Geen stormloop voor Faculteitsraden

De Facultaire Studentenraad 2014-2015 (FSR) van de Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW) heeft tot nu toe vijf aanmeldingen binnengekregen voor de opvolgende raad. Voor de raad die normaal bestaat uit zes personen, waarvoor verkiezingen worden gehouden, is niet eens genoeg animo om de verkiezingen door te laten gaan. De FSR'en hebben nog een dag om de lijsten vol te krijgen en in te leveren. Gesprekken met geïnteresseerden zijn nog gaande, dus de FSR hoopt op genoeg kandidaten voor verkiezingen. Vorig jaar streden nog acht studenten voor de zes beschikbare plaatsen. FSW is niet de enige faculteit die moeite heeft met het verzamelen van raadsleden. Bij de letterenfaculteit hebben ze nu ook evenveel aanmeldingen als plaatsen, om studenten te laten stemmen is dus nog ten minste een extra aanmelding nodig. Bij de managementfaculteit komen er wel verkiezingen, maar ook zij hebben maar één aanmelding meer dan dat er plaatsen zijn. Managementstudenten kunnen dus wel naar de stembus, maar hebben flink wat minder te kiezen dan vorige jaren. In 2014 stelden zich tien studenten kandidaat en in 2013 twaalf. De strijd voor meer democratie op universiteiten werpt nog niet echt haar vruchten af, de meeste studenten praten blijkbaar liever niet mee over de toekomst van hun faculteit en over problemen waar studenten tegenaan lopen.

 

Lees meer

Grote verkiezingsopkomst hoogopgeleide jongeren

Bijna alle hoogopgeleide jongeren vinden in Nederland hun weg naar de stembus. Met een score van 95 procent staan zij tweede op de internationale ranglijst van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Alleen Zweden weet ons met een procent meer te overtreffen. Zelfs bij onze zuiderburen, waar stemmen verplicht is, wordt minder gestemd dan in Nederland. Die enorme opkomst is niet vanzelfsprekend, blijkt uit een vergelijking met andere OESO-landen zoals Frankrijk en Groot-Brittannië. Daar brengt nog geen zeventig procent van de hoogopgeleide jongeren zijn stem uit tijdens verkiezingen. Uit het jaarlijkse rapport van de OESO, Education at a Glance (.pdf), zijn meer resultaten af te lezen. Zo worden elk jaar het onderwijs en opleidingsniveau in de 34 aangesloten landen vergeleken en worden private bijdragen, zoals collegegelden, naast elkaar gelegd. De resultaten zijn slechts tot 2009, maar daaruit bleek wel dat in Nederland studenten en hun ouders tussen 2000 en 2009 zo’n zestig procent meer zijn gaan betalen voor hoger onderwijs, terwijl de overheidsbijdrage met ruim een kwart steeg.

 

Lees meer

Leenstelseldebat: een overzicht van de standpunten

Gisteravond werd in de Tweede Kamer gedebatteerd over het wetsvoorstel voor een leenstelsel. Hoewel minister Bussemaker van Onderwijs al een meerderheid in de kamer heeft, werd door de oppositie flink geschopt tegen het voorstel om de scherpe randjes eraf te halen. ANS was aanwezig en vatte de standpunten van de partijen samen. Door: Evy van der Aa en Yurre Wieken Illustraties: Erik Molkenboer Voor het gebouw van de Tweede Kamer was het rustig, het studentenactivisme was ver te zoeken. Op de publieke tribune was het ook niet druk, maar werd nog wel enige vorm van protest gehouden. Een aantal aanwezigen bliezen tijdens de eerste spreker op een fluitje en lieten een shirt zien met de tekst: 'It's not over, Jet'. De vergadering werd meteen geschorst en Van Miltenburg, de voorzitter van de Tweede Kamer, dreigde de tribune te laten ontruimen. Het groepje van vier, bestaande uit een student, een docent, een scholier en een ouder, werd na de actie direct uit de zaal verwijderd. Verder gebeurde tijdens het debat niet veel bijzonders. De SP en het CDA hadden de maximale spreektijd van drie uur aangevraagd om het debat te vertragen, maar beide partijen gebruikten maar een kwart van deze tijd. De partijen waren alsnog langer aan het woord dan de andere sprekers. Het debat verliep rustig, de betogen van de tegenstanders werden veel geïnterrumpeerd door de voorstanders. Op 28 mei sloot minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een akkoord over de hervorming van de studiefinanciering. D66, GroenLinks, PvdA en de VVD ondertekenden dit akkoord waarmee de minister de meerderheid in zowel de Eerste als de Tweede Kamer heeft. Tijdens het debat gisterenavond werd daarom vooral geprobeerd om het voorstel af te zwakken. Later vandaag gaat het debat verder en zal Bussemaker, die gisteren slechts toehoorder was, reageren. Op dinsdag 11 november wordt over het wetsvoorstel gestemd.CDA Het CDA bijt het spits af en noemt het leenstelsel een monsterverbond. 'GroenLinks en de VVD verenigen het slechtste van beide werelden', aldus Michel Rog namens het CDA. Hij zet zijn vraagtekens bij de beloofde investeringen en vraagt zich af of deze wel terugvloeien naar het hoger onderwijs. Langstudeerders zouden een bonus krijgen door de gunstige aflossingsregeling en CDA vreest voor een beperkte toegankelijkheid van het onderwijs.SP-150x147 De SP beschuldigt GroenLinks en D66 dat zij liever luisteren naar Bussemaker dan naar hun eigen leden en kiezers. 'Gaat GroenLinks dit voorstel nog aan haar leden voorleggen? Dan wil ik de drankjes wel betalen', zegt Jasper van Dijk. Volgens deze partij kan het grote aantal studenten ook worden geremd door de ingangseisen te verhogen. SP herhaalt het argument dat het leenstelsel in strijd is met een internationaal verdrag, waarin staat dat het hoger onderwijs geleidelijk kosteloos moet worden. Daarnaast proberen zij via amendementen verschillende groepen van het leenstelsel te ontzien. vvdVolgens de VVD betaalt investeren in jezelf zich in de toekomst uit. Studenten zullen ook bewuster kiezen voor een studie, pretstudies zijn onder het nieuwe stelsel in niemands belang. Ontwikkeling en innovatie zijn volgens deze voorstander van het leenstelsel belangrijk. Zelfs Norbert Klein van 50PLUS/Klein laat van zich horen in het debat en stelt de leeftijdsgrens voor het leenstelsel aan de orde. Hij wil dat ook mensen boven de 55 straks kunnen lenen om een opleiding te volgen. Hij vindt dat deze grens een grote groep buiten spel zet. De student is volgens de ChristenUnie al jarenlang de speelbal van de politiek. De dreiging van de langstudeerboete, invoering van de harde knip en nu het leenstelsel: allemaal voorstellen die de studenten benadelen. De ChristenUnie refereert in haar betoog naar de waarschuwing van het Internationaal Monetair Fonds over de hoge private schulden die Nederland nu heeft: zo'n 18 miljard euro aan uitstaande studieleningen. Dit bedrag wordt alleen maar hoger als het leenstelsel wordt doorgevoerd. De Partij voor de Dieren beweert dat een leven lang leren, een leven lang lenen wordt. Studeren kan alleen als je er de hersenen voor hebt, en een gezond verstand zegt dat schulden vermeden moeten worden. De PVV haalt hard uit naar de PvdA: de trotse PvdA-haan is veranderd in een kale kip en de cynische regeringspartij geworden. De elitaire burgers van GroenLinks, D66 en de PvdA weten volgens de partij niet wat de 'gewone mensen' van Nederland bezighoudt. Naast deze uithalen komt de PVV ook nog met inhoudelijke argumenten aanzetten. Het belangrijkste hiervan is dat het leenstelsel studenten weerhoudt van doorstuderen, waardoor de doorstroom naar een hoger niveau wordt beperktpvda1 'Een overvloed aan studenten vraagt te veel van het onderwijs', aldus de PvdA. Studeren is volgens de partij de beste investering die je in jezelf kunt doen. Voorlichting is echter van groot belang om indianenverhalen te voorkomen. Volgens de SGP wordt studeren te veel een financiële afweging en gaat het leenstelsel zorgen voor een cultuuromslag in het hoger onderwijs. Roelof Bisschop van de SGP benadrukt dat eenderde van de studenten nu geen studieschuld heeft, maar dat na de invoering van het leenstelsel zelfs de meest sobere afgestudeerden met een lening van 10.000 euro zitten. Daarnaast stelt de SGP voor om een studiebonus in te voeren; wanneer je nominaal afstudeert, krijg je het laatste jaar collegegeld terug. GroenLinksGroenLinks snapt niet waarom de huidige status quo wordt verdedigd. Het huidige stelsel is niet perfect en rechtvaardig. Ook studenten die het breed hebben, krijgen nu een basisbeurs. Onder het nieuwe stelsel wordt daarnaast volgens GroenLinks veel winst geboekt. De aanvullende beurs blijft een gift, de OV-kaart blijft behouden en zal ook worden verstrekt aan mbo-studenten. Het betoog van D66 heeft de Nijmeegse delegatie helaas moeten missen, de laatste trein terug wacht niet op een Tweede-Kamerdebat. Op creatieve oneliners na, weten de politici weinig nieuws aan het licht te brengen. Het wachten is nu op de reactie van minister Bussemaker op de amendementen.

 

Lees meer

Selfie wordt toegestaan in stemlokaal

Je stem uitgebracht en dat met een foto de wereld in slingeren? Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken, vindt het prima. Sterker nog: selfies worden nadrukkelijk toegestaan in het stemlokaal. Dat blijkt uit een brief (.pdf) die is gestuurd aan gemeenten en de Kiesraad. In de brief staat het opzienbarende nieuws dat 'steeds meer kiesgerechtigden en stembureauleden gebruik maken van smartphones en social media op de dag van stemming.' Reden voor de minister om de stembureaus instructies te geven over dit fenomeen. Als voornaamste regel wordt meegegeven dat kiezers foto's van zichzelf mogen maken 'als hiermee het verloop van de stemming niet wordt gehinderd.' Laat dus die selfies maar doorkomen op 19 maart tijdens de Gemeenteraadsverkiezingen. Ook Europese selfies op 22 mei zijn van harte welkom!

 

Lees meer

Studentenverkiezingen ingekort wegens 'verkiezingsmoeheid'

Flyers, posters en campagnepraatjes, veel studenten krijgen blijkbaar al een spontane afkeer om te stemmen, enkel bij het zien van de verkiezingspropaganda. De verkiezingsstrijd wordt dit jaar daarom verkort tot vier dagen. Dat heeft de Radboud Universiteit besloten, nadat de Universitaire Studentenraad (USR) daar een verzoek voor indiende. De reden om de verkiezingen in te korten, is omdat de medezeggenschap veel hoorde over 'verkiezingsmoeheid'. USR-voorzitter Mark Vlek de Coningh zegt dat studenten het niet altijd op prijs stellen dat de verkiezingen na het weekend nog doorgaan, dat wordt soms als vervelend ervaren. 'De opkomst was toch al behoorlijk laag, dus willen we het een jaar anders proberen en kijken wat het effect op het aantal stemmers is.' Dit jaar kunnen studenten hun stem uitbrengen van maandag 18 mei tot en met donderdag 21 mei. De vrijdag na de verkiezingen volgt de uitslag in het Cultuurcafé.

 

Lees meer

Tinder helpt je bij Statenverkiezingen

Aan het twijfelen over op welke partij je op 18 maart gaat stemmen? Tinder je naar de oplossing. Swipe kandidaten voor de Provinciale Statenverkiezingen naar links of rechts en je vindt de partij die bij je matcht. StemTinder is een nieuwe app van Arjan Lubach, bedoelt om op een grappige manier de kiezer te helpen. Nadenken is niet meer nodig: door naar de uitstraling van de potentiële Statenleden te kijken, kun je kiezen welke partij het beste bij je past. Hoewel de app vooral is ontstaan uit onvrede met de traditionele stemwijzers, denkt Lubach dat het buiten grappig ook nuttig kan zijn. Bij NOS op 3 legt hij uit dat hij denkt dat kiezers vooral op een betrouwbare uitstraling kiezen, iets dat via de nieuwe Tinder-app kan worden beoordeeld. Waar wacht je nog op, laat je Tinder-hart spreken en neem een weloverwogen beslissing.

 

Lees meer

Verkiespijn

Deze maand word je doodgegooid met flyers en pamfletten. De studentenverkiezingen staan namelijk weer voor de deur. In hoeverre verschillen de partijen van elkaar en heeft een meerpartijenstelsel in de USR überhaupt zin?

Tekst: Tom Plaum en Tijs Sikma
Illustratie: Rens van Vliet

Dit artikel verscheen eerder in de mei-ANS

Van 18 tot en met 21 mei is het weer tijd voor de studentenverkiezingen. Met een opkomst van 33,8 procent in 2014 lijkt het de studenten nauwelijks te boeien wie hen vertegenwoordigt in de Universitaire Studentenraad (USR) en met het universiteitsbestuur om tafel mag. Sinds de Maagdenhuisbezetting is democratisering van de universiteiten wel een veelbesproken onderwerp. Bovendien meldde De Vrije Student zich onlangs aan het medezeggenschapsfront met de reden dat bestaande partijen asap en AKKUraatd de belangen van de studenten niet goed vertegenwoordigen. Reden genoeg om het nut van de stembusgang eens kritisch onder de loep te nemen.

Spoedcursus medezeggenschap
De USR bestaat uit acht leden die gekozen worden tijdens de universitaire verkiezingen en zes leden die worden benoemd vanuit koepelorganisaties zoals de NSSR, de koepel van de studentensportverenigingen. Naast adviesrecht heeft de USR instemmingsrecht bij specifieke onderwerpen die zijn bepaald door het College van Bestuur (CvB). Op deze onderwerpen stemt de USR samen met de Ondernemingsraad in de Universitaire Gezamenlijke Vergadering (GV). Pas nadat de leden van de USR intern overeenstemming hebben bereikt, stemmen ze allemaal hetzelfde in de GV. Deze interne vergadering is echter niet openbaar, waardoor je als kiezer in de praktijk niet kunt zien of asap en AKKUraatd daadwerkelijk verschillende punten innemen.

Hetzelfde liedje
Qua inhoud geven zowel Roel Gremmen, fractievoorzitter van asap, als Bas Romeijn, fractielid van AKKUraatd, toe dat er weinig verschil is tussen de partijen. AKKUraatd pleit voor een student-assesor in het CvB en asap is voor een gekozen rector. Daar houdt het wel bij op. Wieteke Kremer, vertegenwoordiger van de internationale koepelorganisatie in de USR, vat het bondig samen: ‘Ik moet nu toch de grap maken: het enige verschil tussen de partijen is dat asap geen kantoor heeft.’ Romeijn verklaart: ‘Studenten zijn een vrij homogene populatie, dus heel veel dingen die ze willen, zullen altijd hetzelfde zijn. Het verschil zit in de uitvoering.’ Volgens Gremmen is AKKUraatd vanwege de vakbondsachtergrond meer activistisch en is zijn partij pragmatischer. asap is in 2011 opgericht als reactie op AKKUraatd, omdat deze te slecht zou communiceren met de kiezer. Volgens Gremmen is dat nog steeds zo: ‘Het verkiezingsprogramma van AKKUraatd is een ingewikkeld boekwerk vergeleken met onze tienpuntenlijst.’ Een ander voorbeeld van deze nadruk op transparantie bij asap is volgens Gremmen asap’s initiatief van het live tweeten bij de Gezamenlijke Vergadering. Romeijn benadrukt juist dat asap qua punten de laatste jaren heel erg naar AKKUraatd is toegetrokken. ‘Wij zetten ons al dertien jaar in voor duurzaamheid en toegankelijkheid van het onderwijs. asap begint dat wel meer te doen, maar nog niet in dezelfde mate als wij.’ Volgens Romeijn kan AKKUraatd dankzij de samenwerking met studentenvakbond AKKU makkelijker dan asap aan de benodigde kennis komen. Ook het kortere bestaan van asap werkt volgens hem nadelig. Gremmen ontkent dit: ‘Wij kunnen net zo goed de voorzitter van de vorige USR-en en de ambtelijk secretarissen van de studentenraad bereiken. We hebben echt geen kennisachterstand.’

Blaffende honden…
Dit jaar doet er een nieuwe partij mee aan de studentenverkiezingen: De Vrije Student, een partij opgericht vanuit de JOVD, de jongerenpartij van de VVD. Caspar Safarlou, lijsttrekker van De Vrije Student, grapt dat asap en AKKUraatd beter kunnen fuseren, omdat ze nauwelijks van elkaar verschillen. Safarlou vindt vooral dat beide partijen de belangen van ondernemende en excellente studenten te weinig vertegenwoordigen. Volgens Safarlou zijn de bestaande partijen te meegaand met het CvB: ‘asap en AKKUraatd polderen al jaren te veel. Wij willen wel samenwerken, maar zullen het conflict niet schuwen.’ Pepijn Oomen, ambtelijk secretaris van de USR, denkt echter dat de eensgezindheid binnen de studentenraad erg belangrijk is: ‘In tegenstelling tot de Ondernemingsraad, die uit verschillende fracties bestaat die verschillende meningen hebben over bepaalde onderwerpen, heeft de USR altijd een blok gevormd. De studenten hebben daardoor vergeleken met het personeel meer macht in de GV.’

Zowel AKKUraatd als asap vragen zich af of De Vrije Student voor de USR van toegevoegde waarde is. Volgens Romeijn verschilt deze nieuwe partij wel meer van zijn partij dan asap nu doet: ‘De Vrije Student vindt dat al het onderwijsgeld naar onderwijs moet gaan en niet naar duurzaamheid en academische ontwikkeling.’ Gremmen benadrukt dat de USR al lang bezig is met de meeste speerpunten die De Vrije Student noemt. Bovendien is hij kritisch over de manier waarop de nieuwe partij zich wil onderscheiden. ‘Uiteindelijk is het bij gratie van het CvB dat je als USR mag meebeslissen. Je kunt wel bij alle onderwerpen gaan bijten, maar uiteindelijk moet je toch tot consensus komen. Het lijkt me daarnaast niet leuk om te weten dat er in de USR een partij zit, die wordt gefinancierd door een politieke partij.’ Safarlou spreekt dit tegen: ’De Vrije Student wordt slechts ondersteund door de JOVD door infrastructuur en training. Wij zijn met de invulling van onze visie compleet onafhankelijk.’  

verkiespijn 260x194

Op de persoon spelen
Ondanks het verschil in structuur komen de partijen dus voornamelijk met dezelfde inhoudelijke punten. Welk nut heeft een meerpartijenstelsel in de USR dan nog? Oomen denkt dat een stelsel met meer dan een partij vooral voordelen heeft: ‘Je hebt meerdere partijen nodig, omdat die elkaar kunnen controleren, anders wordt een partij zelfgenoegzaam. In 1999 en in 2000 was er maar een partij in de USR, SIAM. Je zag dat leden van deze partij bijna niks meer uitvoerden, omdat ze wisten dat ze toch wel gekozen zouden worden. Op aandringen van SIAM zelf is daarom toen AKKUraatd opgericht.’ Kremer denkt dat partijpunten nauwelijks een rol spelen bij de studentenverkiezingen. ‘Succes bij de verkiezingen is vooral afhankelijk van prominente personen op de lijst. Als de voorzitter van bijvoorbeeld de studievereniging van Rechten achter je staat, dan heb je een grote achterban, omdat de hele rechtenfaculteit naar die voorzitter luistert.’ Oomen bevestigt dit: ‘Vooral op de plekken vijf tot en met vijftien hebben ze door de jaren heen altijd lijstduwers neergezet. Een jaar had AKKUraatd dertig leden op de lijst staan. Dit heeft tot een wijziging geleid in 2004, waarna de lijst werd beperkt tot vijftien plekken. Tussen de partijen zitten wel kleine verschillen, maar ik denk dat de studenten zich daar niet door laten leiden. Ze denken meer: “Die ken ik daar van, dus daar stem ik op”.’ Gremmen nuanceert dit: ‘Je hebt vertrouwen in iemand die je kent. Een persoon die je kent behartigt jouw belangen eerder. Bovendien merk je bij campagnevoeren dat studenten je punten wel onthouden en er ook vragen over stellen.’

Waarom zou je stemmen?
Volgens Gremmen heeft het zeker nut om te stemmen. ‘Als 90 procent van de studenten stemt, kan de USR zeggen dat het bijna alle studenten vertegenwoordigt en kan het College veel minder makkelijk nee zeggen tegen haar voorstellen. Wij krijgen dit jaar ook instemmingsrecht op de begroting. Deze verkiezingen zijn daarom ook de belangrijkste verkiezingen sinds jaren.’ Oomen denkt daarentegen dat de opkomstpercentages maar deels indruk maken op het CvB. Van meer belang is volgens hem de huidige houding van de studentenraad. ‘Ik zie dat het Bestuur door de proactieve mentaliteit van de USR wordt gestimuleerd om dingen in het voordeel van studenten te veranderen. De Studentenraad is de afgelopen jaren effectiever geworden, juist dankzij de concurrentie tussen de fracties. Dat komt de student alleen maar ten goede.’ Omdat alle drie de partijen de belangen van de student behartigen, hebben ze in hun programma’s meer overeenkomsten dan verschillen. Wel heeft elke partij een eigen benadering, waarop ze de student willen vertegenwoordigen. Te grote onenigheid tussen de partijen zorgt voor een minder sterke positie van de USR tegenover het CvB, maar een zekere competitie tussen hen zorgt ervoor dat ze elkaar scherp houden. Dat we op meerdere partijen kunnen stemmen is dus geen overbodige luxe. Denk hier maar aan, de volgende keer dat je weer een flyer van een overenthousiast partijpersoon in je handen krijgt geduwd.

 

Lees meer