De omstreden missie Task Force Uruzgan kostte tussen 2006 en 2010 vijfentwintig militairen het leven.
Filmmaker Robert Oey vertelt hun verhaal in zijn documentaire Gesneuveld door de ogen van de nabestaanden.Tekst en foto's: Kiki Kolman
Zittend aan zijn bureau vertelt de vader van omgekomen militair Tim Hoogland dat hij niet boos is op Defensie. ‘Ik kan beter boos zijn op mezelf, ik vond het mooi dat hij in dienst ging.’ Hij is nog lang niet over de dood van zijn zoon heen. Praten over zijn verdriet is lastig voor hem en dat belemmert hem om zijn normale leven weer op te pakken. Zijn vrouw staat bij het graf van hun zoon. Ze zegt hard haar best te doen om verder te gaan, maar ze is de levenslust gewoon verloren.
Met zijn film – ‘ik vind documentaire zo’n saai woord’ -
Gesneuveld verbeeldt filmmaker Robert Oey de dood van de vijfentwintig Nederlandse militairen die in de periode van 2006 tot 2010 zijn omgekomen in Afghanistan. Hij doet dit niet door middel van shots van ontploffingen of oorlogsgeweld, maar aan de hand van verhalen van nabestaanden, interviews met militairen en beelden die hij schoot tijdens zijn twee weken durende bezoek aan Afghanistan. ‘Ik wil mijn blik op het leger richten via de dood van die jongens.’
Behoefte om te schieten
Het leger heeft Oey altijd al gefascineerd. ‘Dat je als man of vrouw voor een beroep kunt kiezen waarbij je mogelijk het leven laat, vind ik heel bijzonder. Toch kan ik begrijpen dat je deze keuze maakt.’ Oey kan zich de aantrekkingskracht tot het wapentuig voorstellen. ‘Ik ben niet vies van het idee dat geweld een onderdeel is van wie we zijn. Als je mij voorstelt om in een weiland te gaan schieten op blikjes, een konijn of zelfs iets groters, dan ga ik zo mee. Een van de militairen uit de documentaire had kort voor het omkomen van zijn
buddy zijn vriendin aan de telefoon. Hij had tegen haar gezegd: “Godverdomme, ik heb nog steeds niet kunnen schieten.” Ik kan mij dat gevoel wel voorstellen. Ik zou soldaat worden om te schieten. Veel, lang en zo hard mogelijk.’
De regisseur verbaast zich over de krampachtige houding van Nederland tegenover de krijgsmacht. ’We willen een leger en we geven er flink wat poen aan uit, maar we kunnen ze niet ergens naartoe sturen en zeggen “
do your thing”. Weet je waar wij in Nederland goed in zijn? Humanitaire missies. Daar mogen ze wel schieten, maar het liefst niet raak. We missen het besef dat het laten zien dat je stoerder, beter en meer krijger bent dan anderen de essentie van het militaire beroep vormt.’
Bescheiden beelden
Hoewel Oeys visie anders doet vermoeden, is
Gesneuveld een rustige, bijna gezapige film. De kijker ziet de militairen niet in actie, maar in de kantine of op een gala. Opnames van het strijdveld of schreeuwende soldaten ontbreken. Oey: ‘Beelden van een oorlog met veel lawaai, gevloek en een cameraman die steeds wegduikt zijn al honderden keren vertoond en eigenlijk ook niet interessant. Het is veel aangrijpender om nadien in een veel soberdere beeldvoering op zoek te gaan naar het achterliggende verhaal.’
Dit doet hij aan de hand van monologen van familieleden, collega’s en vrienden van de slachtoffers. Zo spreekt de vader van wijlen Timo Smeeijhuizen over hoe zijn vrouw hem verliet en hij zich overgaf aan het geloof. De zus van sergeant Mark Weijdt doet een boek open over het moment dat zij op het punt stond de kist van haar broer te openen, zelfs al een schroef had losgedraaid, omdat ze anders zijn dood niet kon bevatten. De beelden die worden gebruikt zijn simpel, stil en worden begeleid door een kalme muziek. Oey heeft deze keuze gemaakt vanuit zijn voorliefde voor het klinische, zo vertelt hij. ‘Ik vind het mooi als films de zaken feitelijk weergeven. Ik ben ook een enorme fan van filmpjes zoals ze die vroeger maakten, waarbij je in een bierbrouwerij zag hoe van het hop een biertje werd gemaakt, hoe het flesje werd gevuld en hoe aan het einde iemand dat opdronk. Datzelfde wilde ik in eerste instantie met deze film doen, een feitelijke beschrijving van hoe het slechte nieuws in Nederland werd gebracht. Wat gebeurde er? Wat had diegene aan? Wat werd er gezegd?’ Er is echter meer in de documentaire gekomen dan dat alleen. ‘Uiteindelijk ben ik overmand door de verhalen en is er meer emotie bij komen kijken.’
Is het dan wel mogelijk om een onderwerp dat zo emotioneel geladen is feitelijk te brengen? ‘Jawel. Er zit heel veel zeggingskracht in simpele handelingen: de manier waarop je ontbijt, wat je aantrekt en hoe je dat doet. Ik film sprekers niet voor niets achter hun bureau vol papieren of terwijl zij een kleffe bruine boterham met kaas eten bij de patiëntenadministratie. Ik zou ook een indrukwekkendere omgeving kunnen kiezen, maar deze alledaagse handelingen in hun doorsnee context zeggen veel meer.’
Tarten van het lot
De documentaire mag dan uiterlijk kalm zijn, de inhoud is des te heftiger. ‘Deze film is heel diep gegaan. Ik raak ontroerd als ik hem terugkijk. De gevoelens die de mensen in de film bij me oproepen overvallen me op zo’n moment.’ Ook voor hen is het zien van de film confronterend, vooral de eerste keer. ‘Zij moeten vooral heel erg wennen aan het feit dat hun verhaal in dienst staat van een groter geheel. Pas na een tweede, derde of vierde keer beginnen ze het te begrijpen.’ Hoewel Oey het in eerste instantie niet zo heeft bedoeld, zien sommigen de film als een eerbetoon aan de omgekomen militairen. ‘Ik geloof zelfs dat het woord monument is gevallen, maar ik denk dat dat heel persoonlijk is. Een monument is niet van zichzelf een monument, dat moet het blijken te zijn. Ik bepaal niet voor de nabestaanden of dat hier het geval is. Dat is iets heel particuliers.’
De filmmaker gaat zorgzaam om met de rouwenden. ‘Ik vind het belangrijk dat het maken van de film in harmonie met de betrokkenen gebeurt. Documentairemakers die een kort geding aan hun broek krijgen, heb ik altijd heel verdacht gevonden. Bovendien moet je mensen soms tegen zichzelf in bescherming nemen, bijvoorbeeld wanneer ze boos worden of politieke uitspraken doen. Dergelijke beelden gebruik ik dan niet.’
Het is duidelijk dat Oey heel betrokken is bij degenen die in zijn film voorkomen. Hij kent hun verdriet, niet uit ervaring, maar uit hun verhalen. ‘Dat verdriet is een ander soort verdriet dan van iemand die zijn naaste aan een ziekte of ongeluk heeft verloren. Het grote verschil is dat deze mannen het lot zelf opzochten. Het is zoals een van de vaders zegt: “Hij was er al geweest, hij had het al gedaan en toch wilde hij nog een keer.” Vroeger zei men dat je stierf voor je vaderland, maar ik geloof niet dat die zin nog veel wordt uitgesproken. Ook de vraag naar zingeving is daarom een essentiële. Wanneer men op zoek gaat naar antwoorden is dat een linke exercitie, omdat je niet goed weet wat de antwoorden zijn.’
Film is geen kunst
Op 30 september ging
Gesneuveld in première op het Nederlands Filmfestival. Oey is niet bang voor de reacties. ‘Ik weet dat er momenten in zitten waarop je niet weg zult zappen. Ik heb gewerkt met een camera waarbij om de twaalf minuten de kaart vervangen moest worden, daardoor moesten mensen hun verhaal in korte tijd verwoorden. Dit levert een hoge mate van concentratie op en dat is te zien.’ De vraag met welk doel hij deze documentaire heeft gemaakt wuift hij weg. ‘Voor geen enkel doel, hoogstens voor mijn eigen begrip. Bij de start van het proces ben je enkel bezig met het verzamelen van materiaal. Naarmate je de film maakt, krijgt deze betekenis en diepgang. Nu zitten er honderden dingen in die ik zo kan opnoemen, maar er is geen boodschap die ik wil overbrengen. Een film met een boodschap is volgens mij oervervelend. Wanneer de betekenis verborgen ligt en er voorzichtig doorheen sijpelt is dat vele malen interessanter. Mensen hoeven van mij ook niet stil te staan bij de ernst van wat er is gebeurd, dat is niet iets wat ik wil bereiken.’ Oey staat rationeel en nuchter in zijn werk. ‘Terwijl ik hiermee bezig was stortte er in Afghanistan een Chinook naar beneden, 31 doden in een moment. Breivik schoot op Utoyah bijna zeventig mensen neer. En dan ben ik bezig met een documentaire over 25 gesneuvelde militairen?’ Oey weert opinie uit zijn stukken en wil zich ver van de politiek houden. ‘Dat gelijkhebberige bij documentairemakers kan ik niet hebben. Net alsof ik weet wat goed is voor de wereld. Natuurlijk vind ik dat ik iets te melden heb, maar niet in mijn films. Als mensen
Gesneuveld politiek willen uitleggen,
be my guest. Het is echter bedoeld als een apolitieke film.’
Het is mede daarom dat hij liever over film dan over documentaire spreekt. ‘Ik heb een afkeer van dat woord. Ik geloof dat een film ten principale is bedoeld om te entertainen en een goede actiefilm kan dan ook veelzeggender zijn dan een Zweedse documentaire. Dit is natuurlijk gevaarlijk om te zeggen wanneer het onderwerp 25 doden betreft. Ik geloof echter dat een film uiteindelijk mensen naar de bioscoop moet trekken en hen daar moet vervoeren.’
Op 17 oktober draait
Gesneuveldin VillaLux en ANS mag 2x2 kaarten verloten onder de inzenders van het goede antwoord op
de prijsvraag. Dus zend in en win!