Enerzijds Anderzijds

De stelling van deze maand: De Nederlandse samenleving is racistisch.

Door: Bas Dikmans en Sascha Wijnhoven

Dit artikel verscheen eerder in de november-ANS

Nu december weer voor de deur staat, raakt Nederland langzaam in de ban van bergen pepernoten, warme chocolademelk en het gepassioneerde zwartepietendebat. De afgelopen jaren lijkt de discussie rondom de ‘zwarte knecht’ van Sinterklaas steeds heftiger te worden, met vele Facebook-discussies en pietities als gevolg. De politiek correcte poging van Albert Heijn om de gekleurde Piet te introduceren stuitte op zoveel weerstand dat de winkelmagnaat al snel zijn excuses maakte. De beruchte ‘minder, minder’-speech van Geert Wilders en de heisa omtrent de ‘oer-Hollandse’ negerzoen zijn mooie toevoegingen aan dit lijstje van racismeperikelen. Terwijl er in onze wetgeving regels zijn afgesproken om racistische opmerkingen en uitingen te beteugelen, wekt het de vraag op of Nederland wel de tolerante en open samenleving is die het pleit te zijn. Hoe racistisch zijn wij nu echt in Nederland?

Gina Plaggenborg, directeur Ieder1Gelijk, Bureau Gelijke Behandeling Gelderland Zuid ‘We hebben in Nederland zeker te maken met racistische uitingen en gedragingen. Historisch gezien vieren wij Nederlanders onze tolerantie, maar ik vraag me af of onderzoek dit nog steeds zou bevestigen. Sterker nog, de Europese Commissie voor Racisme en Intolerantie heeft vorig jaar een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat racisme is toegenomen in Nederland. In dit rapport staat racisme voor discriminatie op grond van etnische afkomst, huidskleur, nationaliteit, godsdienst en taal. Dat kan tot uiting komen in dat de ene groep, bijvoorbeeld de autochtone Nederlander, zich superieur voelt tegenover andere groepen. Dit document riep nogal wat weerstand op, we willen nu eenmaal niet racistisch genoemd worden. Een dergelijk verdedigingsmechanisme zien wij op het bureau vaak ook terug: wanneer wij degene die discrimineert confronteren met een klacht, zorgt dit meteen voor heftige reacties. Bij discriminatie doet de bedoeling echter niet ter zake, het gaat om het effect van handelen. Slechts bij een kleine groep mensen is er sprake van bewust racisme. Door bijvoorbeeld actuele gebeurtenissen, zoals de dreiging van de IS of het conflict in Gaza, zien we dat groepen tegenover elkaar komen te staan. Deze polarisatie, ook een vorm van racisme, heeft invloed op de omgang van respectievelijk autochtone Nederlanders met moslims, Joodse mensen en mensen met een Arabische achtergrond, in dorpen en wijken, waar mensen daarvoor wellicht altijd met veel plezier naast elkaar hebben gewoond. Je krijgt door deze tweedeling een soort collectieve weerstand tegenover mensen met een andere culturele achtergrond. Er worden dan stellingen betrokken in plaats van dat er naar elkaar wordt geluisterd. De zwarte pietendiscussie is een goed voorbeeld hoe men collectief in de verdediging schiet, waarin sommige reacties ronduit racistisch zijn. Ook dichter bij huis komt er trouwens racisme voor: onlangs kreeg het bureau nog een klacht van een student van de Radboud Universiteit over discriminatie op grond van ras door een docent.’

Drs. Tine Davids, universitair docent Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies aan de RU ‘Ik ontken niet dat er wel degelijk racisme is in Nederland. We moeten echter niet alleen met de vinger wijzen, maar juist onderzoek doen naar de dynamiek achter dit fenomeen. Je kunt niet suggereren dat Nederland alleen maar bestaat uit een dominante ‘witte cultuur’ die discrimineert. Door hier impliciet naar te verwijzen sluit je bij voorbaat andere groepen uit, ze worden dan als het ware uitgesloten van het ‘Nederlands’ zijn. Dit maakt de stelling op zich al racistisch. ‘Racisme heeft te maken met ‘de macht van de vanzelfsprekendheid’: men bedoelt en herkent uitspraken niet altijd als racistisch. Je ziet, bijvoorbeeld bij de zwartepietendiscussie, dat mensen snel in de verdediging schieten om hun tradities en cultuur te waarborgen. Rassenideologie is echter niet het enige dat hierbij een rol speelt. Men voelt zich bedreigd door allerlei ontwikkelingen, zoals globalisering. Onze cultuur, wat deze ook mag inhouden, is constant aan verandering onderhevig. Men is op zoek naar wat het betekent om Nederlander te zijn, in het kader van Europa en bredere ontwikkelingen. Aan de ene kant kan dit leiden tot xenofobie, maar aan de andere kant kan de ‘ander’ ook ineens je buurman zijn. ‘Zij’ krijgen dan een gezicht en worden als ‘normaal’ beschouwd. Nederland kent bijvoorbeeld de polderislam, mensen die hun eigen islamitische cultuur aanpassen en zich erg thuis voelen in Nederland. ‘Ik denk dat onderwijs een belangrijke bijdrage kan leveren aan de herkenning van racisme en daar wordt in Nederland wel wat aan gedaan. Omgaan met racisme is een constant proces van bewustwording. De hele Nederlandse samenleving racistisch noemen is dus niet effectief en correct. Ik denk dat iedereen zich begeeft in racistische structuren, het gaat er echter om deze mechanismen te herkennen, te benoemen en je er bewust van te zijn hoe je deze internaliseert.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de november-ANS.