Docentenflop

Schultenbräu is schoudervulling, de AFAC heeft te veel vrouwen in dienst en de rector denkt dat het collegegeld 1100 euro bedraagt. ANS onderwierp voor de vijfde maal docenten aan een kennistest over het studentenleven en schrok zich rot.

Tekst:Anne van Veen en Annemarie Verschragen
Illustratie:
Sascha Wijnhoven

Dit artikel verscheen eerder in de februari-ANS

‘Mensen, ik woon in Arnhem’, roept Politicologie-docent Bertjan Verbeek gefrustreerd uit als ANS hem de studentencultuurtest voorlegt. Een typische reactie voor de zestien docenten die het vuur na aan de schenen wordt gelegd. Met de kennis over de financiën van de student, het verenigingsleven en studententermen zoals ‘soggen’ is het slecht gesteld. Na een schriftelijke test van 20 vragen, was een schokkende 3,1 op een schaal van 10 het gemiddelde resultaat. In het verzinnen van excuses voor de slechte prestaties blijken docenten minstens zo goed als hun discipelen. Zo vertelt Otto de Zoete, docent Tandheelkunde, wel vier keer dat hij al 25 jaar in Duitsland woont en grapt bestuurskundige Sandra van Thiel voor het zien van de vragen dat ze haar man al verteld had een onvoldoende te gaan halen. Deze vijfde ANS-studentencultuurtest levert weliswaar hogere cijfers op, maar bijna twintig jaar na het eerste onderzoek blijkt dat de docenten nog steeds bar weinig weten van het studentenleven.

Foute Wouter docentenflop test
Dat de Nijmeegse vereniging Phocas roeit, blijkt tot de algemene kennis te behoren. Zij die zelf in Nijmegen hebben gestudeerd, kennen de vereniging net wat beter. Zo antwoordt Roel Schutgens, docent Rechten, op de vraag wat deze vereniging doet: ‘Drinken en soms roeien, als excuus.’ Ook docent Bedrijfskunde Paul Hendriks prikt door het masker heen en vermeldt dat ‘sommigen bij Phocas roeien’. De oud-Phocaan kan het niet laten hierover zijn oordeel te vellen. Bij de vraag wat een Foute Wouter is, antwoordt hij met ‘iemand bij Phocas die niet roeit’. Geen enkele docent heeft dit in werkelijkheid smerige shotje met tabasco geprobeerd, waardoor de eerste gekke gedachten worden neergepend. ‘Foute politieagenten’, ‘Wouter Bos’ en ‘mannen die denken dat lang plakkerig haar in de nek je aantrekkelijk maakt voor vrouwen’ passeren de revue. Eveneens het fenomeen brassen blijkt een raadsel. Velen gokken inspiratieloos dat het vast iets met drinken is. Bij de rechtsgeleerden blijken de ballerige bezigheden dan weer wel bekend: Claartje Bulten en Schutgens weten als enigen de punten binnen te tikken. Zonder aarzeling schrijft oud-Carolinger Schutgens: ‘Een medestudent aan zijn revers tegen de grond werken’.

Ditjes en datjes over doekoe
Terwijl sommige docenten de geldzaken van de student op de euro kunnen inschatten, gaan anderen ongelovig in discussie. ‘De basisbeurs 279,14 euro per maand? Ik heb toch echt ergens 365 euro gelezen’, verbaast Van Thiel zich. Toch komt de gemiddelde inschatting met 320 euro aardig in de buurt. Enkel Bulten en bioloog Wilbert Boelens schatten het met 500 euro veel te hoog in. Boelens past de andere kant van de balans hier ook op aan. Terwijl de meeste docenten zich verbazen over een gemiddelde huurprijs van 380 euro, vult hij ook bij deze vraag 500 euro in en voor een Aldibrood zou hij rustig 1,50 euro aftikken.
De schattingen over de hoogte van het collegegeld doen terugverlangen naar goedkopere tijden. Was het maar beleid wat rector magnificus Theo Engelen onder de vragen neerpende. Met 1100 euro zit de historicus onverwachts maar liefst 800 euro te laag. Bij het horen van het goede antwoord vertrekt hij echter geen spier. Hun kroost blijkt sommige docenten te redden. Onder andere filosoof Jan Bransen weet hierdoor het bedrag wel goed in te schatten: ‘Ik betaal het voor mijn kinderen.’ Ineke van der Zee van de medische faculteit is de enige die het precieze bedrag van 1906 euro weet. Het goedkope imago van de Aldi voor de dagelijkse boodschappen wordt door docent Sociologie Niels Spierings en communicatiewetenschapper Paul Ketelaar wel heel erg serieus genomen: zij schatten het brood rond de 50 cent. Dat terwijl docent Filosofie Cees Leijenhorst met 1,09 euro de prijs op de cent nauwkeurig weet te noemen en lachend toevoegt: ‘Ik weet niet of ik daar nou trots op ben’.

Vakjargon
Dat sog-activiteiten niet op de tijdlijn van docenten verschijnen, blijkt als we vragen naar de favoriete bezigheid van de student. De betekenis van sog is alleen bij de dertiger Spierings bekend, andere docenten komen vooral met varianten van studentenoverleg of stichtingen op de proppen. Ketelaar roept uit: ‘Vraag dan naar de Ragweek! Daar weet ik alles van!’ De grote ergernis onder de studenten, de fietsdief AFAC, is voor de meeste docenten ook een hersenbreker. ‘Wat is de AFAC nu weer?’, roepen veel, blijkbaar fietsloze docenten gefrustreerd uit. Creatief gevonden antwoorden volgen snel: op de AFAC zitten te veel vrouwen, ze laten je rente betalen of het is gewoon een lelijke afkorting. De app waarmee je je match kunt vinden, is daarentegen wel bekend bij de meeste docenten, al willen een aantal dat liever niet toegeven. ‘Even overwegen of ik nu voor de punten ga of dat ik bang moet zijn dat mijn vrouw dit leest’, aldus Leijenhorst. Wel vinden de docenten lastig of het nou Tindr, Trader, Thinder, Finder of Tinder heet. Bulten weet zich goed uit de vraag te redden door met een stalen gezicht ‘Tindr of Grindr, ik zou het voor studenten Stindr noemen’ te antwoorden.

Vieze Herman
Dat de oudere generaties stiekem viespeuken waren, blijkt als gevraagd wordt naar de bijnaam van de frituur op het Keizer Karelplein. Al gauw komen er verhalen over Vieze Herman, de bijnaam van een snackbar in Bottendaal. Deze stond bekend om zijn gebrek aan hygiëne en was juist daarom zo populair onder studenten. Het gezochte antwoord was echter het Keetje. Het vervallen kotje dat ‘s nachts erg populair was onder studenten, zou niet meer mooi genoeg zijn geweest en moest daarom verdwijnen. Een petitie redde de snackbar die nu in een nieuw jasje gestoken is. De smaak van de huidige studenten is nieuw voor de docenten. Velen kunnen raden dat Schultenbräu bier is, maar alleen door Engelenkamp wordt het pauperdrankje nog met New Kids geassocieerd, terwijl Schutgens het wel lekker vindt klinken en Boelens denkt dat er frisdrank wordt toegevoegd aan het gerstenat. Van Thiel wint met deze vraag de originaliteitsprijs en denkt dat de blikken drab dienst doen als schoudervulling.

Blinde Vlek
Aan het snelle antwoorden is te zien dat niet alle docenten de test even serieus nemen. Het sprokkelen van punten door logisch na te denken of door na wilde gokpogingen de gezichten van de examinators te bestuderen, wordt slechts door een enkeling gedaan. Vooral de foto van Mark Vlek de Coningh, voorzitter van de Universitaire Studentenraad, blijkt een ware hersenkraker te zijn voor de puzzelaar. Ketelaar begint onmiddellijk enthousiast te analyseren: ‘Hij staat bij TvA en heeft een wit t-shirt aan. Zou het een verhuizer zijn? Nee, die hebben geen witte shirts, ik denk dat hij de catering doet’. Ketelaar is niet de enige. Neerlandicus Jos Muijers gokt op de hoofdredacteur van ANS. Bulten hoopt in de toekomst nog wat punten te scoren door te stellen dat hij de toekomstige rector is en ook Leijenhorst vindt dat hij een hoofd heeft voor een bestuurlijke functie. Bransen weet zeker de voorzitter bij het Cultuurcafé achter de bar te hebben zien staan, ‘maar dan wel zonder snorretje’.

docentenflop resultatenEn de winnaar is
De kunst van het punten sprokkelen zijn de docenten klaarblijkelijk door de jaren heen verleerd. Het aantal snel overgeslagen vragen was beschamend hoog. Dat de ondervraagden niet weten wat Bossaball is of welke drankjes er in een Foute Wouter gaan, kan ANS hen nog vergeven. Qua geldzaken is dit een ander verhaal. Bij het volgende voor te schrijven dictaat mag best even worden nagedacht over de hoogte van de basisbeurs. Bijna alle docenten gaven bij voorbaat al aan dat ze waarschijnlijk zouden falen, maar waren wel zo sportief om toch deel te nemen aan de test. Eén decaan durfde na het zien van de vragen de test niet meer aan: ‘Ik hoor dit te weten en een laag cijfer zou me reputatieschade kunnen opleveren.’ Misschien zou deze decaan dan ook moeten zorgen dat ze de kennis paraat heeft. Wat blijkt uit de test is dat het hebben van de Radboud als Alma Mater en het wonen in de Waalstad een aanzienlijke voorsprong oplevert.
De vraag naar het noemen van vijf verenigingen en disputen en naar vijf kroegen bleek voor deze gelukkigen een ware weggever. Van der Zee heeft de twijfelachtige eer om met een 4,5 op de eerste plaats te belanden: ‘Ik probeer veel contact te hebben met studenten om op de hoogte te blijven van het studentenleven.’ Voor de meeste hoogleraren is het echter aan te raden wat vaker in het

...
Lees meer