Stormloop van studenten

Het enthousiasme onder zesdeklassers om een studie te kiezen is groter dan ooit. De aanmeldingscijfers zijn hoog en open dagen worden platgelopen. Wordt de RU in september overspoeld door een stortvloed aan sjaarzen?

Tekst: Mickey Steijaert

De open dag van de RU werd beter bezocht dan ooit. De broodjes ham en kaas waren niet aan te slepen en de verschillende voorlichtingscolleges leverden propvolle zalen op. Maar liefst 2750 scholieren wisten op 12 april de weg naar Nijmegen te vinden, 10 procent meer dan vorig jaar. In de aantallen scholieren die zich via Studielink alvast hebben aangemeld bij de RU is een nog veel grotere toename te zien. Bij het schrijven van dit artikel stond de teller op een stijging van 2607 naar 3166 scholieren. Deze oplopende cijfers zijn geen uitzondering, door heel het land lijken de universiteiten opeens in trek. De vooraanmeldingscijfers rijzen de pan uit en open dagen worden – zeker in vergelijking met vorig jaar – platgelopen. Dat terwijl het aantal eindexamenkandidaten niet exorbitant hoog is dit jaar. De vraag is waar dit plotselinge enthousiasme van zesdeklassers vandaan komt. Mocht het zo zijn dat de vooraanmeldingen zich daadwerkelijk omzetten in inschrijvingen, dan kan de RU haar borst natmaken: er ontstaat dan een ware stormloop van studenten.

Oriëntatiedruk Het blijkt lastig om de vinger op de zere plek te leggen, pas in oktober zijn de definitieve cijfers voor collegejaar 2013-2014 bekend. Wel wijzen de meeste deskundigen eensgezind op een aantal oorzaken. Peter Huwae, voorzitter van de sectie havo/vwo van de Nederlandse vereniging voor schooldecanen en leerlingbegeleiders NVS-NVL, legt uit: ‘Er worden binnen de studie steeds meer drempels opgeworpen. De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft bijvoorbeeld een bindend studieadvies van 60 punten ingevoerd voor het eerste jaar. De schooldecanen geven zulke maatregelen door aan hun leerlingen, zij pikken deze informatie dus ook op.’ Voor de scholieren neemt daardoor het belang van een juiste studiekeuze – en dus ook een vroege oriëntatie – toe. Een tweede oorzaak schuilt in de vervroegde aanmeldingsdeadline in Utrecht. Scholieren die hun studententijd in de Domstad willen doorbrengen moeten al voor 1 mei hun inschrijving in orde hebben. ‘Dat verschil in aanmeldingsdeadlines zorgt voor erg veel onduidelijkheid’, aldus Lotte Savelberg, voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS). ‘Om sowieso op tijd te zijn zorgen scholieren dat ze zich vroeg genoeg oriënteren.’

Doorstromen naar de studie Niet alleen oriënteren scholieren zich nu eerder, ook zal het aantal eerstejaars waarschijnlijk stijgen. Dit is het gevolg van zesdejaars die dit jaar afzien van een tussenjaar. Vanwege de op handen zijnde afschaffing van de basisbeurs in 2014 denken zij nu wel twee keer na voor ze een jaar gaan backpacken in Australië en tegen de gevolgen van het leenstelsel aanlopen. Gottfried Erdtsieck, voorzitter van de Nijmeegse kring van decanen, lid van de Vereniging voor Schooldecanen en Loopbaanbegeleiders en daarnaast zelf decaan van het Montessori College, ziet dagelijks scholieren hun plannen voor een tussenjaar opgeven. ‘Iedereen gaat rekenen: twaalf maal 250 euro en dat keer vier jaar. Als het dergelijke financiële consequenties heeft om voor een tussenjaar te kiezen, beginnen ze op enkele uitzonderingen na toch direct met de studie.’ Hans Vossensteyn, voorzitter van het Center for Higher Education Policy Studies, ziet parallellen met het Verenigd Koninkrijk. ‘Daar werd in 2010 een verhoging van het collegegeld van 3000 naar 9000 pond aangekondigd. In 2011 en 2012 zijn vervolgens aanzienlijk meer mensen ingestroomd. Precies hetzelfde kun je hier verwachten.’ De scholieren van Erdtsieck zijn dan ook geen uitzondering. Zijn collega’s, zo ook Huwae, zien hetzelfde patroon van scholieren die het tussenjaar overslaan. Beide decanen schatten op basis van eigen ervaringen en die van collega’s de toename in het aantal eerstejaars komend collegejaar op zo’n 10 procent. Dit komt niet alleen aardig overeen met het deel scholieren dat volgens cijfers van ResearchNed normaal gesproken een tussenjaar inlast, maar ook met de stijging van bezoekers van de open dag.

Geen paniek Gegeven deze ruwe schatting kan de RU volgend jaar om en nabij de vierhonderd extra eerstejaars verwachten. Ongetwijfeld zal dit zorgen voor een drukkere Refter en minder vrije pc’s in de UB, maar belangrijker is de vraag of het onderwijs hier onder heeft te lijden. Niet of nauwelijks, zo blijkt. Frans Janssen van de afdeling Marktverkenning, Strategie en Ontwikkeling van de RU geeft aan dat de toestroom in ieder geval de capaciteit van collegezalen niet te boven zal gaan. ‘De studies met volle collegezalen, zoals Rechten en Psychologie, hebben een numerus fixus, die een overdosis studenten voorkomt. De meeste andere opleidingen hebben geen capaciteitsprobleem en zijn waarschijnlijk juist blij met meer studenten.’ Ook wat betreft het aantal docenten is er geen reden tot paniek. Hans Vossensteyn: ‘Tot 2020 wordt een grote stijging in het aantal studenten verwacht. Het is belangrijk dat de universiteiten daar - met de intensivering van het onderwijs in het achterhoofd - een oplossing voor vinden. In dit geval kan het al voldoende zijn om gedurende een collegejaar de focus bij de werknemers wat meer te verleggen van onderzoek naar onderwijs. Er is immers sprake van een golfbeweging, want volgend jaar zal het aantal inschrijvingen weer dalen. Dan kan juist weer meer nadruk worden gelegd op onderzoek.’

Bekijk hier alle andere artikelen uit de mei-ANS.