Hanna Bervoets: 'Ik erger me eigenlijk niet zo snel'

In het kader van het Wintertuinthema ‘het leven is al zwaar, laat de literatuur licht zijn’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Ditmaal: Hanna Bervoets. Hanna Bervoets (29) heeft tot nu toe drie romans op haar naam staan en is daarnaast bekend van haar vaste column in de Volkskrant. Haar laatste boek, Alles wat er was, is een apocalyptisch verhaal over een groep mensen die na een verschrikkelijk knal van onbekende oorsprong vast komt te zitten in een school. Afgelopen zaterdag ging Bervoets op het Wintertuinfestival in discussie met schrijvers Marten Mantels en Joost Vandecasteele over sciencefiction in de Nederlandse literatuur en hun eigen werk. ‘Het cliché dat elk sciencefictionboek eigenlijk over nu gaat is ook voor mijn boek waar. Voor mij is sciencefiction een manier om eens goed te kijken naar ons dagelijks bestaan.’ Tekst: Loes de Veth Foto: Persfoto Heeft u liever licht of donker? ‘’Licht, zeker weten. Nu het steeds vroeger donker wordt, let ik er heel erg op dat ik een uur licht per dag neem. Anders word ik somber. Ik werk vanuit huis en daar is het ook nog eens vrij donker, omdat ik lui ben en slecht met interieurs. Ik heb overal maar één peertje hangen, dus ik moet bewust mijn licht pakken.' Wat kan volgens u het licht niet verdragen? ‘‘Ik erger me eigenlijk niet zo snel en zal ook niet zomaar zeggen dat ik bijvoorbeeld dierenmishandelaars haat. In plaats daarvan probeer ik drijfveren te achterhalen. Bij een zeehondjesknuppelaar vraag ik me dan af "wie ben jij?" en "in welke context leef jij dat het oké is om zeehondjes neer te knuppelen?". Ik zoek graag naar nuance, dus wat voor mij het licht niet kan verdragen zijn de zwart-witdenkers die dat niet doen.' Waarom verdient uw werk het in de spotlight te staan? ‘‘Verdienen vind ik een groot woord, niets verdient het. Ik vind het natuurlijk wel fijn dat er aandacht is voor mijn werk en dat ik niet voor niets schrijf. Daarmee heb ik het geluk dat ik maak wat ik wil maken en dat er mensen zijn die dat graag willen lezen. Dat komt denk ik doordat ik heel erg van plot houd en verhalen schrijf waarin dingen gebeuren. Dat maakt mij toegankelijk. Dat wil niet zeggen dat ik de spotlight verdien of dat er objectieve criteria bestaan om mijn werk als “goed” of “niet goed” te beoordelen. Het is een kwestie van smaak en gelukkig zijn er mensen die mijn smaak delen.' Wanneer tastte u voor het laatst in het duister? ‘‘Ik ben enorm slecht in het herkennen van hoofden. Mensen zeggen soms dat ze uren met me hebben gepraat op Lowlands, terwijl ik me daar niks van kan herinneren en alleen maar denk ‘”wie ben jij?”. Tegenwoordig stel ik me daarom voor met ‘”Ik ben Hanna, wij kennen elkaar toch?”. Laatst reageerde iemand door te zeggen dat we ooit seks hadden gehad. Toen voelde ik me zo dom. Gelukkig bleek hij een grapje met me uit te halen.' Waar heeft u een zwaar hoofd in? ‘‘Wat een moeilijke vragen. Ik heb er een zwaar hoofd in dat ik een goed antwoord kan geven op deze vraag.’ Gelukkig komt Marten Mantel, die eerder meedeed aan de discussie over sciencefiction en bevriend is met Bervoets, net langslopen. Bervoets:‘ 'Marten, kom mij helpen. De vraag is waar ik een zwaar hoofd in heb, wat zou jij zeggen?' Mantel: ‘Misschien een vervelende eigenschap waar je denkt nooit van af te zullen komen? Zoals die uitslag op je kont!' Bervoets: ‘‘Die heb ik niet hoor. Nu ga ik ook iets vies over jou zeggen, met die schimmel in je navel.' Mantel: 'Daar kan je helemaal geen schimmel hebben.' Bervoets: 'Oké. In dat geval hebben wij er allebei een zwaar hoofd in dat iemand schimmel in zijn navel kan hebben.'

 

Lees meer

Literatuurtip februari

Uit de allesomvangende brei van literaire werken een exemplaar kiezen voor in je boekenkast, is geen kattenpis. Daarom plaatsen ANS en het literair tijdschrift Op Ruwe Planken dit jaar maandelijks aanraders voor leesvoer online. Alan Moss (24), promovendus Nederlands en redacteur van Op Ruwe Planken, schrijft de literatuurtip voor februari. J.D. Salinger - Nine Stories (1953) Salinger is natuurlijk vooral bekend om The Catcher in the Rye (1951), de roman over de rebelse tiener Holden Caulfield, die de wereld beschouwt in termen van oprecht en phony. Twee jaar later schreef Salinger Nine Stories, een verhalenbundel waarin hij een gedetailleerd, alledaags decor schetst met afwijkende en daarmee fascinerende hoofdpersonen. Zo gaat het in Teddy om een wonderkind met voorspellende gaven en in De Daumier-Smith's Blue Period om een jonge kunstenaar die een hechte vriendschap met Picasso veinst. Met name A Perfect Day for Bananafish is een aanrader. David Mitchell - Cloud Atlas (2004) In David Mitchells Cloud Atlas gaat het om zes levens met zes verhaallijnen en zes schrijfstijlen die voorzichtig met elkaar verweven zijn. Zo lezen we een negentiende-eeuws reisverslag naar Nieuw-Zeeland; de brieven van een ambitieuze jonge musicus die werkt voor een cynische componist; een detective over een journaliste en een kerncentrale waar het niet helemaal pluis is; en een interview met een ontsnapte kloon in een dystopische toekomst. Ook de film (met Tom Hanks en Hugo Weaving) is de moeite waard. Maartje Wortel e.a. - De Tien (2014) Uit de stal van het literaire tijdschrift Das Magazin verscheen vorig jaar de verhalenbundel De Tien, waarmee de redactie 'een definitieve selectie van de tien beste jonge Nederlandse en Vlaamse schrijvers van dit moment' presenteerde. Een mooie selectie met verhalen van onder andere Joost de Vries, Thomas Heerma van Voss, Philip Huff, Hanna Bervoets en Maartje Wortel. Ieder verhaal (over de re-enactment van veldslagen, liefde in een metalen camper op een weiland, een gehandicapte zoon) is daarnaast passend geïllustreerd.

 

Lees meer