Universitair afgestudeerden hebben meer kans op het behoud van hun baan dan hbo- of mbo-afgestudeerden, dat maakte de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) gisteren bekend in hun jaarlijkse rapport
Education at a glance (
.pdf). In dit rapport vergelijkt de OESO verschillende industrielanden, waaronder 21 EU-landen, op onderwijsgebied.
In deze editie van het rapport richt de OESO zich vooral op de effecten van de economische crisis en de gevolgen hiervan op het onderwijs. Wat hierbij opvalt, is dat de crisis universitair opgeleiden het minst hard treft. Waar de werkloosheid onder laagopgeleiden tussen 2008 en 2011 steeg met 3,8 procentpunten, steeg die onder hoogopgeleiden met 1,5 procentpunt.
Minister van Onderwijs Jet Bussemaker schreef in een brief (
.pdf) naar de kamer over dit rapport. Zij meldt dat ook tijdens de crisis een hogere opleiding een betere kans op een baan biedt. Daarnaast behoort Nederland nog steeds tot de landen met het laagste werkloosheidspercentage. Opvallend is dat zij pleit voor het investeren in onderwijs, na de talloze eerdere
bezuinigingen. Een hoge onderwijskwaliteit gaat samen met hoge kosten, maar brengt ook maatschappelijke baten met zich mee en moet worden afgewogen tegen andere onderwijsuitgaven, zo schrijft ze.
De volledige impact van de crisis op onderwijs is nu nog niet te beoordelen, maar wordt in komende edities van
Education at a glance verder toegelicht.