[Ingezonden] Leenstelsel: geen reden om te juichen

In deze ingezonden brief gaat Yurre Wieken (24), masterstudent Geschiedenis, in op de ingezonden brief van Karl Kouki, die het leenstelsel zo slecht nog niet vindt. 'We kennen het type dat hij omschrijft allemaal wel in onze kenniskring, maar we kennen ook veel andere types, waarvoor dit absoluut niet opgaat.'

Ik houd van recalcitrante meningen. Iemand die een dag na de invoering van het leenstelsel van de daken schreeuwt dat het fantastisch is, verdient zeker mijn waardering. Daarmee doel ik natuurlijk op het stuk Karl Kouki van gisteren. Wel is het jammer dat het stuk sterk uitgaat van aannames en generalisaties.

Kouki schildert zijn studiegenoten af als wellustige levensgenieters die massaal op vakantie gaan, duur shoppen, stappen, lid zijn van verenigingen en smartphones hebben. Studenten hebben het prima en moeten niet zeuren dat ze geen 'gratis geld' meer krijgen. Waar baseert hij dat op? We kennen het type dat hij omschrijft allemaal wel in onze kenniskring, maar we kennen ook veel andere types, waarvoor dit absoluut niet opgaat.

Wie even kritisch nadenkt, komt vooral met vragen. Hoe weet Kouki dat al die studenten dit betalen van hun studiefinanciering en niet van een bijbaan of ouderbijdrage? Leuk dat hij zelf grotendeels zelfvoorzienend is, maar is hij representatief of maatgevend voor iedere student? Daarnaast gebruikt hij meer aannames om zijn mening te ondersteunen die vooral vragen oproepen: hoeveel studenten shoppen er bij de AH? 'Ik zie er veel', is geen argument. Kopen ze A-merken of AH Basic? Is zo’n vereniging wel zo duur? Nijmeegse studieverenigingen vragen doorgaans tien euro contributie per jaar. Hoeveel zegt een incidentele uitgave aan bijvoorbeeld een festival over iemands maandelijkse bestedingsvermogen?

Dan de inhoud. Over 'investeren in jezelf' kan ik kort zijn: dat doen studenten al, met gemiddeld 15000 euro aan studieschuld. Studeren is in Nederland al veel duurder dan in omringende landen – zoals België, Duitsland en Scandinavië. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat alleen de student zelf iets aan zijn studie heeft. Volgens mij is de hele maatschappij gebaat bij een goed opgeleide beroepsbevolking, publieke en private bestuurders met kennis van zaken, wetenschappers, et cetera. Studeren is meer dan slechts iets waarmee je later een vet salaris krijgt. Voor sommigen misschien niet, maar dat zal door het leenstelsel alleen maar sterker worden. Studeren wordt immers eerder een financiële afweging, waarbij studies waarmee je later waarschijnlijk een dik betaalde baan hebt in populariteit toenemen. Het gaat steeds meer om instrumentele in plaats van intrinsieke doelen, zoals jezelf ontwikkelen. Funest voor minder sexy en lucratieve wetenschapsgebieden – het gebeurt nu al aan de Faculteit der Geesteswetenschappen aan de UvA, waar fors wordt bezuinigd en studies worden samengevoegd.

De aanvullende beurs wordt behouden en stijgt zelfs, aldus Kouki. Dat klopt, maar hij vertelt er niet bij dat ook voor mensen met een aanvullende beurs de basisbeurs verdwijnt. Netto is dat nog steeds een achteruitgang van zo’n 8600 euro over vier jaar studeren. Ook komen door het leenstelsel minder mensen voor de aanvullende beurs in aanmerking. Het is minder erg dan het verdwijnen van de aanvullende beurs, maar daarmee is ook wel alles gezegd.

Gunstige aflossingsvoorwaarden voor de lening? Langer aflossen betekent langer rente betalen, waardoor je op termijn duurder uit bent. De rente voor studieleningen is nu laag, 0,8 procent, maar stijgt naar 1 procent doordat deze aan andere staatsobligaties wordt gekoppeld. Daarnaast wordt met deze cijfers uitgegaan van het huidige economische klimaat – wanneer de economie weer aantrekt, stijgt de rente verder.

En ja, het is mooi dat er geïnvesteerd wordt in het onderwijs. Maar daar is geen leenstelsel voor nodig. De meeste afgestudeerden leveren door inkomensbelasting meer op dan ze als student ooit gekost hebben. Dit zie je alleen niet op de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap terug, wat voor mij de fundamentele legitimatie van het leenstelsel in twijfel trekt. Los van de fundamentele vraag óf je in crisistijd moet bezuinigen (dat is ook maar een economische visie), is de vraag wáárop je bezuinigt altijd een kwestie van politieke keuzes en prioriteiten. Goed, dat is een andere discussie. Maar hoe zeker is de overheid dat het geld echt terugkomt? 35 jaar is heel lang en in Engeland ontstond een groot gat in de onderwijsbegroting doordat leningen massaal niet werden afbetaald. De Raad van State waarschuwde daarom dat het onduidelijk is of de opbrengsten echt terugvloeien naar het onderwijs.

Ik geloof best dat er studenten zijn die eigenlijk niets te klagen hebben en in deze discussie minder recht van spreken hebben. Het gaat hier echter ook over de studenten die dat wel hebben, die nu al tot over hun oren in de schulden zitten, een bijbaantje hebben, hard studeren en nu te horen krijgen dat ze 'meer moeten investeren in zichzelf'. Het gaat over studenten die zelf allang geen recht meer hebben op de basisbeurs en zich volledig belangeloos inzetten voor de generatie ná hen. Ik ben ook tegen dat leenstelsel, en mij wordt niets 'afgepakt' – ik studeer deze zomer namelijk af.

Karl Kouki mag van het leenstelsel vinden wat hij wil, maar vertel dan wel het hele verhaal. Zet de minder jubelende studiegenoten niet weg als kortzichtig en verwend.