Bussemaker: arme student niet slechter af

Onderwijsminister Jet Bussemaker schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat arme studenten met invoering van het sociaal leenstelsel niet meer hoeven te lenen dan studenten uit rijkere gezinnen. ‘Een overtrokken conclusie’, zegt Thijs van Reekum, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg.

Bussemaker baseert dit op het rapport van afgelopen donderdag waarin staat dat studenten met een aanvullende beurs minder hoge bedragen lenen dan andere studenten. ‘Haar analyse klopt niet. Dat zij minder lenen komt doordat ze een aanvullende beurs krijgen. Ook is het voor hen risicovoller om te lenen. Ze kunnen niet terugvallen op het vermogen van hun ouders’, aldus Van Reekum. Hoewel de studenten met aanvullende beurs minder hoge bedragen lenen blijkt uit het rapport wel dat een groter aantal van deze studenten leent. Daarbij spenderen zij het geld vaker aan de studie, in plaats van aan bier.

Het is een zorgelijke ontwikkeling. Van Reekum: ‘De invoering van het sociaal leenstelsel gaat rap. Bussemaker zoekt gewoon naar argumenten die haar beleid onderbouwen en grijpt daarbij ten onrechte dit rapport aan.’