Het Laatste Oordeel: Vincent Koreman

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers.

 

Het Laatste Oordeel: Soeterbeeck Programma

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers.

 

Het Laatste Oordeel: Kees van Kooten

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers.

Wie de inmiddels grijze en in degelijk pak gestoken Kees van Kooten ziet zitten, zou haast vergeten dat deze man een grootse televisiecarrière achter de rug heeft als rasentertainer. Zodra hij achter zijn Telegraaf vandaan komt om het college te beginnen, verandert de keurige man echter in een scherpe verteller met meeslepend enthousiasme.

Na een korte anekdote over een stel bejaarde vrouwen die hij dankzij de file onderweg naar Nijmegen tegenkwam, stelt Van Kooten eerst een plechtige verklaring af te willen leggen. ‘Met het oog op het hoogleraarschap van mijn collega Wim de Bie wil ik allereerst verklaren op geen enkele wijze met de data van onderzoek gerommeld te hebben. Ik heb nooit data gemanipuleerd, aangezien ik ook nooit werkelijk onderzoek gedaan heb.’ Vervolgens haalt Van Kooten een oude projector tevoorschijn om zijn ‘onderzoeksresultaten’ in te leiden met allerhande krantenknipsels over dubieus genetisch onderzoek. ‘Het is jarenlang door het Vaticaan en Arie Slob in de doofpot gestopt, maar mensen bezitten allen een zogenaamd reli-gen, een gen dat bepaalt of zij gelovig zijn of niet,’ stelt Van Kooten. ‘Zo zouden we dus Andries Knevel, Thijs van den Brink en de meiden van Halal onder de mri-scan kunnen leggen om te zien of ze echt geloven of dat ze ons al die tijd belazeren.’ Wat volgt is een hilarisch verhaal over dit fictieve onderzoek en de mogelijkheden om mensen die losbandig willen zijn met het reli-gen ongelovig te maken en recidivisten gelovig. Meer krantenknipsels komen voorbij, soms ter plekke nog uit zijn Telegraaf gescheurd, met titels als ‘Gezond eten is niet gezond’ en andere koppen die een vreemd verhaal vertellen.

Het thema van de avond is ‘gedragssatire als de belangrijkste vorm van maatschappijkritiek’. Meer dan een college is het optreden van Van Kooten een show waarin op onnavolgbare wijze alledaagse gebruiken en berichtgeving in de vorm van verhalen op de hak worden genomen. ‘Het effect van de politieke satire in Nederland is moedeloos makend gering.’ Van het reli-gen gaat het verhaal richting de jaarlijkse discussie over zwarte Piet, dat al dan niet racistisch zou zijn. Van Kooten stelt dat, doordat het taalgebruik in zowel het parlement als de voetbalwereld steeds wolliger wordt, ‘Edgar Davids straks niet langer ‘donker’ of ‘ zwart’ wordt genoemd door Johan Cruijff, maar ‘gebroken wit’.’

Via een aaneenschakeling van zijweggetjes, waarbij Van Kooten zelf ook breed gebarend alle kanten op loopt, gaat het verhaal via Nederlandse vakantierituelen langs de dubbellevens van ‘mensen als minister Leers en frauderend onderzoeker Stapel’ naar een verhaal uit 1911 over de relatie tussen de bank en een klant. Wanneer het college ten einde loopt, wordt de rol van zijn als decor opgestelde boodschappenwagen op wieltjes duidelijk in een goede tip voor wie te veel boeken heeft, maar ze niet weg wil gooien. 'Als het 's avonds donker is, neem ik deze tas vol boeken mee. Dan loop ik door de straten en stop ik, zonder dat iemand me ziet, de boeken een voor een in de brievenbus van een onbekende.'

Het laatste oordeel der toehoorders Massale lachsalvo's en enkele kirrende huisvrouwen verraden dat het college goed in de smaak valt. Een groepje studenten vertelt achteraf onder de indruk te zijn van zijn 'maatschappijkritische, herkenbare stukjes' en 'indrukwekkende mimiek'. De toehoorders uit Van Kooten's eigen leeftijdscategorie hebben zich als een grote fanclub om de entertainer geschaard voor een persoonlijk woord van het babyboomers-idool. Een enkele toehoorder heeft klaarblijkelijk de schaamte van zich afgeworpen en ziet zijn kans schoon zelfs uitgebreid in de persoonlijke spullen van Van Kooten te snuffelen.

Spreker Kees van Kooten Uitstraling Energieke, intelligente oude man Publiek Grote schare grijzende groupies Inhoud Scherpe, hilarische schets van dagelijkse dingen Eindcijfer 8,5

Foto: Menno van der Meulen

 

Het Laatste Oordeel: Jonas Staal

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers.

Post-propaganda. Uit zijn eerste woorden blijkt dat al het werk van Jonas Staal tussen kunst en politiek laveert. ‘Democratie wordt in Japan democratisme genoemd. Zij breken met het Westerse idee dat het een paraplu is voor allerlei ideologieën: het is slechts een van de vele, dogmatische –ismes.’ Foto’s van twee vliegtuigen met bannieren volgen. ‘Wees vrij of anders…’ zweeft suggestief boven een uitzinnige menigte tijdens het Bevrijdingsfestival in Amsterdam enige jaren geleden. ‘Een willekeurige mensenmassa verzamelt zich om volstrekt generieke muziek, die al het gehele jaar op de radio is te horen, aan te horen en zich lam te zuipen. Het is een toonbeeld van overconsumptie en een perfect voorbeeld van kapitalistische propaganda.’ Aan de hand van politiek engagement bespreekt hij zijn oeuvre. Waar kunstenaars zich soms verliezen in oeverloos gezwets, haalt Staal krachtige voorbeelden aan met behulp van academische taal. Dat maakt het college een diepgaande, doch zeer droge kennismaking. Gelukkig prikkelt zijn werk meer dan voldoende. Zijn verhaal is helaas slechts een introductie. Halverwege sluit ethicus Jeroen Linssen zich bij hem aan voor een open ‘gesprek’. De Nijmeegse docent lijkt echter vooral zijn uitgebreide woordenschat te willen etaleren. Heftige gebaren en peinzende blikken richting de zaal doen vermoeden dat het eerder een acteur dan een gesprekspartner betreft. Vaak leidt dat tot een frons en poging tot interessant antwoord van Staal, totdat hij na een belachelijk lange monoloog van Linssen over ‘het doorbreken van interpretatie-monopolies’ toch lacht: ‘Is dat een antwoord vermomd in een vraag?’

Het Laatste Oordeel der Toehoorders Een grijzende schilder (inclusief baret) verzucht: ‘Ik vindt het maar vreemd dat Staal geen ruimte heeft voor vloeiend materiaal als verf.’ Een bejaarde babyboomster roemt juist het feit dat er eindelijk weer een kunstenaar politiek stelling durft te nemen. Voor studenten is het vooral een lange zit dankzij de grijzende, egocentrische filosoof.

Sprekers Jonas Staal en Jeroen Linssen Uitstraling academische activist versus zwetsende ethicus Publiek studenten, verdwaalde kunstenaars en andere misplaatste intellectuelen Inhoud kunstig klagen Eindcijfer 6

Foto: Menno van der Meulen

 

Het Laatste Oordeel: Joris van Casteren

Joris van Casteren peilt voorafgaand aan het college zichtbaar nerveus zijn publiek. 'Vorige keer zaten er namelijk alleen maar mensen uit de journalistieke praktijk en begon ik een heel simplistisch verhaal af te steken,' verklaart hij. Ietwat monotoon start hij zijn masterclass met een artikel van zijn hand genaamd De pijn van het waargebeurde. Aan de hand daarvan vertelt hij over het fenomeen New Journalism en de Nederlandstalige evenknie daarvan, literaire journalistiek. Van Casteren quote meermaals Gay Talese, een Amerikaanse schrijver die bedreven is in New Journalism en zeer succesvol is met zijn werk. 'Talese zegt dat hij iedereen nog onder ogen kon komen, maar daar geloof ik niets van. Voor dit werk moet je soms hard en meedogenloos kunnen zijn.' Van de rellen die kunnen onstaan rond de publicatie van een literair journalistiek werk weet Van Casteren genoeg, grapt hij. 'Twee jaar na mijn boek Lelystad werden een aantal ambtenaren ineens boos. In Lelystad lezen mensen kennelijk langzaam. Ze bedreigden de plaatselijke boekhandelaar en riepen zelfs op tot een boekverbranding.' Dit alles liep met een sisser af, maar ook het boek dat op Lelystad volgde, Het zusje van de bruid, bleef niet onbesproken. Van Casteren vertelt dat hij niet meer terug hoefde te komen bij Vrij Nederland, zogenaamd vanwege zijn opvattingen over journalistiek. 'Maar daar werkt tegenwoordig iemand die geanonimiseerd voorkomt in mijn boek. Dat zal wel toeval zijn.' Na de inleiding wordt het tijd voor vragen vanuit de zaal. Zoals vaker bij dit soort lezingen zitten er genoeg oudere toehoorders in de zaal die hun zegje willen doen. Helaas gebruiken velen dit voor een egotrip waar Ivo Niehe u tegen zou zeggen. Ingewikkelde boektitels vliegen over tafel en vragen worden vooral gesteld om het vragen. Van Casteren ontspant echter zichtbaar en begint achterovergeleund met één vinger suiker dat op tafel ligt bij elkaar te vegen terwijl hij de vragen beantwoordt. Ze bieden hem de mogelijkheid om meer te laten zien van zijn opvattingen over het onderwerp en de masterclass blijft interessant. Het is wel jammer dat Van Casteren weinig eigen tekst heeft en zich voornamelijk richt op de intellectuele interesses uit de zaal. De ellenlange inleidingen van de vragen vertragen namelijk enorm. Als zelfs de vrouw die haar vragen amicaal met ‘Joris...’ begint niets meer weet te verzinnen, komt er een natuurlijk einde aan het uur.

Het laatste oordeel der toehoorders De mensen in de zaal zijn erg positief over Van Casteren. Toch is er ook kritiek: ‘Het duurde lang voordat ik snapte wat literaire journalistiek nu eigenlijk is,’ zegt één van de weinige studenten in de zaal. Een vrouw is geïnspireerd door de middag: ‘Ik ben al meerdere keren begonnen aan een boek, ik wil het toch echt eens gaan schrijven.’ Tevreden schuifelen de mensen de deur door, De Refter weer in.

Spreker Joris van Casteren Uitstraling stoïcijnse rationalist Publiek montere geïnteresseerden en een enkele verdwaalde student Inhoud literaire rellen en de grens tussen journalistiek en fictie Eindcijfer 7

Foto: Menno van der Meulen