Grenzen verleggen

Grenzen verleggen

De RU presenteert zich graag als internationaal georiënteerde universiteit. Toch brengt niet meer dan een kwart van de studenten een deel van de studietijd door in het buitenland. Het wordt tijd dat het beleid aansluit bij de gewenste identiteit.

Tekst: Tim Ficheroux en Kiki Kolman

Feesten in Barcelona, cultuur snuiven in Berlijn of stage lopen in Brussel: rector magnificus Bas Kortmann koestert de ambitie om een aanzienlijk deel van de Radboudianen naar het buitenland te krijgen. Het College van Bestuur (CvB) stelt zich in het Strategisch Plan 2009-2013 ten doel: ‘Een substantieel groter deel van de studenten van de Radboud Universiteit brengt een deel van de studietijd door aan een universiteit in het buitenland.’ Kortmann lichtte in de Universitaire Gezamenlijke Vergadering van november 2011 toe dat in 2014 minimaal een derde van de studenten voor minstens drie maanden naar het buitenland moet. Alhoewel een buitenlandverblijf bijdraagt aan de algemene ontwikkeling en een beter loopbaanperspectief, kiest momenteel slechts 27 procent van de Nijmeegse studenten voor een periode in den vreemde. Ook de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO) stelt in haar Instellingstoets Kwaliteitszorg dat het internationaliseringsbeleid aan de RU meer aandacht verdient. Een aantal verbeterpunten moet broodnodig worden aangepakt.

Communicatiestoornis Op de faculteiten moeten International Offices (IO’s) studenten aan studietijd over de grens helpen. Ook heeft een aantal opleidingen tegenwoordig een speciaal contactpersoon voor studenten die naar het buitenland willen. Een probleem is dat studenten de IO’s en contactpersonen niet altijd weten te vinden. Vorig collegejaar onderzocht de Universitaire Studentenraad (USR) de kennis over de mogelijkheden tot een buitenlandverblijf. Uit de enquête die de USR hield onder Opleidingscommissies (OLC’s) en Facultaire Studentenraden blijkt dat er veel onduidelijkheid bestaat. Zo weten sommige OLC-leden aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica niet eens van het bestaan van een facultaire IO en zijn de contactpersonen van verschillende opleidingen nauwelijks bekend bij de studenten. Daphne Beunk, voorzitter van de USR-taskforce Internationalisering, is kritisch: ‘De kantoren zijn vaak kleinen moeilijk te vinden, daarmee kom je er niet.’ Uit rondvraag blijkt dat sommige IO’s zelf ook het probleem van onzichtbaarheid constateren en proberen te ondervangen. Zo wordt op de bèta- en de medische faculteit geprobeerd de website te verbeteren. Ook op centraal niveau ziet men in dat de IO’s beter bereikbaar dienen te zijn. Marian Janssen, hoofd van het centrale International Office: ‘De centrale en facultaire IO’s zijn bezig met het opstellen van een nieuw communicatieplan om studenten beter te bereiken.’

Vrees voor vertraging Het tweede obstakel op de weg naar internationalisering is de angst van studenten om studievertraging op te lopen. Janssen legt uit dat deze vrees gegrond is: ‘De meeste Erasmusstudenten halen minstens zo veel EC’s tijdens een buitenlandverblijf als studiegenoten in Nederland. Vaak zijn de vakken aan een andere universiteit echter niet inwisselbaar voor de vakken in het curriculum. Daarom moeten zij deze alsnog volgen bij terugkomst in Nederland.’ Dit probleem wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat sommige buitenlandse universiteiten een lager niveau hebben. Om meer controle op de kwaliteit en invulling van vakken te kunnen uitoefenen, is afstemming met andere universiteiten van belang. Dat gebeurt bijvoorbeeld via het International Research Universities Network (IRUN), waarin de RU samenwerkt met negen buitenlandse universiteiten. Binnen dat netwerk zijn echter niet genoeg plekken beschikbaar. De belangrijkste te treffen maatregel is het creëren van mogelijkheden binnen het curriculum. Vrij in te vullen ruimte is bij lang niet alle studies geclusterd in één bepaalde periode. Dit levert een extra barrière op om te kiezen voor een buitenlandverblijf omdat de kans op studievertraging wordt vergroot. Vrijgeroosterde blokken, zogeheten mobility windows, bieden studenten de kans om in het buitenland te studeren zonder vereiste vakken te missen.

Informatiegebrek Naast voorlichting door de IO’s zullen opleidingen een grotere rol moeten spelen. Volgens Beunk is opleidingsspecifieke voorlichting een effectieve manier om studenten warm te laten lopen voor een buitenlandverblijf. De algemene informatie die bijvoorbeeld in de Wil Weg Week wordt gegeven is niet duidelijk genoeg. Beunk: ‘Het gangbare internationalisering-is-zo-leuk-praatje houdt op een gegeven moment op. Voorlichtingen per faculteit zijn vaak zo algemeen dat studenten daarna nog niks weten. Er ontbreekt informatie over wanneer ze kunnen gaan, wat de gevolgen voor hun studie zijn en waar ze heen kunnen.’ De Faculteit der Letteren heeft dergelijke opleidingsgerichte informatiebijeenkomsten al ingevoerd. Docenten worden hier meer bij de internationalisering betrokken. Dit kan bijdragen omdat zij dichter bij de student staan en bovendien kan er gebruik worden gemaakt van de internationale contacten van docenten. Beunk: ‘Zij weten beter waar het niveau hoog genoeg ligt en kunnen zo colleges aanbevelen die een op een in te ruilen zijn met vakken aan de RU.’ Aan de Letterenfaculteit steeg in het afgelopen jaar het aantal studenten dat zijn heil tijdelijk in het buitenland zoekt met 8 procent. Elly van der Borgh, van het IO van Letteren: ‘Die stijging zal komende jaren sterk toenemen. De ingeroosterde mobility windows in alle studies dragen hieraan bij. Bij de studies Duits en Romaans is het inmiddels verplicht om een periode in het buitenland door te brengen.’ Het succesverhaal bij Letteren toont echter ook het belang van meer financiële middelen. ‘De Letterenfaculteit heeft in 2010 geld van het CvB gekregen voor het bevorderen van internationalisering, voor de jaren daarna heeft de faculteit zelf geld vrijgemaakt.’ Om daadwerkelijk een derde van alle studenten tijdelijk in het buitenland te laten studeren, zal het nodig zijn het beleid daarop aan te passen. Door de zichtbaarheid van de IO’s te verbeteren, ruimte te creëren in het curriculum en studenten opleidingsspecifiek te informeren, kan de RU echt internationaliseren.

Kijk hier voor de andere artikelen uit de intro-ANS