Waarheid van het witte doek

Aliens die uit mensenbuiken scheuren en onsterfelijkheid voor de hele wereld, niets is te gek binnen het sciencefictiongenre. Draait het slechts om uit de hand gelopen fantasieën of biedt scifi ons een blik in de toekomst?

Tekst: Aniek Hikspoors Illustratie: Laurens de Vos

Het ruimtereizen werd al op het witte doek getoond lang voordat de eerste shuttle door de atmosfeer werd geslingerd. Ook de maatschappelijke kritiek uit George Orwells 1984 bleek een voorspellende kracht te hebben. ‘Big brother is watching you’ blijkt geen gekke gedachte wanneer je rustig door de stad slentert terwijl je continu de prangende blik van de stadscamera’s in je achterhoofd voelt branden. De geschiedenis van het sciencefictiongenre gaat ver terug. Het eerste verhaal waarin werd gerept over een reis naar de maan stamt uit 160 voor Christus. Nu blijkt dat veel scifi-films uit het verleden er niet ver naast zaten met hun wilde toekomstvoorspellingen. ‘Sciencefiction is cultuur en weerspiegelt daarmee de huidige maatschappij’, aldus wetenschapsjournalist en sterrenkundige George van Hal. ‘Het laat zien hoe er wordt gedacht over de toekomst en zegt daarmee minstens zoveel over het hier en nu. Schrijvers laten zich inspireren door wetenschappers en andersom. Zo creëert sciencefiction soms voorspellingen die zichzelf waarmaken.’ Bieden de sciencefictionfilms van nu dan ook een kijk in de toekomst? ANS zet een paar bekende scifi-films op een rijtje en ontcijfert de wetenschap achter de fictie.

repoIJzersterke knipoog Robots zijn een terugkerend thema binnen scifi. De film I, Robot is daar een bekend voorbeeld van. In deze film veranderen onschuldige huis-, tuin- en keukenrobots in een mum van tijd in menshatende moordmachines. De mechanische maatjes, met als taak de mens te beschermen, beschouwen ons ras als een gevaar voor zichzelf door criminaliteit en milieuvervuiling. Anneke Smelik, hoogleraar Visuele Cultuur aan de RU, ontrafelt de metafoor: ‘Dit soort films wordt gemaakt om ons te laten nadenken over wat het betekent om mens te zijn. Die robots zijn humaner dan de mens, op deze manier worden er vraagtekens geplaatst bij onze normen, waarden en moraliteit.’ In haar boek Ik, Cyborg schrijft ze over de verschuivende relatie tussen mens en machine. ‘De grens tussen deze twee is aan het vervagen en technologie wordt steeds meer geïntegreerd in onszelf, denk maar aan zoiets simpels als een gehoorapparaat.’ Toch gelooft ze niet dat machines ooit tot leven zullen komen ‘Daarvoor is het leven en de emoties die daarbij horen te complex. In de films is dat wel de fantasie. In I, Robot knipoogt de robot Sonny aan het eind. Een knipoog betekent ironie, daarmee wordt de robot menselijk gemaakt.’ Django Mathijsen is naast robotdeskundige en wetenschapper ook sciencefictionschrijver. Volgens hem is de angst dat robots ons zullen vervangen of aanvallen wel volkomen reëel. ‘Het doel van bijvoorbeeld de Robocup is om in 2050 met een robotelftal een menselijk voetbalteam te verslaan. Robots zullen ons op lange termijn in alle specifieke taken voorbijstreven. Laten we hopen dat wanneer zij ons intelligentieniveau evenaren, ze ons niet behandelen zoals mensen in het verleden minder ver gevorderde beschavingen hebben behandeld.’

IJzig en oneindig De film Mister Nobody volgt de laatste dagen uit het leven van Nemo Nobody, de laatste sterfelijke mens op aarde. De drang naar onsterfelijkheid is iets van alle tijden. In de oudheid hield men zich al bezig met drankjes die het eeuwige leven zouden garanderen, tegenwoordig richten wij onze aandacht op de medische wetenschap. In Amerika kun je al jaren tegen betaling worden ingevroren, in de hoop dat de wetenschap in de toekomst zo ver vordert dat je weer ongeschonden kan worden ontdooid. Sciencefictionfilms spelen graag in op dit idee. Jammer genoeg is de kans dat het ontdooien van menselijke Iglosticks wetenschappelijk gezien ooit een succes wordt zeer klein, zo stelt George van Hal. ‘Er bestaan genoeg dieren die een winterslaap houden, hun stofwisseling ligt dan stil en wanneer het warmer wordt gaan ze weer vrolijk verder. Er zijn zelfs kleine oceaandieren bekend die überhaupt nooit een natuurlijke dood sterven. Ik betwijfel ten zeerste of dit ooit bij mensen kan worden bewerkstelligd, simpelweg omdat wij niet zo zijn gebouwd. Het is een overschatting van de wetenschap om te denken dat wij de eigenschappen die die diertjes bezitten, kunstmatig kunnen fabriceren’. De kans dat een van ons in de schoenen van Nemo zal komen te staan is dus niet groot. De vooruitgang in medische wetenschap werpt echter wel zijn vruchten af, het oprekken van levens is al tijden aan de gang. Volgens Van Hal is het niet onrealistisch om te denken dat onze kinderen op zijn minst 120 jaar oud zullen worden.

Gorgelende Zombies Meer en meer dodelijke ziektes worden getemd door de medische wetenschap, maar wanneer gaat het eens mis? Dit is de vraag die wordt opgeworpen door de populaire film I am Legend. In een poging kanker te genezen wordt het menselijk DNA aangetast. Het resultaat doet niet onder voor een ware zombieapocalyps waarin menig mens eindigt als gorgelende, rottende ondode. Volgens Smelik stelt sciencefiction relevante maatschappelijke kwesties aan de kaak. Is dit ook hier het geval? Jawel, zo stelt Geneticus Robert Hofstra: ‘Gentherapie is zich steeds meer aan het ontwikkelen, maar het wordt nog niet op grote schaal toegepast. De belangrijkste reden daarvoor is dat het stukje DNA nog niet gericht in de erfelijke informatie kan worden ingebouwd.’ Toch wordt deze techniek al wel gebruikt. ‘Het wordt nu veelal op een willekeurige plaats in het genoom ingebouwd waardoor “verkeerde genen” kunnen worden geactiveerd of geïnactiveerd. De mensen vrezen denk ik niet direct voor een zombieapocalyps, maar het is voor velen een eng idee dat er iets in je DNA wordt gebouwd wat mogelijk tot veranderingen leidt.’ Genetische manipulatie is relatief nieuw en de twijfel die mensen voelen is daarom begrijpelijk. Hofstra stelt ons echter gerust: ‘er wordt hard gewerkt om dit soort doemscenario’s te voorkomen.’

Buitenaards en buitensporig Tenslotte is er één onderwerp dat door velen met het scifigenre wordt geassocieerd: het contact met leven op andere planeten. Vaak worden buitenaardse wezens afgezet als monsters die de aarde willen veroveren. Volgens Smelik is de angst voor aliens een van de oudste en bekendste angsten in de menselijke geschiedenis. ‘Het is voor ons onbekend en daardoor automatisch spannend. Vroeger was men bang voor vulkaanuitbarstingen omdat deze toen nog niet in kaart waren gebracht, tegenwoordig zijn we bang voor buitenaardse wezens.’ Al sinds 1979 jaagt de film Alien menig sciencefictionfan de stuipen op het lijf. Wat deze film zo angstaanjagend maakt, zijn de grenzen die worden overschreden, met name die van het menselijk lichaam. Van Hal legt uit: ‘Wanneer de alien uit de buik van een persoon scheurt, is dat een groteske vervorming van de menselijke geboorte.’ Volgens Van Hal is de kans op buitenaards leven aannemelijk, toch hoeven we niet bang te zijn dat een van deze horrorbeelden in de recente toekomst werkelijkheid wordt. ‘In ons sterrenstelsel zijn een aantal planeten bekend waarop mogelijk vloeibaar water is. Vloeibaar water is één van de voorwaarden voor leven. Daarnaast zijn er miljarden andere sterrenstelsels, dus ondenkbaar veel mogelijke locaties voor leven.’ Intelligent leven is echter andere koek. ‘Alles is mogelijk, helemaal wanneer je beseft hoe immens groot het universum is. Helaas is er slechts één geval bekend waarbij organismen zich op die manier hebben ontwikkeld, en dat zijn wij.’

Bekijk hier de overige artikelen uit de oktober-ANS.