Erasmus verandert weinig aan Europa-beeld studenten

Het Erasmusprogramma, dat studenten de mogelijkheid biedt een tijdje over de grens te studeren, lijkt haar oorspronkelijke doel niet te verwezenlijken. Dat concludeert Christof van Mol na onderzoek (.pdf) omtrent de invloed van mobiliteit bij Europese studenten op hun Europese identiteit. Bij oprichting van het programma in 1987 was het oorspronkelijke doel om studenten positiever te laten denken over de Europese Unie (EU) en zo het vormen van een Europese identiteit te stimuleren. Resultaten van enquêtes die Van Mol afnam bij studenten uit verschillende landen wijzen echter uit dat in sommige gevallen (afhankelijk van het land van afkomst van de student) de buitendlandervaring geen invloed heeft op haar beeld van Europa of haar gevoel van Europees burgerschap. Voor Italië en België geldt dat studenten die een tijd elders gaan studeren bij voorbaat al een positiever beeld van Europa hebben: de reis zelf verandert hier weinig meer aan. Er is wel een significant verschil tussen studenten die aan Erasmus deel gaan nemen of hebben genomen en zij die hun volledige studie binnen ’s lands grenzen volgen. Polen zijn over het algemeen positief over Europa, ongeacht de invulling van hun studietijd. De waarschijnlijke verklaring hiervoor is, zo stelt het onderzoek, dat zij de transitie naar EU-lidstaat bewust hebben meegemaakt. Noren zijn daarentegen minder betrokken bij hun continent: zij identificeren zich eerder met Scandinavië. Als er bovendien al een positief beeld wordt gevormd, vindt deze hernieuwde identificatie vaak niet plaats op politiek niveau, maar verbetert de persoonlijke band die de persoon met Europa ervaart. Zo'n half jaartje nieuwe mensen leren kennen levert immers een hoop nieuwe gratis vakantiebestemmingen op.

 

Lees meer

Erasmus+: makkelijker naar het buitenland

Menig student heeft dankzij het Erasmus programma naast de nodige feestjes ook een goede buitenlandervaring op gedaan. Dit programma stopt per 1 januari 2014. Maar niet getreurd, want vanaf die datum zal Erasmus+ het huidige programma overnemen. In Erasmus+ zullen alle oude Europese onderwijsprogramma’s, zoals Erasmus Mundus, bij elkaar worden ondergebracht. In dit programma zijn een aantal wijzigingen ten opzichte van het oude. Dinsdag heeft het Europees Parlement met een grote meerderheid voor het nieuwe Erasmus+ programma gestemd. De volledige invulling van het programma is nog niet bekend, maar met de hulp van het International Office van de RU geeft ANS de relevante veranderingen voor studenten. Wat verandert er ten opzichte van het oude Erasmus programma? ‘Voor de student worden de mogelijkheden uitgebreid om naar het buitenland te gaan. Op dit moment mag een student één keer voor een studie en één keer voor een stage naar het buitenland.’ zegt Jos Brommer, Erasmuscoördinator van het International Office. Vaker naar het buitenland? Het nieuwe programma beoogt het buitenlandverblijf voor studenten gemakkelijker en aantrekkelijker te maken doordat de student vaker naar het buitenland kan en mag gaan. Het Erasmus+ programma heeft de verschillende stadia van een universitaire opleiding verdeeld in cycli. De bachelor is vanzelfsprekend de eerste cyclus, de masterfase de tweede en tenslotte het proberen te behalen van een PhD de derde cyclus. Tijdens de bachelorfase mag een student voor een periode van maximaal een jaar naar het buitenland, hierbij mag hij meerdere keren voor studie en stage weg. In de masterfase en tijdens zijn PhD mag hij opnieuw maximaal een jaar in het buitenland vertoeven op kosten van de Europese Unie. Hoe zit het met de kosten? Het nieuwe programma zal voor de student waarschijnlijk niet duurder worden. De beursbedragen gaan namelijk variëren. De bestemmingslanden worden in drie categorieën verdeeld. In de categorie met het hoogste maandbeursbedrag vind je onder andere Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk. De andere twee categorieën zijn een middencategorie, met landen die net zo duur zijn als Nederland, en de ‘goedkope’ landen, voornamelijk in Oost-Europa. Kun je nu ook buiten de EU studeren? In de plannen voor het Erasmus+ programma staat ook dat een verblijf buiten de EU tot de mogelijkheden gaat behoren. Over de invulling hiervan is nog niet alles duidelijk, wat ertoe heeft geleid dat het voor in ieder geval een jaar wordt opgeschort. Aan Erasmus doen alle 28 lidstaten van de Europese Unie mee, plus IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Turkije en Zwitserland. Op termijn dus ook landen van buiten Europa. Tijdens de Universitaire Gemeenschappelijke Vergadering van 4 november werd duidelijk dat ook daar nog niet iedereen weet wat het Erasmus+ programma inhoudt, een enkeling was zelfs niet op de hoogte van de vervanging. Dit terwijl de Radboud Universiteit er naar streeft dat in 2018 de helft van haar studenten een periode van minimaal 15 EC in het buitenland heeft gestudeerd of stage heeft gelopen. Het nodige werk moet de komende vier jaar dus nog verzet worden.

 

Lees meer

Erasmusbeurs in ieder geval voor komend jaar veilig gesteld

Het Erasmus-programma, dat studenten voorziet van een beurs tijdens verblijf in het buitenland, is definitief gered voor het komende collegejaar. Het Europees Parlement en de Europese lidstaten hebben ingestemd met een extra investering van totaal 6 miljard euro voor het dichten van tekorten op alle EU-programma's. Het aandeel van Erasmus in dit tekort bedroeg 90 miljoen voor 2012 en 500 miljoen voor 2013. Dankzij de aanvullende bijdrage vanuit de lidstaten zijn 280 duizend studenten volgend jaar verzekerd van een bezoek aan het buitenland. De uitwisselingen dreigden in gevaar te komen door grote financiële problemen bij de Brusselse instantie. Studenten met buitenlandambities kunnen voor komend jaar dus gerust hun koffers gaan pakken. De verdere toekomst van het Erasmus-programma is nog onduidelijk. Op de gehele EU-begroting bestaat nog steeds een tekort van 2,9 miljard.

 

Lees meer

Meer Nederlandse studenten weg met Erasmusbeurs

Vanmiddag kwam de Europese Commissie met cijfers over het Erasmusprogramma. Maar liefst 231 duizend studenten kregen in 2010-2011 een Erasmusbeurs, dat is 8,5 procent meer dan vorig jaar. De EU pompte in dit afgelopen studiejaar maar liefst 460 miljoen euro in het programma. Trots schrijft de commissie dat ze, nadat het programma in 1987 startte, 2,5 miljoen studenten in heel Europa de kans heeft kunnen geven in een ander land te gaan studeren. De verwachting is dat de 3 miljoen in het studiejaar 2012-2013 wordt bereikt. Afgelopen studiejaar trokken 8590 Nederlandse studenten weg om elders te gaan studeren (dat is 11,9 procent meer dan vorig jaar), terwijl er 9190 hierheen kwamen. Over alle studenten gezien is het meest gewilde studieland Spanje, terwijl dat land juist ook het hoogste aantal studenten ziet vertrekken naar andere oorden. De Nederlandse studenten prefereren net als de rest van Europa de Spaanse zon, 1485 studenten vertrokken naar het land van de sangria en siësta. Groot-Brittannië (1449 studenten) en Duitsland (863) werden daarna het meest gekozen door de Nederlanders. Het minst populair is Cyprus: slechts zes studenten trokken naar het tropische eilandje om te studeren.

 

Lees meer

Uit de Oude Doos: Weg met Erasmus

Het zijn niet alleen roerige tijden voor de basisbeurs, maar ook voor de Erasmusbeurs. Deze maand werd bekend dat de beurs in zwaar weer verkeert. Een beurs voor buitenlandgangers kan in 2013 nog worden gerealiseerd, maar het is de vraag wat er daarna gaat gebeuren met het extraatje voor buitenlandverblijfers. Er is vaak kritiek op het Erasmusprogramma. Studenten die gebruik maken van de beurs -als die er al zijn- zouden zes maanden gaan zuipen in plaats van studeren. In 1994 nam ANS de Erasmusbeurs onder de loep en onderzocht: waarom gaan zou weinig studenten naar het buitenland? Lees hieronder het artikel over de Erasmusbeurs uit de november-ANS van 1994. Dieper in het archief van ANS kijken? Klik hier voor meer materiaal Uit de Oude Doos.
Weg met Erasmus studeren in buiteland niet erg in trek Barcelona, Tours, Londen, Rome: Erasmus betaalt! Hoewel steeds meer studenten via het Erasmusprogramma tijdelijk naar het buitenland gaan, blijven er nog steeds veel plaatsen over. Slechts zes procent van alle studenten verlaat Nederland. Waarom zijn dat er maar zo weinig? Tekst: Ineke Majoor en Femke van der Weide 'Ik had er zeventig, maar ja, dan krijgen ze vriendjes of vriendinnetjes enzo... Tot nu toe zijn er nog maar vijfenvijftig gegaan.' Aaan het woord is Hugo de Schepper, hij is voormalig coördinator van het Erasmusprogramma bij de letterenfaculteit. Erasmus staat voor 'EuRopean Community Action Scheme for the Mobility of University Students.' Dit Europese samenwerkingsverband tussen verschillende universiteiten maakt het voor studenten mogelijk om met een extra beurs in het buitenland te studeren. Erasmus heeft dit jaar voor Nijmegen 2827 maanden beurs te vergeven, verdeeld over 409 studentenplaatsen. Er zijn echter maar 246 studenten die tijdelijk hun studiegeluk elders gaan zoeken. Volgens Stapper vormt de taal een van de grootste obstakels om naar het buitenland te vertrekken. er worden in Nijmegen te weinig taalcursussen gevolgd door studenten die naar het buitenland willen. Om taalproblemen te voorkomen stelt De Schepper het tegenwoordig verplicht dat de student een certificaat laat zien als bewijs dat hij of zij de taal beheerst. Een andere reden voor studenten om in Nederland te blijven is de tijdsdruk. Ha de student vroeger nog de tijd om rustig een jaartje te gaan freewheelen, tegenwoordig moet er geblokt worden om aan de tempobeursnorm te voldoen. 'Je loopt sowieso een achterstand op als je naar het buitenland gaat, omdat er zoveel nieuw voor je is', aldus Gemma, studente Spaans. De Schepper spreekt liever niet over een achterstand: 'Gemiddeld haalt een student in het buitenland ongeveer dertien studiepunten per semester. Dat is dus genoeg voor de temponorm. Maar daarnaast leert de student een nieuwe taal, nieuwe mensen en een andere cultuur kennen.' Bij een aantal studierichtingen binnen letteren kun je alleen nog maar een heel jaar weg als je naar het buitenland gaat. Ook dit kan meespelen bij de beslissing van de student om niet te vertrekken. Waarom is deze jaarregel toch ingevoerd? De Schepper: 'Een half jaar heeft een te laag rendement. Voordat de student gewend is en de taal onder de knie heeft, zijn we al een paar maanden verder. Bovendien is de huisvesting voor een half jaar moeilijker te regelen en worden er vaak cursussen gegeven van een heel jaar. Tentamens worden vaak pas aan het eind van het cursusjaar afgenomen.' De afvallers dankzij die regel neemt De Schepper op de koop toe. Slechte begeleiding De praktijk leert dat je wel stevig in je schoenen moet staan als Erasmusstudent. De begeleiding vanuit Nederland ervaart men in het algemeen als slecht. Jeroen: 'Ik kreeg van mijn coördinator hier in Nederland een studiegids uit 1987, terwijl ik in 1993 vertrok. Toen ik in Spanje kwam, bleek dat ik daardoor niet alle vakken kon volgen die ik had willen doen. Ook de huisvesting moet in Spanje vaak ter plekke geregeld worden.' De begeleiding, die de student in het buitenland krijgt, verschilt per stad. Jeroen: 'Mijn begeleidster zetelde in het Spaanse parlement en was daardoor vrijwel nooit aanwezig.' Nathalie die ook in Spanje zat, ontdekte dat er daar helemaal niemand van het Erasmusprogramma af wist. In zo'n geval is het bijvoorbeeld prettig als er iemand is op wie je terug kunt vallen. Vandaar dat Erasmusstudenten tegenwoordig minimaal met z'n tweeën vertrekken. De kosten van een verblijf in het buitenland schrikken de student ook af. Een Erasmusstudent krijgt gemiddeld 100 ecu (fl.215 gulden) per maand, met behoud van de studiebeurs. Dit bedrag varieert echter per stad. Deze beurs is meetal niet kostendekkend, maar 'vergeleken bij andere Europese landen mag de Nederlandse student niet zeuren. Veel studenten in Europa ontvangen helemaal geen beurs', merkt De Schepper op. 'In zes jaar tijd heb ik 250 mensen naar het buitenland gestuurd, van wie er maar twee voortijdig teruggekomen zijn.' Jeroen relativeert de problemen waarmee studenten in het buitenland kampen. 'Studeren in het buitenland is niet zo moeilijk als het lijkt. Je moet alleen de stap durven zetten. Je staat hier te janken als je vertrekt, maar je staat daar na een jaar weer te janken als je terug moet.'

 

Lees meer