Beste eerstejaars,
Het lijkt mij maar het beste om te beginnen met het volgende: jullie zijn niet zo bijzonder. Natuurlijk, je zou het graag zijn, je wilt graag bijzonder gevonden worden. Mensen moeten naar je kijken en denken: hij of zij, die komt er wel. Zo intelligent, zo spitsvondig en een goede leerling ook.
Je bent misschien behoorlijk wijs voor je leeftijd of integer of welbespraakt en je hoopt dat anderen dit zien en zulke capaciteiten aan jou toeschrijven. Misschien beschik je inderdaad over een hoge intelligentie en ben je erg welbespraakt. Toch ben je niet bijzonder.
Er zijn er zo veel van jou. Aankomend studenten met de wildste dromen voor de toekomst en met hooggespannen verwachtingen over hun eerste indruk, over de impressie die ze willen achterlaten op hun medestudenten, hun docenten en hun nieuwe huisgenoten. Iedereen wil wel een beetje bijzonder zijn, excentriek misschien zelfs, als je het durft. Excentriekelingen, zij springen er immers uit. Quasinonchalant tolereer je hun aanwezigheid, alsof het je niet kan schelen dat juist zij altijd in het middelpunt staan. Ze worden toch ook vaak bespot, en zijn ze tegelijkertijd niet een beetje vreemd? Maar dan, ‘s nachts, in je studentenbedje, als je niet kunt slapen omdat je huisgenoot weer een leuke eerstejaars ligt aan te drukken, ga je liggen fantaseren.
Wat als ik ook iets meer was als die uitbundige, welbespraakte jongen uit m´n klas? Zou ik dan populairder zijn, zouden m’n klasgenoten mijn opmerkingen dan wél een nuttige bijdrage vinden?
Troost je. Die uitbundige, welbespraakte jongen is niet bijzonder. Ook van hem zijn er velen. En ja, hij wordt inderdaad zowel bewonderd als bespot. Dan heb jij het toch makkelijker, jij ietwat onzichtbare maar altijd stoïcijns doorwerkende en stabiele leerling. Geen
ups en
downs voor jou, geen pieken van euforie omdat je medestudenten en docenten je dagelijks ophemelen, geen dalen wanneer je opeens in ongenade valt en wordt afgeserveerd alsof je slechts een bron van vermaak was. Nee, voor jou, jij modale student, is het leven heel waarschijnlijk een reis over een uitgestrekte vlakte, met hier en daar een kleine zandduin die je even het gevoel geeft wel degelijk bijzonder te zijn, of die je ontmoedigt door te gaan met je studie. Het zal allemaal relatief blijken. Je haalt je studie, misschien met een kleine vertraging, je bouwt, net als ieder ander, een studieschuld op, je verliest je maagdelijkheid als je die al niet kwijt was en je zult regelmatig straalbezopen zijn. En dan zullen al je grote dromen je uiteindelijk voorbij varen terwijl jij in de leegte na je studie op zoek bent naar de juiste richting en alles opeens totaal anders loopt.
Jongens, jullie zullen een meisje vinden die je droomvrouw (b)lijkt te zijn. Zij zal je een paar kinderen schenken, in eerste instantie omdat zij ‘er wel klaar voor was’, de één of twee koters erna zijn te wijten aan jouw plots ontstane vadergevoel na de geboorte van je eerste kind. Je zult nooit opnieuw de dromen willen najagen die inmiddels lang vervlogen zijn. Kun jij je die dromen nog herinneren, of is de herinnering aan een droom waarvan je niet precies meer weet hoe hij er uit zag eigenlijk zelfs prettiger? Ooit had ik een droom, zul je dan denken, en het was een mooie droom. Nu is er de leaseauto, het huis, de kinderen. Ja, het is cliché om het cliché te noemen, maar zelfs de hond wordt toegevoegd aan jouw toekomstperspectief.
Meisjes, jullie willen arme kinderen helpen in het buitenland. Goed werk doen, iets betekenen. De obsessieve prestatiedrang en de onwerkelijke dromen van die jongens kunnen jullie niet begrijpen. Jij wilt dáádwerkelijk bijzonder zijn, een toegevoegde waarde voor de wereld om je heen. Net zoals iedereen dat wil; jij bevindt je in goed gezelschap. En wanneer ook jij, met een kleine uitloop vanwege je bestuursjaar, afgestudeerd bent en denkt dat je het helemaal gaat maken, loopt het allemaal toch anders. Onverhoopt, onverwacht, een aanbod voor een baan in Nederland. Die jongen van vroeger, uit vier VWO, hij bleef op je wachten en nu sta je op de rand van een nieuw avontuur met hem. Terug naar je geboortedorp waar je een leuk appartementje huurt. Ach, wat zou het, hier voelt het vertrouwd. Die toekomstdromen komen wel een keer, voor nu ben ik gelukkig. Maar die toekomstdromen komen nooit meer, ze vergaan met elke stap richting burgerlijke vastigheid. De ooit gekoesterde droom om bijzonder te zijn is nu definitief verleden tijd. Je ontwaakt in de toekomst en beseft dat dit is verworden van je leven, zo’n zes of zeven jaar vanaf nu; een modaal leven met een modale baan, een kind, een huis en een partner. Net zoals de meesten. Vakanties vier je in Frankrijk, waar je bij de ring om Parijs in de file staat met je Opel Zafira waarvan de airco kapot is en met een sleurhut aan de trekhaak gekoppeld. Net zoals de meesten.
En weet je? Dat geeft helemaal niets. Want ook niet-bijzonderheid is prima. Een enkeling van wie je het nooit verwachtte is straks ontzettend succesvol, misschien zelfs bijzonder, als je het zo wilt noemen. Wie weet kijkt een ander ook zo tegen jou aan. In ieder geval zul in je eigen perceptie nooit zo bijzonder zijn als diegene tegen wie je opkijkt. En daarom is misschien wel niemand écht bijzonder, want ook van de excentriekelingen, de succesvollen en de welbespraakten zijn er duizenden en duizenden op deze wereld, die ieder op hun beurt weer opkijken tegen een ander. Berust maar in je toekomst, kijk om je heen en realiseer je dat die jongen of dat meisje, je nieuwe studiegenootje die al de hele dag zo wanhopig zoekt naar oogcontact, naar een praatje met jou, en die nu ‘per ongeluk’ naast je is gaan zitten, dat hij of zij het onontkoombare patroon van de rest van je leven verwezenlijkt. Je toekomst ontvouwt zich altijd anders, tegengesteld van de plannen die jij voor ogen had. Je ontmoet iemand in wiens ogen jij wel degelijk heel bijzonder bent en je beseft dat jouw eerdere plannen opeens niet meer zo belangrijk zijn. Misschien zoeken we allemaal naar die ene persoon die ons oprecht bijzonder vindt, echt, onvoorwaardelijk en voor altijd bijzonder. Van bijzonder willen zijn naar bijzonder gevonden worden. Ik hoop in het bijzonder dat jullie tijdens je studie door die ene persoon gevonden worden.