Docenten met tijdelijke aanstelling presteren beter

Recent onderzoek heeft aangetoond dat docenten met een tijdelijk contract beter presteren dan hun collega's met een aanstelling voor onbepaalde tijd. De resultaten van dit onderzoek werpen een nieuw licht op de discussie die wordt gevoerd over tijdelijke contracten in de wetenschappelijke wereld.

In de Verenigde Staten werd voor het eerst gebruik gemaakt van de zogeheten tenure track, een systeem dat ervoor zorgt dat docenten ontslagbescherming krijgen en voor onbepaalde tijd worden aangenomen. De laatste jaren is het aantal docenten en wetenschappers met een dergelijke aanstelling drastisch afgenomen, wat heeft geleid tot ophef binnen de academische wereld. Zo ziet de Vakbond voor de Wetenschap (VAWO) deze ontwikkeling als een bedreiging voor de wetenschap.

Toch blijkt uit de resultaten van bovengenoemd onderzoek dat wanneer puur naar de kwaliteit van docenten wordt gekeken, deze tijdelijke contracten geen probleem vormen. Het tegendeel lijkt waar te zijn: docenten die niet in vaste dienst zijn weten meer studenten te overtuigen om aansluitende vakken in hetzelfde vakgebied te volgen dan docenten met een vaste aanstelling.

Hoewel de uitkomsten zorgen voor een interessante kijk op de zaak, zijn er een aantal kanttekeningen te plaatsen bij het onderzoek. De wetenschappers keken naar ruim vijftienduizend studenten die tussen 2001 en 2008 studeerden aan de Northwestern University. Ondanks dit enorme aantal zijn de uitkomsten moeilijk te generaliseren. Er werden alleen eerstejaarsvakken meegenomen in de analyse, waardoor geen uitspraken gedaan kunnen worden over de effecten bij meer gevorderde cursussen. Bovendien is Northwestern een prestigieuze universiteit, wat het makkelijker maakt capabele docenten aan te trekken.

In Nederland is een soortgelijk grootschalig onderzoek nog niet uitgevoerd, de precieze effecten van tijdelijke contracten aan de RU zijn dan ook niet vast te stellen.