Er stapt slechts een passagier de trein in, gehuld in een lekker degelijke regenponcho. Het blijkt een vrouw te zijn. De vrouw kiest de stoel recht tegenover me. Direct ben ik geïrriteerd, de stoel schuin tegenover me is ook nog vrij en nu zitten we onnodig in elkaars persoonlijke ruimte te ademen. Mijn tas staat ook nog tussen ons in op de vloer dus die schuif ik maar aan de kant voor wat beenvrijheid. Ondertussen rommelt de vrouw in haar zak, om daar vervolgens een stoffen zakdoek uit te halen. Ik haat stoffen zakdoeken. Het is vies, je loopt de hele dag met een lap met snot in je zak rond en daarnaast staat het alsof je als enige bent blijven hangen in de jaren vijftig. Met een lijdzaam gezicht poetst ze haar neus, snuiten durft ze blijkbaar niet in de volle coupé. Haar vormloze jas met regenponcho wordt op het kapstokje gehangen. Met trillende handen maakt ze haar kotsgroene handtas open om er een klein flesje uit te halen. Valeriaan extract. Voorzichtig druppelt ze twee druppels vloeistof op haar tong en gaat ze achterover zitten. Ik kijk haar waarschijnlijk net iets te afkeurend aan want ze begint tegen me te praten.
‘Homeopathische middelen zijn heel goed voor je hoor.’ Alsof ik ook maar één moment gesuggereerd heb dat dit niet zo is (het is trouwens niet zo). Ik wil wel hardgrondig ontkennen dat het werkt. Ik weiger te geloven dat als je een schadelijk virus neemt, het tienduizend keer verdunt, toevoegt aan water, opdrinkt en daar beter van wordt. Dat kan medisch gezien niet. Ik geloof in pillen, hoe meer bijwerkingen en hoe meer microgram werkzame stof hoe beter. Als ik er ook nog eens niet bij mag drinken of autorijden zal het zeker wel goed spul zijn.
‘Als u dat zegt dan zal dat wel zo zijn’, zeg ik om discussie te voorkomen. Ik heb namelijk geen zin in discussie om half negen ’s ochtends in de trein met een vrouw die haar neus snuit in stoffen zakdoeken en gelooft in de helende krachten van water met een smaakje.
‘Wees maar sceptisch meisje, als jouw lichaam kapot gaat door al die medische rommel die dokters je toestoppen dan stap je maar wat graag over op homeopathische middelen.’ Hier houd ik dus niet van. Ik wil het conflict vermijden maar het wordt me alsnog midden in mijn gezicht gesmeten door een snotterende huisvrouw met een lelijke handtas.
‘Mevrouw, ik gebruik al mijn hele leven medische rommel die dokters mij toestoppen en daar word ik heel gezond van gelukkig. Daarentegen slikt u water met een microscopisch kleine hoeveelheid eventueel werkzame stof van kwakzalvers tegen uw verkoudheid. Nou is het goed om veel te drinken als u verkouden bent maar het is vast goedkoper om een thermoskan thee mee te nemen. En tevens effectiever.’ Haar trillende handen slaan om haar handtas en ze staat op.
‘Zo laat ik mij niet toespreken, de jeugd weet niet meer hoe ze zich dienen te gedragen. Het is een schande.’ En nu ben ik ineens weer jeugd. Het zal allemaal wel. Ik doe de oortjes van mijn mp3speler in en kijk hoe de vrouw het gangpad in loopt. Tevreden strek ik mijn benen, heerlijk, al die ruimte.
Meer Mensenkinderen lezen? Kijk dan hier.