Stamgasten

Lallende disputen, vage figuren aan de bar of uitbundige dansers, elke kroeg heeft zijn eigen publiek. ANS duikt iedere maand de vaste stek van een groep studenten in, velt haar oordeel over het café en test de kennis van de trouwe gasten. Deze maand: Heerendispuut Faunus in Bar Bodega Tio Pepe

Tekst: Bas van Woerkum
Foto's: Mike Ruth
Illustratie: Josse Blase

Dit artikel verscheen eerder in de februari-ANS

stamgasten1Bij Faunus hoef je de bar niet in de fik te steken om het leuk te hebben’ roept Teun (22), student Politicologie.‘We hebben barmannen gehad die dat deden’ vertelt Praeses Stijn (22), student Bedrijfskunde. Iedere dinsdagavond is Heerendispuut Faunus, vernoemd naar de Romeinse herdersgod, te vinden in Bar Bodega Tio Pepe. De zelfbenoemde herders zijn de enigen die vanavond in de kroeg te vinden zijn. Als nieuweling mag je jezelf echter nog geen herder noemen en moet je het met ‘schaap’ doen.

Faunus heeft een nummer dat regelmatig in de kroeg gedraaid wordt: de Houthakker Song. Volgens traditie hoort hier een ‘dansje’ bij, waarbij de mannen de balk aan de bar vastpakken en deze los proberen te trekken. ‘De balk is er inmiddels zo’n vijf keer opnieuw aangezet’, roept Quirijn (23), student Advanced Business Creation. Thijs (22), student Notarieel Recht, vertelt dat hij door het balktrekken een keer door de ruit is gevlogen. Gelukkig hebben ze altijd hun geliefde barvrouw Irene nog, voor als het uit de hand loopt: ‘Ze staat altijd voor ons klaar, maar als we vervelend zijn zegt ze daar ook wat van, ze kan best streng zijn.’ aldus Quirijn. Wout (22), student Bedrijfskunde, noemt haar ‘het zonnetje in de Tio’. De niet-studerende Jeroen (20), knikt instemmend.stamgasten2

‘We houden ons sowieso veel bezig met dansen en dagen elkaar uit voor dance battles,’ roept Stijn trots, ‘daarbij moet je elkaars dansbewegingen nadoen en vervolgens zelf een move toevoegen.’ De groep wijst Teun aan als onovertroffen winnaar, al is hij het daar niet helemaal mee eens: ‘Het is net als winnen van Duitsland, dan ben je ook niet meteen kampioen.’ Quirijn vertelt dat Faunus vaak ‘Don’t be-feesten’ organiseert voor het goede doel, waar je in het verleden bijvoorbeeld niet welkom was als pastinaak of mexicano. Wout voegt daar aan toe dat ze tijdens de Ragweek hun ‘schapen’ veilen voor het goede doel: ‘Je kunt bijvoorbeeld bieden om ze als schoonmaker aan de slag te zetten.’ Voor deze feesten en tradities keren ex-Faunusleden af en toe nog terug. Volgens Teun wordt niemand vergeten: ‘Je wordt reünist, maar blijft herder.’

stamgasten3Kroegpraat
Bier en tapas, daar kom je voor naar Bar Bodega Tio Pepe. In 2006 gaf de nieuwe eigenaar de bar een Spaans tintje. Faunus maakte hier toen meteen hun stamkroeg van. Vanavond zijn er geen danswedstrijden of houthakkersliedjes te bewonderen, maar desondanks ontbreekt het niet aan sfeer en gezelligheid. De kroeg is klein en de bar beslaat de helft van de oppervlakte. Groter is in dit geval echter niet beter, want negen van de tien keer is enkel Faunus er te vinden.

De pubquiz Ieder jaar op 5 december is er in de omgeving van Mandela (Midden-Italië) een volksfeest, overgeleverd uit de Romeinse tijd, ter ere van Faunus. Wat is de naam van dit feest?
Thijs: ‘Heeft iemand enig idee?’ Stijn: ‘5 december? Dat moet wel Sinterklaas zijn.’ Teun: ‘Is dat niet het feest van de oogst of zo?’ Quirijn: ‘Oké, het Don’t be Sinterklaas-feest dan, dat is ons definitieve antwoord.’

De herders lijken bij vraag een de handdoek al in de ring te gooien. ‘Don’t be Sinterklaas’ is natuurlijk niet het juiste antwoord. Het feest draagt de naam ‘Faunalia’.

Wat zijn de volgende twee zinnen van dit nummer: ‘De herdertjes lagen bij nachte, zij lagen bij nacht in het veld’?
Teun: ‘Zij hielden vol trouwe de wachte, zij hadden hun schaapjes geteld.’ Stijn: ‘Ja.’ Teun: ‘Dit is de eerste keer dat ik iets aan mijn christelijke opvoeding heb gehad.’

Met dank aan zijn christelijke opvoeding ziet Teun het licht. Hiermee is het eerste biertje binnen.

Hoeveel schapen telde Nederland in 2014? Jullie mogen 10 procent afwijken.
Stijn: ‘Jongens, laten we even nadenken. Iedere schapenfokker heeft een goede groep schapen nodig.’ Quirijn: ‘Wij hebben ook nog vier schapen, dus we moeten altijd het antwoord plus vier doen.’ Wout: ‘Ik denk een miljoen.’ Stijn: ‘Hoeveel schapen zijn er in jullie omgeving?’ Quirijn: ‘We moeten al die shoarmaschapen niet vergeten.’ Wout: ‘Die komen allemaal uit het buitenland.’ Quirijn: ‘Laten we 200.004 zeggen.’

Het antwoord van Wout zou goed geweest zijn, maar hij wordt compleet genegeerd. Ook Stijns analytische benaderingen vinden geen gehoor. De mannen van Faunus zetten daardoor veel te laag in, want in 2014 was Nederland 960.000 blatende beesten rijk.

Wat is het alcoholpercentage van Tio Pepe Sherry?
Thijs: ‘17 procent.’ Stijn: ‘Ik dacht ongeveer 40 procent toch?’ Jeroen: ‘Nee wacht, je kunt dat gewoon bij de Albert Heijn kopen, de grens is daar 15 procent.’ Stijn: ‘Albert Heijn verkoopt alcohol tot 17 procent.’

Jeroen blijkt de alcoholexpert te zijn, maar naar zijn inbreng wordt helaas niet geluisterd. Tio Pepe Sherry bevat 15 procent alcohol.

Noem één ding, buiten consumptie om, waar schapendarmen voor werden gebruikt?
Stijn: ‘Condooms!’ Thijs: ‘De snaren van tennisrackets ook.’ Jeroen: ‘In frikandellen zitten vast ook schapendarmen.’ Teun: ‘Voetballen uit Afrika!’

De heren blijken goed op de hoogte van de functies van schapendarmen. Zowel condooms als tennisracketsnaren zijn juist. Hiermee scoren ze hun tweede biertje. Drie bier

De afrekening De herders hebben hun schapen niet op het droge. Met hun liedjes- en schapendarmkennis weten ze maar twee biertjes te bemachtigen. Voor de sfeer in de kroeg scoren ze er nog een derde bij, waardoor de teller op drie eindigt.

Klik hier voor de overige artikelen uit de februari-ANS.

 

Lees meer