Ruimte recyclen

Pingpong spelen met uitzicht op het Keizer Karelplein en kunst exposeren op historische locaties. Creatief omgaan met winkelleegstand biedt talloze mogelijkheden. ANS ging op zoek naar het verhaal achter drie creatieve tijdelijke huurders.

Tekst en foto's: Anders Hoendervanger

Kunstenaars die tijdelijk de bank bezetten, het is geen tafereel uit de jaren zestig, maar de actuele situatie van het pand aan het Keizer Karelplein. Via het project Tussentijds, een samenwerking tussen Stichting Atelierbeheer SLAK en de gemeente Nijmegen, krijgen lege winkelpanden tijdelijk een creatieve bestemming. Aan het hoofd van het project staat Wiliam Willems van SLAK. Zoals de naam ‘atelierbeheer’ doet vermoeden, houdt deze stichting zich bezig met het beschikbaar stellen van atelierruimte. ‘Drie jaar geleden merkte ik dat de kunstenaars naast een atelier, ook behoefte hadden aan expositieruimte’, zegt Willems. ‘Daarom besloten we een eigen keten van tijdelijke winkels op te zetten. In Nijmegen bestaat die winkelketen nu uit elf winkels, in Arnhem beginnen we net.’ Het project bewijst dat aan tijdelijke leegstand een positieve draai kan worden gegeven. Niet alleen biedt het mogelijkheden aan jonge kunstenaars, ook studenten kunnen profiteren. Bijvoorbeeld door workshops, vintagesales, kledingruil of feestjes. Niet iedere eigenaar van een pand zit op tijdelijk gebruik te wachten, volgens Willems kan het lastig zijn hen te overtuigen. ‘Nu het project wat langer loopt, gaat het makkelijker. Sommige eigenaren hebben het “culturele hart” op de juiste plaats. Zo belde de eigenaar van de oude SNS-bank aan het Keizer Karelplein ons zelf op met de vraag of kunstenaars niet tijdelijk in het pand wilden gaan zitten.’ Tussentijds heeft een bestand met mensen die graag een tijdelijke atelier- en expositieruimte willen, ‘dus een aantal dagen na de oproep konden de kunstenaars al in het gebouw’, zegt Willems trots.

Het eerste uur Achter de ronde receptiebalie van het oude bankgebouw is de bankmedewerker vervangen door de Nijmeegse Lisa Wille, derdejaars student aan de kunstacademie in Den Bosch. ‘Het doel van Het eerste uur is het gat tussen afstuderen en de arbeidsmarkt te vullen’, stelt ze. Op de begane grond is een tentoonstelling ingericht. Het tijdelijke onderkomen dient echter vooral als atelier: ‘We betalen zelf de huur, de expositieruimte is een mooie bijkomstigheid.’ Collegakunstenaar Gineke van Beek zwiert op haar tandem de schuifdeuren door, parkeert de fiets voor de balie en schuift aan. ‘Ik heb de docentenopleiding afgerond en probeer nu aan de bak te komen’, vertelt Van Beek. ‘Ons initiatief is heel ideologisch, niet winst maar ervaring opdoen staat centraal’, vult Wille aan. Naast kunst zijn er ook andere activiteiten, zoals een vintagesale van de winkel Porch People en de vertoning van korte films in het kader van filmfestival Go Short. Ruimte voor een feestje is er zeker ook. De bovenste verdieping mag organisator van ‘maatschappijkritisch vertier’ De Vlegel gebruiken. Iedere maand vindt hier De Pingpongclub plaats: muziek, blacklight, bier en een balletje slaan.

Zeven Zomers De ontdekkingstocht langs tijdelijke winkels brengt ANS bij galerie Zeven Zomers. Vergeleken met de jonge creatievelingen aan het Keizer Karelplein, is kunstenaar Eelko van Iersel nestor op het gebied van tijdelijke leegstand benutten. Al wat langer dan zeven zomers trekt hij met zijn galerie door Nijmegen. ‘Tien jaar geleden betrok ik mijn eerste tijdelijke expositieruimte’, vertelt Van Iersel. Hij was niet bang geweest hals over kop een pand te moeten verlaten. ‘De truc is dat je goed in de geschiedenis van een winkelruimte duikt’, doet de kunstenaar uit de doeken. Van Iersel trekt als een nomade door de stad met zijn hedendaagse kunst: ‘Ik heb een tijdje in het Besiendershuis gezeten, maar daar kwamen veel mensen voor het gebouw. De hoek Houtstraat/Stikke Hezelstraat had ik eigenlijk al zes jaar op het oog’, zegt Van Iersel stralend. In januari dit jaar ging zijn wens in vervulling. Terwijl de kunstenaar naar de pilaren in zijn galerie wijst, spreekt hij de hoop uit hier nog even te mogen blijven: ‘Ik heb al heel wat geïnvesteerd in de ruimte.’ De kunst in de galerie kent overigens een hoge prijs. ‘Studenten zijn mijn doelgroep voor later’, grapt Van Iersel.

UNIT winkel De kunst in deze winkel is wél betaalbaar, blijkt uit een A4’tje op de deur met deze aanwijzing. UNIT staat voor ‘uniek talent’, in het atelier werken jongeren met een autisme spectrumstoornis. ‘De deelnemers zijn vaak erg intelligent en hebben allemaal beeldend talent’, legt initiatiefnemer Gemma van Grinsven uit. ‘Ze zijn vastgelopen in het onderwijs, of in de maatschappij’, voegt ze toe. Dan loopt een mevrouw de winkel in de Molenpoortpassage binnen en vraagt voorzichtig of ze haar kunst hier misschien kan tentoonstellen, Van Grinsven moet haar teleurstellen. ‘Is het alleen kunst van verstandelijk gehandicapten?’, vraagt de bezoeker. ‘Omdat die associatie snel gemaakt is, noemen we het geen werkplaats’, legt Van Grinsven uit. UNIT begon een aantal jaar geleden als school, maar dat werd te duur. Doordeweeks staan de jongeren zelf in de winkel, op die manier werken ze ook aan sociale vaardigheden. Van Grinsven denkt groot en wil graag nog een ‘tussentijdse’ winkel openen.

Standhoudende afwisseling Dat de winkels een tijdelijk karakter hebben, blijkt ook uit de rondgang. De op de website van Tussentijds vermelde Porcupine Gallery tegenover het station is alweer verdwenen. Willems ziet de toekomst niet somber in: ‘Nu we een tijdje bezig zijn, kunnen we een eigenaar van een winkel meenemen door de binnenstad en laten zien wat we doen.’ Het lijkt er op dat Tussentijds een blijvertje is in het Nijmeegse winkellandschap.

Bekijk hier de overige artikelen uit de maart-ANS.