College van de Toekomst

Hoorcolleges lijken de student steeds minder te boeien. Heeft een massaal college nog zin voor de steeds meer individualiserende student? ‘Zonder hoorcolleges kun je net zo goed de universiteit sluiten.’

Tekst: Susan Haasjes

De interesse voor hoorcolleges lijkt met de tijd steeds minder te worden. In januari spuwde Jan Derksen, hoogleraar Klinische Psychologie aan de RU, al veel gif tegen deze onderwijsvorm. In zijn hoorcolleges zouden studenten voornamelijk bezig zijn met ‘gapen, eten en praten’ in plaats van het opdoen van relevante kennis. Volgens hem moet deze collegevorm dan ook worden afgeschaft. Mogelijke alternatieven zijn de kleinschalige werkgroep en het geven van online colleges. Massaal onderwijs heeft ook haar positieve kanten en lijkt van grote waarde. Wat is de toekomst van het klassieke hoorcollege?

Een andere onderwijsvorm Het model van Bales beweert dat er andere, meer succesvolle opties voor kennisoverdracht zijn. Dit model beschrijft een piramide die aangeeft in hoeverre informatie blijft hangen bij verschillende onderwijsvormen. Aan de top bevindt zich het klassieke hoorcollege, waarbij de hoeveelheid stof die blijft plakken slechts 5 procent is. Dit steekt schril af bij discussiegroepen die 50 procent rendement behalen. Maastricht University speelt hierop in en werkt daarom met Probleemgestuurd Onderwijs (PGO). Hierbij studeert men kleinschalig in werkgroepen, om zo studenten er toe te zetten zelf hun kennis uit te breiden. Een regelmatig toetsprogramma ondersteunt deze werkgroepen. Cees van der Vleuten, professor in Onderwijs aan Maastricht University: ‘Het klassieke model, waarbij na een semester van hoorcolleges een tentamen wordt afgenomen, is desastreus en leidt tot uitstel en piekgedrag voor het tentamen. Bij PGO word je gedwongen continu te leren, hierdoor kan een student niet ontsnappen aan onderwijs.’ Momenteel past alleen Maastricht deze manier van informatieoverdracht toe, hier zitten echter haken en ogen aan. Marianne van den Hurk doet aan de RU onderzoek naar de relatie tussen onderwijsmethoden en leerprocessen. Zij beschrijft in een van haar onderzoeken de effectiviteit van PGO ten opzichte van de gebruikelijke academische onderwijsvorm. De resultaten bewijzen dat het volgen van PGO niet effectiever is dan het volgen van conventioneel onderwijs. Daarnaast hebben eerstejaars PGO-studenten veel moeite met het aanpassen aan deze onderwijsvorm. Ze missen zelfregulerende strategieën en zijn bovendien onzeker over welke stof bestudeerd moet worden, waardoor zij relatief vaak falen. De RU heeft al wel geëxperimenteerd met verschillende onderwijsvormen: de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) heeft e-lectures uitgezonden. ‘Uit het aantal studenten dat alsnog aanwezig is bij het hoorcollege blijkt dat de videocolleges niet substituerend werden gebruikt, maar dat studenten het college terugkijken als voorbereiding op het tentamen’, vertelt Noël Vergunst, coördinator van de afdeling Onderwijsondersteuning aan de RU. ‘Een videocollege in plaats van een massaal college zou ik jammer vinden. Dan kun je net zo goed de universiteit sluiten, juist de hoorcolleges maken dat de RU in deze vorm bestaat.’

Het heilige hoorcollege Met honderd man massaal in de collegezaal zitten is niet nutteloos. Vergunst: ‘Studenten ervaren de interactie met docenten als prettig.’ Bij het onderzoek naar de effectiviteit van hoorcolleges moet altijd worden meegenomen dat de functie van het college niet alleen het bijspijkeren van informatie is, zoals het model van Bales suggereert. Het hoorcollege dient volgens Vergunst vooral om te inspireren. ‘Hoorcolleges kunnen heel nuttig zijn als ze goed worden uitgevoerd en op het goede moment worden aangeboden. Deze colleges stimuleren studenten door middel van een enthousiaste docent of een goede inleiding op een vak. Het is wel noodzakelijk dat werkgroepen en opdrachten hier verder op aansluiten.’ Studenten blijven naar hoorcolleges komen, zo laat de pilot bij FNWI zien, maar capabele docenten zijn een vereiste. Daarnaast is een voordeel van hoorcolleges ten opzichte van discussiegroepen het creëren van de rode draad. Het uitsluitend geven van werkgroepen heeft kennisverwerking als doel en laat de student die nog onbekend is met de stof een tijd lang in het duister tasten. Een interessant hoorcollege kan een student aanzetten tot het doen van een fatsoenlijk aansluitend literatuuronderzoek.

Niet met uitsterven bedreigd ‘Men zou er goed aan doen minder tijd en geld te steken in informatieoverdracht zoals hoorcolleges en meer in informatieverwerking’, vertelt Van der Vleuten. Dat het hoorcollege in de toekomst geen schijn van kans heeft naast werkgroepen en videocolleges is echter te ver gegrepen. Hoorcolleges zijn vaak niet aantrekkelijk gepresenteerd, maar zeker niet overbodig. Vergunst: ‘Niet alle hoorcolleges zijn nuttig voor jou als student en ze worden ook niet altijd goed gegeven. In een concentratiedip moet een docent interactief werken om de student te blijven prikkelen.’ Hoorcolleges zijn dus nog niet met uitsterven bedreigd. Individualiserende studenten en de geringe hoeveelheid informatie die blijft hangen na zo’n college zijn niet als probleem aan de orde. Dit is immers niet de functie van het college, maar die van de bijbehorende werkgroep. Hierdoor blijft de student geprikkeld om zelf actief te studeren. Bij een academische opleiding mag worden verwacht dat een student zelf in de stof graaft en hier kan het hoorcollege op inspelen door handvatten te bieden. Een zaal van een paar honderd man blijven boeien is lastig, maar niet onmogelijk. De toekomst van een hoorcollege is gewaarborgd, en daarbij een generatie studenten die aan de lippen van een docent hangt.

Bekijk hier de overige artikelen uit de intro-ANS.