Enerzijds Anderzijds

De stelling van deze maand: Deurbeleid op basis van uiterlijke kenmerken is terecht

Tekst: Gijs Hablous

Tijdens een avond stappen met je vrienden wil je simpelweg van bar naar bar hoppen. In sommige gevallen wordt je komst echter niet gewaardeerd. Zichtbare tatoeages, sneakers of petjes kunnen redenen zijn om kroegbezoekers te weigeren. Door deze eisen kan een deel van het uitgaanspubliek niet beginnen aan zijn drankje in de club. Deze regels komen wellicht onterecht over, maar je kunt ook stellen dat de portier gewoon zijn werk doet en zich beroept op het huisreglement van zijn opdrachtgever. De wet staat toe dat horecaondernemers zelf hun deurbeleid bepalen, mits het beleid niet tot discriminatie op basis van etnische achtergrond, geslacht, religie of seksuele geaardheid leidt. Is het terecht dat kroegbazen zelf bepalen welke eisen zij aan hun gasten stellen of moet iedereen onbezorgd een avondje stappen kunnen beleven? Kortom: mag er door de uitsmijter geselecteerd worden op uiterlijke kenmerken?

Michiel Menting, Veiligheidsadviseur bij Alpha Security ‘Ik ben van mening dat uitgaansgelegenheden beleid mogen voeren dat selecteert op uiterlijke kenmerken. De reden die café-eigenaren hiervoor hebben, is vaak dat er op die manier gevaarlijke situaties voorkomen kunnen worden. Veiligheid van de kroeggasten komt altijd op de eerste plaats. Als dat betekent dat mensen aan de deur moeten worden geweigerd op basis van de kleding die zij dragen, dan keur ik dat goed. ‘Zowel bij grote openbare evenementen als tijdens reguliere stapavonden is er sprake van risicogroepen. Een voorbeeld hiervan zijn voetbalhooligans, te herkennen aan clubkleding. Van tevoren wordt door beveiligingsbedrijven in samenwerking met de opdrachtgever, in dit geval een café, besproken welke regels die avond gelden. Hier kunnen kledingvoorschriften onderdeel van zijn, bijvoorbeeld een verbod op sportkleding of een eis om netjes gekleed te gaan. Als een individu niet de juiste kleding draagt en dus niet voldoet aan de gestelde eisen, kan diegene de toegang worden ontzegd - ook als de betreffende persoon nooit eerder voor problemen heeft gezorgd. Het uitsluiten aan de deur is rechtvaardig, zolang dit kan worden verantwoord met huisregels van de horecagelegenheid of op basis van een risicoverwachting. Voor de teleurgestelde gast in kwestie is het een kleine moeite om anders voor de dag te komen of om een andere bar te bezoeken. ‘Het is ook legitiem om mensen te weigeren die niet in het beeld van de avond passen. De sfeer die een eigenaar in zijn café wil creëren is volledig aan de kroegbaas zelf. Zo kunnen kledingmerken worden verboden die voor een grimmige sfeer zorgen. Hier geldt weer dat de deurwacht op de hoogte moet zijn van de regels en deze uit moet kunnen leggen aan de gasten. Met andere woorden: de beveiliger moet genoeg munitie hebben om alle mogelijke vragen te beantwoorden en twijfel weg te nemen.’

Dr. Peter Timmerman, ethicus aan de Rijksuniversiteit Groningen ‘Mensen uitsluiten op basis van uiterlijke kenmerken is wat mij betreft moreel onacceptabel. Iemand kan dan worden geweigerd omdat de portier voorspelt dat diegene zich zal misdragen. De uitsmijter veronderstelt bijvoorbeeld dat iemand met tatoeages zich agressief zal gedragen, omdat deze types vaak ruzie zouden zoeken. Wanneer je geen bewijs kunt aanvoeren, zoals eerder voorgevallen conflicten met die persoon, is een gast de deur wijzen niet te rechtvaardigen. Je maakt hem dan verantwoordelijk voor negatief gedrag van anderen. ‘Een horecaondernemer of beveiliger vindt dat de belangen van eenlingen die niet naar binnen mogen niet opwegen tegen het belang van de grote groep gasten die al binnen is. Veiligheid heeft volgens hen prioriteit en wie wordt weggestuurd, kan wel ergens anders terecht. Hier gaat het om een soort schijnveiligheid: het is namelijk niet bekend of de potentiële gasten die worden geweigerd zich zouden hebben misdragen. In zekere zin wordt mensen zo de vrijheid ontnomen om, net als degenen die wel binnen mogen, te laten zien dat zij zich netjes gedragen. ‘Selectie op de juiste manier en met de juiste redenen kan ik begrijpen. Zo ben ik niet tegen kledingvoorschriften in het algemeen, alleen er is wat mij betreft een grens. Deze is bereikt wanneer het voor een bepaalde groep, bijvoorbeeld mensen met minder financiële middelen, moeilijk wordt om aan de eisen, zoals chique kleding, te voldoen. In de praktijk is iets als een petjesverbod makkelijk te implementeren en hieraan kunnen gasten zich eenvoudig aanpassen, dat is minder problematisch. Bij tatoeages is deze aanpassing niet mogelijk. Uiteindelijk moet gelijke behandeling het uitgangspunt zijn. Dit weegt voor mij zwaarder dan het eventueel voorkomen van een mogelijk gevaarlijke situatie.’

Bekijk hier de overige artikelen uit de december-ANS.