Blind betalen

De ambitieuze student die na een afgeronde studie nog een bachelor of master wil doen, betaalt zich vaak scheel. Waar deze enorme bedragen instellingscollegegeld aan worden uitgegeven, houden de universiteiten voor zich. Hebben studenten niet het recht om te weten waarvoor ze betalen?

Tekst:Marit Willemsen
Illustratie:
Sanne Reckman

Dit artikel verscheen eerder in de maart-ANS

7.000 euro voor een collegejaar Rechten of 17.000 euro voor een jaartje Geneeskunde: wie na zijn afgeronde studie besluit een tweede bachelor of master te beginnen, moet diep in de buidel tasten. Sinds 2010 is de bijdrage van de overheid voor een tweede studie weggevallen. Universiteiten mogen hierdoor zelf bepalen wat ze vragen voor een collegejaar, dit bedrag noemt men instellingscollegegeld. Hoewel je voor een tweede bachelor gemiddeld 7.500 en een master 11.500 euro mag neerleggen, word je compleet in het duister gelaten over de berekening en opbouw van deze bedragen. Waar komt het geld aan ten goede en hoe weet je zeker dat je niet veel te veel betaalt? Begin januari stelde Tweede Kamerlid Mohammed Mohandis (PvdA) hierover kamervragen aan Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij stelde een landelijk onderzoek in naar de openheid van universiteiten aangaande het instellingscollegegeld. Deze maand wordt duidelijk of Bussemaker naar aanleiding van het onderzoek meer transparantie zal afdwingen. Dit moet echt gebeuren, hoge prijzen verdienen een onderbouwing.

Verschil moet er niet zijn
Op de websites van Nederlandse universiteiten vind je tabelletjes met tarieven en chique collegegeldmeters, maar een uitleg over de instellingsbedragen ontbreekt. ‘Wanneer studenten om uitleg vragen, krijgen ze geen antwoord’, vertelt Mohandis. Studenten snappen volgens hem heus wel dat er meer moet worden betaald voor een tweede studie. ‘De extreme verschillen tussen universiteiten zijn echter onbegrijpelijk en onduidelijk.’ De voorbeelden liegen er niet om: een tweede studie Rechten hier aan de Radboud Universiteit (RU), kost je bijna 7.000 euro per jaar, aan de Universiteit van Amsterdam mag je 9.000 euro afrekenen. Ook de verschillen in de duurdere disciplines zijn opmerkelijk. Zo rekent de Universiteit Utrecht voor een bachelorjaar Geneeskunde 11.000 euro, de RU vraagt 17.300 euro en de Universiteit van Maastricht een verbijsterende 32.000 euro.

Verplichting en zekerheid
‘Onderbouwing van het instellingscollegegeld is niet alleen belangrijk, het is een wettelijke plicht’, zegt Cees Zweistra, voorzitter van de Stichting Collectieve Actie Universiteiten (SCAU). De SCAU vraagt al sinds de invoering van het instellingscollegegeld om meer transparantie over de hoge bedragen en is nog steeds verwikkeld in een rechtszaak hierover met acht Nederlandse universiteiten. Uitleggen waarom bepaalde prijzen worden gehanteerd, geeft de student een verzekering tegen misbruik. Mohandis: Zijn de hoge bedragen niet gewoon een manier om aan de student te verdienen? Een universiteit zou eens naar andere instellingen moeten kijken en vervolgens beargumenteren waarom zij meer of minder vraagt. Zijn er bijvoorbeeld meer contacturen of gespecialiseerde hoogleraren?’ Openings illu

Kop in het zand
Hoewel de RU niet de hoogste bedragen hanteert en je als RU-student voor een aansluitende studie het normale collegegeld betaalt, heeft ook onze universiteit lak aan de tarieven ‘van de overkant.’ Dit wordt pijnlijk duidelijk wanneer ANS de RU vraagt naar haar mening over de kwestie. ‘Wat andere universiteiten doen is aan hen’, meent RU-woordvoerder Martijn Gerritsen. Volgens hem is de opbouw van het instellingscollegegeld wel duidelijk genoeg. ‘Het instellingscollegegeld voor de RU is een aantal jaar geleden vastgesteld op basis van het wettelijk collegegeld, aangevuld met de overheidsbijdrage die we eigenlijk zouden ontvangen.’ ‘Zeggen dat je vroeger een bedrag kreeg en dit nu doorberekent, is echt niet voldoende’, vindt Zweistra. De Rijksbijdrage is gekoppeld aan de graad, de gehele duur van de bachelor of master, en niet aan één jaar zoals bij het Instellingscollegegeld.’ Bovendien heeft het SCAU in 2011 laten berekenen hoe hoog de gemiddelde bijdrage per student aan de RU zou zijn, namelijk 4.328 euro. Dit is de studentgebonden bijdrage in de onderwijskosten, exclusief wettelijke collegegeld. Tel hier volgens de logica van de RU het collegegeld bij op en je komt hoogstens op 6200 euro uit. Aangezien de rijksbijdrage niet ineens is verdubbeld, lijken tarieven als 17.000 euro erg absurd. ‘Ik heb de cijfers niet paraat’, aldus Gerritsen wanneer hij deze berekening hoort. Hij verwijst naar het jaarverslag van de RU, waarin niet wordt gerept over instellingscollegegeld. De woordvoerder sluit af met een laffe belofte. ‘De suggestie om over deze tarieven een algemene vermelding op de website te plaatsen, zullen we in overweging nemen.’

Kwestie van kunnen?
Willen de RU en andere onderwijsinstellingen gewoonweg geen duidelijkheid bieden, of weten zij echt niet hoe ze bijvoorbeeld de kosten voor een studie per student moeten berekenen? Volgens Zweistra zou het tweede mogelijk kunnen zijn, maar het boekhoudsysteem is in dat geval zwaar verouderd. ‘In bijvoorbeeld België en Australië zijn de kosten per student wel heel nauwkeurig in kaart gebracht’, stelt hij. Een andere reden voor de slechte transparantie is wat minder onschuldig. Zweistra: ‘Een zorgwekkend klein deel van de rijksbijdrage wordt daadwerkelijk aan onderwijs besteed, daar willen universiteiten mogelijk geen aandacht op vestigen.’ De ontbrekende of vage uitleg op universiteitswebsites is hoe dan ook niet voldoende om de hoge bedragen te verantwoorden. De student weet niet of hij gebruikt wordt als ‘melkkoe’, terwijl de universiteiten blijven zwijgen. Het is te hopen dat Bussemaker deze maand met harde maatregelen over de boeg komt, of dat universiteiten zo fatsoenlijk zijn zelf het zwijgen te doorbreken.

Klik hier voor de overige artikelen uit de maart-ANS.

 

Lees meer

Dramatische cijfers instroom en uitstroom master

In de periode 2009-2011 is het aantal studenten dat na het behalen van een bachelordiploma aan de RU vertrekt verdriedubbeld. Dat blijkt uit een brief (.pdf) van het College van Bestuur. Dat de RU moeite heeft om studenten aan zich te binden na het volgen van een bachelor, was al bekend. In de laatste Gezamenlijke Vergadering noemde Collegevoorzitter Gerard Meijer de situatie ook zorgelijk. Nu de cijfers van de uitstroom en instroom bekend zijn blijkt het inderdaad om forse aantallen te gaan. In 2011 vertrokken 600 studenten naar een andere universiteit toen ze hun bachelordiploma op zak hadden, in 2009 was dit aantal nog 176. Dat is meer dan een verdriedubbeling in drie jaar en je kunt dus wel spreken van een massale exodus. Tegenover het stijgende aantal studenten dat vertrekt, staat geen compensatie van studenten die hun master aan de RU komen volgen vanaf andere universiteiten. In 2009 waren er slechts 210 studenten die vanaf een andere universiteit kwamen na hun bachelor, in 2011 is dit aantal 289. Onze alma mater wil probleem met het stijgende aantal universiteitsverlaters aanpakken met een speciale masterdag dit voorjaar en begin maart is er een heuse masterweek. Wellicht is het een idee om ook eens een RU-tentje bij andere universiteiten op te zetten, daarvan kan de Nijmeegse universiteit nog wel wat masterstudenten gebruiken.

 

Lees meer

Mastermalaise

De RU lijkt er niet in te slagen haar afgestudeerde bachelorstudenten aan zich te binden voor een masteropleiding. Hoe kan het dat zij haar studenten steeds meer verliest en hoe kan dit worden voorkomen? Tekst: Cecile Vermaas en Inge Widdershoven De Radboud Universiteit is niet langer in trek bij masterstudenten, dat is de conclusie die je kunt trekken uit de cijfers die het College van Bestuur (CvB) in maart presenteerde. Vorig jaar verlieten zeshonderd studenten de RU na het behalen van hun bachelordiploma, terwijl slechts 289 studenten van elders zich hier inschreven voor een master. Hoewel het absolute aantal masterstudenten iets steeg, is de netto uitstroom sinds 2009 met bijna 13 procent gestegen, een schrikbarende trend. Nu de afname dit jaar nog groter is dan vorig jaar, is onze alma mater wakker geschud. In zijn nieuwjaarsrede benadrukte Gerard Meijer, voorzitter van het CvB, dan ook dat deze daling een oplossing vereist. Als die remedie uitblijft en de trend doorzet, loopt de universiteit flink wat inkomsten mis. Wanneer het aantal studenten in een bepaalde masteropleiding krimpt, terwijl er nog steeds evenveel docenten nodig zijn, wordt dat onderwijs logischerwijs minder rendabel. In een doemscenario kan dat het einde van een opleiding betekenen. Een aanwezig en reëler nadeel is de flinke imagoschade die de RU oploopt als studenten er geen masteropleiding willen volgen. Tijd om het roer om te gooien, als de universiteit haar waardigheid wil behouden. Verouderde voorlichting Hoe is het zo ver gekomen? Martijn Gerritsen, woordvoerder van het CvB, legt uit: ‘In het verleden was het vanzelfsprekend dat een bachelorstudent aansluitend een masteropleiding volgde aan dezelfde universiteit. Het lijkt erop dat daaraan een eind is gekomen. We moeten nog bekijken of de groep die de RU verlaat überhaupt doorstudeert.’ Vorig collegejaar is de harde knip ingevoerd. Voor deze invoering konden studenten aan hun master beginnen terwijl ze nog met een been in de bachelor stonden. Zo waren ze al gebonden aan een universiteit en hoefden ze na het behalen van hun bachelor een vervolgopleiding niet eens te overdenken. ‘Studenten hebben nu de tijd om rond te kijken’, aldus Patrick Verleg, voorzitter van de Universitaire Studentenraad. ‘Dat is waarschijnlijk de reden dat het nu flink begint terug te lopen.’ De RU kan er niet meer vanuit gaan dat studenten in een ruk doorstuderen aan dezelfde universiteit, terwijl de voorlichting daar nog wel op is afgestemd. Afgestudeerde bachelorstudenten moeten opnieuw verleid worden om in Nijmegen te studeren. Voor aankomende bachelors is de PR al tot in de puntjes geregeld. Er zijn tal van voorlichtingsactiviteiten zoals proefstudeer- en meeloopdagen en met glanzende foldertjes en een uitgebreide site worden de scholieren naar binnen gelokt. De mastervoorlichting is daarentegen minder glansrijk. Sterker nog, masterstudenten in spe moeten zelf informatie verzamelen op internet of contact opnemen met de universiteit. Daarnaast is er een Masterweek en –dag, waarin de opleidingen voorlichtingsrondes organiseren, en voor het eerst een extra dag om de in- en externe studenten te informeren. Yuri van Erp, projectleider van de Masterweek: ‘Naast een aantal advertenties hebben we een contactinformatiesysteem waardoor studenten een e-card ontvangen wanneer er een voorlichtingsactiviteit aan zit te komen.’ Wie die berichten krijgen? ‘Dat zijn de mensen die al eerder interesse hebben getoond voor de RU en natuurlijk de Nijmeegse derdejaars.’ PR-problemen Het is fijn dat de RU haar contactpersonen wil uitnodigen, maar het is nog maar de vraag of e-cards de beste manier zijn om nieuwe studenten te werven. Vanwege alle onduidelijkheden start het CvB dit voorjaar een uitgebreid onderzoek naar de uitstroom: nu is bijvoorbeeld onbekend of het probleem per faculteit verschilt en wat de motieven van studenten zijn om de universiteit te verlaten. Tot dusver heeft de RU slechts een nieuwe voorlichtingsactiviteit ingepland om de situatie te verbeteren. ‘We organiseren dit jaar voor het eerst één speciale masterdag die op een zaterdag valt. Hiermee willen we de masterstudenten aan ons binden’, legt Gerritsen uit. Zonder de resultaten van het onderzoek zijn er al enkele verbeterpunten te bedenken om nieuwe studenten aan te trekken. Voor de bacheloropleidingen worden zieltjes gewonnen door een samenspel van instellingen: er is intensief contact tussen middelbare school en universiteit. Studenten van andere universiteiten bereiken door hun studieadviseurs up-to-date te houden, is een gemakkelijke eerste stap naar een dergelijk samenspel voor de masteropleidingen. Het is noodzakelijk dat die bachelorstudenten op de hoogte zijn van de mogelijkheden aan de RU. ‘De masters hier kunnen nog zo goed of slecht zijn, als het voor studenten niet zichtbaar is, maakt het allemaal niets uit’, aldus Verleg. Volgens Van Erp voldoet de site ru.nl/studereninNijmegen om toekomstige masterstudenten naar voorlichtingsactiviteiten te trekken. ‘Mensen zullen wel naar de website toe moeten voor verdere informatie, we hebben geen informatie in de vorm van flyers of folders.’ Dit laatste is een sprekend voorbeeld van de matige PR van onze universiteit en benadrukt dat het CvB nog flink moet aanpoten om het tij te keren. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat een extra zaterdagje leden werven niet voldoende is om studenten te binden. Het invoeren van de harde knip had samen moeten gaan met het invoeren van een bredere voorlichting, ook voor de masteropleidingen. Om die fout recht te zetten moet de RU op zijn minst zichtbaar zijn voor externe studenten. Daarvoor is meer nodig dan een kekke website en een contactinformatiesysteem. Kijk hier voor de overige artikelen uit de mei-ANS.

 

Lees meer

Nog meer lijstjes

De RUmag haar promotievlaggen weer uit de kast halen. Gisteren kwam de KeuzegidsMasters 2015 uit, waarin tien Nijmeegse masteropleidingen worden beoordeeld als beste van Nederland binnen het vakgebied en drie masteropleidingen gebombardeerd zijn tot topopleiding. De drie topopleidingen zijn Political Science, Behavioural Science en Social and Cultural Science, waarvan de laatste twee researchmasters zijn. Een master wordt top als deze meer dan 76 van de te behalen 100 punten scoort. Studenten bepalen voor 70 procent de beoordelingvan de opleiding. Hiervoor wordt gekeken naar de Nationale Studentenenquête (NSE) van de afgelopen drie jaar. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) bepaalt als expert in opleidingskeuring voor 30 procent waar je opleiding op de masterladder komt te staan. In september deelde de RU ijsuit aan studenten om te vierendat zij de 'beste' brede universiteit was volgens de Elsevier-ranking. Eens kijken of de masterstudenten van de topopleidingen vandaag taart krijgen voor de gunstig ingevulde NSE.

 

Lees meer

SP wil met CDA stufi redden

Het congres van GroenLinks maakte studiefinanciering als sociaal leenstelsel onhaalbaar voor de Paars Plus coalitie die rondom het voorstel was geconstrueerd. Nu verklaart vice-president Maxime Verhagen (CDA) geen heilige huisjes te hebben in de aanloop naar nieuwe bezuinigingen. 'Dat klinkt hoopgevend,' zegt Jasper van Dijk (SP). 'Mogelijkheid tot wijziging zou zeker moeten gelden voor de studiefinanciering.' De beslissing van het GroenLinks-congres om vanaf nu in te zetten op een studietax geeft de SP nieuwe mogelijkheden. 'Dit soort voortschrijdend inzicht kunnen wij alleen maar toejuichen,' aldus Van Dijk tegen Scienceguide. De SP hoopt nu het CDA zover te krijgen de stufi in de masterfase te redden en de beoogde bezuinigingen te bereiken met bijvoorbeeld een eerlijke aanpak van de hypotheekrenteaftrek. Het plan volgt op de zware kritiek die het sociaal leenstelsel te verduren kreeg van het bedrijfsleven en verschillende belangenverenigingen in de bèta-tech sector, naast tegenstand van onder meer PVV en SP. Zij begrijpen niet dat in een tijd van economische achteruitgang het de bèta-student moeilijk gemaakt wordt om een in die sector meestal meerjarige master te volgen. Van Dijk ziet niet alleen voordelen voor de Nederlandse student, maar ook voor Verhagen zelf: 'In studentenkringen zal men niet gauw uitgepraat raken over "die dag in 2012" waarop het CDA weer koos voor studenten.'

 

Lees meer

Tweede studie aan RU tegen laag tarief mogelijk

Studenten die een tweede bachelor- of masteropleiding willen volgen aansluitend op een eerste studie aan de RU, kunnen dat in het komende academisch jaar tegen het lage wettelijke tarief (1771 euro) doen. In de afgelopen afsluitende gezamenlijke vergadering bracht de USR hierover een positief advies uit aan het College van Bestuur (CvB). ‘Dit is een vooruitgang ten opzichte van vorig jaar’, meldt de USR via numedezeggenschap.nl. Wel werd een belangrijke kritische kanttekening gemaakt in het advies. Het volgen van een tweede afstudeerrichting binnen dezelfde mastertrack is namelijk niet mogelijk tegen het wettelijke tarief. Hoewel de diverse masters binnen een afstudeerrichting sterk kunnen verschillen, worden deze door het College aangemerkt als te veel overeenkomend om dit tegen het lage tarief aan te bieden. Het CvB en Dienst Studentenzaken bekijken nu de opties om dit alsnog mogelijk te maken.

 

Lees meer