Gonzo

‘Objectiviteit is een mythe’, aldus de grondlegger van de Gonzojournalistiek. Een ieder die een verhaal schrijft neemt bagage aan kennis en ervaringen met zich mee. Lotte Coenen laat de objectiviteit varen en beschrijft het alledaagse leven op haar manier. Deze column van Lotte Coenen verscheen eerder in de maart-ANS.

Bij de balie van het Erica Terpstra-zwembad staat een Erasmusstudent onbeholpen om zich heen te kijken. De Spaanse jongen, tenminste dat denk ik te kunnen zien aan zijn donkere ogen, snapt niet dat hij zonder studentenkaart het zwembad niet in kan. Ik lach in mezelf want zo stond ik daar ook, een jaar geleden, aan de balie van een piscine municipale. Hakkelend probeerde ik in mijn beste Frans de baliemiep uit te leggen dat ik geen zwemles wilde, maar een tienrittenkaart om baantjes te kunnen zwemmen. Eenmaal in het zwembad vocht ik om een plekje tussen de chaotisch zwemmende Fransen.

De laatste tijd heb ik heimwee, het wordt bijna melancholisch. Alle dingen die ik zie, ruik, voel en hoor, doen me verlangen naar het land van de wijn, stokbrood en... nog zoveel meer.

Ook de oude man voor de Hema die op zijn accordeon een poging doet de Franse chansons te evenaren, doet me verlangen naar de zondagmiddagen in café Le Cheval Blanche of ook wel Het Witte Paard. Daar werd gedronken op de laaste uren van het weekend. Aangeschoten oude Fransmannen bespeelden accordeons en gitaren. Arm in arm dansten ik en de joelende jonge Franse meisjes met kriebeltruitjes en rastavlechtjes rondjes. Alsof de tijd even stil stond.

Ik verlang zelfs naar het college van monsieur Mauzac, waarmee ik iedere dag hetzelfde spelletje speelde. Ik nam een sprintje van de metro naar het universiteitsgebouw om op tijd in college te zijn. Iedere ochtend kreeg monsieur Mauzac het voor elkaar om net iets later dan ik binnen te sloffen. Eenmaal binnen dook hij in zijn versleten leren tas zonder een woord te laten vallen. Minuten later, zo leek het, kwam hij overeind met zijn aantekeningenschrift. Het schrift vol koffievlekken en dubbele ezelsoren sloeg hij open en dan begon hij twee uur lang binnensmonds in het Frans te ratelen.

Gisteren stond ik in de rij voor de kassa bij de Albert Heijn. Achter mij staat een nukkige man kreunend en steunend in mijn nek te hijgen omdat ik er al vijf minuten over doe om mijn pinpas te vinden. Gisteren, meer dan ooit, miste ik de Fransen en hun geduldigheid. Uren heb ik er gestaan, in de rij voor de kassa bij de supermarché om de hoek. Niemand leek zich te ergeren aan trage bejaarden of onhandige moeders met klierende kinderen. La France, tu me manques.