De heerlijke smaak van leedvermaak

We doen het allemaal: lachen om anderen. Zelfs de meest onschuldige student ligt soms dubbel bij het kijken naar een gênante auditie of naar iemand die op zijn bek gaat. Waarom vinden wij andermans leed zo lachwekkend?

Tekst: Loren Brouwers en Ronald Peeters Illustratie: Jurgen Tesselaar

Op de reünie van je middelbare school kom je het mooiste en populairste meisje van je klas tegen. Wat blijkt, ze is lelijk en dik geworden. Tevreden bied je haar nog een bitterbal aan: eindelijk gerechtigheid. Dit lijkt wellicht wat wreed, toch blijkt dit uit onderzoek een realistische situatie te zijn. Veel mensen zouden genieten van een achteruitgang van de vroeger ‘favoriete klasgenoot.’ Hoewel niet iedereen het lef heeft het toe te geven, leidt het leed van anderen verdacht vaak tot een lach om de mond.

Gezonde dosis leedvermaak Leedvermaak is een emotie. Wilco van Dijk, universitair hoofddocent bij Sociale- en Organisatiepsychologie aan de Universiteit van Leiden: ‘Als je een emotie voelt dan betekent dit dat er iets in je omgeving gebeurt wat belangrijk voor je is. Als je krijgt waar je behoefte aan hebt, ervaar je een positieve emotie, bij een negatieve emotie worden je belangen beschadigd.’ Leedvermaak is een positieve emotie voor degene die het ervaart, het behartigt belangen die veel mensen delen. ‘Ten eerste houden mensen van rechtvaardige uitkomsten. Rechtvaardigheid geeft mensen een goed gevoel. Daardoor kunnen zij plezier beleven aan het leed van een ander dat we verdiend vinden. Daarnaast ervaren we meer leedvermaak bij mensen die we niet mogen. Als diegene iets negatiefs overkomt, valt de reden van afgunst weg waar vermaak voor in de plaats komt. Iedereen heeft behoefte aan een goed zelfbeeld. Een manier om je beter over jezelf te voelen is door jezelf te vergelijken met iemand waarmee het slechter gaat. Dat zou kunnen verklaren waarom mensen die zich slecht voelen meer van het leed van anderen kunnen genieten’, aldus Van Dijk Leedvermaak heeft niet alleen psychologisch positieve effecten. Hidehiko Takahashi, onderzoeker aan het Nationaal Instituut voor Radiologie in Japan, ontdekte dat bij leedvermaak dezelfde delen van het brein actief zijn die ook actief zijn bij seks, eten en het gebruik van drugs. Tijdens dit proces wordt de stof dopamine aangemaakt dat zorgt voor een gevoel van genot en beloning.

Denkbeeldige wraak Leedvermaak lijkt onschuldig: het is altijd passief, je veroorzaakt het leed zelf niet. Toch zag de filosoof Nietzsche leedvermaak als een vorm van denkbeeldige wraak. Als je zelf niet in staat bent om wraak te nemen, dan kan je nog altijd lachen om het slechts dat iemand buiten jou om overkomt. Aan deze ‘denkbeeldige wraak’ kan een duister randje zitten. Uit onderzoek blijkt dat we bereid zijn om mensen, waarbij we het meeste leedvermaak ervaren, later pijn zullen doen. Leedvermaak kan op die manier omslaan naar agressie of criminaliteit. Mensen hebben echter ook een aangeboren neiging tot empathie. Als het leed te ver gaat, neemt bij de meeste mensen het vermaak af en gaat medeleven een rol spelen

Aangeboren of aangeleerd Is leedvermaak een product van onze westerse cultuur of is het iets wat in alle mensen zit? ‘Psychologische processen zijn iets menselijks, maar hoe het zich uit kan cultuurgebonden zijn’, zegt Van Dijk. In het Chinees bestaat er ook een woord voor leedvermaak en het duizend jaar oude Japanse spreekwoord, ‘een andermans ongeluk smaakt naar eend’, vergelijkt het lachen om anderen met de zeer exclusieve smaak van eend. In iedere cultuur lijkt dus zoiets als leedvermaak te bestaan, maar er is wel nog een duidelijk verschil tussen vrouwen en mannen. Vrouwen hebben meer sympathie vanuit het natuurlijke moederinstinct. Toch zijn meisjes niet altijd lieverdjes, vertelt Wilco van Dijk. ‘Vrouwen kennen een ander soort leedvermaak. Zij genieten ervan als andere vrouwen dik of lelijk zijn, terwijl mannen meer prestatiegericht leedvermaak ervaren.’ In de westerse cultuur worden vrouwen vaak afgerekend op hun uiterlijk, terwijl mannen meer beoordeeld worden op hun status. De westerse samenleving is ook gericht op competitie. Je moet de beste zijn, we delen ons falen niet graag met anderen. Daardoor wordt de illusie gewekt dat we het slecht doen in vergelijking met de mensen uit onze omgeving. Het kan een opluchting zijn als het falen van een ander naar boven komt.

Bevangen door leedvermaak kies je dus waarschijnlijk voor je eigen geluk, ook al gaat dat ten koste van het geluk van de ander. Eén troost, heel schuldig hoef je jezelf niet te voelen over dit vermaak. Een avondje zelfvertrouwen opkrikken door de vetkwabben van je oude klasgenoot is heel normaal. Het is een rechtvaardige uitkomst, je voelt je beter over jezelf, je maakt dopamine aan en stiekem is het ook best lekker.

Bekijk hier de overige artikelen uit de januari-ANS.