Een reservistenbaret

Gevonden voorwerp

Wie: Jorian (20), derdejaarsstudent Psychologie en reservist bij de Landmacht
Voorwerp: Reservistenbaret

Tekst: Dennis van der Pligt en Annemarie Verschragen
Foto: Mike Ruth

Dit artikel verscheen eerder in de juni-ANS Loop je vaak in je uniform rond?
‘Sinds de verhoogde terreurdreiging geldt er een verbod op het dragen van het uniform buiten dienstverband. Ik draag het dus enkel nog tijdens onze trainingen, ongeveer twee avonden en een zaterdag in de maand. Speciaal voor het interview heb ik vrijstelling aangevraagd.’

gv jorianWaarom ben je reservist geworden?
‘Mijn jongensdroom was om helikopterpiloot bij de Luchtmacht te worden. Tijdens mijn rijlessen ontdekte ik mijn gebrek aan ruimtelijk inzicht. Bovendien was ik terughoudend omdat ik door documentaires die ik over het leger zag, dacht dat ik het werk nooit aan zou kunnen. Uiteindelijk heb ik gesolliciteerd bij het Korps Nationale Reserve, waar je parttime militair wordt. De opleiding ging me goed af. Het meenemen van 60 kilo bagage naar de basis vond ik nog het zwaarst.’

Was dienen in het leger ook een idealistische keuze?
‘Ja. Ik ben christen en moet er niet aan denken dat ik vanwege mijn geloof zou worden vervolgd. Vrijheid is een groot goed dat soms te weinig wordt gewaardeerd en als vanzelfsprekend wordt gezien. Hierdoor krijgen militairen die in Afghanistan alles geven te weinig waardering.’

Hoe rijm je oorlog voeren met je christelijke waarden?
‘Mijn idealen botsen niet. Als reservist bewaken en beveiligen we voornamelijk in Nederland en worden we ingezet bij bijvoorbeeld rampen en ceremonies. De kans is klein dat we daadwerkelijk ons wapen moeten gebruiken. Grappig genoeg noem ik mezelf tot op zekere hoogte een pacifist. Ik ben echter ook realistisch, de opkomst van de Islamitische Staat laat zien dat het hebben van een krijgsmacht noodzakelijk is.’

Moet actieve dienstplicht daarom weer ingevoerd worden?
‘Ja, niet eens zozeer vanwege het defensieve aspect, maar het zou goed zijn voor de samenleving. Als iemand van ons peloton te laat is, wordt iedereen daar op afgerekend. De rest heeft hem dan te weinig gemotiveerd. Op die manier benadrukt het leger structuur, discipline en samenwerking. Dienstplicht zou de samenleving als geheel wat saamhoriger maken. Het zou dan voor zowel mannen als vrouwen moeten gelden.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de juni-ANS.

 

Een zakbijbeltje

Gevonden voorwerp

Wie: Joanne (26), bachelorstudent Theologie
Voorwerp: Zakbijbel

Tekst: Tijs Sikma
Foto: Mike Ruth

Dit artikel verscheen eerder in de mei-ANS

Wat is dit voor geinig boekje? ‘Toen mijn vader op komst was, dacht mijn opa veel na over het geloof. Op zee bij de rots van Gibraltar heeft hij zich laten dopen en heeft hij de geloofsbelijdenis afgelegd. Op het schip kreeg hij deze Bijbel van een aalmoezenier. Mijn vader heeft hem van mijn opa gekregen en deze schonk hem weer aan mij toen hij merkte dat ik veel met het geloof bezig was. Net als mijn vader wil ik dominee worden. Ik gebruik de Bijbel nu bij mijn studie Theologie en zal hem zeker aan mijn kinderen doorgeven.’

Bijbel 2Dus jij gelooft in het bestaan van een oude man op een wolk? ‘Voor mij is God niet iemand die boven de wereld staat, maar een kracht. Voor mij is Hij de bron van het leven en de liefde: de energie die mensen bij elkaar brengt en waardoor mensen voor elkaar willen zorgen. Mijn vader zegt altijd: “God is een verlegenheidswoordje: daar waar je verlegen bent om woorden, daar gebruik je God.” God is juist het ongrijpbare en onbegrijpelijke.’

Je ziet er niet uit als iemand die dominee wil worden.
‘Vrienden noemen mij ook wel een kroegtheoloog. Ik interpreteer de tien geboden op mijn eigen manier. Ik vind bijvoorbeeld dat je als student best van het leven mag genieten. Zondagmorgen naar de kerk gaan, is voor mij niet ideaal omdat ik zaterdag vaak ga stappen. Als je alleen maar de regels volgt en niet geniet, doe je het geschenk van het leven geen eer aan. Het is alleen verkeerd als je bijvoorbeeld drank, seks of drugs tot afgodsbeelden maakt.’

Wat voor dominee wil je zijn?
‘Ik zou bijna een agnostische dominee willen zijn. Ik wil over de vraag van het bestaan van God heen stappen en kijken “hoe vinden we elkaar?” De kerken lopen leeg, maar mensen zijn wel met spiritualiteit bezig. We worden steeds individualistischer en dat vind ik jammer. Een kerk is een plek waar je elkaar kunt vinden. Het leven is al ingewikkeld genoeg en het is fijn als je eeuwenoude wijsheid, maakt niet uit van welke religie, kunt zien en als inspiratie kunt gebruiken. Ga met mij of met elkaar eten en drinken en praat over zingeving. Ga verder dan alleen maar het leuke en het lekkere.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de mei-ANS.

 

Een slaapzak

Gevonden Voorwerp

Wie: Alexander (22), derdejaarsstudent

Voorwerp: Slaapzak

Tekst: Saskia Verheijden
Foto: Simone Both

Dit artikel verscheen eerder in de april-ANS

GVWat doe je met een slaapzak op de RU?
‘Ik slaap regelmatig op de bètafaculteit. Door mijn huisbaas werd ik mijn kamer uitgezet en ik kreeg maar 3 weken de tijd om een andere kamer te vinden. Voor mij was het onmogelijk om in dat tijdsbestek iets te vinden dat ook nog betaalbaar is. Ik ben nu al meer dan 3 maanden aan het zoeken, maar ik heb nog steeds geen fatsoenlijke kamer kunnen bemachtigen en mijn eisen zijn niet eens zo hoog. Ik ben allang blij met een dak boven mijn hoofd.’

Waarom ga je niet terug naar je ouders of zoek je een slaapplaats bij vrienden? ‘De eerste paar weken heb ik inderdaad bij vrienden geslapen. Na een aantal keer voelde ik me bezwaard om het weer te moeten vragen. Mijn ouders wonen in Groningen, dat is te ver weg om iedere dag op en neer te reizen. Toen ik na een borrel in de Zuidkantine van het Huygensgebouw zoveel had gezopen dat ik op de bank in slaap viel, kwam ik op het idee om altijd op de faculteit te slapen.’

Hoe sluip je ’s nachts de universiteit binnen?
‘In het Huygensgebouw is een schuifdeur die makkelijk opengaat. Als je daar eenmaal doorheen bent, kun je in het gebouw op een bank slapen. Die banken liggen trouwens nog best lekker.’

Je durft wel.
‘Ja, eigenlijk is het gewoon inbreken. Ik kom pas na sluitingstijd als alle portiers weg zijn. In het begin zorgde ik ervoor dat ik weg was voordat de schoonmakers het gebouw in kwamen, tot ik ooit wakker ben geworden met het gezicht van een verbaasde schoonmaker boven mijn hoofd. Daar kwam geen gezeur van, dus blijf ik nu gewoon liggen tot mijn college begint. Niemand maakt er ooit een opmerking over. ‘Ik heb ooit zelfs een meisje meegenomen, dat was wel extra spannend. Het is een behoorlijk goede versiertruc. Wie wil dat nou niet, seks op de RU?’

Is dit niet een behoorlijk deprimerende situatie?
‘In het begin werd ik er inderdaad depressief van en voelde ik me net een zwerver. Nu kan ik er ook de positieve kanten van inzien. Ik hoef geen huur te betalen, heb geen problemen met de NS en kom nooit meer te laat bij colleges.’ De naam is op verzoek van de geïnterviewde gefingeerd.

Klik hier voor de overige artikelen uit de april-ANS.

 

Een danspaal

Gevonden Voorwerp

Wie: Kei (24), eerstejaarsstudent Psychologie

Voorwerp: Danspaal

Tekst: Bas van Woerkum Foto: Mike Ruth

Dit artikel verscheen eerder in de maart-ANS

Vind je paaldansen kei leuk?
‘Toen ik nog in Duitsland woonde, deed ik aan stijldansen en streetdance, maar van paaldansen als sport had ik nog nooit gehoord. In Nijmegen heb ik me ingeschreven bij het Radboud Sportcentrum om dit een keer te proberen. In de eerste cursus moesten we veel spins doen en ik merkte dat ik het leuk vond om rondjes te draaien. Daarom wil ik doorgaan. Als je meer ervaring hebt, krijg je een spinning pole – een paal die zelf draait – en dan kun je nóg sneller draaien.’

GV-paalVinden mensen het raar als je zegt dat je graag de paal in klimt?
‘Als ik zeg dat ik paaldans roepen ze meestal: “Wat? Wat doe je?” Vervolgens vragen ze of ik dat echt zeker weet en of ik niet misschien toch stijldansen bedoel. Mensen zijn dus wel verrast. Mijn moeder weet ook niet dat ik paaldans. We keken samen eens naar de film Flashdance, waarin op een bepaald moment mensen een stripclub binnenkomen. Ik trok dit in twijfel, maar mijn moeder schreeuwde: “Nee! Dit is een stripclub, want hier staan palen!” Dat was wel een beetje raar.’

Hoe uitgeput verlaat jij het sportcentrum na een avondje rondzwaaien? 
‘Het is echt een full-body workout. Bij dansen gebruikte ik alleen mijn benen, nu train ik ook mijn armen en de rest van mijn lichaam. Daarnaast word ik steeds leniger. In het begin kom je bont en blauw thuis. Bij vrouwen zie je wel eens dat de binnenkant van hun benen helemaal blauw zijn, soms is dat zo erg dat het er bijna uitziet alsof ze zijn verkracht. Als je beter en sterker wordt, heb je daar minder last van.’

Kun je tippen aan de elegantie van vrouwen?
‘De stijl verschilt. Vrouwen dansen vaak erotisch, terwijl mannen de voorkeur geven aan een hiphopachtige stijl. Bij de vereniging zitten nog twee mannen, maar die zie ik niet zo vaak. Soms moet ik de trainer er dan ook aan herinneren dat ik een man ben en dat sommige houdingen daarom niet lukken. Bij een ladysit klem je bijvoorbeeld de paal tussen je bovenbenen, dat is niet comfortabel voor mannen. Uiteindelijk vind ik het leukste aan paaldansen dat je kunt draaien en draaien en draaien.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de maart-ANS.

 

Een wetboek

Gevonden Voorwerp

Wie: Pepijn (23), Masterstudent Rechten, fervent RU-aanklager
Voorwerp: Wetboek

Tekst: Auke van der Veen en Annemarie Verschragen
Foto: Simone Both

Dit artikel verscheen eerder in de februari-ANS

Hoeveel lef heb je nodig om de universiteit vier keer aan te klagen?
‘Je moet het omdraaien: de universiteit heeft het lef zich niet aan de wet te houden. De RU heeft de brutaliteit mij niet te geven waar ik recht op heb en durft te zeggen: loop jij maar lekker tegen de muur op, dan zijn wij er vanaf. Die vlieger gaat dus niet op. Dan krijgen ze Pepijn Eymaal tegenover zich, zoals ze gemerkt hebben bij het niet toekennen van mijn bestuursbeurzen na een onrechtmatige procedure.’

GV pepijnGebruik je de wet om te schoppen tegen de gevestigde orde?
‘Dat zal het neveneffect zijn. Je kunt het schoppen noemen, je kunt ook zeggen: de orde is niet conform waar ik recht op heb, dus misschien zou die anders moeten worden gevestigd. Zo heb ik laatst de deurwaarder op de RU afgestuurd om mijn griffiekosten terug te krijgen. Wanneer je ergens recht op hebt, moet je het ook opeisen, anders wordt het recht hol.’

Is procederen een hobby van je?
‘Het is leuk je gelijk te halen en te krijgen, maar een hobby zou ik het niet noemen. Scouting is een hobby, of zeilen, of modeltreintjes verzamelen. Het geeft wel veel voldoening, wanneer ik studenten bijsta als zij geschillen hebben met bijvoorbeeld de RU of hun huurbaas. Ik vind dat iedereen zelf juridische ervaring op zou moeten doen, want zonder praktische invulling heeft een wetboek geen waarde. Bij de rechtenstudie komt de praktijk niet aan bod.’

Ben jij een luis in de pels van de RU?
‘De universiteit is slechts een inschrijving bij de Kamer van Koophandel, het is niet persoonlijk. Je kunt verschillende kanten op redeneren: dat studenten je voor de rechter dagen, kan betekenen dat de rechtenopleiding is geslaagd en ervoor zorgt dat zij weten hoe het wetboek kan worden ingezet. Het kan ook zijn dat de universiteit aan het klunzen is. Een instituut als de RU zou zich kunnen afvragen waarom het zich door een student laat kisten. Ik bedoel, we hebben er 19.000 rondlopen. Je op de kast laten jagen is in sommige gevallen een keuze, hoewel ik me kan voorstellen dat de naam Eymaal daar inmiddels wel aan bijdraagt.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de februari-ANS.

 

Een schaakset

Gevonden Voorwerp

Wie: David (25), masterstudent Filosofie
Voorwerp:
Schaakset

Tekst: Ronald Peeters Foto: Ilja van Hoek

Dit artikel verscheen eerder in de januari-ANS

 

 

GVHoe goed ben jij met de stukken op het schaakbord?
‘Behoorlijk goed, ik ben internationaal meester in het schaken en hoor bij de top 50 van Nederland. Dit heb ik aan mijn ouders te danken, zij leerden mij schaken. Eindelijk had ik een spel waar ik niet na een week op was uitgekeken. In het begin speelde ik voornamelijk tegen klasgenoten op de middelbare school, omdat ik zo goed was vloog het schaakbord uit frustratie vaak door de lucht. Toen ik op mijn veertiende bij een schaakvereniging ging, mocht ik binnen twee jaar met de volwassenen meespelen.’

Ben je door talent een schaakgod geworden?
‘Het was voornamelijk veel trainen. Zeker in mijn beginjaren oefende ik met dit bord gemiddeld zo’n zes uur per dag. Dan zat ik in mijn eentje met een schaakbord en de laptop ernaast zetten te oefenen. Op die manier combineer je dan het harde rekenwerk van de pc met je eigen creativiteit. Later kreeg ik hier echt de pest in en vond ik trainen niet meer leuk. Ik speel nu voornamelijk partijen.’

Ben je een nerd?
‘Ja, op de middelbare school was ik zeker de schaaknerd. Nu is dat niet meer zo. Je bent zo’n grote nerd als je jezelf maakt. Ik pronk er natuurlijk wel eens mee dat ik aardig kan schaken, maar zo heb ik mijn vriendin niet versierd. Zij is er via Google achtergekomen en vindt het heel sexy dat ik een Duitse Wikipediapagina heb. Op die pagina ben ik wel echt trots, schaken is toch een groot deel van mijn leven.’

Wat is je favoriete stuk van deze set?
‘Dit is echt een kutvraag. Dat verschilt eigenlijk iedere keer weer. Als ik toch moet kiezen, is het dat stuk waar ik de laatste mooie manoeuvre mee doe. In elke stelling heb je bepaalde stukken nodig die alles kapot kunnen maken. Als je dat stuk op het laatste dan over hebt, is dat heel cool. Een mooi voorbeeld van een manoeuvre is de zogenaamde aftrekschaak. Dan valt een stuk onverwachts de koning aan. Toen ik schaakles gaf aan middelbare scholieren moest ik deze zet uitleggen. Uiteraard kwam meteen de vraag of ik mezelf ooit afgetrokken had.’

Klik hier voor de overige artikelen uit de januari-ANS.

 

Phocas-bestuursjas

Gevonden Voorwerp

Wie: Anouk Teunisse (22), vierdejaars Communicatiewetenschappen en voorzitter van studentenroeivereniging Phocas
Voorwerp:
Phocas-bestuursjas

Tekst: Daan van Acht en Tijs Sikma
Foto: Bastiaan Buurman

Dit artikel verscheen eerder in de december-ANS

© Bastiaan BuurmanWat is er zo bijzonder aan dit vieze vod? ‘Dit jasje symboliseert mijn functie binnen het bestuur en aan het einde van mijn bestuursjaar naai ik mijn naam in de voering. Het voorzittersjasje heeft maat XL, de belangrijkste functie staat garant voor de grootste maat. Ik verzuip er helemaal in. Bij alle Nederlandse studentenroeiverenigingen is het heel normaal dat het bestuur zo’n kapotgetrokken en weer in elkaar genaaide jas draagt.’

Hoe komt de jas zo smerig?
‘Hij heeft inmiddels al negen jaar geen wasmachine gezien en ruikt daarom zo sterk naar bier. Onze constitutieborrels gaan er nogal heftig aan toe, vandaar ook de scheuren. Je mag de jas alleen zelf naaien en dit niet uitbesteden. Zulke tradities vind ik mooi. De jasjes worden om de vijftien jaar vernieuwd, al pleit ik ervoor om ze langer te behouden. Ik vond laatst op zolder een heel oude bestuursjas, eigenlijk zouden we die weer moeten gaan dragen.’

Vanwaar deze traditie?
‘De gewoonte om deze jasjes te dragen is lang geleden komen overwaaien uit Engeland. Leden droegen het om warm te blijven terwijl ze naar de start roeiden. Pas later zijn ze gaan dienen als officiële kleding voor het bestuur.’

Schaam je je niet om in die gele lap officiële gelegenheden bij te wonen?
‘Nee, ik draag hem met trots. Bij de rectoraatsoverdracht stonden we in de kerk met zeshonderd man. Iedereen was in pak en wij stonden daar in die gele jasjes. Bas Kortmann, de toenmalige rector, zei vlak van te voren dat hij het juist ontzettend mooi vond als we de jasjes zouden dragen. Een aantal mensen klaagden wel over de bierlucht.’

Wat is het heftigste dat deze jas heeft meegemaakt?
‘Tijdens onze constitutieborrel had een andere roeivereniging alle ramen en deuren uit de borrelruimte van het botenhuis gejat en ze in het water gegooid. Omdat we wisten dat er spullen gestolen zouden worden, zijn we van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig geweest om van alles uit het huis te halen. Dat mocht niet baten. Uiteindelijk moesten we, bij gebrek aan ramen en deuren, beneden in het botengedeelte tussen de muizen slapen.'

Klik hier voor de overige artikelen uit de december-ANS.