zijn de gemaakte afspraken zeer realistisch en haalbaar. Ik denk dat het iets is wat bij deze tijd hoort en past. Het is niet meer te verdedigen om aan het eind van het eerste jaar slechts 40 procent van het totaal aantal studenten over te hebben. Dat is een zeer inefficiënte besteding van de financiële middelen en een verspild jaar voor studenten. Dat verander je niet door de lat lager te leggen, maar door intensiever contact te hebben met studenten en ze bij de les te houden.’

U doelt op het bindend studieadvies en de onderwijsintensivering. Toch kun je je afvragen of dergelijke maatregelen er ook gekomen waren als de universiteit de prestatieafspraken niet had gemaakt.
‘Dat is natuurlijk moeilijk te zeggen, zeker omdat de afspraken voor mijn tijd op de universiteit zijn gemaakt. Het is in ieder geval zo dat de onderwijsintensivering past in het beleid dat we zelf graag willen voeren. Ik denk dat we daar in Nijmegen de goede weg mee hebben ingezet.’

4. Studenten mogen de Radboud Universiteit best een school noemen.
‘Ik denk dat een universiteit iets heel anders is dan een school. Je mag het zo noemen, maar het is niet juist.’

Hoe komt het dat studenten dat toch steeds vaker doen?
‘Het ligt voor de hand dat door verschillende maatregelen het geheel schoolser wordt en dat is dan ook zo. Studeren is minder vrijblijvend geworden. Dat is de tijdsgeest, maar ik denk niet dat het per se fout is. Natuurlijk moet je je als student kunnen ontplooien naast je studie, maar men mag ook verwachten dat er wordt gewerkt. Dat gebeurt door afspraken te maken tussen onderwijsinstellingen en studenten en dat is volgens mij nog ver verwijderd van een echte school.’

Geen academie, maar onderwijsinstelling. Wat is het verschil?
‘Het is maar net hoe mensen erin staan. Volgens mij is er genoeg academische vrijheid. Je mag nog steeds vier of vijf jaar over je bachelor doen, dat hoeft niet in drie jaar. ‘Feit is wel dat een foute keuze harder wordt afgestraft, daarom moeten scholieren zich afvragen welke studie ze willen doen en daar past een betere communicatie bij. Een trend die je waarschijnlijk ook gaat zien is dat studenten zich gaan afvragen wat ze met de studie kunnen. Dus daarin is het wel een verandering.’

Moeten universiteiten studenten daarin sturen door bijvoorbeeld kleine studies met weinig baanperspectief te schrappen?
‘Als een studie geen nieuwe aanwas heeft, dan heeft het weinig zin om er mee door te gaan. Je moet alleen goed kijken wat je doet met de zogenaamde unica, de opleidingen die maar op één locatie in Nederland worden gegeven. Als je daarmee ophoudt heeft dat grotere gevolgen en daar moet je voorzichtig mee zijn.’

Dus u bent geen voorstander van het feit dat studies als Hongaars en Fins worden geschrapt?
‘Natuurlijk moet je eerst kijken of je het in Nederland kunt blijven aanbieden, maar hier gaat het over de kleine talen en die hebben een zeer kleine instroom in Nederland. We leven in Europa, waarom zou je zo’n studie in Nederland blijven aanbieden als je het ook in Hannover kunt studeren?’

5. Het digitaal aanbieden van onderwijs heeft de toekomst aan de RU.
‘Er zijn twee zaken die je hierin moet onderscheiden. Met weblectures (colleges die worden opgenomen en die je later kunt terugkijken, red.) is geëxperimenteerd bij FNWI. Daaruit blijkt dat studenten niet wegblijven bij het college en dat is precies wat we willen. Studenten kijken colleges terug als voorbereiding op het tentamen. We zullen de infrastructuur op orde brengen en het op grote schaal inzetten, opdat de faculteiten kunnen beslissen of ze mee willen doen. ‘Daarnaast zijn er de Massive Online Open Courses, MOOC’s (colleges en cursussen die alleen online worden gegeven, red.) en dat is iets heel anders. Zijn wij als universiteit groot genoeg om dat te kunnen en willen? Misschien niet.’

Nu wellicht niet, maar in de toekomst. Het is een ideaal pr-instrument.
‘Het is inderdaad de vraag hoe je het wilt gebruiken. Wil je echt opleidingen aanbieden of het gebruiken als pr-instrument? Ik ben benieuwd naar de ontwikkelingen, maar het lijkt me niet verstandig om daar als universiteit nu al groot op in te zetten.’

Wel op kleine schaal?
‘Wat je kunt doen is de opleidingen of colleges waar je heel speciaal en uniek in bent te gebruiken als MOOC. Dat is zeker een optie en daar denken we over na, maar volgens mij kan de MOOC nooit het echte contactonderwijs vervangen.’

Bekijk hier de overige artikelen uit de juni-ANS.

 

Lees meer

Waar gaat dat heen met die pijp?

Het Huygensgebouw wordt al de hele afgelopen week aan het zicht onttrokken door de dikke, zwarte pijp die op de stoep ligt. Hij is zo’n honderd meter lang en eindigt plotseling boven het wegdek met een oranje stop erop. De pijpleiding - doorsnede is ongeveer 30 centimeter - wordt vergezeld door een graafmachine en is op sommige plekken op een verhoging gelegd. Met houten bruggetjes kunnen studenten zich veilig naar de andere kant van de leiding transporteren. Waar deze slang goed voor is? Volgens het Universitair Vastgoed Bedrijf (UVB) heeft de leiding te maken met de bouw van het nieuwe Grotiusgebouw. Ze maakten vandaag bekend dat er vanuit meerdere gebouwen van de RU onder andere gasleidingen en leidingen voor warmte-koudeopslag naar de nieuwbouw geleid moeten worden. Dit zorgt ervoor dat de kleine parkeerplaats bij de rotonde van de Heyendaalseweg in elk geval tot oktober niet beschikbaar is. Het klinkt als een omslachtige methode, vooral omdat het nieuwe gebouw voor de rechten bijna een kilometer van het Huygens af ligt. Een half jaar geleden was de aannemer ook al bezig met leidingen van het Grotius, ze worden echter nu pas met de rest van de universiteit verbonden.

 

Lees meer

Waarom campuszwerver Gerard boos was

Deze maand bracht ANS een verhaal over de twee dakloze vrienden Ton (links op de foto) en Gerard, die op de campus wonen. Wij kregen enorm veel positieve reacties op het stuk. De twee heren merkten zelf ook dat zij vaker werden aangesproken en namen complimenten in ontvangst. We waren dus stomverbaasd toen Gerard (@Straatengel) gisteren een aantal woeste tweets eruit gooide waarin hij stelde dat de ANS uit de bakken moest. Die avond liep een van onze hoofdredacteuren hen tegen het lijf, toen zij, bepakt en bezakt, vanuit de UB op weg waren naar hun slaapplek voor de nacht. Zij waren niet boos op ANS, wel op de universiteit. Gerard vertelde dat hij die ochtend had gezien dat werkers van de groenvoorziening zijn matje, dat hij altijd zorgvuldig opborg op een vaste plaats, meenamen. Hij ging navraag doen en kreeg een zeer opvallend antwoord. De RU-medewerkers zouden hem hebben verteld dat zij naar aanleiding van het artikel in ANS orders hadden gekregen om zijn spullen te verwijderen. Vandaar de woede en de tweets – die hij diezelfde middag overigens alweer had verwijderd. Ook de redactie heeft zich over dit verhaal enorm opgewonden. Voor ons toonde dit artikel juist dat de universiteit mensen helpt, zoals dat past bij een academische gemeenschap en bovendien de katholieke identiteit van de RU. De behulpzaamheid van de portiers, de acceptatie van de studenten en de warme reacties op het stuk zijn in onze ogen tekenend voor het tolerante karakter dat een academische instelling hoort te hebben. Dus namen wij vandaag contact op met de tuindienst van de RU en zij vertelden een ander verhaal. De bewaking zou rotzooi hebben aangetroffen in een bos nabij de campus en de tuindienst hebben verzocht dit te verwijderen. ‘Het was voor ons niet duidelijk dat dit materialen waren van één van de zwervers’, luidt de reactie per  mail. Het artikel zou dus geen rol hebben gespeeld in het incident en Gerard heeft zijn spullen volgens de medewerkers teruggekregen. Hoe de vork precies in de steel steekt is onduidelijk. Wij hopen vooral dat er inderdaad sprake is van een miscommunicatie en dat de universiteit nooit een dergelijke vergissing zou begaan. Wij schreven dit artikel immers niet om Gerard en Ton in de problemen te brengen en we mogen hopen dat jullie het ook niet om die reden lazen.

 

Lees meer

Website RU gaat op de schop

Vanaf september zou de nieuwe site van de RU 'responsive' moeten zijn volgens Pim van Zanen, Hoofd Corporate Communicatie. De huidige website van de RU is verouderd en ook de zoekfunctie is een doorn in het oog van menig student en medewerker. De vormgeving van de website wordt onder handen genomen en ook de navigatie gaat op de schop. Onder de website van de RU vallen zo'n 600 sites en 100.000 pagina's, een deel hiervan is al een aantal jaar niet bijgewerkt. 'We halen de bezem door de corporate sites, ook de Managementfaculteit en FNWI willen hun pagina's goed onderhanden nemen en alle verouderde websites verwijderen of updaten.' Van Zanen hoopt ook dat de andere faculteiten de nieuwe site als aanleiding zien om kritisch te kijken naar hun pagina's. Vanaf september schaalt de website, wanneer je deze op je telefoon of tablet bezoekt, mee. 'De homepagina ru.nl zal meer op extern contact gericht zijn, voor studenten en medewerkers komt er een duidelijk gedeelte om in te loggen in de studentenportal en straks ook een medewerkersportal. Nu zijn er nog geen afbeeldingen van hoe de website er uit gaat zien. Over een maand is er meer duidelijk.

 

Lees meer

Wie gaat er nog naar college?

De afgelopen twee jaar werden de collegezalen al aan een test onderworpen: zaten er wel zoveel mensen in als er van tevoren gezegd was? Ook volgende week voert het Facilitair Bedrijf (FB) weer een onderzoek uit naar de bezetting en benutting van onderwijsruimtes. Het zijn studenten die in de zaal het turven doen, zij krijgen daar voor betaald. René Hagels, afdelingshoofd Zaalreservering FB, legt uit waarom het onderzoek van belang is. ‘Vanwege de onderwijsintensivering zijn er een stuk meer contacturen bij gekomen. Gaan we dat wel kwijt kunnen? Daarnaast zou het zo kunnen dat grote collegezalen niet goed benut worden of dat reserveringen voor niets gemaakt zijn.’ AKKUraatd deed vorig jaar ook een onderzoek binnen het collegezalencomplex, waaruit bleek dat er soms niet voldoende plek is in de collegezalen. Studenten moeten soms op de trap zitten en dat mag niet vanwege brandveiligheid. ‘Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de zalen overvol zijn en mogelijk kan het onderzoek dat wij nu doen helpen dat soort problemen op te lossen', aldus Hagels. 'Daarnaast zijn er altijd ontwikkelingen op de universiteit, bijvoorbeeld de nieuwbouw van het Grotius. Het is belangrijk om te weten op welke manier op dit moment gebruik wordt gemaakt van de zalen en wat er nodig is wanneer we die nieuwe situatie hebben.’ Omdat colleges regelmatig in het begin van het jaar een stuk enthousiaster bezocht worden dan later, wordt het onderzoek in november nog een keer gedaan.

 

Lees meer

Zwerven tussen Erasmus en Spinoza

Douchen in het sportcentrum, surfen in de bieb en slapen tegen het Spinozagebouw: de dakloze vrienden Ton en Gerard wonen op de campus. ‘Nergens anders krijgen we zo’n warm welkom.’ Tekst: Gijs Hablous Foto's: Alix van Lanen Een bebaarde man met grijs haar kijkt gebiologeerd naar een filmpje op een computerscherm in de Universiteitsbibliotheek (UB). Zijn iets minder grijze overbuurman zit onderuitgezakt in een stoel terwijl hij boven zijn toetsenbord een jointje draait. De dakloze vrienden Ton (55, links op de foto) en Gerard (37) zien de UB als hun woonkamer. ‘Het is hier altijd rustig en aangenaam en we hebben de mogelijkheid om te internetten.’ De mannen vertoeven niet alleen in de bieb, ook de rest van de campus is bekend terrein. Gerard slaapt iedere nacht tegen het Spinozagebouw en Ton neemt regelmatig een douche in het Universitair Sportcentrum (USC). Gerard, die fanatiek aan het twitteren is, blijft het liefst een beetje onopvallend. ‘We willen niemand tot last zijn, als het erg druk wordt, pakken we onze spullen en verkassen we naar de stad’, vertelt hij terwijl hij zijn smartphone aan de oplader legt. ‘De studenten moeten hier wel kunnen studeren.’ Wat is het verhaal van deze zwervende kameraden en wat doen ze op de campus? zwerver1Een warm welkom Iedere ochtend worden Ton en Gerard begroet door een welkomstcomité van portiers. Regelmatig doen de mannen een bakkie met het personeel. De sporttassen met kleding en slaapspullen laten ze bewaakt achter bij de kluisjes. Met de universiteit zijn geen specifieke afspraken gemaakt over de bezoekjes van de mannen. Beveiliger Pierre laat weten dat de heren altijd welkom zijn. ‘Het zijn geen verslaafden, ze houden zich netjes aan de openingstijden en vallen niemand lastig. Ze moeten zich net als studenten aan de huisregels houden. Doen ze dat niet, dan worden ze natuurlijk wel weggestuurd.’ Contact met de studenten hebben de zwervers nauwelijks. Volgens Ton blijft het veelal bij een simpel ‘hallo’. Gerard beaamt dit: ‘De meeste studenten negeren ons. Andersom doen wij dat dan ook, we willen niemand storen. Toch mogen mensen mij best persoonlijke vragen stellen, ik bijt niet.’ Ton voelt een zekere afstand tussen hem en de jongere generatie. ‘Ik merk aan hun blikken dat de jonge meiden mij als een soort vader zien.’ Zwervers met smartphones De vrije vogels zijn niet zo onverzorgd als de stereotype zwerver. De dagelijkse routine van Ton en Gerard zorgt ervoor dat ze fris en fruitig de dag beginnen. Ton gaat voor een lekkere douche naar het USC. Daarnaast raakt hij hier zijn energie kwijt tijdens een cursus BOMmen. ‘Dansen is mijn passie, daar ga ik helemaal in op. Ik zou een danser willen zijn, maar dat is allemaal niet gemakkelijk. Je moet dan toch een hoop trainen.’ Gerard grinnikt en vertelt dat zijn vriend af en toe dansend en springend door de UB gaat. Ton springt op en neemt uitgebreid de ruimte voor rek- en strekoefeningen, zonder op te merken dat een aantal studenten giechelend naar het schouwspel kijkt. Hij vervolgt zijn verhaal. ‘Zo’n kaart kost maar 50 euro per maand, dat is geen geld!’ Gerard maakt het liefst zo min mogelijk gebruik van de douche op de campus. ‘Ton drinkt veel, maar ik rook alleen af en toe een jointje. Doordat ik niet verslaafd ben kan ik ook wel eens bij mensen thuis terecht om me op te frissen.’ Behalve van de sportfaciliteiten kunnen de zwervers gratis gebruik maken van een RU-gastlogin. Gerard begint de dag meestal met het checken van zijn mail of het online lezen van passages uit de Bijbel. Ton kijkt veel dansfilmpjes op YouTube en schrijft gedichten. ‘Die gedichten print ik hier in de bibliotheek uit en vervolgens maak ik er een mooi boekje van. Ik schrijf over mijn belevenissen op straat, van slapen in de winterse kou tot het zoeken naar eten. Ook bredere onderwerpen, zoals de liefde, komen aan bod.’ Tegenwoordig zijn de heren voor het twitteren en mailen niet meer gebonden aan een computer. ‘We hebben smartphones gekregen van stichting Kruispunt, het straatpastoraat in Nijmegen. Nu zet ik zelfs op twee telefoons de wekker zodat ik me niet verslaap’, grapt Gerard. @Straatvogels024 De gratis smartphones zijn onderdeel van het straatvogelproject, een initiatief van de Protestantse kerk in Amsterdam. Door daklozen mobieltjes met internet te geven wordt hen de mogelijkheid geboden hun leven te delen op Twitter. Het concept is in Nijmegen overgenomen door Stichting Kruispunt en Iriszorg onder de naam Straatvogels024. Stichting Kruispunt is een ontmoetingsplaats voor daklozen en een plek waar de mannen vaak over de vloer komen. Ton (@Straatvogelton) en Gerard (@straatengel) kunnen door het straatvogelproject hun teruggetrokken leven zichtbaar maken voor hun volgers. Gerard is een fanatiekeling als het om Twitter gaat, om de paar seconden stuurt hij een tweet de lucht in. Terwijl Gerard enthousiast over Twitter vertelt, strijkt Ton zijn haren glad en poseert voor een selfie. De mannen zijn erg blij met de gadgets: ‘Nu kunnen we in contact blijven met mensen die we bij Kruispunt of op straat ontmoeten.’ zwerver staandHotel Radboud Een warme slaapplaats biedt de universiteit niet. Ook voor daklozen sluit de UB ’s nachts haar deuren, maar waar studenten naar huis gaan, kiezen Ton en Gerard voor een nachtelijk verblijf op de campus. Gerard vertelt dat hij altijd bij het Spinozagebouw ligt. ‘Ik heb wel eens een student de stuipen op het lijf gejaagd. Dat was niet mijn bedoeling, maar de geschokte blik was erg grappig.’ Ton onthult zijn exacte slaapplaats niet, maar ligt ‘ook ergens op de campus’. De mannen vinden dat de campus veel voordelen biedt ten opzichte van bijvoorbeeld het centrum. ‘Het is hier ’s nachts erg rustig en je ligt niemand in de weg. Ook de beschutting van het bos is fijn.’ De RU heeft met Gerard zelfs een gratis nachtelijke beveiliger in huis. ‘Als ik fietsdieven zie, gooi ik een steentje tegen de prullenbak. Dan zijn ze zo gevlogen.’ Het leven van de straat De straatvogels slapen buiten, terwijl er in Nijmegen nachtopvang bestaat voor daklozen. ‘Alleen harddrugsverslaafden zijn daar welkom’, vertelt Gerard. Ton wil nooit meer terug naar de opvang. ‘Je wordt daar bestolen en doet geen oog dicht. Het is geen fijne plek om te zijn, met de mensen die daar komen valt niet te praten.’ Gerard vindt het geen probleem om te slapen in de buitenlucht, hij voelt zich daar zelfs veiliger dan binnen. Wel heeft hij slechte ervaringen: ‘Ik heb vier keer een poging gedaan om een boek over mijn leven te schrijven, maar telkens werd mijn werk gejat.’ Ondanks de luxe van de campus is het zwerversleven dus niet altijd gemakkelijk. ‘Het leven van de straat is hard, maar als je in jezelf blijft geloven is er altijd genoeg geld om te overleven. Op het moment dat je niets meer hebt, kom je weer nieuwe mensen tegen die je helpen.’ Gerard legt uit hoe hij aan geld komt. ‘Als ik iets nodig heb, sta ik bij de Coop in de Molenpoortpassage. De meeste mensen geven wel iets, omdat ze me herkennen en weten dat ik geen verslaving heb. Ik ben altijd beleefd en zeg netjes goedendag. Op de dag voor Kerst verdiende ik zo 200 euro.’ Vaak verkoopt hij de dichtbundels van straatvogel Ton. ‘Af en toe doet hij dat zelf, maar eigenlijk is het schrijfwerk verkopen meer mijn ding.’ zwerver2Zweverige zwervers Ton is niet erg open over zijn verleden, hij schrijft in zijn gedichten dan ook vooral over zijn dagelijkse belevenissen op straat. Over het verleden van Gerard lijkt hij weinig te weten. ‘Was je zo jong, oude reus? Ik was een stukje ouder!’, roept Ton naar zijn vriend, wanneer deze vertelt dat hij al op zijn zeventiende op straat belandde. Op zijn blog, dat hij deelt op Twitter, vertelt hij openhartig over zijn verleden. ‘Mijn vader overleed toen ik zeventien was aan een hartaanval, ik vond zijn koude lichaam op bed. Onze band was goed en ik kon niet met zijn dood omgaan.’ Na het overlijden van zijn vader, die vrachtwagenchauffeur was, moest Gerard de truck legen. ‘Ik vond flessen jenever en blikken bier. Deze heb ik uit verdriet opgedronken.’ De moeder van Gerard kreeg al snel na de dood van haar man een nieuwe vriend. ‘Ik kreeg vreselijke ruzie met hem, tot hij mij op een dag het huis uit werkte. Zelfs mijn moeder zei dat ik niet meer welkom was.’ In de jaren daarna heeft Gerard meerdere verslavingen gehad, van gok- tot medicatieverslavingen. Voor beide mannen speelt geloof een grote rol en sinds ze op straat zijn beland is het nog belangrijker geworden. ‘Ik ben geboren met religie en ga dood zonder religie, maar wel met geloof’, zegt Gerard. Mede hierdoor is hij van zijn verslavingen afgekomen. ‘Ik wilde op eigen kracht afkicken en niet terugvallen na een periode van hulpverlening. Het is makkelijker om clean te blijven als je zelf van de verslaving bent afgekomen. Mijn geloof heeft mij daarin gesterkt.’ Ook Ton heeft een eigen manier van geloven: ‘De Bijbel bevat tientallen fouten, daarom heb ik een eigen visie. Het begint allemaal bij jezelf en daar eindigt het ook. Het gaat erom dat je op je eigen kracht vertrouwt.’ Een nieuwe verslaving Vaak wordt gezegd dat er in Nederland genoeg sociale...
Lees meer